Oplossingen Zware druk Slem bieden Bres in de Chinese muur m A 'm m m i ÉÊl UI L 'mm mw 1 1 1 n Ik r Uw kennissen noemen u evenwichtig. Problemen zietu meestal rustig onder ogen. U steekt er graag een pijp bij op. Zijn we er dus vèr naast als we denken dat u Coopvaett rookt SCHAKEN m 'M Wé i BRIDGE m DAMMEN Verruiming van de geestelijke vrijheid MTERDAO 12 MAART 1966 LEIDSCH DAGBLAD Opgave I: ;Wit: Kal. Td4. Lel nrt: Kh8, Tf6. Wit aan zet. wint. fcaichetti). \Lb2, Tf8; 2. Td7t. Kg8; 3. Tg7t, b8; 4. Ka2, Ta8t; 5. Ta7t en wint I toren. 1 „«ave II: Wit: Kal. Le3. Pb2, Zwart: Kh8, De5, Le6. pion a2. 'houdt remise. (Jespersen). Pf7t, Lxf7; 2. Ld4, Dxd4 en de Iconing staat pat. III: Wit: Ka8, Pa7; Zwart: pion h4 (Guy). Wit aan zee. dt remise. Pc6, h3; 2. Pe5. Kg2; 3. Pg4 en r.Jdse is verzekerd. Bijv. 3. ™4. Pe3, Kf3; 5. Pfl, Kf2; 6. Ph: 7. Pe4, Kg3 enz. pgave iv: Wit: Kh7. Pa8, pion Zwart: Ke5, pion h4 Wit aan wint. (Guy). Pc7, Kf4; 2. Pe6t, Kf5; 3. Pd4t, 4. Pe2t. Kf3; 5. Pgl, Kg2; 6. Kxgl; 7. Kh5, Kg2; 8. Kxh4 en •ng bitjpgave V: Wit: Khl. Dd3, Te2, 1(j# nnen c7 en g2. Zwart: Kc8. Da7, pionnen d7, el, h2. Wit aan zet, It remise (H.W.S.?). Dxd7f, Kxd7; 2. Txe7t, Kxe7; 3. en 4. Pxa7. gave VI: Wit: Kd2, Dc6, pion e3, f2, g3. Zwart: Kbl, pionnen c2. Wit wint. (Barret) Dxc2t, Kal; 2. Dc3, Kbl: 3. Kal: 4. Dd4, Kbl; 5. De4f, 6. De5 enz. tot 12. Dh8, Kbl; mat. tve Vn: Wit: Kf2, Da3. Tal, Lel, Pf3, Pe4, pionnen a2, b2, g2, h2. Zwart: Kg8, Dd6, TaB, Lb6, Lc8, Pb8; pionnen a7, b7, g7, h7. Wit geeft mat in vier gut: ve VIII: Wit: Kc2, pionnen h2. Zwart: Kal, pionnen a2, Wit aan zet, wint. (Jelinek). Cel, f4; 2. Kc2, f3; 3. g4!, h6; h5; 5. h4, hxg4; 6. h5 enz. gave IX: Wit: Kei. Ddl. Tal Bldltfi; Le5 en fl, Pgl; pionnen a2, d4, f2, g2, h2. Zwart: Ke8, Dd8. 1 h8; Lc8 en f8; Pb8; pionnen el, tl, g7 en g3. Zwart lichtset. wint een stuk. j, Txh2; 2. Txh2; Daöt; 3. c3, jjt; 4. dxe5, gxh2 en haalt op hl een nieuwe dame. rave X: Wit: Khl, De6, La6, .0) pionnen a2, d5, g2, h2. Zwart: Td8, Te8, Lbl, pionnen a7, b7, 7. Wit geeft mat in vtff zetten. 'd7t, Kc8; 2. Lxb7t, Kxb7; 3. Ka8; 4. Dc6t, Kb8; 5. Pa6t— t. Dc7 mat. stand na deze 10 opgaven is: Kwee Swan Liat 91 pnt. (prys- lar); 2. J. Barendse 82 pnt; 3. iakemulder 80 pnt; 4. D. Hoek 5. J. Bonsel 54 pnt; 6. en 7. Lvan Harten en C. Witteman 50 H. Slegtenhorst 45 pnt; 9. dr. Duiver 41 pnt; 10 t.m. 13. J. y, J. v. Leeuwen, dr. P. Sattler, d. Velde 32 pnt; 14. C. Lincewitz it; 15. P. Spierenburg 17 pnt; 16. der Mey 14 pnt; 17. J. Ver- 5 pnt. IEF LEIDS G UP* Al VOOR f4990: iDTUIN EEN («GEN 1200 A feu zeker van een Volkswagen tót- degelijke noeste VW-lucht- ïfe'de motor achterin. De motor din |n de steek laat Bij welk weer beschermende, vier- e laklaag. Tde eterke, gladde, dichte bodem- S'11Tf' topsnelheid, die tegellik "ilneid Is (voor hoge gemiddel de altijd voor u klaar staande jrvice (goedkoop in onderhoud, J«e en onderdelen!). hoge Inruilwaarde. '8 voor vijf. maar ma®k even een afspraak iw VW-dealer voor een (vrij de) proefrit In deze V.W. vn. Sl** Dan merkt u zélf dat de wagen 1200 A een V.W. la met •met ,r»n-mèt! NGIÜ-q KA^ •oo'J EEN TWEETAL PROBLEMEN A abc d e t g h 3 l n >4' !HÜ f? .31 iül Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing A (A. W. Galitzky) 1. Kf4e5! a b cd e fgh In het jaarlijkse treffen tussen het Noordhollandse- en Zuidhol landse damtiental duelleerden aan het eerste bord twee jonge spelers. Voor Noordholland was dit de befaamde Tonij Sijbrands uit Amsterdam met wit en voor onze provincie de steeds meer op de voorgrond tredende Cees Varkevisser uit Katwijk aan Zee n Pi Hl 3! 3 iii n n ;:jp P Ijl S 'fm '•3 Wit geeft mat in vijf zetten. Oplossing B (A. W. Galitzky): 1. Tg6a6, e7e5; 2. Ta6—b6, e5—e4; 3. d3 x e4, Kd5c4; 4. Ke3—d2, Kc4 d4; 5. Tb6b4 mat. 1e7e6; 2. Ke3—d2, eft—e5; 3. Kd2c3, e5e4; 4. d3—d4. e4—e3; 5. Pd7—f6 mat. Stemmachines in zes gemeenten Zes gemeenten gaan, voor zover thans bekend, by de Provinciale Sta- ten-verkiezingen op 23 maart stem machines gebruiken. De gemeente Maasdriel (Kerkdriel) gaat zelfs vol ledig machinaal stemmen en zal de eerste Nederlandse gemeente zyn, waar by de verkiezingen geen stem biljetten meer worden gebruikt. Voorts zullen enkele stembureaus in de gemeenten Assen, Delft, Tletnerk- s ter ad eel, Vlisslngen en Wassenaar van stemmachines worden voorzien. Dit alles ondanks de by zonder korte voorbereidingstyd, omdat na de goedkeuring door de minister van Binnenlandse Zaken van de stern- machine voor gebruik in Nederland, de gehele procedure van raadsbe sluiten en de goedkeuringen door Ge deputeerde Staten nog moest volgen, en de eerste stemmachines pas mid den februari uit die V.S. in Nederland arriveerden. Brfdgevraag van deze week: Noord gever, allen kwetsbaar, parenwedstryd. Noord 1 SA (16/ 18 punten) oost twee klaver (conventioneel, vragend om bes te kleur by west) wat moet zuid doen met: V 8 4 2, 9 V 9 5 3 2, O B 8 6 3, A - Antwoord elders op deze pagina. Slem bieden met slechts zeven troeven in een kleur samen, is niet alleen een moeilijke, doch ook een vrij riskante aangelegen heid. Niettemin kan zo'n bod best eens héél goed zijn, zoals het bij voorbeeld het geval was in de voorlaatste ronde der meester klasse-parencompetitie. H p H V 7 4 O 10 9 8 7 3 V 6 2 754 N V B10 2 CP 82 w B109 5 3 O V B 6 4 <>52 9853 z 10 4 A 9 8 6 3 A 6 A H A H B 7 Noord gever, niemand kwetsbaar. Wanneer zuid in de derde hand conventioneel opent met twee klaver (grote forcing), zyn er redelyker- wyze in de NZ-lijn drie behoorlijke contracten mogeiyk: drie Sansatout, zes Sansatout of zes klaveren. Drie SA is min of meer een onder- biedüng, maar daar de NZ-spellen de voorkeur aan de veilige drie-Sans haven gaven. Zes klaver ls moeiiyk te bieden, doch het is een voortreffeiyk eind- contract. Alles wat zuid moet doen om zes klaver te maken, is het af troeven van één schoppentje by noord waarna er twaalf slagen zyn. Minder eenvoudig is het eindcon-1 tract van zes Sansatout. Komt west byv. met klaver negen uit, dan is een redelijke speelwijze twee hoge ruitens te incasseren (valt er een honneur, dan is het contract al ge- wannen). Valt er niets in ruiten, dan met schoppen naar de heer gana en nog eens ruiten spelen, in de hoop dat de kleur 3:3 valt. Dit is echter niet het geval en het re sultaat wordt dan ook één down. 1 Een betere, maar veel moeilyker speelwyze is, kans te nemen op een aantal dwangposities. Zuid neemt de klaveruitkomst in eigen hand, gaat met schoppen naar de heer van de tafel en zuid keert in eigen hand terug met een hoge ruiten. Hierna moet zuid een kleine schoppen spe len (noord ruiten weg), oost wint en speelt by voorbeeld harten, die zuid wint. Wanneer zuid nu schoppenaas in casseert en daarna alle hoge vrije kaarten in ruiten en klaver, kunnen zich vele dwangpositiemogeiykheden voordoen. Zitten de schoppen en hartens in één hand (zoals in de praktijk) dan ontstaat een dwang. Mogeiyk is ook een harben-ruiten dwangpositie (als west vier hartens en vier ruitens zou hébben), of een schoppen- ruitendwangstelling. De combinatie van al deze kansen ïykt wat aantrekkelijker dan het spelen op een gunstige constellatie in ruiten. Bovendien zal een expert de dwangpositie prefereren, omdat hy daardoor controle over het spel houdt en niet zozeer op een min of meer gelukkige gebeurtenis is aan gewezen. Wat bepaald géén fraai contract genoemd mag worden, ls zes schop pen. U zult zich misschien afvragen, waarom ik dat vertel wel ,ik hui ver nog bij de herinnering, één der meesterklasseparen slaagde erin zich in d&t elndcontract te werken! De oostspeler voelde zich daarbij bijzon der tevreden en kreeg voor zijn „prestatie" uiteraard een topscore. U ziet wel, het is ook niet èlles goud dat er blinkt in onze hoogste brid- ge-kringen! H. W. FILARSKI Antwoord op bridgevraag: Uit het bieden van noord en oost biykt wel, dat de west spe ler een waardeloos spel moet hebben. Zuid kan twee harten bieden, maar haalt daarmede OW meteen uit de zorgen. Beter is het te passen en af te wach ten hoe OW verongelukken. De kwade kans is, dat west op twee klaver past maar het is zeer de vraag of hy dat zal doen, daar oosts twee klaverbod con ventioneel is. Met een bod van twee harten, dat toch niet naar een manche leidt, zal zuid niet meer dan een matige score boe ken. Door te passen maakt hy prachtige kans op een veel gun stiger score. Toen zuid in de praktyk paste, bood west twee schoppen die ongedoubleerd drie down gingen (300 voor NZ), wat NZ by na een topscore gaf. In de opening UJkt het er op dat het een partij in het Roozenburg- spelsysteem zal worden. Wit bUJkt hier toch niet op uit te zyn en zoekt het in een sterke centrum- opstelling met een voorpost op veld 24. De manoeuvre van zwart om die opstelling onder de gegeven omstan- digheden af te breken laat hem met een moeiiyke flankspelstand zitten. Lange tyd staat hy dan ook onder zware druk. Toch menen wij ook hier weer geconfronteerd te worden met het merkwaardige feit in ons spel dat men na het grootste deel van de party sterk voordeel te hebben ge had de winstpositie maar uitbUJft, en de stand veelal min of meer aan het verwateren is. Zo ook hier ls dit onze indruk, totdat zwart op een bepaald moment niet de sterkste voortzetting kiest. U zult my tegenwerpen dat in dien de party met voordeel steeds de scherpste voortzettingen had ge speeld hy dit voordeel niet zou zyn kwytgeraakt. Vaak ls dat natuuriyk zo maar, vaak ook niet. En wat dat is weten we niet. Althans in deze party ls dat moeiiyk aan te tonen. 1. 33-29, 19-23; 2. 35-30, 14-19; 3. 40-35, 10-14; 4. 38-33, 20-25; 5. 44- 40. 17-22; 6. 42-38, 11-17; 7. 50-44, 14-20; 8. 30-24, 19x30; 9. 35x24, 13- 19; 10. 24x13, 8x19; 11. 32-28, 23x 32; 12. 37x28, 20-24; 13. 29x20, 25x 14; 14. 41-37, 16-21; 15. 37-32, 21- 26; 16. 47-42, 26x37; 17. 42x31, wit houdt de zwarte optelling 18, 22, enz. goed in zyn greep. 5-10; 18. 46- 41, 7-11; op 19-23, 28x19, 14x23 kan wit heel goed met 32-28 vervolgen. 19. 42-37, 2-8; 20. 48-42, 9-13; 21. 32-27, 1-7; 22. 37-32, 3-9; 23. 40-35, 11-16; 24. 44-40, 19-23; de enige manier voor zwart om te trachten zich uit de kettingstelling te bevry- den. 25. 28x19, 14x23 26. 34-29, 23x 34; 27. 40x29, 13-19; om zich doo 18-23 van de halve hekstelling te ontdoen. 28. 29-24, 19x30 29. 35x24, dat kan wit natuuriyk niet toestaan. 17-21; dan 20 maar denkt zwart. Wit zal het toch niet goedvinden dat zwart hier op veld 26 komt? Maar wat zit er voor wit anders op Als hy de ruil met 31-26 neemt dan is toch nagenoeg zyn gehele voor deel zo goed als verdwenen? 30. 49-44, 21-26; 31. 42-37, zie diagram, Varkevisser pp 1P8P 18 §J H vi m Het aanvaarden van deze lange vleugelopsluiting onder de huidige omstandigheden Is verantwoord. De geweldige speelkracht van de witte korte vleugel staat daar borg voor. Overigens is deze spelmethodiek hier voor ons volkomen Russisch. Tsje- golew hanteerde hem ook tegen de Franse speler Michel Hisane onder soortgeiyke omstandigheden. 31. 10-14; hier zouden we een vraagte ken willen plaatsen. In plaats van 10-14 ïykt ons 9-14 veel sterker. Zwart krygt dan de mogelijkheid om zich na 8-13-19 te bevryden. Wat kan wit daar tegenover stel len? Op b.v. 45-40 volgt 14-20 en wit kan niet laten slaan wegens 22- 28. Op direct 33-29 kan 18-23 maar ook 8-13. Als u het met ons eens bent dat 9-14 6terker ls dan de tekstzet en zwart zich hiermee kan bevryden en zich hierdoor aan het grootste nadeel kan onttrekken dan staan we voor de vraag: wat had wit dan moeten doen om zyn on miskenbare voordeel van de opening te handhaven? 33-29, 6-11; 33. 38-33, 11-17; 34. 45-40, 18-23; 35. 29x18, 22x13; 35. 27-22, 17x28; 37. 32x23, 13-18; 38. "1-29, 8-13; 39. 43-38, 16-21; 40. 40- 34. 21-27 41. 31x22, 7-11; zwart overzag de nu volgende combinatie. 44. 37-31, 26x37; 45. 38-32, 37x30; 46. 34x3, en wit won dit eindspel na nog enkele zetten. Hoewel wit heel goede kansen heeft moet men na b.v. 43. 9-14; eerst nog maar winnen. F. Gordyn „Er moet meer gebouwd worden" Enkele duizenden studenten en an dere belangstellenden hebben vanaf gisteravond tot diep in de nacht In het concertgebouw in Amsterdam in tensief geluisterd naar en/of deelge nomen aan een taech-in over de wo ningnood. Op deze enerverende ma rathondiscussie gaven by uitstek des kundigen, politici en vele bezoekers de meest uiteenlopende opvattingen over de oorzaken en oplossingen van het probleem, waarmee in de hoofd stad alleen al 40.000 gezinnen ts kampen hebben. De meningen over het ontstaan van de woningnood va rieerden van: „een verkeerd over heidsbeleid in het verleden", tot „een gebrek aan solidariteit van het Ne derlandse volk om offers aan de overheid te brengen" en van „een ge brek aan particulier initiatief in de bouw" tot „juist de aanwezigheid van het particulier Initiatief". Ten aanzien van de oplossing kwa men alle zienswijzen ln leder geval op één punt overeen: „Er moet meer ge bouwd worden". De Kogel door de Kerk. 14 interviews met gewezen gereformeerden. Bakker/Daamen. Den Haag. Dat er in ons van kerkelijkheid doordrenkte land toch enige geestelijke lucht komt, vindt men bewezen in dit boekje met inter- views. Vier studenten van de Vrije (gereformeerde) Universiteit en één van de Amsterdamse die echter wel van gereform. huize is, hebben openlijk en met het plan tot publikatie aan 14 gerefor meerden gevraagd waarom zij tot een andere sekte zijn overgegaan resp. katholiek of niets geworden zijn. Het resultaat van deze vraaggesprekken is, gesandwiched tussen een inleiding van de her vormde predikant J. J. Büskes en een nawoord van de Kampense theoloog prof. dr. G. Th. Rothuizen, uitgegeven in een grote op laag (Ooievaarpocket). Zotets zou een 25 jaar geleden nog niet mogelyk zyn geweest. Toen zou niemand er iets voor gevoeld hebben met naam, toenaam en por- tret(!) in de openbaarheid te tre den vanwege zyn afvalligheid van welk kerkgenootschap dan ook. Zeker, het probleem van geloof in de een of andere vorm werd wel be handeld in romans. Maar romans zaken die niemand eigen- ïyn. au sérieux neemt enerzijds en anderzyds kan men zich als auteur verschuilen achter de confessies van de romanfiguur. Dat er op het mo ment mensen te vinden zyn cn dit geldt zowel voor de samenstel lers als voor de geïnterviewden die vryuit en zonder angst voor wie of wat ook, met hun kerkelyke pe rikelen voor de dag komen, is in derdaad een bewys van verruiming van de geestelijke vryheid en ook van de vermindering van de kerke lijke pressie. De zuchten van ver lichting zullen dan ook by bepaalde groepen wel niet van de lucht zyn, zomin als de „knersinge der tanden' bil andere. Verheugend is ook dat de samen stellers zulke héél jonge mensen zijn. Dit zal jonge mensen wellicht vreemd in de oren klinken maar wederom: een 25 Jaar geleden zou den zulke jonge mensen geen voet aan de grond gekregen hebben als zy met een dergeiyk plan voor de dag gekomen waren en anderzyds, er zouden er nauweiyks te vinden zyn geweest die, al hadden zy het bedacht, het zouden hebben durven wagen. Er moet dus tegenwoordig een forse hoeveelheid vertrouwen, zelfvertrouwen en helderheid onder de jonge mensen rondgaan, hetwelk een machtig goed ding. Ik kan mij voorstellen, dat heel wat Nederlanders deze interviews vol belangstelling zullen lezen. Ten eer ste omdat de meesten van ons nog wel een ketentje van Calvinisme achter zich aanslepen en ten tweede omdat het geloof, thans zo duidelijk op de helling, een geliefd onderwerp van gesprek is. Menigeen kan hier dus zyn hart ophalen met twee ge sprekspartners. Bovendien met goe de gesprekspartners. Geen spoor van de emotionele vaagheid, die de voorkeurstoon uitmaakt bij leken die zich opwinden over theologische on derwerpen. De vragers stellen dui- delyke en ter zake doende vragen en de gevraagden geven duidelyk en zo eerlyk mogelyk antwoord. Men kan genist zeggen dat het geheel een niveau van wetenschappeiykheid beeft, zeker wat de toon aangaat. De ondervraagden kan men wel tot de intellectuelen rekenen. Er zyn dominees, hoogleraren, schryvers, een econoom, een burge meester, publicisten, een mode-ont werper en wonderlyk genoeg maar v/eer een vrouw. Samen met de eni ge vrouweiyke interviewer is dat welgeteld twee op de drieëntwintig lieden die aan de samenstelling te pas gekomen zyn. Dat men zyn medewerkers onder deze groep ge zocht heeft is begrijpeiyk, hoewel bet interessant geweest zou zyn ook een of twee vertegenwoordigers van geheel andere groepen aan het woord te laten b.v. boeren of belas tingambtenaren. Maar misschien vallen die laatsten nooit af. Wat de problematiek betreft, dus de reden waarom men zich heeft afgewend van die bepaalde kerk der vaderen, die is by allen ongeveer hetzelfde. De bezwaren gaan uit tegen de morele dwang, de tyrannie kan men wel zeggen, ae dreiging en tegen de politieke occupatie, de rol in het staatsbestel van de kerk. Men formuleert voornamelijk het afwijzen van de kerk als genoot schap. Het christelijk geloof zelf wordt zelden afgewezen en zo ja, dan op vage en weinig duidelijk geformu leerde gronden. Het merendeel van de ondervraagden zegt gelovig chris ten te zyn en er is geen reden om hen niet te geloven. Hoewel wan neer deze moderne mensen die reeds de stap als hierboven beschreven, gedaan hebben eens tot de laatste consequentie met zichzelf te rade zouden gaan, dat weet ik het nog zo net niet. Want een verklaring waarom zij niet tot het einde toe gaan geven zij niet en hun redenen geloof zyn ncsteeds samenge vat in het woord „genade". Zo zegt b.v. Van Randwyk van de kerk „Ik ben erin geboren". Een zinnig mens neemt onmiddellyk aan dat hy dat niet letteriyk bedoelt, maar vraagt aan de andere kant wat hy dan wèl bedoelt. Wil hy zeggen dat hy het christen zyn met zyn geboorte heeft meegekregen en dat hy dat, ondanks zyn moedig overleg, gebleven is? Het Is moge lyk. Wat hy niet bedoelt, maakt hy duldeiyk. Dat is niet het christen dom als „vormschool" om met Ter Braak te spreken. Het verwondert my tussen twee haakjes dat ender vragers noch ondervraagden in dit verband Ter Braaks naam noemen. Want het is toch zo dat hy „ge- schoolder" op de geloofskwestie is ingegaan dan menigeen. Hier en daar treft zowel by ge leerden als by leken het praten over iets waar ze niet voldoende van weten. Zo zegt de schryver Jacques Hamelink over de creativiteit op blz. 203: „Het is uitgesloten dat Rimbaud, Hölderlin, Blake, Mi- chaux, Hedeyat, Borges en Beckett ooit geschreven zouden hebben zoals ze hebben gedaan, wanneer ze niet ongelovig in de gewone zin van het woord geweest waren." Dit kan men zo niet zeggen. Althans Hölderlin en Blake waren nl t ongelovig, niet gewoon en niet ongewoon. En nie mand kan weten of en in hoeverre zij onder kerkelyke Invloeden al of niet geschreven zouden hebben. Het is echter begrijpelijk dat men zich in een vraaggesprek wat elliptisch uitdrukt. Wat echter wel erg ls, vind ik, is dat de hooggeleerde Rothuizen deze opmerking van Hamelink ci teert maar dan met weglating van de woorden „in de gewone zin van het woord", hetwelk my wantrou wig stemt tegenover de hooggeleer de. Ik zou de beide heren willen adviseren om b.v. eens het artikel .Christendom van Hölderlin" te le zen dat Jan Engelman ongeveer een jaar geleden gepubliceerd heeft en de brieven van Blake. Rothuizen ci teert overigens ook A. Roland Holst verkeerd op blz. 216. Deze heeft ge zegd van Vestdyk „die sneller schrijft dan God kan lezen". gestoelte zei „dat mensen die Bd waren van de christen-democra tische unie eigeniyk geen lid kon den zyn van de O.K." Na deze woorden stond een gezin van CDU- leden op en verliet het gebouw. Da Ruiter nu commentarieert: „Het was of melaatsen buiten de muren van de stad werden geworpen". Hoe kenmerkend voor de angstige club geest in een dergeiyke gemeenschap indien dit inderdaad zyn reactie was. Persooniyk zou ik die mensen be schouwd hebben als moedig en ver standig daar zy zich niet wensten op te houden in een omgeving waar zoiets gebeuren kon. Ik meen ech ter dat De Ruiter het ook m> be doeld heeft, want hJj «egt varder: „Ik ervoer het als een soort U/beid dat ik bleef zitten". Ik neem aan dat dat van die melaatsen een ver keerd gekozen vergelijking waa. Maar laat ik ophouden dit boekje verder te citeren. M«n leze het wtAf, want het is verhelderend voor na genoeg Iedere Nederlander en ae menseiyk. CLARA EGGINK Wonderlyk heeft my het verhaal van L. J. de Ruiter getroffen. Hy vertelt dat by een verkiezingstoe spraak!tydens d« zondagochtend dienst in 1937, de predikant op zyn Voor mishandeling 200 gulden boete De rechtbank in Amsterdam heeft een 27-jarige kantoorbediende uit de hoofdstad wegens mishandeling een voorwaardeiyke gevangenisstraf van drie maanden en een geldboete van 200 gulden opgelegd. Veertien dagen geleden had de officier van Justitie drie maanden gevangenisstraf, waar van twee voorwaardelyk geëist. De kantoorbediende had in september vorig jaar zyn verloofde met ge trouwde kennis op haar kamer aan getroffen. Hy had een mes gegrepen en haar enkele malen gestoken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 19