Oplossingen
Zware druk
Slem bieden
Bres in de Chinese muur
m
A
'm
m
m
i ÉÊl
UI
L 'mm mw
1 1 1 n
Ik r
Uw kennissen
noemen u evenwichtig.
Problemen zietu meestal
rustig onder ogen.
U steekt er graag een
pijp bij op.
Zijn we er dus
vèr naast als we denken
dat u Coopvaett
rookt
SCHAKEN
m
'M
Wé
i
BRIDGE
m
DAMMEN
Verruiming van de
geestelijke vrijheid
MTERDAO 12 MAART 1966
LEIDSCH DAGBLAD
Opgave I: ;Wit: Kal. Td4. Lel
nrt: Kh8, Tf6. Wit aan zet. wint.
fcaichetti).
\Lb2, Tf8; 2. Td7t. Kg8; 3. Tg7t,
b8; 4. Ka2, Ta8t; 5. Ta7t en wint
I toren.
1 „«ave II: Wit: Kal. Le3. Pb2,
Zwart: Kh8, De5, Le6. pion a2.
'houdt remise. (Jespersen).
Pf7t, Lxf7; 2. Ld4, Dxd4 en de
Iconing staat pat.
III: Wit: Ka8, Pa7; Zwart:
pion h4 (Guy). Wit aan zee.
dt remise.
Pc6, h3; 2. Pe5. Kg2; 3. Pg4 en
r.Jdse is verzekerd. Bijv. 3.
™4. Pe3, Kf3; 5. Pfl, Kf2; 6. Ph:
7. Pe4, Kg3 enz.
pgave iv: Wit: Kh7. Pa8, pion
Zwart: Ke5, pion h4 Wit aan
wint. (Guy).
Pc7, Kf4; 2. Pe6t, Kf5; 3. Pd4t,
4. Pe2t. Kf3; 5. Pgl, Kg2; 6.
Kxgl; 7. Kh5, Kg2; 8. Kxh4 en
•ng
bitjpgave V: Wit: Khl. Dd3, Te2,
1(j# nnen c7 en g2. Zwart: Kc8. Da7,
pionnen d7, el, h2. Wit aan zet,
It remise (H.W.S.?).
Dxd7f, Kxd7; 2. Txe7t, Kxe7; 3.
en 4. Pxa7.
gave VI: Wit: Kd2, Dc6, pion
e3, f2, g3. Zwart: Kbl, pionnen
c2. Wit wint. (Barret)
Dxc2t, Kal; 2. Dc3, Kbl: 3.
Kal: 4. Dd4, Kbl; 5. De4f,
6. De5 enz. tot 12. Dh8, Kbl;
mat.
tve Vn: Wit: Kf2, Da3. Tal,
Lel, Pf3, Pe4, pionnen a2, b2,
g2, h2. Zwart: Kg8, Dd6, TaB,
Lb6, Lc8, Pb8; pionnen a7, b7,
g7, h7. Wit geeft mat in vier
gut:
ve VIII: Wit: Kc2, pionnen
h2. Zwart: Kal, pionnen a2,
Wit aan zet, wint. (Jelinek).
Cel, f4; 2. Kc2, f3; 3. g4!, h6;
h5; 5. h4, hxg4; 6. h5 enz.
gave IX: Wit: Kei. Ddl. Tal
Bldltfi; Le5 en fl, Pgl; pionnen a2,
d4, f2, g2, h2. Zwart: Ke8, Dd8.
1 h8; Lc8 en f8; Pb8; pionnen
el, tl, g7 en g3. Zwart
lichtset. wint een stuk.
j, Txh2; 2. Txh2; Daöt; 3. c3,
jjt; 4. dxe5, gxh2 en haalt op hl
een nieuwe dame.
rave X: Wit: Khl, De6, La6,
.0) pionnen a2, d5, g2, h2. Zwart:
Td8, Te8, Lbl, pionnen a7, b7,
7. Wit geeft mat in vtff zetten.
'd7t, Kc8; 2. Lxb7t, Kxb7; 3.
Ka8; 4. Dc6t, Kb8; 5. Pa6t—
t. Dc7 mat.
stand na deze 10 opgaven is:
Kwee Swan Liat 91 pnt. (prys-
lar); 2. J. Barendse 82 pnt; 3.
iakemulder 80 pnt; 4. D. Hoek
5. J. Bonsel 54 pnt; 6. en 7.
Lvan Harten en C. Witteman 50
H. Slegtenhorst 45 pnt; 9. dr.
Duiver 41 pnt; 10 t.m. 13. J.
y, J. v. Leeuwen, dr. P. Sattler,
d. Velde 32 pnt; 14. C. Lincewitz
it; 15. P. Spierenburg 17 pnt; 16.
der Mey 14 pnt; 17. J. Ver-
5 pnt.
IEF
LEIDS
G UP*
Al VOOR f4990:
iDTUIN EEN
(«GEN 1200 A
feu zeker van een Volkswagen tót-
degelijke noeste VW-lucht-
ïfe'de motor achterin. De motor din
|n de steek laat Bij welk weer
beschermende, vier-
e laklaag.
Tde eterke, gladde, dichte bodem-
S'11Tf' topsnelheid, die tegellik
"ilneid Is (voor hoge gemiddel
de altijd voor u klaar staande
jrvice (goedkoop in onderhoud,
J«e en onderdelen!).
hoge Inruilwaarde.
'8 voor vijf.
maar ma®k even een afspraak
iw VW-dealer voor een (vrij
de) proefrit In deze V.W. vn.
Sl** Dan merkt u zélf dat de
wagen 1200 A een V.W. la met
•met
,r»n-mèt!
NGIÜ-q
KA^
•oo'J
EEN TWEETAL PROBLEMEN
A
abc d e t g h
3
l
n
>4'
!HÜ
f?
.31
iül
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossing A (A. W. Galitzky) 1.
Kf4e5!
a b cd e fgh
In het jaarlijkse treffen tussen
het Noordhollandse- en Zuidhol
landse damtiental duelleerden
aan het eerste bord twee jonge
spelers. Voor Noordholland was
dit de befaamde Tonij Sijbrands
uit Amsterdam met wit en
voor onze provincie de steeds
meer op de voorgrond tredende
Cees Varkevisser uit Katwijk aan
Zee
n
Pi
Hl
3!
3
iii
n
n
;:jp
P
Ijl
S
'fm
'•3
Wit geeft mat in vijf zetten.
Oplossing B (A. W. Galitzky): 1.
Tg6a6, e7e5; 2. Ta6—b6, e5—e4;
3. d3 x e4, Kd5c4; 4. Ke3—d2, Kc4
d4; 5. Tb6b4 mat.
1e7e6; 2. Ke3—d2, eft—e5;
3. Kd2c3, e5e4; 4. d3—d4. e4—e3;
5. Pd7—f6 mat.
Stemmachines in
zes gemeenten
Zes gemeenten gaan, voor zover
thans bekend, by de Provinciale Sta-
ten-verkiezingen op 23 maart stem
machines gebruiken. De gemeente
Maasdriel (Kerkdriel) gaat zelfs vol
ledig machinaal stemmen en zal de
eerste Nederlandse gemeente zyn,
waar by de verkiezingen geen stem
biljetten meer worden gebruikt.
Voorts zullen enkele stembureaus in
de gemeenten Assen, Delft, Tletnerk-
s ter ad eel, Vlisslngen en Wassenaar
van stemmachines worden voorzien.
Dit alles ondanks de by zonder korte
voorbereidingstyd, omdat na de
goedkeuring door de minister van
Binnenlandse Zaken van de stern-
machine voor gebruik in Nederland,
de gehele procedure van raadsbe
sluiten en de goedkeuringen door Ge
deputeerde Staten nog moest volgen,
en de eerste stemmachines pas mid
den februari uit die V.S. in Nederland
arriveerden.
Brfdgevraag van deze week:
Noord gever, allen kwetsbaar,
parenwedstryd. Noord 1 SA (16/
18 punten) oost twee klaver
(conventioneel, vragend om bes
te kleur by west) wat moet
zuid doen met:
V 8 4 2, 9 V 9 5 3 2,
O B 8 6 3, A -
Antwoord elders op deze pagina.
Slem bieden met slechts zeven
troeven in een kleur samen, is
niet alleen een moeilijke, doch
ook een vrij riskante aangelegen
heid. Niettemin kan zo'n bod best
eens héél goed zijn, zoals het bij
voorbeeld het geval was in de
voorlaatste ronde der meester
klasse-parencompetitie.
H
p H V 7 4
O 10 9 8 7 3
V 6 2
754 N V B10 2
CP 82 w B109 5 3
O V B 6 4 <>52
9853 z 10 4
A 9 8 6 3
A 6
A H
A H B 7
Noord gever, niemand kwetsbaar.
Wanneer zuid in de derde hand
conventioneel opent met twee klaver
(grote forcing), zyn er redelyker-
wyze in de NZ-lijn drie behoorlijke
contracten mogeiyk: drie Sansatout,
zes Sansatout of zes klaveren.
Drie SA is min of meer een onder-
biedüng, maar daar de NZ-spellen de
voorkeur aan de veilige drie-Sans
haven gaven.
Zes klaver ls moeiiyk te bieden,
doch het is een voortreffeiyk eind-
contract. Alles wat zuid moet doen
om zes klaver te maken, is het af
troeven van één schoppentje by
noord waarna er twaalf slagen
zyn.
Minder eenvoudig is het eindcon-1
tract van zes Sansatout. Komt west
byv. met klaver negen uit, dan is
een redelijke speelwijze twee hoge
ruitens te incasseren (valt er een
honneur, dan is het contract al ge-
wannen). Valt er niets in ruiten,
dan met schoppen naar de heer
gana en nog eens ruiten spelen, in
de hoop dat de kleur 3:3 valt. Dit
is echter niet het geval en het re
sultaat wordt dan ook één down.
1 Een betere, maar veel moeilyker
speelwyze is, kans te nemen op een
aantal dwangposities. Zuid neemt
de klaveruitkomst in eigen hand,
gaat met schoppen naar de heer van
de tafel en zuid keert in eigen hand
terug met een hoge ruiten. Hierna
moet zuid een kleine schoppen spe
len (noord ruiten weg), oost wint en
speelt by voorbeeld harten, die zuid
wint.
Wanneer zuid nu schoppenaas in
casseert en daarna alle hoge vrije
kaarten in ruiten en klaver, kunnen
zich vele dwangpositiemogeiykheden
voordoen. Zitten de schoppen en
hartens in één hand (zoals in de
praktijk) dan ontstaat een dwang.
Mogeiyk is ook een harben-ruiten
dwangpositie (als west vier hartens
en vier ruitens zou hébben), of een
schoppen- ruitendwangstelling.
De combinatie van al deze kansen
ïykt wat aantrekkelijker dan het
spelen op een gunstige constellatie
in ruiten. Bovendien zal een expert
de dwangpositie prefereren, omdat
hy daardoor controle over het spel
houdt en niet zozeer op een min of
meer gelukkige gebeurtenis is aan
gewezen.
Wat bepaald géén fraai contract
genoemd mag worden, ls zes schop
pen. U zult zich misschien afvragen,
waarom ik dat vertel wel ,ik hui
ver nog bij de herinnering, één der
meesterklasseparen slaagde erin zich
in d&t elndcontract te werken! De
oostspeler voelde zich daarbij bijzon
der tevreden en kreeg voor zijn
„prestatie" uiteraard een topscore.
U ziet wel, het is ook niet èlles goud
dat er blinkt in onze hoogste brid-
ge-kringen!
H. W. FILARSKI
Antwoord op bridgevraag:
Uit het bieden van noord en
oost biykt wel, dat de west spe
ler een waardeloos spel moet
hebben. Zuid kan twee harten
bieden, maar haalt daarmede
OW meteen uit de zorgen. Beter
is het te passen en af te wach
ten hoe OW verongelukken. De
kwade kans is, dat west op twee
klaver past maar het is zeer
de vraag of hy dat zal doen,
daar oosts twee klaverbod con
ventioneel is. Met een bod van
twee harten, dat toch niet naar
een manche leidt, zal zuid niet
meer dan een matige score boe
ken. Door te passen maakt hy
prachtige kans op een veel gun
stiger score. Toen zuid in de
praktyk paste, bood west twee
schoppen die ongedoubleerd
drie down gingen (300 voor NZ),
wat NZ by na een topscore gaf.
In de opening UJkt het er op dat
het een partij in het Roozenburg-
spelsysteem zal worden. Wit bUJkt
hier toch niet op uit te zyn en
zoekt het in een sterke centrum-
opstelling met een voorpost op veld
24. De manoeuvre van zwart om die
opstelling onder de gegeven omstan-
digheden af te breken laat hem met
een moeiiyke flankspelstand zitten.
Lange tyd staat hy dan ook onder
zware druk.
Toch menen wij ook hier weer
geconfronteerd te worden met het
merkwaardige feit in ons spel dat
men na het grootste deel van de
party sterk voordeel te hebben ge
had de winstpositie maar uitbUJft,
en de stand veelal min of meer aan
het verwateren is. Zo ook hier ls
dit onze indruk, totdat zwart op een
bepaald moment niet de sterkste
voortzetting kiest.
U zult my tegenwerpen dat in
dien de party met voordeel steeds
de scherpste voortzettingen had ge
speeld hy dit voordeel niet zou zyn
kwytgeraakt. Vaak ls dat natuuriyk
zo maar, vaak ook niet. En wat dat
is weten we niet. Althans in deze
party ls dat moeiiyk aan te tonen.
1. 33-29, 19-23; 2. 35-30, 14-19; 3.
40-35, 10-14; 4. 38-33, 20-25; 5. 44-
40. 17-22; 6. 42-38, 11-17; 7. 50-44,
14-20; 8. 30-24, 19x30; 9. 35x24, 13-
19; 10. 24x13, 8x19; 11. 32-28, 23x
32; 12. 37x28, 20-24; 13. 29x20, 25x
14; 14. 41-37, 16-21; 15. 37-32, 21-
26; 16. 47-42, 26x37; 17. 42x31, wit
houdt de zwarte optelling 18, 22,
enz. goed in zyn greep. 5-10; 18. 46-
41, 7-11; op 19-23, 28x19, 14x23 kan
wit heel goed met 32-28 vervolgen.
19. 42-37, 2-8; 20. 48-42, 9-13; 21.
32-27, 1-7; 22. 37-32, 3-9; 23. 40-35,
11-16; 24. 44-40, 19-23; de enige
manier voor zwart om te trachten
zich uit de kettingstelling te bevry-
den. 25. 28x19, 14x23 26. 34-29, 23x
34; 27. 40x29, 13-19; om zich doo
18-23 van de halve hekstelling te
ontdoen. 28. 29-24, 19x30 29. 35x24,
dat kan wit natuuriyk niet toestaan.
17-21; dan 20 maar denkt zwart.
Wit zal het toch niet goedvinden
dat zwart hier op veld 26 komt?
Maar wat zit er voor wit anders op
Als hy de ruil met 31-26 neemt dan
is toch nagenoeg zyn gehele voor
deel zo goed als verdwenen? 30.
49-44, 21-26; 31. 42-37, zie diagram,
Varkevisser
pp
1P8P
18
§J
H vi m
Het aanvaarden van deze lange
vleugelopsluiting onder de huidige
omstandigheden Is verantwoord. De
geweldige speelkracht van de witte
korte vleugel staat daar borg voor.
Overigens is deze spelmethodiek hier
voor ons volkomen Russisch. Tsje-
golew hanteerde hem ook tegen de
Franse speler Michel Hisane onder
soortgeiyke omstandigheden. 31.
10-14; hier zouden we een vraagte
ken willen plaatsen. In plaats van
10-14 ïykt ons 9-14 veel sterker.
Zwart krygt dan de mogelijkheid
om zich na 8-13-19 te bevryden.
Wat kan wit daar tegenover stel
len? Op b.v. 45-40 volgt 14-20 en
wit kan niet laten slaan wegens 22-
28. Op direct 33-29 kan 18-23 maar
ook 8-13. Als u het met ons eens
bent dat 9-14 6terker ls dan de
tekstzet en zwart zich hiermee kan
bevryden en zich hierdoor aan het
grootste nadeel kan onttrekken dan
staan we voor de vraag: wat had
wit dan moeten doen om zyn on
miskenbare voordeel van de opening
te handhaven?
33-29, 6-11; 33. 38-33, 11-17; 34.
45-40, 18-23; 35. 29x18, 22x13; 35.
27-22, 17x28; 37. 32x23, 13-18; 38.
"1-29, 8-13; 39. 43-38, 16-21; 40. 40-
34. 21-27 41. 31x22, 7-11; zwart
overzag de nu volgende combinatie.
44. 37-31, 26x37; 45. 38-32, 37x30;
46. 34x3, en wit won dit eindspel
na nog enkele zetten. Hoewel wit
heel goede kansen heeft moet men
na b.v. 43. 9-14; eerst nog maar
winnen.
F. Gordyn
„Er moet meer
gebouwd worden"
Enkele duizenden studenten en an
dere belangstellenden hebben vanaf
gisteravond tot diep in de nacht In
het concertgebouw in Amsterdam in
tensief geluisterd naar en/of deelge
nomen aan een taech-in over de wo
ningnood. Op deze enerverende ma
rathondiscussie gaven by uitstek des
kundigen, politici en vele bezoekers
de meest uiteenlopende opvattingen
over de oorzaken en oplossingen van
het probleem, waarmee in de hoofd
stad alleen al 40.000 gezinnen ts
kampen hebben. De meningen over
het ontstaan van de woningnood va
rieerden van: „een verkeerd over
heidsbeleid in het verleden", tot „een
gebrek aan solidariteit van het Ne
derlandse volk om offers aan de
overheid te brengen" en van „een ge
brek aan particulier initiatief in de
bouw" tot „juist de aanwezigheid van
het particulier Initiatief".
Ten aanzien van de oplossing kwa
men alle zienswijzen ln leder geval op
één punt overeen: „Er moet meer ge
bouwd worden".
De Kogel door de Kerk. 14 interviews met gewezen gereformeerden.
Bakker/Daamen. Den Haag.
Dat er in ons van kerkelijkheid doordrenkte land toch enige
geestelijke lucht komt, vindt men bewezen in dit boekje met inter-
views. Vier studenten van de Vrije (gereformeerde) Universiteit
en één van de Amsterdamse die echter wel van gereform. huize
is, hebben openlijk en met het plan tot publikatie aan 14 gerefor
meerden gevraagd waarom zij tot een andere sekte zijn overgegaan
resp. katholiek of niets geworden zijn. Het resultaat van deze
vraaggesprekken is, gesandwiched tussen een inleiding van de her
vormde predikant J. J. Büskes en een nawoord van de Kampense
theoloog prof. dr. G. Th. Rothuizen, uitgegeven in een grote op
laag (Ooievaarpocket).
Zotets zou een 25 jaar geleden
nog niet mogelyk zyn geweest. Toen
zou niemand er iets voor gevoeld
hebben met naam, toenaam en por-
tret(!) in de openbaarheid te tre
den vanwege zyn afvalligheid van
welk kerkgenootschap dan ook.
Zeker, het probleem van geloof in
de een of andere vorm werd wel be
handeld in romans. Maar romans
zaken die niemand eigen-
ïyn. au sérieux neemt enerzijds en
anderzyds kan men zich als auteur
verschuilen achter de confessies van
de romanfiguur. Dat er op het mo
ment mensen te vinden zyn cn
dit geldt zowel voor de samenstel
lers als voor de geïnterviewden
die vryuit en zonder angst voor wie
of wat ook, met hun kerkelyke pe
rikelen voor de dag komen, is in
derdaad een bewys van verruiming
van de geestelijke vryheid en ook
van de vermindering van de kerke
lijke pressie. De zuchten van ver
lichting zullen dan ook by bepaalde
groepen wel niet van de lucht zyn,
zomin als de „knersinge der tanden'
bil andere.
Verheugend is ook dat de samen
stellers zulke héél jonge mensen
zijn. Dit zal jonge mensen wellicht
vreemd in de oren klinken maar
wederom: een 25 Jaar geleden zou
den zulke jonge mensen geen voet
aan de grond gekregen hebben als
zy met een dergeiyk plan voor de
dag gekomen waren en anderzyds,
er zouden er nauweiyks te vinden
zyn geweest die, al hadden zy het
bedacht, het zouden hebben durven
wagen. Er moet dus tegenwoordig
een forse hoeveelheid vertrouwen,
zelfvertrouwen en helderheid onder
de jonge mensen rondgaan, hetwelk
een machtig goed ding.
Ik kan mij voorstellen, dat heel
wat Nederlanders deze interviews vol
belangstelling zullen lezen. Ten eer
ste omdat de meesten van ons nog
wel een ketentje van Calvinisme
achter zich aanslepen en ten tweede
omdat het geloof, thans zo duidelijk
op de helling, een geliefd onderwerp
van gesprek is. Menigeen kan hier
dus zyn hart ophalen met twee ge
sprekspartners. Bovendien met goe
de gesprekspartners. Geen spoor
van de emotionele vaagheid, die de
voorkeurstoon uitmaakt bij leken die
zich opwinden over theologische on
derwerpen. De vragers stellen dui-
delyke en ter zake doende vragen en
de gevraagden geven duidelyk en zo
eerlyk mogelyk antwoord. Men kan
genist zeggen dat het geheel een
niveau van wetenschappeiykheid
beeft, zeker wat de toon aangaat.
De ondervraagden kan men wel
tot de intellectuelen rekenen.
Er zyn dominees, hoogleraren,
schryvers, een econoom, een burge
meester, publicisten, een mode-ont
werper en wonderlyk genoeg maar
v/eer een vrouw. Samen met de eni
ge vrouweiyke interviewer is dat
welgeteld twee op de drieëntwintig
lieden die aan de samenstelling te
pas gekomen zyn. Dat men zyn
medewerkers onder deze groep ge
zocht heeft is begrijpeiyk, hoewel
bet interessant geweest zou zyn ook
een of twee vertegenwoordigers van
geheel andere groepen aan het
woord te laten b.v. boeren of belas
tingambtenaren. Maar misschien
vallen die laatsten nooit af.
Wat de problematiek betreft, dus
de reden waarom men zich heeft
afgewend van die bepaalde kerk der
vaderen, die is by allen ongeveer
hetzelfde. De bezwaren gaan uit
tegen de morele dwang, de tyrannie
kan men wel zeggen, ae dreiging en
tegen de politieke occupatie, de rol
in het staatsbestel van de kerk.
Men formuleert voornamelijk het
afwijzen van de kerk als genoot
schap.
Het christelijk geloof zelf wordt
zelden afgewezen en zo ja, dan op
vage en weinig duidelijk geformu
leerde gronden. Het merendeel van
de ondervraagden zegt gelovig chris
ten te zyn en er is geen reden om
hen niet te geloven. Hoewel wan
neer deze moderne mensen die reeds
de stap als hierboven beschreven,
gedaan hebben eens tot de laatste
consequentie met zichzelf te rade
zouden gaan, dat weet ik het nog
zo net niet. Want een verklaring
waarom zij niet tot het einde toe
gaan geven zij niet en hun redenen
geloof zyn ncsteeds samenge
vat in het woord „genade".
Zo zegt b.v. Van Randwyk van
de kerk „Ik ben erin geboren". Een
zinnig mens neemt onmiddellyk aan
dat hy dat niet letteriyk bedoelt,
maar vraagt aan de andere kant
wat hy dan wèl bedoelt. Wil hy
zeggen dat hy het christen zyn met
zyn geboorte heeft meegekregen en
dat hy dat, ondanks zyn moedig
overleg, gebleven is? Het Is moge
lyk. Wat hy niet bedoelt, maakt hy
duldeiyk. Dat is niet het christen
dom als „vormschool" om met Ter
Braak te spreken. Het verwondert
my tussen twee haakjes dat ender
vragers noch ondervraagden in dit
verband Ter Braaks naam noemen.
Want het is toch zo dat hy „ge-
schoolder" op de geloofskwestie is
ingegaan dan menigeen.
Hier en daar treft zowel by ge
leerden als by leken het praten
over iets waar ze niet voldoende van
weten. Zo zegt de schryver Jacques
Hamelink over de creativiteit op
blz. 203: „Het is uitgesloten dat
Rimbaud, Hölderlin, Blake, Mi-
chaux, Hedeyat, Borges en Beckett
ooit geschreven zouden hebben zoals
ze hebben gedaan, wanneer ze niet
ongelovig in de gewone zin van het
woord geweest waren." Dit kan men
zo niet zeggen. Althans Hölderlin
en Blake waren nl t ongelovig, niet
gewoon en niet ongewoon. En nie
mand kan weten of en in hoeverre
zij onder kerkelyke Invloeden al of
niet geschreven zouden hebben. Het
is echter begrijpelijk dat men zich
in een vraaggesprek wat elliptisch
uitdrukt. Wat echter wel erg ls, vind
ik, is dat de hooggeleerde Rothuizen
deze opmerking van Hamelink ci
teert maar dan met weglating van
de woorden „in de gewone zin van
het woord", hetwelk my wantrou
wig stemt tegenover de hooggeleer
de. Ik zou de beide heren willen
adviseren om b.v. eens het artikel
.Christendom van Hölderlin" te le
zen dat Jan Engelman ongeveer een
jaar geleden gepubliceerd heeft en
de brieven van Blake. Rothuizen ci
teert overigens ook A. Roland Holst
verkeerd op blz. 216. Deze heeft ge
zegd van Vestdyk „die sneller
schrijft dan God kan lezen".
gestoelte zei „dat mensen die Bd
waren van de christen-democra
tische unie eigeniyk geen lid kon
den zyn van de O.K." Na deze
woorden stond een gezin van CDU-
leden op en verliet het gebouw. Da
Ruiter nu commentarieert: „Het
was of melaatsen buiten de muren
van de stad werden geworpen". Hoe
kenmerkend voor de angstige club
geest in een dergeiyke gemeenschap
indien dit inderdaad zyn reactie
was.
Persooniyk zou ik die mensen be
schouwd hebben als moedig en ver
standig daar zy zich niet wensten
op te houden in een omgeving waar
zoiets gebeuren kon. Ik meen ech
ter dat De Ruiter het ook m> be
doeld heeft, want hJj «egt varder:
„Ik ervoer het als een soort U/beid
dat ik bleef zitten". Ik neem aan
dat dat van die melaatsen een ver
keerd gekozen vergelijking waa.
Maar laat ik ophouden dit boekje
verder te citeren. M«n leze het wtAf,
want het is verhelderend voor na
genoeg Iedere Nederlander en ae
menseiyk.
CLARA EGGINK
Wonderlyk heeft my het verhaal
van L. J. de Ruiter getroffen. Hy
vertelt dat by een verkiezingstoe
spraak!tydens d« zondagochtend
dienst in 1937, de predikant op zyn
Voor mishandeling
200 gulden boete
De rechtbank in Amsterdam heeft
een 27-jarige kantoorbediende uit de
hoofdstad wegens mishandeling een
voorwaardeiyke gevangenisstraf van
drie maanden en een geldboete van
200 gulden opgelegd. Veertien dagen
geleden had de officier van Justitie
drie maanden gevangenisstraf, waar
van twee voorwaardelyk geëist. De
kantoorbediende had in september
vorig jaar zyn verloofde met ge
trouwde kennis op haar kamer aan
getroffen.
Hy had een mes gegrepen en haar
enkele malen gestoken.