9^loorclwyk 100 jaar (jDAG 26 APRIL 1966 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 7 Links een foto uit plus minus 1910: badmeester Pieter Bedijn (uiterst rechts) bij enkele van zijn ruim honderd badkoetsjes. De foto rechts werd genomen in augustus 1900: een ouderwetse „bom schuit" wordt door vissers op het strand gesjord; de ene groep duwt de boot omhoog, zodat de bo dem op balken komt te rusten, terwijl de andere groep trekt. Dorp je moest aanhoudend lijden ;or 't Krijgsgeweld in d'Oorlogstijden, I deed dikwerf haar hoofdbestaan, Visscherij, te gronde gaan. it dus de vlijt hier moog' beginnen is thans kwalijk 't Brood te winnen. lo zag de Zuidhollandse stads- en dorpsbeschrijver Van Ol- !in in het jaar 1800 Noordwijk aan Zee: een arm vissersdorpje, ar de mensen hard ploeterden voor een korst brood, die er |js bij inschoot als zij zich weer eens het vege lijf moesten red- d. Het beeld dat Noordwijk aan Zee in het jaar 1966 te zien eft, staat wel in frappante tegenstelling tot dat barre, bange •leden. Mocht Van Ollefen er nu even rondblikken, dan zou Izijn bestofte compositie radicaal herzien, misschien in deze rti wikkeld gaan heen en weer, al len gekleed in lichte zomerkleu- ren. Een zeilbootje schommelt op de golven, een ander probeert juist de branding te doorklieven. Zonder een weinig zeewater ge lukt dit echter niet. Vroolijk lachende kinderen draven op hitten voorbij. Gindsch voor het dorp is het badstrand. Onder groote bedrijvigheid worden de badkoetsen in het water gereden en weer op het droge terugge bracht, hetgeen geschiedt onder het oplettende toezicht van den bij alle badgasten welbekende badmeester Piet Bedijn. Men kan de verschillende vroolijk badende groepen duidelijk on derscheiden." Ook in de avonduren mocht Noordwijk gezien worden, naar toenmalige begrippen althans: „Eenige jaren geleden ver kreeg Noordwijk eene gasfabriek. Alle straten en de betere woon huizen hebben gasverlichting Ook op de beide Boulevards schittert 's avonds eene lange reeks van gloeilichten." Een ander opmerkelijk feit mag evenmin onvermeld blijven: op 1 april 1897 werd de „Vereeniging tot bevordering van het Vreemde lingenverkeer in de Badplaats Noordwijk en omgeving" opgericht. Maar hitten, gloeilichten en VW- activiteiten ten spijt was er iets anders voor nodig om de badplaats tot grote bloei te brengen. Dat was triest genoeg de eerste we reldoorlog. Honderden buitenlanders kozen toen het nette Nbordwijk in het neutrale Nederland uit om, ver van het krijgsgewoel, vakantie te vieren. De cijfers spreken een dui delijke taal: 5986 hotel- en pen siongasten in 1914, 7184 in '15, 9361 in '16, 9963 in '17. Afgezien van een enkele terugval bleef daar na het aantal badgasten jarenlang rond de tienduizend schommelen. De groei van het toerisme heeft Noordwijk aan Zee, dat het ook rond de eeuwwisseling nog hoofd zakelijk van de visserij moest heb ben, voor een economisch bankroet behoed. Toen de scheepvaart ging moderniseren, bleef de visserij niet achter. De primitieve „bommen" maakten plaats voor boten die niet op het strand konden worden ge trokken. En toen was het met Noordwijk, dat immers geen haven had, als vissersplaats gauw gedaan: reders gingen failliet of scha kelden over op de hotellerie of het bloembollenbedr ij f Het merendeel van de hotels die Noordwijk nu heeft, zijn voor 1925 verrezen. Sindsdien zijn er niet veel bijgebouwd: wel zijn in de loop der jaren diverse pensions en grote particuliere huizen tot hotels vertimmerd, terwijl bestaande ho tels sterk in omvang zijn toegeno men (Huis ter Duin kan nu b.v. tienmaal zoveel slapers bergen als in 1885). Het eenvoudige badhotel van de pionier Van Konijnenburg ging al in 1911 tegen de grond om ruimte te maken voor het imposan te Palace (dat tegenwoordig even als Rembrandt en Huis ter Duin in handen van de EMS is). Na de tweede wereldoorlog heeft de particuliere verhuur (van huizen, kamers of alleen maar bed den) een enorme vlucht genomen. Tegenover de 5.000 hotelbedden die Noordwijk 's zomers kan aanbie den, staan 20.000 particuliere bed den (circa één per inwoner). En al die 25.000 bedden worden in het hoogseizoen door gasten beslapen; zelfs komt men dan vaak nog lo- giesruimte tekort. Vorig jaar is het gemeentebe stuur begonnen met het aanleggen van een gastenstatistiek. In 1965 registreerde men vanaf 1 juni en voorzover opgegeven 80.637 gasten, waarvan de hotels en pen sions er 28.818 en de particulieren er 23.513 voor hun rekening na men (de rest verbleef op kampeer terreinen en in vakantie-oorden). We blijven nog even met cijfer materiaal werken. Noordwijk boek te vorig jaar ongeveer een miljoen overnachtingen. Als men er voorzichtig gerekend vanuit gaat, dat iedere badgast per dag dertig gulden uitgeeft, betekent dit, dat het toerisme Noordwijk in 1965 bruto dertig miljoen gulden heeft opgebracht (de verteringen van de vele dagjesmensen buiten beschou wing gelaten). Badgasten en bloembollen vor men op het ogenblik de pijlers van Noordwijks economie, maar het ziet er naar uit, dat op den duur het toerisme het bollenbedrijf zal over vleugelen. Het aantal overnachtin gen stijgt jaarlijks met vijf tot tien procent. Behalve Duitsers (ruim de helft van alle badgasten) komen er ook steeds meer Engelsen (vooral in het voorseizoen, de bol- lentijd), Fransen en Scandinaviërs. Wil Noordwijk blijven profiteren van de steeds sterker wordende „trek naar zee", dan zal de logies- capaciteit moeten worden vergroot. Maar dat mag niet betekenen, dat Noordwijk wordt volgebouwd. Het gemeentebestuur vindt, dat het dorp een dorp moet blijven, dus niet te groot mag worden. „Er moet ruimte blijven, zodat de vakantie ganger nog een rustig plekje kan vinden." Volgens het gemeentebe stuur zal met name de particu liere verhuur een nog grotere vlucht nemen, zodat men zich voorlopig geen zorgen hoeft te maken over een beddentekort. Noordwijk is nog steeds een vrij exclusieve badplaats, getuige het verhoudingsgewijs grote aantal ho tels, bars en dancings, zijn golfter rein, tennisvelden en saunabaden, getuige ook zijn prijzen en de ge middelde verblijfsduur van de bad gasten, die er langer is dan in welke andere badplaats in Neder land ook, namelijk tien tot elf da gen. Noordwijk is ook een bevoorrech te badplaats met zijn veertien kilo meter strand en een prachtige bos wachter^' vlak in de buurt. Het gemeentebestuur wil Noord wijk aantrekkelijk houden. Van daar de plannen voor een parallel boulevard dwars door de bebouw de kom, voor een complex van zestig tot zeventig zomerbungalows, voor een directe en royale verbin dingsweg met de boswachtery, voor een zwembad, een sporthal, een skelterbaan en een watersportcen trum. Niet alleen de gemeente maakt plannen. De E.M.S. heeft het voornemen in de buurt van Huis ter Duin, op de plaats waar vroeger het Oranjehotel heeft gestaan (en nu een parkeerter rein is, op het Palaceplein)een groot, ultramodern gebouwen complex neer te zetten, dat zal bestaan uit een appartementen hotel, zalen, winkels, garages, een zwembad en eventueel een Kurort. De honderdjarige badplaats is dus nog steeds volop in ontwikke ling. In het verleden ligt de aan leiding, maar in de vooruitzichten de ware reden voor een grandioos feest. Wie de hoogtepunten daar van wil meemaken, zal in mei en juni naar Noordwijk moeten gaan, want in juli hebben de Noordwijkers het alweer te druk met het achter nalopen van hun badgasten, één per inwoner. Noori is noord en zuid is zuid en de twee uilen elkaar ontmoeten, als u de strips bovenin de pagina en hieronder aan elkaar Plakt. Noord en Zuidboulevard worden dan weer het volledige Noordwijk-vanuit-zee-gezien, zo als het on,-eveer een halve eeuw geleden werd uitgetekend. Er is intussen wel wat veran derd, maar veel is ook hetzelfde gebleven. Op de tekening ziet men tal van gebouwen, die nog steeds Noodwüks allure bepalen. 3740 in 1906. De accommodatie hield daarmee gelijke tred: Huis ter Duin breidde sterk uit en in 1899 opende het tweede grote ho tel zijn deuren, het Hotel-Pension Noordzee (50 kamers), voorzien van de modernste snufjes, zoals „eene badkamer voor koude en warme zoet- en zeewaterbaden, en eene uitstekende donkere kamer". Daarnaast verrezen diverse pen sions en grote, voor de verhuur bestemde villa's. Noordwijk aan Zee kreeg aanzien. Een bijzonder populaire figuur uit de historie van de badplaats moeten we nog noemen: Pieter Be dijn, die als badknecht werd aan gesteld, toen hotelier Van Konij nenburg in 1866 vier badkoetsjes Een oude Noordwijkse visser, door Leon Senf in 1922 geportretteerd. uit Scheveningen liet aanrukken. Omstreeks 1900 had hij tegen de honderd koetsjes onder zijn be heer. Hij promoveerde tot badman en vervolgens tot zelfstandig bad meester, wat hij bleef tot 1912. In zijn 45-jarige loopbaan bezorgde hij Noordwijk de faam „eene zeer betrouwbare badplaats" te zijn. Toen hij zijn veertigjarig jubileum vierde, werd hij door vele gasten gehuldigd, die hem een enveloppe met 500 gulden aanboden, een mooi bedrag in die tijd. Bij zijn af scheid kreeg hij een koninklijke onderscheiding. Hoe het strandleven in Be- dijns jaren was, wordt geschetst in de al eerder geciteerde folder van Huis ter Duin: „Reeds drie kilometer lang is de reeks der door Noordwijks badgasten gebruikte strandstoe len, daartusschen ziet men de met vlaggen getooide zandbur- ren van de werkverblijde jeugd. Groepen in levendig gesprek ge- D'i-aare Dorp heeft weinig slechts geleden Dot't Krijgsgeweld in 't jongst' Verleden folijvoordien is steeds haar hoofdbestaan. Het hibedrijf, gezwind vooruitgegaan. 1 Vat 5 't klimaat hier moog' beginnen h 's hns goed het Brood te winnen. Want lordwijk kwam, uiterlijk 'hans, genoeg ongeschonden uit >tweedeereidoorlog, terwijl vrij- {1 alle ajere Nederlandse bad- iatsen t* 0p enkele honderden ■eters uitkust met de grond ■lijk wareigemaakt. Men heeft jar toen s-k van geprofiteerd: ederlandersje een vakantie aan e wilden enog niet naar het ïitenland koen, gingen bij voor- iur naar NGdwijk. Toen steeds eer landgemn hun toeristisch eil over de gns gingen zoeken, erd hun pits je op het strand ompt ingenorh door buitenlan- rs. Duitsers Val. En die biy- en komen in stfls grotere aantal- onze labieleomers ten spijt. Ir is thans goedet Brood te win- in" zo geen>rood, dan toch el een dure buinlandse vakan- Se, een deel vanfe aflossing en ffite van het >igen huis, een utootje of een elevisie-toestel, rant zoals een z«sman van de WV het uitdrue: „In de zo- eer stopt bijna ieöe Noordwijker tel een paar weki een gast in ijn bed". Maar laten we terkeren tot het rerleden, waarin oolfle aanleiding lot dit artikel ligt. lordwijk viert iit seizoen namelijkijn honderd jarig bestaan als blplaats. Het doet dat, zonder gé, iets meer ian dertig jaar nadahet zijn vijf jarig bestaan s badplaats leeft gevierd. Aan zegaat de tijd oei, zou men kunne, zeggen (en ftkantiegangers zulk dit be- oien). Maar kenn6 van de fcatselijke historie siudden het boofd: in 1935 heeftmen alleen öar naar een kapstolgezocht om a gezellig feest aanop te han- pi en die kapstok vrd de ope- ang van het tramtqect Rijns- krg-Noordwijk aan Tz. op 22 ju- si 1885. Maar allang'oor dat het fammetje (inmiddel vervangen foor de bus) begon ttrijden, kon aen al spreken van e badplaats Noordwijk, zij het ir bescheiden ifrmen. Twee gebeurtenisserüleiten voor 'M als begin van de kdplaats. In fot jaar introduceerde le logement fouder Willem Henrik van Ko nijnenburg de eerste bdkoetsjes in Noordwijk en werd d heer C. L. c W. Pické benoem» tot burge meester. Een vooruitziende lik kan men fo heer Van Konijnaburg die Dn strandtaveerne >mdoopte tot badhotel, alvorens hij vier met lin- Mn beklede badkoeties uit Scheve- togen over het strand naar Noordwijk liet rijdei moeilijk ontzeggen, al mag betwijfeld wor den, of hij de eerste tien, twinitg jaar van deze investering veel pro fijt heeft gehad. In die tijd beperkte het aantal badgasten zich tot enkele tiental len, hooguit een paar honderd per seizoen. Het baden zelf was een simpel genoegen. Meestal schuifel de men met hoog opgerolde broeks pijpen of bescheiden opgelichte rokken door het water; slechts een enkeling stelde zijn hele lichaam aan het zeewater bloot, op medisch advies niet langer dan een kwar tier, om vervolgens de „kuur" ijlings af te ronden met een glas port of cognac. Ook nadat de koetsjes er een maal stonden, bleven de mees te Noordwijkers het strand alleen maar geschikt vinden als ligplaats voor hun primitieve vissersboten, de zogenaamde „bommen", die bij thuiskomst door vele sterke han den op het zand werden gesjord. De eerste jaren van het bewind van burgemeester Pické, die door zijn ijver voor vernieuwingen, het aantrekken van kapitaal en het sti muleren van anderen algemeen beschouwd wordt als de stich ter van de badplaats brachten daarin weinig verandering. Het duurde tot 1883, voordat men uit het stadium van alleen maar praten en plannen maken kwam. In dat jaar werd de Maat schappij Noordwijk tot Exploitatie van Duingronden in het le ven geroepen en begon men met de aanleg van wegen en de bouw van grote villa's. In 1885 werd Huis ter Duin geopend, toen nog een bescheiden hotel van der tig kamers met petroleumverlich ting. Hetzelfde jaar kwam de tram verbinding met Leiden gereed en verdween de stoomboot die tot dus ver de dienst had onderhouden, overigens zonder ooit veel badgas ten onder zijn klandizie te hebben geteld. Het was onder deze wat gunstigere omstandigheden, dat een nieuwe man op het toneel ver scheen, die een hoofdrol heeft ge speeld in de verdere ontwikkeling van de badplaats. In 1887 ver huisde Heinrich Tappenbeck uit Wijk aan Zee, waar in de buurt naar zijn zin teveel industrie kwam, naar Noordwijk, waar hij voor een zacht prijsje Huis ter Duin overnam. Deze Duitse zaken man pakte het gründlich aan. Pro paganda was een van zijn sterkste kanten, en deze kwaliteit gevoegd bij zijn kennis van het Duits en Duitsland had tot gevolg, dat uit Rijnland en Westfalen steeds meer vakantiegangers een paar weken, een maand en niet zelden langer in Huis ter Duin kwamen logeren. De heer Tappenbeck liet ook an deren van zijn kennis en ervaring profiteren. Wie in Noordwijk een pension of hotel wilde beginnen, kon op zijn bijstand rekenen. Zo stond hij velen met raad en daad terzijde, terwijl hij verder bouwde aan de „image" van de badplaats. Daarmee komen we aan een in teressant punt. namelijk dit: Noordwijk heeft nooit een bad plaats als alle andere willen zijn. Het duidelijkst komt dit tot uiting in het met veel foto's verluchte drukwerkje „Het Noordzeebad Noordwijk aan Zee" (prijs 20 Cents), dat de directie van Huis ter Duin omstreeks 1907 liet uitge ven. Daarin lezen we: „Noordwijk aan Zee ligt juist in het midden tusschen zijne wedijverende zusters, nog niet zoo groot als zij, wel echter groe ner, frisser en vrijer. Hier wordt men niet overstroomd door het dagelijksche onbehagelijke men- schengewoel der steden, men vindt er alleen een uitgelezen gezelschap uit de beste kringen. Juist de mooiste dagen worden in andere badplaatsen bedorven door het rumoer van het dage- lijksch bezoek, dat strand en duinen vervult en ontsiert. Zeer terecht zegt Badeker daarom ook, die toch als onpartijdig be kend is, in zijn reisboek voor België en Holland: Noordwijk aan Zee is de schoonst gelegen badplaats van de geheele Hol- landsche Noordzeekust." Een hedendaagse hotelhouder: „Noordwijk heeft nog de naam een vrij exclusieve badplaats te zijn, maar de kamerverhuur heeft al wijziging in het publiek gehad". Hoe het ook zij, al rond de eeuw wisseling stond Noordwijk bekend als een plaats, waar de „chique" van Europa vakantie kwam vieren: aristocraten uit Duitsland, Oos tenrijk, Hongarije en zelfs uit Rus land. In die periode ging het be zoek met sprongen vooruit: 486 badgasten in 1896, 1455 in 1900 en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 7