elefoon voor de dode di dagelijks GOEDKOPER LEVEN IN 1966! besteden. iluK \erdlent. Ue/e hiiisvroutteii lu bben ontdekt dat het wel dege- I Ulken'is? n'iTzükópen"" veêi i 'n zo vaak muceiUk op do markt; waar de keus zo groot, de kwall- Markt kK°ed <*n de prUs zo^laagjs. iaar laten' liun *klanten Meeds vVlè\ oordeel Vlat^bleden!" Hun rlnge onkosten. Vandaar die vele uitroepen als „hoe bestaat t~ en .,'t is gewoon niet te geloven" die ldèZ5ASïok'5 OP DE MARKT IS UW GULDEN EEN DAALDER WAARDI Bijna 2V2 miljard VS-hulp aan het buitenland om de prullenmand over hem uit te keren. En nu hij akelig t de rommel op de grond zat. begreep hij dat Joris Goedbloed schien toch teel gelijk had en dat het wezentje streng aang< moest worden. Hij zag dan ook met genoegen, dat Joris positie kon brengen. Na zijn doel be- nog schuddend van de lach. op het en om te zien o) daar misschien nog viel. Welnu; niet voor u of mij of 1 Mevrouw Smuls: dus. kortom, een situatie die op het gebied van lachwerk weinig scheen te be loven. Maar de Grubbel. vindingrijk als steeds, zag er wel iets in... vcu op ro. p™» IC «ucmen, uu: AJ liet hem verkopen. Ze bleef^ m „Is die persoon van wie ze zo zeker mmwFennan1 Ludo Oriel gaf Mendel een veel- vergulde stoel zitten, net zo een als die van de souffleur achter de cou lissen. Ze legde haar rode, dikke han den op haar schoot en leunde voor over, steeds maar glimlachend, in de wolken omdat ze zo in het middel punt van de belangstelling stond. Mevrouw Oriel keek haar venijnig „Waarom denk je dat hy haar man was, Elizabeth?" Er was een scherpte in zijn stem die er tevoren niet in geweest was. „Och, ik weet Russische generaal kritiseert jeugd politieke peil van de Sowjet-Dnie. nemens by de jeugd vernietigd wor den. aldus schryft. de generaal. Hy is van oordeel, dat de „burgerlijke propaganda" t-hans een ideologisch offensief voert tegen de Russische jeugd en zodoende ideologische ver schillen schept. De „Rode Ster" oppert o.m. ter versterking van de actie tot opvoe ding van de jeugd, bekendmaking van de werken van Lenin in de ja ren 20 over de jeugdbeweging en j voorts modernisering en activering j van het jeugdwerk. RECHTER TIE EN HET SPOOK VAN DE TEMPEL Tsjiao Tai voor de toonbank van de ie hem dadelijk een rol stof voor een n Yang het maakt". De kleennaker kijkt zuur. ..Yang is er niet. Die verlopen kerel is gisteravond weer eens niet thuis gekomen. Slaapt zijn roes zeker uit in de verlaten tempel. Hij is dikke vrinden met Zijn baas. die berooide schilder, doet er niets aan „Ik kom nog wel eens langs", zegt Tsjiao Tai nors. Hij wandelt terug naar het gerechtsgebouw en vindt Rechter Tie in zijn werkkamer, gebogen over een dossier. Als Rechter Tie hoort dat Yang zoek is. schudt hij zijn 1 Tai! Kijk, ik heb hier het dossier maand van het jaar van de Draak is geen enkel meisje of 1 Massagraf in Clic sou ontdekt DAMES! WITTE KRUIS poeders hèlpen.; - Elke /wN* maand [.jC,. weer! VS .:>t: DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMET JE FOK J34. De put ivas zo diep, dat het licht van de buitenwereld slechts met moeite tot de bodem kon doordringen. Spoedig evenwel waren de ogen van Tutu en Karo aan de schemerige duisternis gewend. Het eerste, wat zij zagen, was het emmertje, waarin Bram omlaag .jas gedraaid. Maar van Bram zelf geen spoor. Het leek er even op. alsof hij in het Niets was opgegaan, todat de katte-ogen van Karo 1 een opening in de wand van de put ontdekten. Plotseling scheen het achter die opening lichter te worden, alsof iemand een lamp verplaatste. De nieuwsgierigheid icon het van de voorzichtigheid. Tutu en Karo werkten zich door het gat in de muur... en daar zagen zij Bram heel genoeglijk, en erg op zijn gemak, naast een man zitten, die precies leek op de portretten van de Baron. Het was al heel wonderlijk, dat Bram op deze manier de man had gevonden, die hij zocht. Maar het was nog veel wonderlijker, dat zij samen een kaart bestudeerden, die veel gelijkenis toonde met die. welke de boeven Galgenaas en Gorgel zojuist hadden gestolen Égpy» Th.m.. met9 dokdMl SI 150 m W

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 15