eer merken gaan over voorwielaandrijving op Japanse aanval op de automarkt in Europa Amerika schakelt over van B52/58 op TFX KWALITEITSSIGAAR IN MODERNE INTERIEURVERPAKKING WDANKS FERVENTE TEGENSTANDERS echtere positie De nieuwe Riley Taunus en Fiat zijn in opmars Ben Pon leider Het begin is er. Vernieuwing bij luchtmacht van de Verenigde Staten LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 9 DECEMBER 1965 VIJFDE BLAD Advertentie* L Van wegen. wagens, wielen en wut - er - :o - bi} - Uomt Jen van de technische tendenzen van het autojaar 1966 is de groting van het aantal personenwagens met voorwielaandrij- de oudste methode van aandrijving in de automobielhistorie it het eerste zelfvoortbewegende voertuig, de stoomwagen Cugnot (1770), had ze ook. Jeer dan een eeuw later, in 1885, kwam de Dion Bouton met een op j }oorwielen aangedreven stoomwagen uit, maar deze werd bestuurd l^de achterwielen, hetgeen een grote stuurmanskunst vereiste, met de lage snelheden uit die tijd blijkbaar geen onoverkomelijk vaar was. f gen het begin van de vorige eeuw introduceerde Latil een automo- "\e zowel voorwielaandrijving als voorwiélbesturing had, maar het hoofdzakelijk experimenten in deze beginperiode. nadelen heeft tenzij het nadeel van de verdeling van het interieur Jn twee helften door de cardantun- nel willen we ons nu eens verdie pen in de voor- en nadelen van de andere systemen. Beide hebben het voordeel, dat door een verlaagde bouw als gevolg van de eliminatie van de cardan- tunnel. net zwaartepunt van de wa gen kan worden verlaagd, hetgeen de stabiliteit ten goede komt. De motor achterin heeft het voord eel, dat de machine minder kwetsbaar is bij botsingen. Bij frontale aanrijdingen, die doorgaans ernstiger en frequenter zijn en meestal bij hogere snelheden ge schieden dan bij botsingen van ach teren cp, kunnen de reparatiekosten van een auto met „alles voorin" dik wijls een veelvoud bedragen van die met „alles achterin". Het grote verschil is echter, dat de wagen met voonvielaandryving wordt „getrokken" en de ander wordt „geduwd", een onderscheid, dat zich vooral in de bochten doet gelden. In het bochtenwerk toont de voor- wielaangedreven wagen zich superi eur tegenover zijn tegenhanger. Bij de voorwielaandrijving richt de kracnt van de motor zich steeds in de richting van de wielen en de rest van de wagen volgt dan vanzelf. Bij een achterin geplaatste mo tor heeft de duwkracht de neiging de richting van het front te volgen en minder de stand van de wielen. Daardoor vertoont de wagen met motor achterin eerder slipneigingen dan omgekeerd. na de eerste wereldoorlog ver- de voorwielaandrijving zich een hechtere positie. In Frankrijk o.a. Chenord, Georges Irat en icn, in Duitsland door Adler en V, in Amerika door Cord, in door Lancia en in Engeland L Morgan, meest bekende Europese voor- •s: van de voorwielaandrijving echter wel DKW (sinds 1928) tttroën (sinds 1934), die dit sy- B tot op de huidige dag trouw gebleven grote hausse in de voorwiel- edreven wagens dateert ech- van de laatste vijf jaar en nu men te kust en te keur gaan l sn groot aantal merken, die alles hebben: alle Auto-Union en modellen, de hele Citroën-stal. de kleinse 2 CV tot de grootste s «ID 20), de Saab- en Wart- typen, Panhard en Trabant, ede de Lancia's Fulvia en Flavia. Grote invloed fjui beslissende invloed op een :re verbeiding van de voorwiel- rjjving is de BMC-directeur Issigonis geweest, die het type dwarsgeplaatste motor deed even en in diverse landen navol- vond. kennen nu al de BMC 850, en 1800 met deze transversale r en aangedreven voorwielen t diverse merknamen. Austin laat zich door overlangse rib- Zijwind alle drie uitvoeringen en Mor- MG, Riley, Wolseley en Vanden nebben er één of twee. Triumph 1300 is een ander En- sierk, dat ook tot voorwielaan- ing overgaat. In Frankrijk heb- bjjna alle autofabrikanten al een met voorwielaandrijving, want lvc Citroen en Panhard, heeft er de Renault R 4 en 16 en de [eot 204 en omtrent Simca lopen lardnekkige geruchten, dat ook fabriek binnen afzienbare tijd een nieuw type Simca 1100 tot .traction avant" en de dwarsge- tste motor overgaat, rder hebben we dan op Euro gebied nog de Autobianchi Pri- en de Ford Taunus 12M. De Staten brengen voor het eerst een kleine dertig jaar weer een Wielaangedreven type uit in de van Oldsmobile Tornado. Waarom t&rom is men np op zo grote al afgestapt van de conventio- methoae met de motor voorin en landrijving op de achterwielen? houdt verband met de massa- btrisering, die om kleine wea- met veel ruimte vroeg. Daar- moest o.a. de cardantunnel als ikel in het passagierscomparti- verdwijnen. kon door „alles achterin" of voorin" te brengen. Belang- vertegenwoord igers van de categorie zijn o.a. de Volks lens, de Simca 1000, de Renault phine de NSU-Prinz, de BMW en de Fiats 500 en 600. Zelfs ika, waar het ruimteprobleem zo'n grote rol speelt, leverde de Chevrolet Corvair met alles Mn. praktijk heeft wel bewezen, er in alle drie categorieën (vol de conventionele methode, met motor en de aandrijving achter met de motor en aandrijving goed bruikbare automobielen den gemaakt. Voor- en nadelen bels in het wegdek minder gauw uit de rechte koers brengen en ligt ste viger op de weg bij een horizontaal glad wegdek. Cm het doorslaan van de wielen te voorkomen is een sterke belasting op d® aandrijvende wielen gewenst. Op een vlakke weg wordt deze druk in beide gevallen door het gewicht van de motor veroorzaakt. Bij het beklimmen van steile hellingen vooral als deze beijzeld zijn, of glad door sneeuw of modder, komt de wa gen met voorwielaandrijving in on gunstiger positie. Het gewicht van de motor drukt in dat geval op een punt achter de voorwielen, met het gevolg, dat de voorwielen minder vat op de weg hebben en gaan door draaien. De kofferruime is daarentegen weer in het voordeel van de wagen met voorwielaandrijving. In dit ge val kan de kofferruimte even groot zijn als bij de conventionele con structie, omdat de motor in beide gevallen voorin zit. Kofferraimte Bij de auto's met staartmotor moet de kofferruimte noodgedwongen naar voren worden geplaatst. Aan deze ruimte moet echter altijd worden geknibbeld door de eisen van de stroomlijn, die een zo laag moge lijk front en een naar voren aflopen de kap verlangen. De voorwielaandrijving vraagt voorts een gecompliceerder en daar door duurdere constructie, omdat de voorwielen niet alleen bestuurd, maar ook moeten worden aangedre- dreren. We hebben hiermee enkele voor- en nadelen van beide nieuwe syste men aangestipt. Aan welke van de twee men de voorkeur geeft, hangt dus af van diverse factoren. Of men de wagen veel in geacci denteerd terrein of op de vlakke weg gebruikt, of men veel op kronkelpa den of meestal op de autoweg rijdt, of men doorgaans veel of weinig ba gage vervoert, en of men een felle of bedaarde rijder is. Beide systemen hebben verknoch te aanhangers, maar ook fervente tegenstanders! Blijkens de RAI-verkoopstatistiek voor nieuwe personenwagens (gebaseerd op de afgifte van kentekenbewijzen) zijn het vooral Ford-Duitsland met zijn Taunussen en Fiat met haar grote keus, die een groter marktaandeel hebben veroverd over de eerste negen maanden van 1965 in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar. De verkopen van de Duitse Fords stegen van 18.000 tot 25.000 en van Fiat van 17.000 tot 21.000. Daarnaast valt de verkoopstijging van NSU op. Voorts waren er bij de 15 meest verkochte merken nog slechte Simca en Austin, die met een groter marktaandeel gingen strijken. De andere tien verloren alle iets van hun terrein, zij het dat het aantal verkochte auto's in het algemeen steeg. Slechts Renault en BMW zagen ook het aatal verkochte auto's dalen in een opgaande markt. Bovenaan staat nog altijd Volkswagen met Ford-Duitsland nu als tweede, die Opel naar de derde plaats verwees met echter een miniem verschil van nog geen honderd auto's. En het is de vraag of de Duitse General Motor- en Forddochter voor het einde van het jaar niet nog eens van plaats verwisselen. De Engelse Fords verdrongen DAF van de zesde naar de zevende plaats. Het van de 15e plaats naar boven schietende NSU-merk nestelde zioh ten koste van Vauxhall op de tiende plaats. BMW, voorheen op de elfde plaats, moet zich thans met de veertiende plaats tevreden stellen. Het laatste kwartaal met zijn sterk gestegen verkoopcijfers als gevolg van de per 1 januari ingaande belastingverhoging op auto's kan echter nog heel wat wijzigingen in de rangorde der merken brengen. 1965 1964 1. Volkswagen 28.765 13.9 (1) 27.398 15.0 2. Ford-Duitsland 25.094 12.2 (3) 17.886 9.0 25.005 12.1 (2) 24.469 13.4 4. Fiat 21.118 10.2 (4) 16.764 9.2 5. Renault 11.885 5.8 (5) 12.053 6.6 6. Ford-Engeland 11.497 5.6 (7) 10.544 5.8 7. DAF 11.270 55 (6) 10.758 5.9 10.903 5.3 (8) 9.042 4.9 4.3 (9) 8.767 4.8 10. NSU 6.346 3.1 (15) 3.300 1.8 11. Vauxhall 5.127 2.5 (10) 4.588 2.5 4.366 2.1 (12) 3.847 2.1 4.256 2.1 (13) 3.706 2.0 14. BMW 3.970 1.9 (11) 4.257 2.3 15. MercedesBenz 3.651 1.8 (14) 3.425 15 Racing Team Holland Voor de tweede maal in zijn 2- jarig bestaan wordt de samenstel ling van het Racing Team Holland gewijzigd. De belangrijkste ingreep nu is dat de leiding van het team overgenomen zal worden door de grand to urismo-coureur Ben Pon en dat Rob Slotemaker, die naast zijn anti-slipschool nog tijd kon vinden voor het racen, het team verlaat. De volgende week zal het racing team Holland een plan voor het komende seizoen opstellen. Vaststaat dat het team het komen de seizoen zal uitkomen met 2 gloed nieuwe 6-cilinder Porsches. Men denkt verder aan het pousseren van jonge rijders, waaronder de talent volle Gijs van Lennep, nu reeds on verslaanbaar in de formule vee klasse, zijn broer David van Len nep en de jeugdige Wim Loos, een van Slotem akers' instructeurs. Het is niet zeker dat Ben Pon zelf ook nog met de nieuwe Porsches de Nederlandse kleuren zal verdedigen. Dit is de Riley Kestrel, die gelijk met de Wolseley Wasp op de Neder landse automarkt is verschenen. Twee nieuwe wagens van oude mer ken. Het is echter duidelijk te zien, dat deze merken ook een plaatsje hebben gevonden in de British Motor Corporation. Want uiterlijk is er niet zo bar veel verschil te zien met de andere produkten in de befaamde Britse 1100-serie. In de Wolseley treft men een wat luxueuze afwerking aan en de wat „stijve" grille met het traditionele verlichte Wolseley-em- bleem erin. terwijl de Riley ook een andere grille (zie foto) heeft en vrijwel altijd een toerenteller als standaard uitvoering. Al te exclusief kunnen wagens niet meer zijn of ze worden te duur. Maar om de beperk te kring klanten, die toch „iets anders" willen hebben te kunnen voldoen worden auto's als deze Wolseley's en Biley's gebouwd. Men betaalt er meer voor (bijna tien mille), maar men rijdt toch in een auto met een in diverse details Een snufjedat in Frank fort is ontwikkeld. Een autoföhn welke op de accu kan worden aangesloten. Niet alleen gemak kelijk voor het ontdooien van be vroren ruiten, maar ook voor het drogen van haar eigen cachet. Daarnaast is de wagen iets sneller dan de „gewone" 1100, en bovendien wat eigenlijk belang rijker is veel feller. Tijdens de kennismaking in een van de restaurants op de Scheveningse pier hebben wy een kort ritje kunnen maken met de Riley Kestrel. Een zeer plezierig ritje ondanks de bar slechte weersomstandigheden. Een sterke (55 pk by 5500 toeren), pittige, maar toch rustige wagen met alle (prettige) eigenschappen van de normale 1100, maar juist dat tikje meer luxe, dat de wagen een apart tintje geeft. Overigens, toch ook weer niet zo apart, dat de wagen niet zou delen in de algemene kooproes van het moment. Importeur Dirk van der Mark N.V. had voor de persintro ductie minder wagens beschikbaar dan hy had gedacht. De fabriek kon de vraag niet byhouden Er zijn nog maar weinig Europese automobiel fabrikanten, die de Japanse penetratie op het contingent als een dreigend gevaar beschouwen, maar wat niet is kan komen. In 1945 zag de commandant van het Engelse bezettingsleger ook geen belang in de ruïnes van de Volkswagenfabriek, maar nog geen dozijn jaar later staken alle Engelse fabrikanten de hoofden bijeen om maatregelen te beramen om de kolos uit Wolfsburg met succes te kunnen beconcurreren. Het zyn nog maar zwakke voor hoedegevechten, die de Japanners thans op automobielgebied in Euro pa leveren. Schuchtere verkenningen met het doel de Europese markt af te tasten, maar stapje voor stapje gaat deze actie voort. Ons land is er ten nauwste by be trokken. De Isuzu en de Toyota kry- gen reeds vaste voet op Nederlandse bodem, zij het nog maar met een uiterst bescheiden marktaandeel. Pogingen van Prince Motors om met de Nippon ook een Hollands graantje mee te pikken, mislukten. Als derde vertegenwoordiger dien de zich onlangs Hino aan, die de De Verenigde Staten zyn van pLan hun vloot van 680 lange-afstands- bommenwerpers tot ongeveer 250 vliegtuigen terug te brengen, dus on geveer een derde van de huidige sterkte. Woordvoerders hebben te verstaan gegeven dat deze inkrim ping tegen 1971 voltooid zal zyn. Tegeiykertyd verklaarden de woordvoerders dat ook de Ameri kaanse luchtverdediging tegen het gevaar van Russische bommenwer pers minder intensief zal worden. De inlichtingen, die het Ameri kaanse Congres heeft gekregen in verband met het plan van minister van Defensie Robert. S. Mc Nam ar a om nog 149 militaire bases te ont ruimen, wees al in de richting van een vermindering van het aantal bommenwerpers en ae luchtverdedi ging. Het Pentagon (ministerie van De fensie zou van plan zyn na 1971 een vloot van bommenwerpers in stand te houden van ongeveer 250 B-52-g en B-52-n toestellen. Dit zyn de nieuwste versies van de B-52. zy hebben een grote actieradius en krachtiger motoren dan vroegere modellen. Van de 680 lange-afstands- bommenwerpers, die Amerika op het ogenblik heeft, zyn er ongeveer 600 B-52's en ongeveer 80 supersonische B 58's. De beslissing om de B-52's en de B-58's in de komende vyf a zes jaar af te schaffen kan wellicht in ver band worden gebracht met plannen, die de Amerikaanse regering zou hebben een verbeterde bommen werper voor te stellen, een versie van het veelomstreden TFX-vlieg tuig. Het is bekend dat vooraanstaande ambtenaren op het ministerie van Defensie hebben overwogen een ge wijzigd model te bestellen van de TFX, die nu voornameiyk als jacht vliegtuig is ontworpen, en er een bommenwerper van te maken die zwaarder en langer zou zyn dan het jachtvliegtuig. Dit wordt gezien als een compro mis op het voorstel van de lucht macht om een geheel nieuw verbe terd bemand strategisch vliegtuig te bouwen dat naar schatting 10 mil joen dollar zou kosten. Conté; sa 1300 in de lage landen in troduceerde. zy is teveps de eerste fabriek, die in Europa niet alleen vrachtwagens gaat verkopen, maar ook assembleren met Vlisslngen als centrum voor de Europese montage en verkoop. De nieuwe fabriek, die daar ter waarde van f 2 miljoen wordt ge bouwd, krijgt in de toekomst een eigen kade, waar de zeeschepen uit Japan kunnen aanleggen. In maart as. hoopt men reeds met de mon tage van vrachtwagens te kunnen beginnen en na een aanloopperiode van een jaar volgen ook personen wagens. Honda Als vierde Japanse merk kun nen we begin Januari de Hon da- sport wagen verwachten. Het is nog geenszins zo, dat we in de nabye toekomst de Nederlanders in de rj) zullen zien staan voor een Japanse auto. Daarvoor zyn de pryzen, in vergelijking met de Europese wagen» nog aan te stevige kant. maar men dient voor deze ontwikkeling toch niet de ogen te sluiten. Achter dit Japanse streven staat namelijk een krachtig industrieel potentieel, dat niet alleen over rui me middelen, maar ook over een groot aantal werkkrachten be schikt Het is nog niet zo heel lang ge leden, dat de Japanse automobiel fabrieken, biy waren enkele Europe se personenwagens te mogen assem bleren, zoals Hillman en de Renault Twintig jaar geleden werd er nog geen enkele Japanse personenwa gen uitgevoerd. Nu loopt de export reeds ln de honderdduizenden en er is een jaariykse toeneming van ca. 50 pet. te constateren. Ook in de kwaliteit van de Ja panse produkten is een radicale om mekeer gekomen. Voor de oorlog werd de Europese markt overstroomd met Japanse prullaria. Thans staat deze export onder scherpe kwaliteits controle. Ook de Japanse auto's maken constructief een degelyke indruk en men schroomt niet om Italiaanse grootmeesters in de koetswerkbouw aan te trekken om de Japanse car rosserie een welgevallige iyn te geven. Het ziet er naar uit, dat ook de auto.noblelzon aan het rijzen is in het land van de Rijzende Zon en of de Japanse wagens nog lang in de schaduw van de Europese die nen te staan, zal de toekomst moe ten openbaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 15