!ÏS SCHEEPS 'and achter de bergen sss VRIJDAG 13 MEI I dagelijks vervolgverhaal Oorspronkelijk verhaal door JOHN BOLAND Nieuwe uitgaven Van het satirische televisiepro gramma „Zo is het toevallig; ook nog eens een keer" |s een boek versche nen bü bij Polak en Van Gennep. De samenstellers Jan Blokker Ri- nus Ferdinandusse en Dimitri Frej- kel Frank hebben voor het boek de van^ H*1 ^eS^e uitgekozen reveis van de bankdirecteur vnAt.i. iv-...n- i— J Ga mee. knaap", brabbelde hij. f gaan zitten en nemem er een", j adem rook walgelijk naar whis- e Engelsman keek snel om zich L Verscheidene gasten in de fersatiezaal keken naar de Ca ses met nauwelijks verborgen af- ing. ee daar. bar-keeper! Breng me borrel!" pary had zijn bestelling uitge- eeuwd. Woedend greep Claymo- oe is hel ontstaan? Dit woord: OLIFANT 3et Griekse woord voor olifant "elefas, maar bij schrijvers als omerus komt dit woord Alleen in de betekenis: ivoor. Het niet zeker wat het woord ele- s oorspronkelijk heeft bete- rnd. Men denkt aan verwant- Chap met Latijn albus: wat en een woord dat horen (als »fnaam) betekende. De Griekse vorm elefas werd het Latijn oven-genomen als ifantus. In het Middelneder- ads heet het dier dan ook el- ttt of elefant. Het Frans heeft g éléfant en het Engelse elep- nt. Maar in de andere talen ffdt de begin-e door o ver- ongen. Dit is ook in het Ne- 5 gebeurd. De nevenvorm leeft nog voort in elpen- E., het ivoor "an de elpend In de Middelnederlands t ook de naam elpendier loor olifant voor. rookte vinger in de borst, terwijl de grove scheldwoorden hem als kogels uit de mond vlogen. .Probeer me nog eens zo'n streek te leveren", snauwde hij. „Heb het hart eens-" Claymore keek schichtig om zich heen. Elk ogenblik kon er iemand komen, die hem kende. Hij greep de hand van de Canadees en kneep steeds krachtiger toe, tot hij de bot ten voelde kraken; met opeen geklemde lippen glimlachte hij, terwijl hij het bloed uit het gezicht van zijn slachtoffer zag wegtrekken. Vroeger op school had niemand Claymore ooit iets in de weg gelegd: hij was zo sterk dat hij nooit als slachtoffer werd gekozen. Doorgaans was hij een vriendelijk man, die van zijn kracht geen misbruik zou ma ken, nu bevredigde het hem, dat hij een ander pijn deed. Eindelijk liet hij Leary's hand los. .Prik me nooit meer in de borst. Geoff", zei hij minzaam. „Ik houd er niet van." De Canadees betastte zijn ge kneusde hand en kermde haast van Pijn, maar wat hij daarna zei, klonk nog steeds dreigend. Claymore maak te er drastisch een einde aan. „Man zwijg in vredesnaam. We hebben geen tijd voor ruzie! Luister naar wat ik zeg: jij gaat aan je werk en doet alles wat er nog gedaan moet worden. Veel tijd heb je niet meer. Het is nu donderdag; je zorgt dat alles zaterdag over een week in orde is. Is dat begrepen? Ik zorg voor mijn aandeel, ook zaterdag over een week. Als je dan niet klaar bent, zullen we de hele zaak een jaar moe ten uitstellen. Zorg dus, dat je tijdig gereed bent." (Wordt vervolgd' volgtrekkingen naar voren.",.Wij zul len zien", zo meent hij, „dat er meer dan éèn weg is die naar een zinvol en harmonieus bestaan leiden". Achter eenvolgens wordt het leven beschreven in de woestijn, in de prairie- en toen drastreken. in de troplsohe wouden, op de Zuidzee-eilanden. aan de kusten en in het open woudland, om te be sluiten met twee cultuurconflicten in een veranderende wereld (de Marrons van Jamaica en de Zoeloes in Zui,d- Afrika). Om slechts enkele volken te noemen, die in dit interessante boek aan de orde komen: de Toearegs van de Sahara, de Samojeden van Siberië, de Maja's van Yucatan, de bewoners van het Paaseiland, de Yamanen van Vuurland, de Boeshongo van Congo enz enz. Het aantrekkelijke van dit werk is de rijkdom aan illustraties, een mengeling van tekeningen, foto's en kaarten, in totaal 400. waarvan 160 in twee- en vierklexirige druk. En zo wordt aandacht geschonken aan per sonen en voorwerpen, aan godsdien stig ritueel en voedingsgewoonten, aan versleringen en weefkunst, aan wonin gen en wapens en nog tal van andere facetten van het leven der primitieve volken. Het spreekt vanzelf, dat de afbeeldingen in dit boek. dat tegelij kertijd ook in tal van andere landen is versohenen, voornamelijk afkomstig zijn uit Britse en ook Amerikaanse j bronnen. Van belang is een register op de onderwerpen, zodat het naslaan zeer gemakkelijk is. I.oinlen, deel 2. door J. J. Mostard, ui tg Kosmos. Amsterdam en Antwer pen In de serie „Geschiedenis op reis", waarin eerder reisboeken over Parijs,Wenen en Londen zijn versche nen. is van het laatsgenoemde werk thans het tweede deel gepubliceerd. Werd in deel I de City en de inner boroughs behandeld, deel II houdt zich bezig met Westminster, de ou ter boroughs, de ..greenbelt" en de omgeving van de Britse hoofdstad. Een prachtig boek voor wie de grote mo numenten van deze wereldstad meer dan oppervlakkig wil bezichtigen en even wil stilstaan bij de historische details en de achtergronden van zin rijke tradities, waarvan de schrijver aan het slot van zijn belangwekkende boek twee bladzijden „kalender" heeft toegevoegd, zodat de bezoeker weet waar hij aan toe is. Een zeer nuttig boek. dat aan het reizen een nieuwe djmensie toevoegt. PANDA EN DE WEGDOEN ER 41Panda's onverwachte raadsman begon onmiddellijk aan zijn verdediging, door Brigadier Brakhout opniemo als getuige op te roepen. „Welnu, brigadiefsprak Meester Giorgio Sangrebono. „Volgens uw verklaring zoudt ge te 21 uur 40 bij het Bankierskantoor Z. de huur en Zn. contact met verdachte gemaakt hebben. En dan, pre cies tien minuten later, vindt gij verdachte weer. Volgens u heeft die dan niet slechts een afstand van negen minuten gaans afgelegd, maar hij zou ook nog een gat in het gebouw van de Onbeperkte Cre- diet Maatschappij gemaakt moeten hebben. Ik stel dat niet ver dachte, maar een ander dit gat met misdadige oogmerken veroor zaakt had. Vervolgens zegt gij, dat gij te 21 uur 30 over een ba- naneschil zijt uitgeglederi. Bewijsstuk A toont ons, op medische wijzewat op dat ogenblik met uw gestel gebeurde. Gebeente ontzet, bonsverschijnselen in het brein. Vervolgens. Ik toon u bewijsstuk B. Parketwachter, toon ons Bewijsstuk B. Dit stuk is de beeltenis van wijlen de heer Zeeger de Luur, in hardsteen uitgevoerd, wegende 95 kilogram. Volgens uw verklaring daalde dit te 21 uur 40 op u lieer. Moet ik u een Bewijsstuk C tonen, een medische voorstelling van wat toen nog van uw breinfunctie overbleef? Neen. brigadier doe geen moeite te antwoorden. Edelachtbare, ik heb hiermee aan getoond dat deze getuige noodzakelijkenoijze geheel onbetrouwbaar I is". RECHTER TIE EN DE MOORD OP DE LOTUSVIJVER Na de vondst van de U grond te onderzoeken. H\j vindt duidelijk ten, en wat verderop van paardehoeven. Tsjiao Tai, die zelf een tijd lang struikrover is geweest voor hij zich door de Rechter liet bekeren en bij hem in dienst kwam, heeft geen moeite om de sporen te lezen. De overval moet gepleegd zijn door een bende van zes rovers, die zich in 'n hinderlaag hadden gelegd. Hun paarden ston den tussen de bomen te wachten, en zodra ze de buit binnen had den zijn ze in galop weggereden. Het grote aantal van de rovers maakt het onmogelijk om ze te achtervolgen, want ze zullen stellig met zwaarden geioapend zijn, en zelf hebben ze alleen maar 'n pijl en-boog bij zich. Terwijl Tsjiao Tai dit alles bedenkt, giet Rechter Tie een kruik drinkwater over het hoofd van de bewusteloze. Maar het heeft niet de minste uitwerking. De apotheker komt hem nu te hulp met een klein flesje, waaruit een scherpe prikkelende geur opstijgt als hij de dop eraf heeft geschroefd. „Dit middel heeft nog zelden gefaald. Edelachtbare"zegt hij tot de Rechter. „Een am moniak mengsel, dat de slijmvliezen prikkelt". Hij houdt het flesje onder de neus van de bewusteloze en inderdaad beginnen al gauio zijn oogleden te trillen, terwijl er een diepe zucht ontwelt aan zijn keel. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 517. Ergens aan de rand van het stadje lag het bos, waarheen de boeienkoning zijn schreden richtte. „Ik ben hier met mijn woonivagen heengetrokken"zei hij, „en ik zou al weg zijn geweest als de baby niet ziek was geworden. We hebben schulden gemaakt en de wagen als onderpand gegeven als er niet gauio een oplossing komt, zijn ive de wagen ook nog kwijt. En u ziet zelf. wat voor een pracht van een wagen het is". „Wagen? Welke ivagen?" vroeg Bram en nu keek ook de boeien- koning verbaasd^op. „M-m-m-maar. hoe kan dat nu? De wagen is weg w-w-w-weg~ stotterde hij. „Weet je zeker, dat die wagen hier stond?" vroeg Bram. „Abs-s-s-soluut"zei de boeienkoning, zelfs in de lucht kijkend, alsof de woonwagen vleugeltjes had gekregen. Even keek Bram vol verdenking naar het teertouwtje, maar hij begreep wel dat in dit geval het touwtje zoiets niet gedaan kon heb ben. Voordat hij een verdere vraag kon stellen, kwam de vrouw van de boeienkoning wenend de struiken uit. „O, man o man o man .0,0, 0," was alles wat zij met verstikte stem kon uitbrengen. Al wenend duwde zij een kinderbedje voort. Bellatrlx varm. 14 v Casablanca n Bei?aKa"»n 11 200 m O Andaman Dongeborg 11 Ie Delfzijl ;':2=S5 ithon 11 v Paramaribo n Amst. AKïfe PHL£r020 Prins Joh. W. Frlao 11 ten anker 5t. Spray p 10 Lizi an w ?fs7£ Kallatla 11 800 m NO Martinique Khatialla 9 la Puerto Ml

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 31