,Endegeest': steeds meer I een ,open' inrichting Nieuwe fase in ontwikkeling DE LEIDSE VEEMARKT Vooruitzichten verre van rooskleurig Prof. dr. P. J. Donker aanvaardt Leidse leerstoel urologie Ervaringen en opleiding ZATERDAG 29 JANUARI 1966 -LEIDSCH DAGBLAD PAGINA S I 1 Onze school lag tussen twee „Onze school lag tussen twee krankzinnigengestichten. Als ik naar school liep kwam. ik langs de zenuwinrichting die alleen maar door een smalle sloot van de straatweg was gescheiden. De hekken ston den dag en nacht open. Tus sen de hoge gladde beuken stammen zag je het grote witte paviljoen, dat me aan een ansichtkaart uit Duits land deed denken. Hier zaten, zei men. de be ter gesitueerde patiënten. Even verderop aan de over kant achter een hoog hek dat van boven afgezet was met prikkeldraad, kreeg je wat geiooon het gekkenhuis werd genoemd, waar de minder bedeelden zaten, en waarvan mijn vader zei, dat als je arm ivas zeker anders gek was dan wanneer je rijk ivas. En dat was ook zo. Want achter de ramen van het paviljoen zag je ook wel eens iemand raar staan springen of vreemd gebaren, maar nooit zonder elegantie. Alsof er daarbinnen een toneelstukje werd opgevoerd waarin iedereen zelf mocht beden ken wat hij reilde doen of zeggen, als het maar gek was. Nooit zag je er die onbehou wen gebaren en dat misdadig gefronste staren als aan de overkant achter de hekken". Het is een passage uit Jan Wolkers' jongste roman „Terug naar Oegstgeest", welk hoofd stuk zowel door dr. C. P. J. Sto ten als dr. J. F. Caljé, resp. ge neesheer-directeur en waarne mend geneesheer-directeur van Endegeest", wordt beschouwd als een „typisch voorbeeld van burgerlijk vooroordeel tegen al les wat met de psychiatrische inrichting te maken heeft". „Als de psychiatrische inrichtingen in het verleden slecht zijn ge weest dan kwam dat alleen, maar omdat zij zo impopulair waren en niet andersom", zegt dr. Caljé in een gesprek met een aantal Leidse journalisten nadat enkele weken eerder de gemeen, teraad van Leider een excursie naar „Endegeest" had gemaakt. Volgens hem vloeit de impopu lariteit van de inrichtingen voort uit een bestaande afweer tegen de psychiatrische patiënt. De persconferentie en de ex cursie van de raad zijn beide een uitvloeisel van het feit. dat er een nieuwe fase in de ontwikke ling van de psychiatrische in richtingen Endegeest" is de laatste jaren steeds meer een „open" inrichting geworden is bereikt. Dr. Stotijn noemt in het persgesprek drie belangrijke aspecten, die met deze ontwik keling verband houden. In de eerste plaats zijn er de restau ratie en modernisering van de gebouwen, die op het ruim 65 hectare grote terrein park en bos inbegrepen van „Ende geest" staan, en in de tweede plaats is er de ontwikkeling van „Endegeest" tot een modern, ge ïntegreerd psychiatrisch cen trum waar alle vormen van psy chiatrische ziekten volgens de huidige inzichten doelmatig kunnen worden behandeld. Voorts wordt veel waarde ge hecht aan de nieuwe samenwer king met de universiteit, in het bijzonder ten aanzien van de basiswetenschappen, die voor de ontwikkeling van de psychiatrie de onontbeerlijke grondslag vor men. Wat de restauratie en moder nisering betreft, herinnert dr. Stotijn er aan. dat ..Endegeest" in 1946, na het einde van de tweede wereldoorlog in een de solate toestand verkeerde. „On danks «anvankelijke bezwaren sommigen wilden "'zelfs de af braak van het gehele complex is in die tijd besloten de restau ratie van Endegeest systema tisch ter hand te nemen. Met deze restauratie zijn zulke goede vorderingen gemaakt, dat over enkele jaren de periode van her stel als afgesloten kan worden beschouwd". Het tweede punt waarover de geneesheer-direc teur zich enthousiast toont be treft dé ontwikkeling van de medische dienst, die nu volledig is uitgebouwd, zodat alle nood zakelijke onderzoekingen in de Inrichting zelf kunnen worden verricht. „Endegeest" beschikt thans over een goed geoutilleerd en uitstekend geleid klinisch- chemisch, een biochemisch °n een neuropathologisch laborato rium, terwijl ook de Röntgen-af- deling aan alle redelijk te stellen eisen voldoet. Bijzonder veel aandacht wordt in de inrichting besteed aan de arbeidstherapie, creatieve the rapie en ontspanningstherapie, aan gymnastiek, sport, spel en zang. „Onze inrichting heeft een eigen polikliniek voor de nabe handeling van reeds ontslagen patiënten en ook de moderne vormen van partiële verpleging, uitsluitend dag en uitsluitend nachtverpleging. vinden hier toepassing". Van beslissende be tekenis voor de verdere ontwik- keling van „Endegeest" acht dr. Stotijn de uitbouw van de oude „voor en nazorgdienst" tot de afdeling geestelijke gezondheids zorg van de GG en GD, zoals deze is verwezenlijkt door zijn collega Caljé. „Hierdoor is een nauw con tact tot stand gekomen met vele instanties op het gebied van de geestelijke volksgezondheid, en kan aan de patiënt alle steun en begeleiding worden gegeven, die hij bij terugkeer naar de maatschappij nodig heeft". Ondanks alle verbeteringen, die tot stand zijn gekomen, heeft dr. Stotijn als geneesheer directeur nog een aantal wen sen voor de toekomst. Daartoe behoren een centrale werk plaats, een gebouw voor ambu lante behandeling en kortduren de observatie, een gebouw voor individuele verpleging en een nieuw zusterhuis. Dr. Galjé, die ook hoofd is van de geestelijke gezondheidszorg van de G.G. en G.D., legt in het gesprek de na druk op het streven de inrich ting maximaal te doen partici peren in de samenleving, waar door zij, en met haar de pa tiënten. uit haar isolement kan worden verlost. „Participatie betekent dat men als deel van een geheel zijn bijdrage levert en daardoor het geheel in stand houdt. Op deze wijze levert de psychiatrische inrichting haar bijdrage aan de geestelijke ge zondheidszorg". Onder geeste lijke gezondheidszorg verstaat dr. Caljé het geheel van voor zieningen en activiteiten, die gericht zyn op het verbeteren van de psychische gezondheids toestand in een bepaald bevol kingsagglomeraat. Zij heeft een curatief «genezend» en een pre ventief aspect. Een knelpunt in de geestelijke gezondheidszorg vormt de zorg voor de geestelijk gestoorde bejaarden. Volgens dr. Caljé is het sta tistisch bekend, dat één pro cent der bejaarden wegens psy chische stoornissen in een ver pleeghuis of psychiatrische in richting dient te 'worden opge nomen. Wegens de geringe ac commodatie is er een schreeu wend te kort aan verplegings- faciliteiten voor deze groep van patiënten .Het lukt zelden deze patiënten in een psychiatrische inrichting te doen opnemen. Hoewel „Endegeest" niet aan de volledige behoefte aan verple- gingsruimte kan voldoen er zijn 550 beddenis het toch mogelijk gebleken een vrij groot aantal van deze patiënten, voor wie verpleging noodzakelijk -vas, in de inrichting op te nemen. Uit de opname-statistiek van deze inrichting blijkt trouwens, dat tien tot vijftien procent van de opgenomen patiënten van „Endegeest" ouder is dan 17 jaar Wat de volwassen, niet-be- jaarde patiënten betreft, is het verheugend, dat door de enor me vooruitgang van de psy chiatrische behandelingsmetho den, met name de medicamen teuze behandeling en een inten sieve sociale voorbereiding van het ontslag, ongeveer negentig procent van deze categorie van patiënten binnen het half jaar uit de inrichting kan worden ontslagen. (In de jaren dertig bedroeg dit percentage nog geen twintig!) Vooral ook hier ligt volgens dr. Caljé aan de be handeling de gedachte ten grondslag, dat de psychische stoornis als een afwijking in het levenstraject moet worden op gevat. waarbij het doel van de psychiater moet zijn de zieke mens zo snel mogelijk weer op zijn levenstraject terug te lei den met een minimum aan me dische zorg. Wie ook maar enigszins met het leven in „Endegeest" ver trouwd is. zal moeten toegeven, dat door de toegenomen parti cipatie aan de samenleving en de sterke uitbreiding van de therapeutische mogelijkheden de psychiatrische inrichting van een in hoofdzaak door chro nische patiënten bewoond ver zorgingsinstituut het laatste de- cenninum is veranderd in een bruisend centrum van positief gerichte, actieve geestelijke ge zondheidszorg, waar ook de chronische patiënt zijn plaats vindt, zodat ook hij. zodra dat maar enigszins mogelijk is op weg geholpen kan worden naar verdere resocialisatie. Dat de hoge hekken van „En degeest". waarover Wolkers in zijn boek to cynisch schrijft, worden gesloopt (zie foto) kan als een symbool worden gezien van de vernieuwing. Van een afschrikwekkend „opberginsti- luut in het verre verleden is „Lndegeest" uitgegroeid tot een moderne, open inrichting, zij het met een kleine afgesloten afdeling, waar iedere patiënt met alle moge lijke psychiatrische zorg wordt omringd tot heil van zijn geestelijke gezondheid. (Foto LD Holvast». Geveilde percelen In het Venduhuis der notarissen werden de navolgende percelen ge veild: t.o.z». notaris W. F. Karstens te Leiden: Herengracht 104, uit de hand verkocht: Leliestraat 40 op f 5500.door dhr Kühn; Ten Kate- straat 7 9 op f 17.125,door dhr Paas: Willemstraat 2 2a op f 10.800 door dhr v. Schie; Koningstraat 7 op f 5.000— door P. v. d. Kley; Mag. Moonstraat 28 op f 6.800,door dhr Goddijn q.q.. Te Oegstgeest. Pr. Frederiklaan 13 op f 49.300,— door P. v. d. Drift q.q T.o.v. notaris F. K. Lagerwey te Leiden: Pasteurstraat 10 en 12 op f 10.301,— door dhr v. d. Star. (Van een deskundige medewerker) Ondanks de verbeterde weersomstandigheden was het beeld van de gisteren in Leiden gehouden veemarkt niet veel beter dan in de achter ons liggende weken. Het mond- en klauwzeer blijft zijn stempel drukken op aanvoeren en handel, in het bijzonder wel de exporthandel. De vooruitzichten zijn nog steeds verre van rooskleurig. J. W. H. ROTTEVEEL CONRECTOR VAN CHR. LYCEUM De heer J. W. H. Rotteveel (49), leraar handelswetenschappen aan het Chr. Lyceum te Leiden en het Gemeentelijk Lyceum te Delft, is be noemd tot conrector van het Chr. Lyceum Schubertlaan. Hij zal deze functie van 1 september af gaan uit oefenen. De heer Rotteveel kwam in sep tember 1945 voor korte tijd als in valler bij het Chr. Lyceum. Na be ëindiging van zijn militaire dienst tijd eind 1947 werd hij vast aan de school verbonden. Momenteel geeft de heer Rotteveel wekelijks 12 uren les aan de Kager- straat, 5 uur aan de Schubertlaan en 11 uur in Delft. Als conrector zal hij zich uitsluitend aan de school Schu bertlaan wijden. Wel blijft hij voorlopig als direc teur aan de handelsavondschool Kennis is Macht verbonden. deze afdeling was weer eens met een kleine aanvoer vertegenwoordigd. Ge zien de moeilijke handel in vette kal veren is de vraag naar mestkalveren uiterst gering. De handel in slacht- nuka's daarentegen deed het iets le vendiger. Notering: mestkalveren van f 70 tot f 90 en f 110, slachtnuka's van f 1,30 tot f 1,55 per kg levend gewicht. Wolvee. In tegenstelling tot voor gaande weken bestond ditmaal de aanvoer, die van geen betekenis kan worden genoemd, voornamelijk uit vette lammeren en enkele overjarige rammen. Deze handel, die grootdeels Gebruiksvee. Deze afdeling gaf een j de e,xport te„ heelt „-ü v/TaiL. als gevolg van de gesloten grenzen vrij normaal beeld te zien. Melk- en lenurslar eekreeen kalfkoeien gaven bij een rustige han- e' ernstige terugslag gelnegen. Toch zagen we gisteren meer kopers del weinig of geen verandering te Hq^ v«>ir NiAtTomm vprii*>n zien en handhaafden zich op de oude prijzen De handel is dan ook nog steeds voornamelijk aangewezen op de binnenlandse consumptie, die als gevolg van de propaganda voor het gebruik van varkensvlees en het sterk in prijs gedaalde kalfsvlees enige verschuivingen in het verbruik teweeg heeft gebracht. De aanvoeren van slachtrunderen en gebruiksvee waren voor de tijd van het jaar vrij normaal. Ook viel de stemming in de handel, ondanks alle pessimistische geluiden, gisteren nog wel mee. De totaal-aanvoer bedroeg 439 die- .<5 gouden verlovingsringen Haarlemmerstraat 181. Zeer grote keuze Op het graveren kunt U wachten en zonder kostenverhoging. ALTIJD VOORDELIG, 's Maandags gesloten. De handel in vare-kceien verliep echter maar matig. De dure prijzen voor magere koeien en de over het algemeen genomen iets kalmere han del in vette koeien deed de vraag ver minderen. Goede mestkoeien en beste magere kwaliteiten waren wel goed te plaatsen. Notering: melk- en kalf koeien van f 1000 tot f 1275 en f 1400. een enkel best dier tot plm. f 1500. Varekoeien van f 650 tot f 1000 en f 1350. Vette koeien. Ook deze afdeling gaf een vrij normale aanvoer te zien. Hoewel het goedkopere kalfsvlees de slachtingen van runderen iets heeft j afgeremd nam de vnaag aan het weekeinde toch weer iets toe. Gezien de omstandigheden verliep de handel nog vrij vlot en prijshoudend en heeft de openstelling van de veemarkt in 's-Hertogenbosch de prijzen hier tot dusver weinig beïnvloed. Naar ver houding was er een ruimer aantal betere kwaliteiten aangevoerd. No tering per kg geslacht gewicht: vette koeien van f 3,30 tot f 4.en f 4,40, enkele dieren boven notering tot f 4.50. Slachtstieren van f 3.90 tot I f 4,10 en f 4.40. Worstkoeien van f 3,- tot f 3,25 j Vette kalveren. Bij de kleine aan voer was ook de kooplust maar zeer matig waard<x>r de handel een flauw verloop had. Dankzij de iets betere I kwaliteiten, wisten de prijzen zich te handhaven. Notering per kg levend dan verleden week. Niettemin verliep de handel stug bij een flauwe stem ming en iets lagere prijzen. Als bijzonderheid kan worden ver meld, dat een ruim aantal van de aangevoerde dieren werden aange kocht om in te vriezen. Notering: vette lammeren van f 95 tot f 105 en f 115; goede rammen tot f 135. Varkens (buiten de markt). De handel in varkens, zowel voor de fokkerij als voor de slacht, is in de achter ons liggende weken sterk be- invloed geworden door het krappe aanbod. Factoren, die het krappe aanbod bewerkstelligden, waren om. de propaganda voor het gebruik van meer varkensvlees, de afname voor bevoorrading door conserven- en coöp. fabrieken, de invriezing en niet minder de grote aantallen varkens die naar de destructie-bedrijven gin gen. Als gevolg hiervan liepen de prijzen voor slacht varkens in de ach ter ons liggende week weer iets om hoog, doch was aan het weekeinde wel te merken dat bovengenoemde factoren begonnen af te nemen, waardoor de prijzen weer een dalende tendens vertoonden. Ook de handel in varkens voor fok- en mesterij had bij een goede vraag een vlot verloop bij zeker niet min dere prijzen. Voor zover vernomen, werden in de achter ons liggende week de volgende prijzen gemaakt. Drachtige zeugen van f 300 tot f 450. Schrammen van tot f 115. Biggen van f 55 tot gewicht: van f 2,50 tot f 2,80 en f 3.-. f70. Lichte slachtvarkens van f 2,20 Een enkel uitermate best dier werd tot f 2,25 per kg levend gewicht, verkocht tot f 3,50 per kg. j Magere slachtzeugen van f 1,60 tot Nuchtere- en mestkalveren. Ookf 1.70 per kg levend gewioht. Gistermiddag heeft prof. dr. P. J. Donker met een oratie in 't Groot Auditorium over ..Uro logische ervaringen'' het ambt van buitengewoon Leids hoog leraar in de urologie officieel aanvaard. Prof. Donker sprak niet slechts over enkele aspecten van zijn specialisme, doch tevens over de opleiding tot arts en spe cialist. in welke hij aanpassingen aan de eisen des tijds bepleitte. Na enkele inleidende opmerkingen over de ontwikkeling van de urolo gie in de laatste vijftig jaar en over de invloed die het instrumentele on derzoek hierop heeft gehad, kwam prof. Donker tot een omschrijving van het specialisme. Nadat was vastgesteld met welke organen de urologie zich in het bijzonder bezighoudt, werden naar aanleiding van 9400 onderzochte pa tiënten de voornaamste problemen besproken. In kwantitatief opzicht blijkt dan het steenlijden in de urinewegen de belangrijkste afwijking te zijn waar mee de urologie zich bezig moet houden. Spreker schetste in het kort de onderzoekingen, die van belang zijn voor de verklaring van het ont staan van nierstenen, maar moest daaraan de conclusie verbinden, dat hiermee nog in geen enkel opzicht het vraagstuk in zijn geheel was op gelost. Om de oplossing hiervan ver der te brengen moeten naast de che mische en biochemische research vooral ook de urinewegen zelf worden onderzocht. Met meer verfijnde on derzoekingsmethoden zullen ook de kleinste afwijkingen, die steenvor ming kunnen uitlokken, ontdekt kunnen worden. Ook het ontstaan van infecties in de urinewegen wordt in belangrijke mate bepaald d«x>r anatomische afwijkingen. Het slagen van een behandeling met che- motherapeutica en antibiotica wordt bepaald door de anatomische afwij kingen die de infecties onderhouden. De rol van de uroloog bij het diag- nostiseren en corrigeren van deze afwijkingen wordt geschetst. Nadat prof. Donker nog enkele gro te groepen van afwijkingen waar mee de urologie zich moet bezighou den <o.a. af vloedstoornissen en tu moren- m vogelvlucht had be handeld, gaf hij nog zyn mening over de opleiding van de arts en de urologisch spesialist. Een zo breed mogelijke basis is, ook voor de or gaan specialist. het fundament waarop hij zich moet ontwikkelen. Veel praktische ervaring in de da gelijks voorkomende problematiek en bovendien veel theoretische kennis moeten in de opleidingstyd worden opgedaan. De nieuwbenoemde hoog leraar acht het wenselijk dat een examen de specialistenopleiding be sluit. Na de oratie, die met de ge bruikelijke toespraken werd beslo ten. recipieerde prof. Donker in de ontvangstzaal van de Academie. Prof. dr. P. J. Donker (links) wordt gelukgewenst door prof dr. Vink.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 3