Kom er ACHT-er Schelpenzoekers op safari bij IJsselmeer ZATERDAG, 2 APRIL 1960 LEIDSCH DAGBLAD Weer of geen weer, bij tijd en wijle kan men aan de oever van het IJsselmeer (tussen Naarden en Muiderberg de schelpen- zoekers op safari zien. Mala- cologische expedities naar de wonderen van het dierenle ven, uit beroepsmatige of amateuristische belangstel ling. De jagers naar schel - pensoorten en variëteiten zijn öf leden van de het hele Gooi omvattende afdeling Hilversum van de Kon. Ned. Natuurhistorische Vereniging öf leden van de Werkgroep Amsterdam van de Ned. Malacologische Vereniging, onder wie zioh ook Gooise „sohelpenmensen" bevinden. Deze laatste organisatie is overigens "n wetenschappe lijke en telt onder haar leden vrij veel beroepsschelpendes- kundigen. Maar het groepje van (vier) Hilversumse en thousiasten ziet zijn vrü in tensieve bemoeienissen mèt veel-omvattende verzame lingen van schelpen toch nog altijd als liefhebberij. Een van die liefhebbers is lr. J. de Ruijter, Hij beperkt zijn jachtterrein op de zo grillig gevormde weekdieren- huisjes hoofdzakelijk tot het IJseslmeer. Waarom? „Om dat dit gebied voor malaco- logen zeer aantrekkelijke fa cetten vertoont", zegt ir. De Ruijter. Het tegenwoordig zoete water is vroeger zout geweest en herbergde toen ook een brakwater-fauna. Men vindt er nu dezelfde soort sonelpen, maar „an ders" ontwikeld. De ook aan onze Noordzeekust te vin- de zogenaamde hardschelp ziet er aan het strand van het IJsselmeer veel schever uit. Dertig soorten Aan het voor schelpenzoe kers dankbare strandje tus sen Naarden en Muiden vindt men, omdat brak en zoet water hier elkaar heb ben ontmoet, bijzonder veel soorten: zo'n dertig waarvan tien typische brakwaterbe woners zijn en de rest in het zoete water zijn natuurlijke klimaat vindt. Wat kan men, grasduinend in het strandzand en on diepe watervan de Gooise kust, zoal tegenkomen? On getwijfeld mooie exemplaren van de poelsslak. (Ir. de Ruijter: „Nederlandse na men gebruiken wij nooit, want die zijn niet officieel vastgesteld. In het ene boek je staat dit, in het andere dat. Sohelpendeskundigen zijn latinisten"). Stereo microscoop Onder de stereo-micro scoop, waarmee ir. De Ruijter zijn vondsten determineert, komt ook geregeld de vijver- pluimdrager, een onaanzien lijk sohelpdlertje, dat zijn indrukwekkende naam te Vader Keijzer, eerste burger van Papendrecht, één van de oudste dorpen van de Alblasserwaard èn de snelst groeiende gemeente van Zuid-Holland, wil toch wel iets ver klappen, zij het spaarzaam. „Hij is altijd vol enthousiasme geweest voor het burgemeestersambt. Hij heeft op de verschillende afdelin gen van het gemeentelijk apparaat gewerkt, waardoor hij van vrijwel alles binnen het gemeentekader af weet. Hij heeft altijd in andere gemeenten gewerkt, nooit bij mij op d© secretarie. Wanneer hij een keertje thuis was woonde hij steeds de raadsvergaderingen bij en 's avonds leverde hij kritiek". Bur gemeester Keijzer sr., bezig aan zijn laatste ambtstermijn: „Ach en daar lachte je dan om, maar hij had kwaliteiten". Vorig jaar 12 februari kwam de benoeming van de heer Keij zer jr. af. Burgemeester van twee gemeenten met elk 1500 in woners. Het trio burgemeesters was compleet. Keijzer jr. lijkt in veel opzichten op zijn vader. Over zijn vader zegt hij: „Ik doe het andfers dan hij. dat zou hij in mijn plaats ook hebben gedaan. Wij praten zelden met elkaar over gemeenteproblemen Domweg omdat elke gemeente an ders is. Je moet de achtergronden weten". Vader en zoon, die in leef tijd bijna dertig jaar schelen, heb ben toch vrywel dezelfde opvattin gen van het burgemeestersambt. Vader Keijzer: „De burgemeester moet zakenman zijn". Zoon Keijy zer: „Een gemeente is een bedrijf met een zetbaas, die ervoor moet zorgen dat alles gezellig verloopt". Al spoedig blijkt, dat de zoon be wondering voor zijn vader heeft: „Hij heeft als burgemeester de cri sistijd, de oorlogsjaren en de Wa tersnoodramp van '53 meegemaakt, terwijl hij zich nu moet aanpassen aan wat men hoogconjunctuur pleegt te noemen". Burgemeester Keijzer sr. maakte de groei mee van 5.693 (1946) tot bijna 15.000 inwoners, en het gaat steeds ver der Onder zijn bestuur kwamen er 3181 woningen gereed. Zyn zoon zegt nu: „Waar hij zo hard voor gewerkt heeft, gaat een opvolger van profiteren Het verhaal rondom de „geke tende drie" vertoont op sommige punten frappante overeenkomsten. Toen de heer Keijzer sr. werd be noemd was hij met zijn 27 jaar de jongste burgemeester van Neder land. Zijn zoon was bij zijn benoe ming de jongst-e burgervader van Zuid-Holland. Kort na de benoe- iroig van zijn schoonvader, de heer Nieborg, in Nieuw-Lekkerland kreeg deze te horen, dat Keizer Haile Selassie van Ethiopië de ge meente met een bezoek kwam ver eren. Een paar weken na de in stallatie van Keijzer jr. kwam de vertrouwelijke mededeling, dat de Koningin voor een werkbezoek naar zijn gemeenten zou komen. Burge meester Keijzer jr. kent Nieuw- Lekkerland ook nog op andere wij ze dan alleen als woonplaats van zijn echtgenote. „Toen hij zeven tien jaar was, werkte hij als volon tair op de gemeentesecretarie van Nieuw-Lekkerland, nog onkundig van het feit, dat zijn latere schoon vader en zijn echtgenote daar twee jaar later zouden komen wonen. Wanneer 1 maart Keijzer jr. één jaar burgemeester is zal zijn schoonvader het precies zestien jaar zijn. Burgemeester Keijzer jr. nodigde ons uit in zijn gemeentehuis in Benthuizen. Een gloed nieuw gebouw, waarvoor een micro carillon staat, dat elk half uur fris se klanken over het dorp laat bui telen. Het lieflijk getingel is een blijven de herinnering aan het bezoek van de Koningin. Benthuizen is een vriendelijk dorpje met twee kerken langs een dijk. De huisjes zijn dorps, compleet met verkleurde re clameplaten aan de gevel, met een groen houten gebouwtje, waarin het postkantoor is gevestigd, en waar tegen de rode postbus fel contras teert. In het centrum van het dorpje ligt het gemeentehuis. Bur gemeester Keijzer verdeelt zijn tijd tussen zijn twee gemeenten, 's Mid dags is hij gewoonlijk in Moerka- pelle. Zijn schoonvader: „Hij zit daar geweldig, het neusje van de zalm. Tussen Den Haag, Gouda en Rotterdam en direct al twee ge meenten". Het gebied waar Keij zer jr. zit is het groene hart van Holland. In het eerste jaar dat hij er nu als burgemeester leiding geeft aan het gemeentelijk appa raat, heeft hij reeds getoond een variant op zijn vaders bijnaam „Keizer van Papendrecht" waardig te zijn. Na zijn inwerkperiode is hij tot de ontdekking gekomen dat Moer- kapelle met zijn vijftig verschille de verenigingen zakelijker is inge steld dan Benthuizen, dat volgens de heer Keijzer afwachtender is. Hij praat net als zijn vader niet in ambtelijke termen. „Het is in Moerkapelle allemaal leuk van de grond gekomen", zegt hij, wanneer hij vertelt van de uitbreidingsplan nen (81 woningen en een post kantoor) en enkele veranderingen van huishoudelijke aard. Burge meester Keijzer jr., is een rustige man zonder kouwe drukte. Wanneer hij een half uur te laat op het ge meentehuis arriveert dan wij had den afgesproken, put hij zich niet uit in het maken van verontschul digingen. „Ik werd opgehouden, sorry", zegt hij en informeert of er al koffie is gebracht. Zijn vader heeft het ons gezegd. „Er zijn verschillen in het karak ter van mij en diat van mijn zoon. Hij blijft onder alle omstandighe den rustig". De organisatorische kwaliteiten van vader bezit de zoon stellig. Toen enige dagen na zijn intrede in de tweelinggemeente Benthui- zen-Moerkapelle het nieuws be kend werd rondom de verloving van prinses Margriet met de heer Pieter van Vollenhoven togen re portagewagens van de Nederlandse Radio Unie en de Nederlandse Te levisie Stichting naar de twee ge meenten Benthuizen-Moerkapelle, omdat de kersverse burgemees ter op zijn manier luister bU zette aan 't feest, door alle school kinderen van de twee gemeenten in1 Benthuizen te laten samenkomen voor een massale zanghulde. 's Avonds verstevigde hij het con tact met pers, radio en televisie door in het gemeentehuis een glas gevuld met oranjebitter te heffen op het nieuwe paar. HU lacht breeduit wanneer hij er nu aan terugdenkt. HU zegt over dit soort dingen: „Dat moet je spontaan or ganiseren. Wanneer je in april gaat zeggen: „Zorg ln september voor een feest", dan gaat men pas in augustus organiseren en dan loopt het nog fout. Je kunt beter Ineens een geintje organiseren, dan gaat het lekker. „Dat is allemaal een beetje over dreven", zegt de toenmalige „zon- 111"' daar" tegen de Haagse bureau- §j cratie, maar hU lacht fUntjes. Het p is bekend in welke richting de men- H taliteit van vader Keijzer zweemt. M Hy' is een werker van 's morgens g vroeg tot 's avonds laat. De buren g van de burgemeester kunnen daar- p van meepraten. Ver na het ver- strUken van het middernachtelijk uur valt elke dag de klap van het sluiten van de garagedeur, die bU de ambtswoning van de burge meester hoort. De burgemeester komt thuis, wanneer zyn gemeente is ingedommeld. De zoon van KeUzer sr. heeft de werklust en het talent geërfd. Voor dat hU burgemeester werd was hU een belangrUke figuur in de ge meente Berkel en RodenrUs (bU Rotterdam) waar hU een belang rUke post bekleedde in het ge- meentelyk leven. HU was onder meer één van de organisatoren van de tentoonstelling Beromito (tuin bouw en middenstand) en voorts bestuurslid van talrUke verenigin gen. Ook was hU in zUn vroegere gemeente de initiatiefnemer voor de oprichting van een afdeling Veilig Verkeer en hy leverde te vens een belangryk aandeel in de organisatie van de festiviteiten tU- dens het duizendjarig bestaan van de gemeente Berkel en Rodenrijs. HU vertelt hoe het komt, dat hU van zoveel verenigingen en orga nisaties lid is geweest. Het gaat bU my om het doel van een vereniging en niet om de po litieke kleur, dat vind ik niet rele vant, waarom?" Zoals rijn schoon vader, de heer Nieborg, treffend het burgemeestersambt defineert: „De burgemeester is er voor zUn ge meente en haar inwoners, en niet andersom", zo brengt zUn schoon- zoon het in Benthuizen en Moer- kapelle in praktUk. Een onderdeel j van een uitbreidingsplan bracht het woonklimaat van een kleuter- i school en de woning van een pre- j dikant in gevaar. Het resultaat was, j dat de ambtswoning in Benthui zen (een kapitaal herenhuis) van de burgemeester werd verkocht om de predikant te huisvesten. De heer j KeUzer ging voorlopig wel in zUn oude woonplaats Berkel en Roden— j rijs wonen tot er een andere ambts- j§ woning zou zUn gebouwd. 1 De Keijzers zijn geboren burge- J meesters en geen moeilUkhe- den - uit - de - weg - gaanders. Het verhaal van de geketende drie" zou niet compleet zUn zonder ver melding van de belevenis van de vrouw van burgemeester KeUzer jr. waarover haar vader, de heer Nie borg zegt: „Met de Watersnoodramp ln 1953 was ik burgemeester van Duiven- dUk in Zeeland. In de beruchte februarinacht logeerde nrijn doch ter bU kennissen ln de buurt. Toen de dUken doorbraken zat tzdj mid den ln het rampgebied. Ze is tien dagen vermist geweest". Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders op deze pagina. In Zuid-Holland wonen drie burgemeesters, die het edel achtbare ambt in de familie houden. Het zijn P. J. Keijzer (61), burgemeester van Pa pendrecht, diens zoon I. J. P. Keijzer (32), burgemeester van Benthuizen en Moerkapelle, en H. R. Nieborg (60). schoon vader van I. J. P. Keijzer en burgemeester van Nieuw-Lek kerland. De „geketende drie", zoals ze wel eens worden ge noemd, zijn er niet gemakkelijk toe te bewegen over elkaar te praten. P. J. Keijzer over zijn zoon: „Het is een beetje moei lijk over je eigen zoon te pra ten, vraag het hem maar zelf". Zijn schoonvader de heer Nie borg: „Ik zie hem alleen als mijn schoonzoon, de man van mijn dochter". Maar de man, die vanuit een voormalig be jaardenhuis, waar het gemeen tehuis van Nieuw-Lekkerland is gevestigd, de scepter zwaait zegt er toch verwachtingsvol achter: ,,Ik heb altijd een bur gemeester in hem gezien en het zal een hele goeie worden ook." Van „geintjes" en organiseren weten èn vader Keyzer èn zoon de fUne kneepjes. Van de Keyzer van Papendrecht gaat het verhaal dat hU de Commissa ris van de Koningin in de provincie Zuid-Holland, mr. J. Klaasesz, uit nodigde een kleuterschool te komen openen. Na het wegsterven van het tromgeroffel rondom de officiële opening fluisterde burgemeester KeUzer de commissaris in het oor nu ook maar voor de rijksgoedkeu ring te zorgen, want die moest nog worden verleend. Kom er ACHT-er 1. strohalmpje in jongen zUn mond 2. vlag op molen 3. letter veranderd op sardineblikje 4. dak van huisje in de verte 5. etiket op blikje naast Jongetje 6. voet van jongetje 7. dobber van vishengel man 8. haakje van hengel man Het is ruim een jaar geleden, dal de heer I. J. P. Keijzer burge, meester werd van Benthuizen en Moerkapelle. De heer Keijzer maakte met zijn benoeming een familie-trio burgemeesters com pleet; zijn vader en schoonvader hekleden namelijk eveneens het ambt van eerste burger, respectie- velijk in Papendrecht en Nieuw- Lekkerland. Een van onze verslag, gevers bracht de „geketende drie" een bezoek. Van links vaar rechts: Burgemeester F. 1, Keijrer van Papendrecht, burgemeester H. S. Nieborg van Nieuw-Lekkerland en burgemeester I. J. P. Keijzeivan Benthuizen en Moerkapelle. danken heeft aan zyn varen achtige voelhorens. En wat te denken van de levend- barende moerasslak? Nou ja, dat lijkt maar zo. Deze slak- kenvariëteit houdit de eitjes namely k bij zich, tot ze uit komen. Andere namen: de veel op een zeeslang gelij kende litihoglyphus naticoi- des (geen Nederlandse bena ming), het brakwaterhoren tje en de grote diepslak. „Aan dat laatste kunt u meteen zien, dat de Neder landse benamingen vaak on zin zyn, zegt ir. De Ruijter, „want de grote diiepslak is allesbehalve groot en leèft ook niet in diep water". Als men meent, dat er in het IJsselmeer net zo spec taculair gevormde schelpen zijn te vinden als aan zee, heeft men *t mis. Voor op pervlakkige enthousiasten is er dan ook aan het strand van het toekomstige Gooi meer niet veel eer te behalen. Verrassingen Maar voor mensen als ir. De Riujter, die van hun hob by een serieuze studie ma ken, is het IJsselmeer een nooit leegrakende bron van verrassingen. Waar vindt men naast elkaar eenklep- pigen uit het zoete water en tweekleppigen mt de brakke periode van de vroegere Zuidzee? Alikruiken, zwa- nenmossels, schildersmossels (vroeger gebruikten kunst schilders deze schelpen in- derdaad als verfbewaarplaat- f sen), driehoeksmosseltjes en de doodgewone posthoorn slak,, die men in elke sloot kan tegenkomen. Men vindt er ook door de rivier meegespoelde bolle stoommossels en zeer zeldza- me lintegewonden scheipen (de spiraal van het horentje i gaat met de wijzers van de klok mee-, want de meeste schelpen (u en mij zal het wel nooit eerder zUn opge vallen) zUn rechtsgewonden. Gedegenereerd Het meest boeiend van alle soorten, die zioh noodge- dwongen aan de veranderde levenvormen hebben aange past: gedegeneerde dwerg achtige neven van de kloeke zeereuzen. Treffendste voor beeld: de st-randgaper, groot sterk en krachtig aange spoeld te vinden aan het Noordzeestrand, in het IJs selmeer klein en dun. Maar het Is ontegenzeglUk dezelfde schelp. onder de stereo-microfoon

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 14