Oskar Kokoschka's geniaal ^lithografisch meesterschap Markthandel tegen minister Eduardo Del Pueyo meesterlijk in Brahms ijn laatste werken van 1961 tot nv Ongebroken kracht Rijk leven MUZIKALE OPLUISTERING Burgemeester opende Kokoschka-expositie Herinneringen van Paul Citroen RESIDENTIE-ORKEST Mahler's Eerste bevredigde iveinig «„SDAG 2 MAART 1966 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 9 Katwijk slecht voorbeeld sin (JJmis vanzelfsprekend slechts een klein onderdeel van het "'wekkend veelzijdige oeuvre van de vermaarde schilder- ™aaf Oskar Kokoschka, dat te zien valt op de aan hem. in Ipeiim ..De Lakenhal", gewijde expositie. ||)schka, geboren nabij Wenen in 1947 tot Engelsman .„faliseerd en thans woonachtig in Villeneuve bij Genève. iiamyan de grootste expressionistische kunstenaars van deze bisteren is hij 80 jaar geworden en nog steeds werkt hij met Dare vitaliteit voort. Getuige zijn lithografisch oeuvre van r tl op deze expositie aanwezig omvattend niet minder ?™n 90 tal lithografieën, boeiende illustraties voor ..Koning ,,de Apulische reis", ..Hellas" en de ..Odyssee". ^machtig en suggestief werk op zichzelf, na al het vele. dat fimka gedurende een lang en vruchtbaar leven reeds ge werd had. 5 Enorme groei De expositie laat de besehouer niet in het ongewisse over dit fenome nale kunstenaarschap, dat nog niets i van zijn kracht heeft ingeboet, in- I tegendeel! H. I Kunst of niet Expositie Apenexpressies in Diergaarde Blijdorp Zij gaan terug' tot het essentiële „Laten we niet vergeten dat de apen voor een héél klein deel mensen zijn", zo besloot prof. dr. R. von Köningswald, gistermiddag zijn toespraak bij de opening van de tentoonstelling „Apen-expres sies" in de Diergaarde Blijdorp in Rotterdam. Er zijn daar tekeningen en schilderwerkjes te zien van vier apen: de chimpansee Mano en de gorilla Sophie uit Rotterdam, de chimpansee Congo uit Londen en het half aapje Pablo uit Münster. Tekeningen met potlood of vilt stift, met veel streepwerk en schilderijtjes met echte verf, die soms heel decoratief zijn. ixpositie geeft een indruk J"j:oschka"s enorme groei. r tiast de huidige produktie Vrij de tentijde der „Judend- Vervaardigde briefkaarten j litho's" of de psychologische n van grote kunstenaars uit Bliode van Klimts „Wiener ^fcte" 1906—1908 en ge on thef verschil als op slag. (fbfgen er als vergelijkingsma- lu%onterfeitsels in „Der Strum" e aierd van Yvette Guilbert, >fWalden. Alfred Kerr, Ri- s «hmel, Adolf Loos enz., grote c' uit de tijd der Oosten- bijgaar se dubbelmonarchie, lur.xïkoschka ook de aandacht vestigde door de portretten i: ia Maria Mahler, echtge- de beroemde componist ,lseMhaler en later van de ver ft auteur Franz Werf el ook ll (ka had enige tijd een in- n Vriendschap met deze beeld- enige jaren geleden in New York overleden cultureel veelzij dige vrouw van Schönberg, We- bem, Nijinski, Pablo Casals, Ezra Pound en onnoemelijk veel anderen. Niet te vergeten ook zijn prach tige zelfportretten. Kokoschka's schilderijen op deze expositie niet te zien munten uit door felle, doch steeds beheerste kleurbewogen- heid zijn litho's uit laatste tijd, door een krachtige lijnvoering. een opvallend scherpe karakteristiek. 1938 vestigde hij zich. na velerlei onzwervingen. in Londen en kreeg meer en meer wereldnaam als een der grootste grafici. De invloed van de tweede wereld- oorlog was duidelijk merkbaar in zijn werk, vooral in zijn enorme al- legorische voorstellingen, die echter j niet altijd gewaardeerd konden wor- den. Hij werd evenwel toch meer en meer tot de „grote Europeanen" ge rekend, in verband waarmee hij in 1960, tezamen met Marc Chagall, dc Erasmusprijs uit handen van Prins Bernhard ontving. Kokoschka's wereldreputatie heeft hem in de loop der jaren stromen van opdrachten bezorgd, ook ver kreeg hij o.a. grote bekendheid door zijn pedadogische werkzaamheden aan de beroemde Zomeracademie te „Is het kun-t?" Prof. Von Könings wald hoogleraar in de antropolo gie in Utrecht waagde zich niet aan een serieuze uitspraak. De pres taties van de vier apen passen wel in deze tijd, de dieren gaan terug tot het meest essentiële. Rotstekeningen vervaardigd tegen het einde van de ijstijd vertonen in dit opzicht over eenkomst met deze eigentijdse apen- exprsssies: niet de tekening is bij hen belangrijk, maar het tekenen. In de ijstijd maakte men wel eens 20 te keningen dwars door elkaar heen. De apen tekenen ook louter voor hun plezier: het is niet nodig ze met snoepjes te belonen. Eén apensoort doet aan deze nieu we vrijetijds besteding niet mee: de oerang oetan. Deze dieren zitten met veel belangstelling te kijken als de oppassers hun willen leren potlood of penseel te hanteren, maar voelen er niets voor zelf actief te worden. „Misschien gaan wij aan het essen tiële van de apenexpresie voorbij." zo meende de Utrechtse hoogleraar in een (geestig) speech je. „Ik voel me een beetje als een chimpansee, die een Rembrandt-tentoonstelling moet openen. Misschien vindt zo'n dier Rembrandt wel slecht omdat hij nooit een kokosnoot of een banaan heeft geschilderd. „In elk geval", zei prof. Von Kö- ningswald, op de tentoonstelling komt Kokoschka's rijke leven, heeft „ups en downs" gekend. In de eerste we reldoorlog raakte hij zwaar gewond aan het Russische front, waarna hij zich in Dresden en Berlijn vestigde. Moeilijke jaren maakte hij door toen Hitier aan het bewind kwam, want zijn kunst werd al spoedig tot z.g. „ontaarde" gerekend en al zijn werk werd in Duitsland geconfisqueerd. In Kokoschka. getekend door zijn vriend Paul Citroen. (Foto L.D./Holvast) Nu staat de bezoeker daar voor zijn oeuvre uit de laatste jaren, met verwonderlijke scheppingskracht ge tekend en hij raakt onder de diepe prachtig tot uitdrukking dat het de indruk van zulk geniaal grafisch appn erngt ,s Het &aat niet om de meesterschap. Ten overvloede zijn op deze ex- knikkers, m: positie nog te zien enkele portret ten van Kokoschka, vervaardigd door zijn grote confrère Paul Ci- K.LU lST' troen, alsmede vitrines, waarin zich boeken bevinden gewijd aan Ko- v koschka's indringend kunstenaar- K AlGIQOSXaJCXP Burgemeester r. d. Willigen heeft gisteravond in de Lakenhal de be langwekkende tentoonstelling geopend van litho's van de beroemde Oskar Kokoschka. na de directeur allernadrukkelijkst hulde te hebben gebracht voor zijn opofferingszin met tal van beslommeringendie onvermijdelijk waren om precies tegen Kokoschka's 80ste verjaardag deze verzameling naar Leiden te brengen. Te voren had de heer Van Wessem al een karak teristiek van dit werk in woord gebracht. >St£>« fcs V ia*! De kunstenaar Paul Citroen had de uitnodiging aanvaard om op deze openingsavond te spreken over „Her inneringen aan Kokoschka". Spreker stelde de 19de eeuwse kritiekloze bewondering als niet meer aanvaard baar. Eerst als wij ook het menselijke tekort gepeild hebben van een die wij toch ook bewonderen om zijn onge wone uitstraling, voelen wij ons met hem menselijk verbonden. Eerst in zicht in de psychische relativiteit maakt iemand werkelijk voor ons en de verering verantwoord. Een eerste ontmoeting had spreker 1915 in Berlijn: een Oostenrijks officier van ongeveer 30. Vooral diens portretten betekenden toen reeds veel in kleine kring, niettegenstaande duidelijke figurativiteit helemaal van de eigen tijd, zo niet tijdeloos: ner veus-vibrerend, ongehoord expressief en onthullend. Later werd Kokoschka docent aan de Academie in Dresden Daarvan vertelde de schilder: „ik zorgde dat de leerlingen langzaam aan allemaal verdwenen" en toen verdween hij zelf ook Dan herinnerde spr. zich een dag in Amsterdam na de tweede wereld oorlog. De geëxalteerde, beangste, hallucinerende jongeling bleek uitge groeid tot een levensgenieter van jongensachtige charme, verliefd ook op het eigen kunstenaarschap als een boodschap tot de mensen, gelukkig om de algemene waardering. „Het enige wat hij haat is de abstracte kunst, die voor hem gelijk staat met onmenselijkheid, de abstracte kunst en Picasso die, zoals hij zei, alles van hem gestolen heeft" Tijdens deze toespraken was een muziekprogramma ingelast met drie barokwerken, uitgevoerd door Huis Verkade, die Telemann's 7-delige Suite in G op sopraanblokfluit en Marcello's Sonate in d horen liet, en door Everdien v. d. VegtDaanje, die op een klavecimbel van de Lakenhal de continuo's verzorgde en solo de 8 Préludes van Couperin's „L'art de toucher le clavecin" voor eigen rekening nam. Hier bleek van een bekwaam duo sprake, dat een uitstekende keuze uit de onmetelijke barok-literatuur ge maakt had. De polyfone Couperin- Préludes met hun rijkdom aan ver sieringen hebben een waarde, verge lijkbaar aan die van Bach's „Wonl- temperiertes Klavier". De vertolkingen waren uitstekend, al leek de fluitiste aanvankelijk in de toongeving wat bevangen, waar door ook het Affettuoso aan rustige frasering te kort kwam. De snelheids verhoudingen in de Suite tussen de twee Allegro's, het Vivace en hef Presto leken ons ook nog wel anders te regelen. Maar zeker is, dat dat Presto ten slotte iets zeer fijns werd door de heldere ciselering en afteke ning en door de akoestische begun stiging van de Hartevelt-zaal, nu daar enige tapijten waren neergelegd. Marcello werd zonder meer een musische aangelegenheid. Het klave cimbel carilloneerde nu ook aller fraaist en gedistingeerd in de zaal en van de cembaliste valt kortweg te getuigen: geacheveerd in ieder op zicht. V. De expositie „apen-expressies" blijft twee maanden In het diorama-ge bouwtje in de Diergaarde Blijdorp, iets moeilijk te vinden. Daarom: „dicht bij de ijsberen". (Van onze Arnhemse correspondent! j De Centrale Vereniging voor de Markt-, straat- en rivierhandel heeft gisteren tijdens de in Hotel Haarhuis in Arnhem gehouden congresdag fel geageerd tegen het ministeriële prijs beleid en de drastische verhogingen van marktgelden in verschillende ge meenten. Voorbeelden van een onge past financieel beleid noemde de voorzitter, de heer J. Willemsen, ste den als Den Bosch, Breda en Katwijk. Echter in veel meer plaatsen wordt de ambulante handel geconfronteerd met onkostenstygingen van 100 tot zelfs 200 procent. I „Beseft of begrijpt men in deze ge- i meenten het historisch belar.g van een markt niet meer. Is men soms vergeten, dat een markt in veel ge vallen een grote toeristische attractie vormt?", aldus de voorzitter. Hij nam ook stelling tegen het feit, dat in di- verse gemeenten de markthar.delaren volledig de lasten moeten dragen van i het onderhoud en het schoonhouden van het marktterrein en de omlig gende straten. „In het algemeen schijnt men", aldus de voorzitter. I „niet te beseffen, dat de ambulante i handel een grote prijsregt lende func- I tie heeft en dat daardoor juist de I marktmensen een grote stimulans zijn voor de gevestigde middenstand. Een gezonde concurrentie is van het grootste belang voor de Nederlandse consument". In een fel betoog voegde de heer Willemsen hieraan toe: „Als men op deze wijze doorgaat, zal van de prijspolitiek van de overheid niets terechtkomen. De minister zal snel aan de onredelijk hoge marktgelden een einde moeten maken. Men dient goed te bedenken, dat wij niet langer als melkkoetjes van de gemeenten willen fungeren". Het congres stelde bij monde van da voorzitter nog meer zaken aan de orde. die drastisch moeien worden veranderd. De vestigingswet bijvoor- beeldt biedt de ambulante handela ren geen enkele bescherming bij de uitoefening van hun beroep. „Een wet met zoveel gaten en mazen heeft voor ons geen enkele waarde", zei de voor zitter, die vervolgens aandrong op een effectievere en doeltreffender controle. Plotselinge wijziging in het programma van het Residentie- Orkest (zevende abonnementsconcert): géén Haydn en de lang verbeide ..Invenzione concertata" van Petrassi. doch daarvoor in de plaats de ..Eerste Symfonie" van Gustav Mahler. Gelukkig wél de wijd en zijd vermaarde Spaans-Brusselse pia nist Eduardo del Puyeo, in een magistrale, volumineuze verklan king van Brahms' Tweede Pianoconcert. Monumentaal Wie Del Pueyo zegt, weet dat hier een der grootmeesters der pia- mistiek mee bedoeld wordt. Dat heeft deze avond opnieuw waar gemaakt. Monumentale heroiek en teder-ly- rische gevoeligheid wisselen elkaar bi) hem af: hij heeft, evenals de vele vorige malen dat deze for midabele pianist bij genade op het Leidse podium verscheen, dit con cert gerealiseerd met de grandeur van iemand, die in Brahms „ge looft", zoals hij in Beethoven of welke andere componist ook „ge looft". Ook ditmaal betoonde Del Pueyo zich de man, die van de grote waar den van dit bekende opus intens doordrongen is. In zijn groot se, diepdoorleefde voordracht plaatste hij Brahms in het absolute en onvergankelijke centrum van aller aandacht. Men zou aanvankelijk me nen. dat zijn spel al te zeer op het forte is ingesteld, maar dan: in het verheffende subtiele Andante, met de celli glanzend op de voorgrond valt ook een onvergankelijk tedere aanslag te onderkennen, die de welhaast over rompelend machtige kracht der twee eerste delen doet vergeten. Jammer, dat hier de harmonie met de cel list Bouguenon niet volmaakt tot haar recht kwam. Maar overigens was het een interpretatie, welke we derom onder Van Otterloo's leiding gelukkig hersteld —tot laaiende geestdrift kon leiden bij het adem loos luisterende gehoor, dat Del Plueyo's alomvattend kunstenaar schap Wederom overtuigend onder kende en hem daarvoor ovationeel zijn dank betuigde. Men heeft Del Pueyo wel eens de grand-seigneur der hedendaagse pia nistengeneratie genoemd. Als zoda nig hebben wij hem op deze avond weer mogen begroeten. Een man, die óe pianistiek de hoogste eer bewijst: zowel door de perfectie van zijn briljant technisch kunnen als de aristocratische voornaamheid van zfjn als uit marmer gehou -en uit beelding. Welke componist onder zijn han den komt Del Pueyo's veelzijdig heid is gerenommeerd! onderkent men in hem de unieke persoonlijk heid, die op elk terrein onovertref baar is. Dat heeft hU ook nu bewezen!. Oneven wich tige Mahler Na de pauze Mahlers' Eerste. Nu wy daarvan afstand hebben genomen, is toch wel het oneven wichtige. heterogene karakter var dit ir menig opzicht verouderde werk terdege merkbaar. Trivaliteit wisselt af met verhevenheid, lieflijkheid met verscheurdheid, het verband met de „Lieder eines fahrenden Gesellen" valt, zU het geplaatst op hoger plan. sterk op. Mahler schijnt in zijn veelal ver warrend extatische beschouwingen niet tot een eind te kunnen komen, De befaamde pianist Eduardo Del Pueyo en de van zijn ziekte herstelde Willem van Otterloo. (Foto LD./Holvast> zijn genie forceert zich daarbij tot gewelddadigheden, die alle grenzer. lijken te overschrijden. Reminicen- ties aan Schubert en ook aan Bruck ner koraalachtige passages zijn evident, de bron der volksmuziek is onuitputtelijk. Er openbaart zich bij hem een wereld van tegenstrijdighe den, van gefolterde melancholie tot blijmoedige vertedering. Maar uit deze vele facetten bestrijkende sym fonie blijkt toch ook. dat Mahler aan de stroom van zijn van „Welt schmerz" doortrokken gedachten nog piet de juiste vorm heeft kunnen ge ven. Toch een interessante wederken- nismaking, al was 't alleen maar, om te constateren, dat er veel in deze natuursymfonie, waarin alle karak teristieke en uiteenlopende we zenstrekken van Mahler's persoonlij ke symfonische stijl reeds duidelijk herkenbaar zijn, gebeurt, dat men tegenwoordig tot het absoluut over wonnene kan rekenen. Speciaal het geklingel van de triangel en al dat paukengeweld, afgezien van nog veel I ander totaal overbodig lawaai Gemengd resultaat Van Otterloo en de zijnen hebben j getracht, mede door af en toe zeer I snelle tempi, dit opus door zya j zwakke plekken heen te jagen, zy i het met zeer gemengd resultaat. Het kwam ons voor. dat de tijd van voor bereiding te kort is geweest, om de- ze Mahler in het zuiverste licht te plaatsen, ook al viel er veel waar deerbaars te constateren. Noch het werk zelf, noch de uit voering ervan, doen ons verlangen naar een spoedige herhaling. Tot een renaissance der IMah Ier-waardering zal misschien een uitvoering van an dere symfoniën eerder kunnen bij dragen. De waardering voor deze veeleisen de opgave, die van het orkest stel lig enorme inspanning heeft ge vergd. bleek intussen uit het van dankbaarheid sprekende, hartelijke applaus. H. •betoon aan 80-jarige in Lakenhal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 9