elefoon voor de dode 'C Wijziging vakantie rijksscholen vhmo PEWAN Nv TWEE JAAR VOOR KRAKERS WOENSDAG 26 JANUARI 1966 PAGINA 15 \fGcpyright Victor QcXlancz Ltd 1961) „Laten we aannemen, wat nog he- maal niet bewezen is: dat er ver- md bestaat tussen de moord op tnnan en de moordaanslag op )flev Welke omstandigheden ver- ouden Smiley met Fennan vóór gnnans dood? L Voor de ondervraging op maan- 2 januari had ik Fennan nog ooit ontmoet. Ik had zijn dossier p de Dienst gelezen en liet bepaalde (lichtingen inwinnen. 2. Op 2 januari ging ik alleen per ijü naar buitenlandse zaken. Het unisterie regelde het verhoor, maar wist niet, ik herhaal: niet, tevo- i wie het zou afnemen. Fennan as derhalve tevoren niet op de uogte van mijn identiteit, noch ie- and anders buiten de Dienst. fS. Het verhoor viel in twee delen iteen; het eerste op B.Z., toen er irtdurend mensen door de kamer helemaal geen notitie ons namen, het tweede buiten, iedereen ons gezien kan heb- [Wat volgde er? Niets, tenzij Smiley kon zich Fennan in deze i goed voorstellen wispeltu- maar toch ernstig. Hij had zon- enige twijfel zyn vrienden de -arlng gebracht van echt lijden, veteraan onder cadetten. Zijn ou- waren overleden zijn vader bankiei geweest en zo vooruit zend een bankrekening in Zwitser- te hebben. Er was niet veel ge- Sest, maar genoeg om hem door Txïord heen te helpen en hem te tscherm«n tegen koude en armoe- Smlley herinnerde zich dat gesprek i |et Fennan heel goed: het was er In geweest uit vele, maar toch an tra Anders ook door de taal. Fen- articuleerde sterk, sprak snel en „Hun grootste dag", had hij was toen de mijnwerkers amen. Zij kwamen van de Rhondda, weet de kameraden was het >f de geest der Vrijheid met hen de heuvels was afgedaald. Het een hongermars. Het scheen niet tot de Groep door te drin- dat de demonstranten werkelijk r konden hebben, maar ik wel op dat idee. We huurden vrachtwagen en de meisjes :ten stamppot bij bergen. Het kregen we goedkoop van een ipathiserende slager op de markt, reden ze met de vrachtauto te- Loet Ze verorberden de stamppot trokken verder. Eigenlijk mochten niet zo erg, weet u, ze frtrouwder ons niet". Hij lachte, eren zo klein dat herinner het beste klein en donker kabouters. We hoppten dat ze iden zingen, en ze deden het. Maar voor zich zelf. Dat as de eerste keer dat ik mensen ^Ik begon er myn eigen ras beter te begrijpen, denk ik ik ben ja jood, weet u". Smilev had geknikt. '^Ze wisten niet wat te doen toen mijnwerkers vertrokken waren, fat doe je wanneer een droom wer- HJkheici is geworden? Ze beseften de Partij zioh niet erg intellectuelen bekommerde. Ik dat de meesten zich verachte- voelden en zich schaamden. Zich den over hun bedden en hun hun volle buiken en hun verhandelingen. Zich mden over hun talenten en In humor. Ze vertelden altijd maar hoe Keir ardie zichzelf steno geleerd had et ten stuk krijt op de koolwand tm cie mijn. Ze schaamden zioh om- t zij potloden en papier hadden, rt aar het heeft geen zin al die din- ol (en zo maar weg te gooien, ze af iw Je Positie* Nederlandse i/Ofln schepen 3T Y X X XX te schaffen. Tot die conclusie kwam ik tenslotte. Daarom ging ik uit de Partij denk ik". Smiley wilde hem vragen hoe Fen nan zelf zich had gevoeld, maar Fennan sprak alweer. Hij had niets met hen gemeen, dat was hij gaan beseffen. Het waren geen mannen, maar kinderen, die droomden van „morgen is de wereld één", die op witgcKuifde golven over de Golf van Eiscaje voeren of met kinderlijk ge noegen bier kochten voor hongerlij dende kabouters in Wales: kinderen die niet de kracht bezaten weerstand te bieden aan het licht uit het oos ten en gehoorzaam hun verwarde hoofden erheen wendden. Ze hielden van elkaar en dachten dat ze van de mensheid hielden, ze bevochten c.kaar en geloofden dat ze de wereld bevochten. Ja. dat was de enige mogelijke conclusie: tenzij degene die hen sa men zag niet alleen Fennan, maar ook Smiley herkende en heftig ge kant was tegen hun relatie. Waarom? Ik welk opzicht was Smiley gevaarlijk? Plotseling vielen de schellen hem van de ogen. Na tuurlijk in één opzicht .uitsluitend in één opzicht als ambtenaar van de inlichtingendienst. Hij legde zijn potlood neer. En dus wilde degene, die Sam Fernan had vermoord, voorkomen dat hy zou praten met een ambte naar van de inlichtingendienst. Ie mand van buitenlandse zaken mis schien. Maar in de eerste plaats ie mand die Smiley ook kende. Iemand die Fennan in Oxford had gekend, iemand van wie Fennan geweten had dat hij communist was en dacht dat Fennan zou praten, misschien al gepraat had. En als hy al gepraat had, dan moest Smiley natuurlijk ook uit de weg geruimd worden en vlug, voor hij zijn rapport kon indienen. (Wordt vervolgd» De vakanties van de rijksscholen voor voorbereidend hoger en middel baar onderwijs zijn blijkens een Ko ninklijk besluit gewijzigd. Deze wijziging legt de reeds in fe bruari 19S5 aangekondigde en reeds by de zomervakantie 1965 voor helft verwerkelijkte verschuiving van deze vakantie voor deze rijks scholen vast Met ingang van 1966 zullen Ue zomervakanties de hele maand juli en een gedeelte van i gustus omvatten. Hierdoor zullen de schriftelijke mondelinge eindexamens ook w den vervroegd. Wat bezwaren kan meebrengen als de paasvakantie laat valt. Om deze bezwaren te on dervangen is de volgende regeling getroffen: als pasen voor of op 9 april valt. is de eerste vakantiedag donderdag voor Pasen en de laat ste vakantiedag maandag na de tweede paasdag. Als Pasen na 9 april valt, is de eerste vakantiedag de j tweede vrijdag voor pasen en de laatste vakantiedag dinsdag na pa sen. De paasvakantie kan dus nooit na 16 april beginnen. De vervroeging van de zomerva kantie heeft tevens tot gevolg dat de periode van de zomervakantie tot kerstmis langer is geworden. De herfstvakantie, die tot nu toe drie dagen duurde, wordt daarom nu op een week gesteld, en wel de week waarin 1 november valt. Deze regeling is alleen wettelijk verbindend voor de rijksscholen voor voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs. AUTOMOBIELBEDRIJF HOUTWEG 7-8 DEN HAAG (bij 't Malieveld) TEL. 18.21.43 In Haagse Parkstraat (Van onze Haagse correspondent) De drie brandkastkrakers, die in de nacht van 24 op 25 april van het vorig jaar de kluis van een bankin stelling aan de Parkstraat in Den Haag hebben willen opblazen, zyn gistermorgen door de Haagse recht bank veroordeeld tot gevangenis straffen van twee jaar met aftrek van het voorarrest. De mannen, een 39-jarige koopman uit Den Haag, een 46-jarige Zuid- afrikaanse kunsthandelaar en een 45-jarige Engelse vertegenwoordiger, alle drie internationaal bekend als brandkastkrakers. hadden het voor zien op de kluis van de N.V. Holland se Commissie- en Handelsbank aan de Parkstraat. Zij hadden genoeg springstof bij zich om de gehele bank in de lucht te laten vliegen. De kraak mislukte evenwel door de oplettendheid van een Haagse dame, die elke avond in de Parkstraat haar hondje uitliet en die de politie waarschuwde, dat er een aantal verdachte figuren met tassen en een koevoet het poortje naast de bank was binnengegaan. De politie zag kans de Zuidafrikaan en de Engelsman direct te pakken. De Haagse koopman werd later gearres teerd. Voor de rechtbank vertelden de mannen, dat zij de kraak niet zouden hebben uitgevoerd. Wy waren bang en wilden juist weer weggaan toen de politie er aan kwam, aldus hun ver klaringen. De rechtbank heeft even wel dit verweer niet geaccepteerd. De officier van Justitie eiste twee weken geleden tegen de Haagse koop man, die hij als de hoofddader be schouwt, drie jaar gevangenisstraf en tegen de anderen gevangenisstraffen van tweeeneen half jaar. De recht bank verklaarde verder de dagvaar ding tegen de vierde man in het kom- plot, een 36-jarige Haagse monteur, nietig. De monteur hoorde veertien dagen geleden een jaar gevangenis straf tegen zich eisen. P 4.NDA EN DE GRUBBEL 8736. Slork de Sloper volgde de verrichtingen van de Grubbel met grote belangstelling „Een vlug jochie!" merkte hij tenslotte op. Met een mooie aan leg voor het vak, echt een werkertje waar aardigheid aan is. Hij kan bij mij zó op jaarbasis in dienst met alle verzekeringen en vakanties tiptop geregeld; en ik wil er nog wel meer van dat slag hebben. Want weet je, de hele zorg van ons vak is tegenwoordig, dat we de wrakken niet net en vlug kunnen slopen als ze worden aangevoerd. Maar met een paar van zulke knulletjes zou ik het klaar kunnen spelen. Een mooie toekomst voor zo'n jonge jongen. „Neen, neen mijn beste, geen woord meer!" protesteerde Joris Goedbloed. „Uw bedoelingen zullen wel loffelijk zijn, maar als pro gressief opvoedkundige moet ik u hier een halt toeroepen. Hebt ge niet zojuist gehoord, dat dit schepseltje een wilde is? Welnu dan wat is de taak van ons, progressieven. ten aanzien van de wilden. Voorzeker niet hun leren slopen, mijn loaarde Slork! Neen, neen, wat zij behoeven zijn nette kleding, warme melk, schoentjes en op bouwend onderwijs!" De Sloper haalde de schouders op en zei, terwijl hij zich ver wijderde: .Je mag er nog altijd op terugkomen Dat leek echter niet waarschijnlijkwant reeds had Joris de kleine Grubbel in een nogal pijnlijke bezittersgreep gepakt. „Ik begrijp jou niet", zei Panda; „eerst was je bang voor hem, en toen wilde je hem graag kwijt, en nu wil je hem weer bij je hou den .Maar natuurlijk"riep Joris uit; „Ik voel dat het mijn plicht is dit achtergebleven schepseltje liéfde te schenken RECHTER TIE EN HET SPOOK VAN DE TEMPEL 10. Rechter Tie haalt het ebbenhouten doosje uit zijn mouw en laat het aan de antiquair zien. Kunt u me zeggen waar u dit doosje gevonden hebt? Ik weet altijd graag, waar de antiquiteiten die ik koop vandaan komen, ziet u". De oude heer bekijkt het doosje eens. „Tja", zegt hij, „dat heb ik al een tijdje geleden ge kocht. Maar van wie ook weer jvacht u even, ik zal mijn klapper opslaan". Hij verdwijnt in de donkere gang achterin zijn winkel. Tsjiao Tai zegt teleurgesteld: „Die ouwe vent leek helemaal niet verbaasd of geschrokken toen u hem die vraag stelde!" Ssst zegt de rechter, „daar komt hij weer aan!" De antiquair slaat een dikke klapper op de toonbank open. Terwijl hij erin bladert, mom pelt hij: „Iemand heeft dat doosje hier gebracht, of is het van een veiling Opeens égt hij zijn vinger op een passage. ,Jla, daar heb ik het! Natuurlijk, nu herinner ik me het precies. Dat doosje zat in een mand met ouwe rommel, een paar vaasjes, twee tinnen kandelaars de een wat stuk, maar goed oud werk. Ja, ja. die mand iverd hier gebracht op de elfde dag van de tiende maand verleden jaar. het jaar van de Draak. Door die armoedzaaier, de schilder Lie Ko, uit de steeg hierachter" DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMET JE FOK 428. „Kaart? Welke kaart bedoel je?" vroeg Bram onnozel. „Doe maar niet, alsof je er niets van weet", snauwde Galgenaas. „Ik bedoel de kaart van de baronesen als je die niet gauw geeft dan Met een beweging van het pistool maakte hij zijn zin af. Voor Bram was het een moeilijk geval. Er bestond geen twijfel aan. dat Galgenaas tot wanhopige dingen in staat was, als hij zijn zin niet kreeg. Maar aan de andere kant voelde Bram er niets voor om zomaar de kaart te geven aan de man, die geen loods, maar een schurk bleek te zijn. Het toeval kwam hem te hulp. Karo was zeer boos geworden door de woorden van Galgenaas en hij blies dreigend, alsof hij op het punt stond aan te vallen. Even maar wendde Galgenaas zich terzijde om Karo met het pistool te bedreigen maar dat moment was voor Bram voldoende om Tutu, die in de mast zat, met een knipoog en een handgebaar een seintje te geven. De papegaai begreep dadelijk, wat slimme Bram van hem ver langde. Hoe sterk Tutu ook was, aanvallen kon h\j niet want dat zou zijn vrienden in gevaar brengen. Maar er was wel iets anders wat hij kon doen om te zorgen, dat Galgenaas de kaart niet in handen zou krijgen Zeesleepvaart

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1966 | | pagina 13