1
Opmerkelijke voorstelling
„Maan voor misdeelden"
„Kontakt - Zangavond"
T -10 koren - in Boskoop
Johan Kaart
kunst
kaleiöoscoop
FORUM OVER TOEKOMST
VAN HET TONEEL
STUDENTEN IN
Diep pessimisme
en intens geloof
nieuwe j)(irlij
Nieuw is de sigaret,
nieuw de zachte
melange,
nieuw het pakje...
Hunter 25!
Steek ze op zak,
haal ze in huis:
alle 25 tegelijk.
GOUDEN JUBILARIS
Veel hartelijks voor
DONDERDAG 3 FEBRUARI 1966
LEIDSCH DAGBLAD
Onder auspiciën van het Leids Academisch Toneel Accoord
vond gisteravond in de schouwburg de première plaats van het
Dies-stuk 1966. Ditmaal viel de keus op „Een maan voor de mis-
deelden". („A moon for the misbegotten"), waarschijnlijk het
laatste werk van één van de belangrijkste Amerikaanse toneel
schrijvers Eugène O'Neil (1888—1954).
Zijn meest beroemde werken, die
na 1920 ontstaan zijn, werden onder
invloed van Strindberg, die hij be
wonderde, geschreven, zij getuigen
van een diep pessimisme en van een
intens geloof aan de kracht van het
verzet in de mens. Zélf sterk be
ïnvloed door het Amerikaans purita
nisme. heeft hy dit herhaaldelijk
aangevallen.
Zo ook in „De maan voor de mis-
deelden". Phil Hogan, 'n Amerikaan
van Ierse afkomst, is pachter van
een arm, steenachtig stuk grond, dat
hem en zijn gezin alléén door bui-
Lecanuet sticht
Jean Lecanuet, de kandidaat van
het centrum bij de Franse presidents-
verkiezingen in december vorig jaar,
i heeft de samenstelling bekendge
maakt van een „Democratische cen
trumpartij" waarin leden van de ra
dicale partij en de (r.-k.) MRP zijn
verenigd. De politiek van de partij
zal berusten op het program, dat
Lecanuet tijdens de verkiezingscam
pagne heeft ontvouwd. In zijn inder-
tijd gehouden redevoeringen pleitte
Lecanuet voor voortzetting van de
gaullistische politiek op binnenlands
gebied en grotere Europese integratie
wat het buitenlandse beleid aangaat.
tensporig harde arbeid een schamel
bestaan oplevert. Twee zoons heb
ben hem reeds verlaten, de derde,
Mike bij wiens geboorte zijn vrouw
het leven liet. een zwakkeling mot
uitgesproken puriteinse begrippen,
wordt door zijn zuster Josie. die het
sterke, onbuigzame karakter van
haar vader heeft, met een paar dol
lars uit vader s spaarpot weggehol
pen.
Grimmige humor
Zó liggen de kaarten als het eerste
bedrijf ten einde loopt, waarin de
scènes a deux doorspekt zijn met een
luidruchtige, grimmige humor die de
natuurlijke uitlaat is van dit bijna
onmenselijke harde bestaan. Hog.m
en de forsgebouwde Josie zijn, wü
citeren de inleiding in het program
ma „ruw in de mond, vol sluwe stre
ken, maar zeer zuiver van hart".
De landeigenaar Jim Tyrone, die
na de dood van zijn moeder, getracht
heeft zijn smart door de drank le
vergeten, is allengs afgezakt
een liederlijk leven. Josie is verlipfd
op hem en zij tracht zich met Ierse
koppigheid naast hem staande te
houden door hoog op te geven van
haar liefdesavonturen, die, zoals later
blijkt, nimmer buiten de perken gin
gen. Als na één nacht, „anders dan
de andere", die zij doorbrengen, Jim
in beschonken toestand buiten op de
waranda, slaapt met het hoofd op
Josie's schoot, levert dit slechts een
„ogenblik op van rust en troost voor
de door wroeging gekwelde en door
drank geruïneerde Jim".
En natuurlijk blijft de Hunter King Size en de Hunter Filter
Nelleke Bol:
zuiver en innig
De uiterst belangrijke rol van Josie
was toevertrouwd aan Nelleke Bi»l
die erin geslaagd is alle facetten van
dit moeilijk te effectueren karakter
kleur te verlenen. In de ruwe uitval
len soms iets te onbeheerst, maar in
de bewogen scènes na de pauze van
een opvallende innigheid en zuiver
heid.
Rob Erenstein als Jim Tyrone,
tanvankelijk ietwat gekunsteld en
moeilijk te verstaan, kwam er gaan
deweg geheel in en ontwikkelde zich
na de pauze tot een gelijkwaardige
partner die in zijn samenspel met
Josie de juiste sfeer wist te schep
pen. Huig Obertop stond voor de
moeilijke taak, ten eerste de keiharde
koppige Ier, en ten tweede de vijftig
jarige vader waar te maken. In het
eerste slaagde hij wonderwel in het
tweede niet geheel. Zijn onge
schminkte, blanke nek had daar
mede schuld aan. Mike, de jongste
zoon vond in Peter Broekveldt de
juiste vertolker en Huib Versluys gaf
een vermakelijke uitbeelding van de
hoog te paard zittende miljonair T.
Stedman Harder.
Vakkundige regie
De krachtige, vakkundige hand
van de regisseur Eric van Ingen was
duidelijk merkbaar. Tempoversnelling Aeneas"
Een scène uit ..Een Maan
voor misdeelden'
(Foto L.D./Holvast)
en vertraging dynariïiek, mise en
scène, enfin, alles wat met het vak
als zodanig verband houdt werkte
mede om deze opvoering tot een voor
amateurs opmerkelijke voorstelling te
maken.
De vertaling was van Jan Hout
man. het décor ontwierp Hep van
Delft en werd uitgevoerd door Cees
Hoogeveen. Nicolette Seyffert tekent
voor de geslaagde kostuums.
Aan het slot ontving Nelleke Bol
een schat van welverdiende bloemen.
Het opgetogen publiek betuigde
zijn dankbaarheid met een lang
durig applaus.
B. H.
Concert ..Collegium
MusicunT
Woensdag 16 februari zal het
Leids Studenten Koor en Orkest
j „Collegium Musicum" in de Zuider-
j kerk aan de Lammenschansweg om
kwart over acht een concert geven.
Uitgevoerd worden: „Kleine Haagse
Suite" van Alexander Voormolen",
..Het Derde Land" van Robert Hep-
pener, naar drie gedichten van
j Martinus Nyhoff en „Dido and
In het Boskoopse „Florida" woonden we een deel bij van een
grote kooravond, die de naam ..Kontakt Zangavonddroeg, ge
organiseerd door „Die Gouwe Sanghers" en de deelneming om
vattend voor tien plaatselijke koren, van welke wc er in verband
met de busverbindingen maar zes konden horen. De „Gouwe
Sanghers" zelf waren daar niet bij. die de avond openden en af
sloten. Van half acht tot zeker elf uur is een hele ruk!
Henry Purcell.
Een manifestatie als deze veroor
zaakt uiteraard kwaliteitsverschillen.
De betere indrukken van de zes heb
ben we van het R.-K. Dameskoor
„Sine Nomine" van H. J. de Groot,
waaraan ook het Alphense „Mozart
Kwartet" (strijkers) medewerking
verleende, en van het Geref. Kerk
koor van Dirk v. d. Bosch.
Deze dames hadden een waardevol
programma: „Jauchzet Gott" van
Weiland en de kleine Cantate „WiD-
kommen Brautigam" van Vincent
Lubeck, die sterk op Buxtehude ge
ïnspireerd blijkt. Dit ging boven het
slechts verdienstelijke uit. De stern-
kracht werd goed beheerst. Dat de
klank van het notedop-orkestje mat
op het podium bleef hangen is een
akoestische kwestie.
Uitstekende indrukken namen we
mee van V. d. Bosch, die o.m. Psalm
100 van Wagenaar aandurfde, die
„Nou gaan we beginnen"zei
Johan Kaart nadat hij het ap
plaus over zich heen had laten
gaan. Toen pas ging gisteravond
in de Amsterdamse Stadsschouw
burg de voorstelling van André
Roussins „Struisvogeleieren" van
start, waarin Johan Kaart zijn
50-jarig toneeljubileum vierde.
Hij speelde de hoofdrol in dit
op een in ivezen tragisch gegeven
gebouwde blijspel op de manier
zoals men dat van hem is ge
wend: met de inzet van héél zijn
toneelpersoonlijkheid.
Het uitbundig slotapplaus werd
afgebroken om op het toneel
ruimte te maken voor een aantal
sprekers. Een enkele karakteris
tieke uitspraak:
Minister Vrolijk: „Blijft u zit
ten, meneer Kaart, daarop heeft
u wel recht na 50 jaar op de plan
ken gestaan te hebben".
De minister deelde hem tenslot
te mee dat hij is benoemd tot
Ridder in de Orde van Oranje
Nassau.
Johan Boskamp (na hem om
helsd, te hebben)„Het klinkt een
beetje gek uit de mond van een
wan, maar je was een lieve col
lega." Magda Janssens namens
He Nederlandse collega's: ,Job,
Tijdens een feestelijke
bijeenkomst in de Amsterdamse
Stadsschouwburg is Johan Kaart
in verband met zijn 50-jarig to
neeljubileum op grootse wijze
gehuldigd.
Minister Vrolijk speldde de
jubilaris namens de Koningin de
Koninklijke onderscheiding
(Ridder Oranje-N assau) op,
onder hartelijk applaus van de
vele aanwezigen.
op die leeftijd van jou kun je nog
van alles lerenhoor, ook een
dramatische rol. Ik hoop dat je
die spoedig krijgt."
Carl Guttmann, directeur van
Ensemble: „Vroeger kreeg een ju
bilerend acteur een benefice-
voorstelling, jij kreeg een Ben-
fica-voorstellingmaar de zaal is
er niet minder vol door". Daarna
zegde hij Johan Kaart de recette
van deze avond toe.
Johan Kaart, wiens woord een
ogenblik stagneerde doordat 'hem
de tranen in de ogen sprongen,
werd daarna in kleinere kring
nog met veel zoenen en hand
drukken gefeliciteerd.
Artistieke vrijheid realiseren en
streven naar opvoeren kwaliteit
Het toneel doet te weinig om zijn eigen waar te verkopen. Dit
J zei Egbert van Paridon, voorzitter van de Vereniging van Neder-
i landse Toneelkunstenaars (N.V.T.), gisteravond in Utrecht op
I een forumbijeenkomst die aan ue toekomst van het toneel was
gewijd. Daarbij kwam speciaal de nota van de N.V.T. van juni
1965 over dit onderwerp aan de orde. In een toelichting op deze
nota merkte de heer Van Paridon op dat bij het samenstellen van
de nota de gedachte heeft voorgezeten om bij zo min mogelijk
dwangmatigheid de grootst mogelijke artistieke vrijheid op het
toneel te realiseren.
„De situatie die wij in Nederland
1945 tot op dit moment kennen waar
in door de overheid de toneelsprei
ding wordt nagestreefd, heeft naar
zijn oordeel geleid tot een unieke
situatie in de wereld. Zoals het nu
gaat zal het eens spaak moeten lo-
,pen. De ene na de andere schouw-
'burg verrijst. De gezelschappen zit-
I ten meer tussen de wielen dan dat
I zij op de planken staan", aldus de
heer Van Paridon.
In de nota van de N.V.T. wordt er
om. voor gepleit voor alle gezel
schappen het reizen te beperken en
voor elk gezelschap een eigen
schouwburg waar de stukken kun
nen worden gespeeld en voorbereid.
De nota veroordeelt het spelen van
doublures als systeem, d.w.z. dat er
tegelijkertijd twee stukken moeten
worden gerepeteerd en gespeeld.
Voorts zou het exclusieve auteurs
recht moeten worden opgeheven,
waardoor het mogelijk zou worden
dat verschillende gezelschappen het
zelfde stuk op het repertoire kunnen
nemen. Een van de punten waar de
nota de nadruk op legt is de con
sequente opbouw van het publiek.
Guus Oster, directeur van de Ned.
1 ('omedie zei van oordeel te zyn dat
dit plan niet zonder meer kan w
den voorgezet aan het publiek.
men het publiek te abrupt zijn
detten onthoudt zou het in opstand
komen en dus wegbleven" aldus de
heer Oster. Hij is er verder bang i
voor dat wanneer het plan gereali-
seertl zou worden kwaliteit teveel
wordt uitgesmeerd over teveel (regio-
nale) gezelschappen, inplaats van
het niveau te verbeteren. Uitgangs
punt moet volgens hem blijven het
streven naar het opvoeren van de
kwaliteit.
Hans Croiset, die in zijn functie
van redacteur aan het blad ..Thea
traal" in het forum zitting had, kwa
lificeerde het plan als een utopie. Hij
ziet meer in het idee dat de drie
grootste gezelschappen van ons land
enkele mensen loslaten die tezamen
een nieuwe groep gaan vormen die
in een plaats buiten de Randstad
Holland gaat opereren.
Egbert van Paridon vindt dat de
schouwburgen in de provincie roof
bouw plegen op de risico's die het
Westen neemt. Stukken die vallen
krijg je immers met geen stok de
provincie in.
Een schouwburg waar alleen maar
gast voorstellingen worden gegeven is
zoiets als een lijkenhuis als er geen
25 cent per rol
WED BAND ROOSENDAAL
stukken worden voorbereid, en als
het publiek er niet bereid is een sof
te willen nemen", aldus Croiset.
Mr. G. J. P. Cammelbeeck, lid
van de Eerste Kamer, die als voorzit
ter van het forum fungeerde, ant-
w oordde op een vraag hoe de over-
j held over de nota dacht, dat je wan-
I neer er in juni 1965 een nota wordt
ingediend moeilijk van de overheid
kunt verwachten dat zij nu al
I een oordeel heeft.
Het Chr. Meisjeskoor ..Ho
sanna". dat met veel succes op
trad.
IFoto Leldsch Dagblad)
een diepgaande voorbereiding ver
onderstelt. Deze dirigent ziet het
vooral als taakstelling om de vier
registergroepen ieder met de eigen
klankpersoonlijkheid in evenwicht te
verenigen. Hij wist naar mogelijkheid
alle individuele herkenbaarheid van
de stemmen weg te nemen, zodat
deze dan ook nauwelijks uitspringen.
Als het hoog loopt, lukt dit nog niet
ten volle.
Bevredigend werd ook de na-in
druk van het „R.-K. Knapen- on
Herenkoor" van H. J. de Groot, die
o.m. Vittoria's Popule Meus en
het altijd geldige bloelende Tran-
seamus van Hubert Cuypers diri
geerde. Dit werd ook aansprekende
muziek in een warme toon, waaiin
de innerlijke gestalte van de werkjes
leven ging. Voor het cultiveren van
verdergaande verfijning blijft ruimte
De „Zangertjes van St. Jan de
Doper" (knapen) o.l.v. mej. M. de
Jong deden het vrij zuiver, met
meer geluk echter in „Corde et
animo" van Jan Mul dan In Panie
Angelicus van H. J. de Groot (een
behoorlijk stuk), dat wat slepend en
glansloos overkwam.
Het Chr. Meisjeskoor „Hosanna"
van H. F. Kaptein zal in de zaal wel
i met extra sympathie ontvangen zijn.
I Met z'n twintigen zongen ze van
Edelweiss, Whispering Hope en
Kleine donk're Maria, licht en on
gedwongen. maar met de dirigent
aan de vleugel. Dat laatste is ccn
tegenwerkende factor. We hadden
meer plastiek, meer „gebeurtenis" in
de zang verwacht. En de keuze stelde
ons teleur. Er ls tegenwoordig een
schat aan heerlijke lledjea voor
radig
Het Gem. Koor „Hosanna", even
eens van Kaptein, is eerder „zang
vereniging". Als zodanig was de
zangwijze ongetwijfeld beschaafd,
nogal fijntjes ofschoon wat dun van
klank, en goed geordend. Maar in
wezen bestaat geen herleiding tot
vier registergroepen, tot vier „kunst-
stemmen". Dan alleen kan het tot
een versmolten substantiële klank
komen.
De buiten beschouwing gebleven
koren zijn (naast Gouwe Sanghers)
..Sine Nomine" (gemengd), Dames
koor „Hosanna" en Herv. Kerkkoor
van Dirk van Vliet.