MNAOS, spookstad aan
de Rio Negro
In de
Rubber-Opera
i trrrr
EDERE STAD ter wereld heeftuaar ze ook gelegen is
haar eigen sfeer, stijl, karakter en persoonlijkheid. Maar
tan alle steden die ik zag in mijn leven kan ik me er
l één herinneren die ik, ondanks het feit dat het een
(i ale stad leek, zo vreemd, zo griezelig zo sp o o k-
htig en op bepaalde momenten zelfs angstaanjagend
vond als Manaos aan de Rio Negro. En dat werkelijk niet
alleen omdat het een stad midden in het oerbos is; niet om
dat ze aan alle kanten door de jungle is ingesloten. Alleen
om haar historie; precies gezegd, haar historie tussen 1890
en 1920.
Om die 30 jaren gaat het. Maar dat naren dan ook jaren!
borracha, de rubber-koningen, on
geduldig op hun terugkeer wacht-
Omdat er niet voldoende seringueiros
waren, dwong men de Indianen even
eens tot dit hen vreemde en> niet liggen
de werk Als ze weigerden betekend-i
het hun dood. Hun- aantal werd in die
jaren gedecimeerd. Wie de kans kreeg
vluchtte dieper de jungle in, ver van
de rivieren, ver van de vervloekte
blanken die hen tot rubber-slaven wil
den degraderen.
De verhalen uit die tijd, zich afspe
lend in het schemer-duister van de wil
dernis, zijn verschrikkelijk, en men
kan maar beter vergeten wat er toen,
in die dagen, aan de Indianen is mis
daan. Ze stelden zich te weer, vochten
scms terug, met blaaspijpen en door cu
rare vergiftigde pijlen. Behalve veel
rubber, waren er in die tijd ook veel
..shrinked heads", de tot een vuist
grootte ingekrompen hoofden van cabo
clos die in de handen der Indianen wa
ren gevallen, en die de bloedige tol be
taalden voor de gezamenlijk bedreven
misdaden aan het Indianen-volk.
Dertiq jaren
tl A-NA OS is de hoofdstad van dc staat Amazonas, gelegen op de
linkeroever van de Rio Negro, slechts 16 kilometer van de plaats
waar deze rivier wordt opgenomen door de Amazone. De zwarte
negro en de bruine Amazone vinden elkaar daar, om samen de dui
den kilometers in de richting van de Atlantische Oceaan te vcrvol-
HLang geleden heette de plaats Barra do Rio Negro, „mond"' van de
J Negro. Nóg verder terug in de geschiedenis zochten de Spaanse
istadores hier in de buurt het legendarische El Dorado, het Goud
Sommigen zoeken er nóg steeds naar. Met tot dusver hetzelfde
lieve resultaat.
|EN VLIEGBOOT van de Cruize-
ro do Sul, een Catalina. bracht me
io twee uur van Téfé naar
l Op het vliegveld wees de
5|iometer 38 graden Celsius aan. In
igen daarna hoorde ik flarden.
;ken van de historie van die
dat wil zeggen over die fabuleuze,
:ische dertig jaren. Een tegelijk
itische én groteske historie,
jaren vóór 1890, alle eeuwen,
niets bijzonders met Manaos,
oe het toen ook heette, aan de hand.
'was alleen maar een stille, niet bij-
Ter belangrijke havenstad aan een
I rivier» die men moest passeren,
j men zich de bovenstroomse
de Rio Solimoes, op be
">tdat plotseling de Fortuin neer-
de op die stad. Totdat het wonder,
(iroot Mirakel daar plaatsvond
Jat, zo zou men het óók kunnen
en. het noodlot zich meester
van Manaos.
nazonas bezat, sinds de dagen dei
pping, rubberbomen. Miljoenen en
lenen exemplaren. De Hevea Bra-
isis had echter geen, of nauwelijks,
fde. De kleverige vloeistuf die hij
dft, de latex, weid door de bevol-
gebruikt om haar bootjes, haar ka-
waterdicht te maken. Verder speci
fic boom geen enkele rol van bete-
dl
it veranderde echter drastisch om-
iks 1890. De auto kwam en auto's
m op banden. Op rubber banden.
bleek dat zich een betere goud-
l in Amazonas bevond dan El Dora-
Omdat de hele wereld om rubber
in te vragen, daarna te roepen, en
slotte te schreeuwen. Wel, er was
Concert voor j
één bezoeker
EN der onvergetelijke momen-
ten in Manaos beleefde ik ge-
durende de twee uren die ik S
orbracht in de Opera. Terwijl ik
5, zittend in een der pluche loges, 2
ichtte te verbeelden hoe het daar 5
lor me, op 't weidse toneel, een
Ive eeuw geleden moest zijn toe- 2
gaan, in de grote dagen van Ca-
lo en Sarah Bernhardt, ver-
heen op de stoffige, in clkir ob- jj
I Bur gehulde Bühne, een jonge
i «er.
Ik weet niet of hij wist dat ik 2
j 6 daar, als enige bezoeker, zittend
I één der duizend plaatsen, be- 2
>nd. ny was gekleed in spijker-
i ook en een wyd om hem heen-
I ingend, bont gekleurd shirt. Hü
I tte zich achter de vleugel, die in
n hoek van het toneel staat, en 2
«on te spelen.
j Gedeelten uit „Iberia" van Al- 2
miz.
Het was om allerlei redenen
itroerend en adembenemd. dat 2
elen van die onbekende neger
'die plaats en dat uur. Het 2
Is een onvergetelijk half uur en
k wil er geen geheim van ma-
ten, dat ik al die tijd diep ont- 2
Crd was.
..Iberia", gespeeld in de opera
in Manaos, dat uit steen en mar- 2
fr gebouwde anachronisme uit de
I rbulente jaren van de rubber- 2
Albeniz... daar gespeeld voor
B bezoeker, één luisteraar. 2
Toen de neger klaar was sloeg
I de vleugel dicht. Hij bleef even.
ïbaasd. staan toen hü applaus 2
•orde. Het applaus van die ene;
ïzoeker, verbergen in de donker-
de, pluche loge. hoog aan de 2
uur van het gebouwd
Het kan niet anders, of het moet 2
'k voor hém een symbool zijn 5
keest, dat applaus van die éne
«oeker. Het onverbiddeiyk, 2
•jookach tig symbool van een
lorgoed, voor altyd afgesloten 2
trieden. jj
He laatste hulde op een plaats
geen glorie meer beleefd zal S
rden. En geen orkanen van ap- j
Bus meer zullen opruisen.
rubber, voor alle landen der aarde
voor onafzienbare tijden.
Rubber-rush
DE grote rubber-„boom", de rub
ber-rush, zette in. Er was geen
andere plaats ter wereld waar de
rubber voorkwam, en dus stond de
doodstraf op de uitvoer van het zaad
En in het hard van die wereld werd
het nieuwe Manaos gebouwd, uit de
wildernis-bodem gestampt, teneinde in
record-tijd als een soort Babel der jun
gle zijn glorie te kunnen uitdragen.
Babel, Klondyke! Iedereen die kort
tevoren niets had betekend, alle no
body's. alle armen en zeer armen, wa
ren bezig zich van hun deel van de For
tuin te verzekeren. Iedereen viel om
hoog. Iedereen had nog maar één
droom, één doel: snel, en zo mogelijk
nóg sneller, rijk te worden.
Zo ontstond het Manaos der senhors,
senhora's en senhorita's, stad van snobs
en parvenu's, de stad die vierentwintig
uur per dag bezig was met haar dans
rond het Gouden Kalf. Een dans, die
ctn roes was, een roes van geldverdie-
nen, van drank, van mooie vrouwen
er. van het beramen van plannen om
nóg meer geld in n g korter tijd te
verdienen. Manaos in die dagen een
orgie van super-snelle welstand waar
aan nooit meer een einde zou komen.
Natuurlijk moest de bron van die
goudstroom bewerkt worden. Ten slotte
moest de rubber nog w 1 gehaald wor
den. Daar waren echter mensen voor, de
seringueiros, de rubbertappers, die
door de patroons, de patrao's, de wil
dernis in werden gestuurd om het vloei
bare goud ie halen. De patrao's werden
rijk, sommigen schatrijk. Een enkele
seringueiro eveneens, maar slechts ee'.
enkele. Want al ontving hij goud in
zijn handen voor de gewonnen rubber,
dan nóg ontbrak het de eenvoudige.
van de rubberboom of het uitvoeren
van stekjes ervan.
Ineens, als bij toverslag, werd
Manaos dé rubber-stad van Ama
zonas, hét centrum van de handel
in dit vloeibare goud. Manaos werd
een stad die men nog het beste
zou kunnen vergelijken met het
Klondyke van Alaska, even tra
gisch en precies even grotesk in
haar stormachtige ontwikkeling uit
het niets.
Het klinkt ongelooflijk als men de
verhalen hoort, hoe het gegaan is. In
welk tempo het nieuwe, andere Manaos
werd geboren. Iedereen wist. begreep
dat hij eindelijk, eindelijk dan de kans
kreeg rijk te worden. Niet met vele
jaren hard werken, maar direct, in één
of twee jaren of, als je het geluk mee
had, nog eerder.
De stad was plotseling in een roes ge
taakt van wenkende, lokkende rijkdom,
ze was betoverd, behekst door de ont
dekking van het Gouden Kalf, dat ner
gens meer, intenser werd aanbeden dan
daar, aan de oevers van de Rio Negio.
Niemand had tijd om te wachten, ieder
een wilde eigenlijk nog vandaag en
met morgen of overmorgen pas rijk
worden. En de rijkdom was grijpbaar,
was een realiteit Een realiteit, gesym
boliseerd door Manaos. Het moest na-
tuuilijk nu een echte stad worden, eo
Europa en Amerika zonden armada's
scheepsladingen vol materiaal om die
nieuwe stad. het rijke Manaos, te bou
wen Nieuwe huizen, grote huizen, pa
leizen, enorme opslagplaatsen en lood
sen, winkels, kerken, restaurants, kort
om alles wat een stad moet bezitten
om zich werkelijk stad te weten. Er
kwam onvoorstelbaar toppunt van
luxe zelfs een elektrische tram. De
eerste in heel Zuid-Amerika Er kwam
een kathedraal. Ja, wat kwam er eigen
lijk niet in het Manaos van die dagen!
Zelfs een opera en wat voor een opera!
Jungle nabij
EN dat alles ondanks het feit dat
de jungle, de wildernis, zich nog
steeds vlakbij bevond, letterlijk
onder handbereik was. Als men zich
op een paar honderd meter buiten de
stad begeeft, bevindt men zich in het
normale oerwoud van Amazonas. In
een groene wereld van hitte en damp,
waarin zich het normale Amazone-le
ven afspeelt. De wereld van de macaco-
de-cheiro, de stinkaapjes, van de brul
apen en de zwarte apen. De wereld van
de cascabeles, de ratelslangen, en de
surucucu de fogo, de vuurslangen. De
wereld der onca's, de jaguars, van de
anaconda, van de bloedzuigers, teken
muskieten en vliegen. En van de lui
zen, met te vergeten.
simbele caboclo, de bos-man, aan de
kennis en de ervaring om er iets anders
mee te doen dan zich kapot te drinken
of om het in de kortst mogelijke tijd
aan andere nutteloze, zinledige zaken
weg te smijten.
De anderen
TERWIJL de patrao's feestvierden
in het nieuwe Manaos, zich la
vend aan en koesterend in die
explosie van rijkdom en welvaart,
whiskey en champagne drinkend in
plaats van de smerige cachaca, was een
leger tappers in de bossen bezig de rub
ber te verzamelen. Daar waren geen
whisky en champagne. Daar bleef men
water drinken uit de rivier of uit een
opengekapte liaan. Ze waren vertrok
ken met hun zelfde primitieve gereed
schappen en wapens als die de patrao's
ze altijd al hadden meegegeven. Ze had
den nu alleen een dringende zegen mee
gekregen: „Ga met God en de Maagd
en kom vooral snel terug."
Het is onvoorstelbaar wat zich
toen, in die dertig jaren, in de don
kere Amazonas-wouden heeft afge
speeld. Een groot deel v.h. leger
tapper^ geraakte eveneens in de
roes van snel te verwerven rijkdom.
Er onstonden ook onder hen moord
en doodslag. Men bestal elkaar en
benam elkaar het leven voor en
kele ballen rubber. De meesten
kwamen nooit aan de realisering
van hun droom, hun illusie toe,
maar gingen tenonder aan koorts,
drank, syfilis in hun groene graf,
ver van Manaos, waar de dons de
De „Rubber-opera", produkt van
een periode, waarin Manaos het
„Parijs" van de wildernis was.
Manaos verviel tot haar vroegere
staat. Een deel der bevolking ver
trok weer naar het „interior", het
binnenland, waar men goedkoop
woonde en leefde. De caboclos gin
gen terug naar hun armzalige huis
jes in de wildernis. Wie bleef, nam
genoegen met een in het water drij
vend onderkomen, ergens in de Rio
Negro, waar die langs Manaos
stroomt.
Nu werkelijk
IK was verscheidene dagen in Ma
naos. Als ik 's avonds door die
vreemde stad liep, was het niet
moeilijk zich de schimmen te verbeel
den uit het verleden. Een recent ver
leden. Er wonen nu weer een 170.000
mensen en Manaos is bezig opnieuw
een normale stad te worden. Ditmaal
een werkelijk normale tropenstad, wier
bestaan niet berust op een droom en
een illusie.
Nergens ter wereld heb ik de gevaar
I.jke, dreigende aanwezigheid der wil
dernis zo sterk ondergaan als aan Ma
caos aan de Rio Negro.
Teatro Amazonas
HET was op een van die dagen dat
ik naar de Opera ben gegaan.
Dat wil zeggen, naar het gebouw
dat men aldus aanduidt. Hij staat daar
als laatste, allerlaatste triest symbool
van de rubber-rush rondom de eeuw
wisseling.
Het thans 70 jaar oude gebouw
kostte in die tijd een bedrag van niet
minder dan 10 miljoen Amerikaanse
dollars. Dat is begrijpelijk als men een
Teatro Amazonas wil bouwen dat het
mooiste ter wereld had moeten worden
Het werd een kruising tussen de Opera
van Parijs en de Scala van Milaan. On
danks alle kosten, ondanks het leger
Europese kunstenaars dat bij de bouw
van dit wereldwonder was betrokken,
ontstond er toch een bouwsel dat al
leen maar pretentieus, pompeus, aanma
tigend was. Een paleis vol kitsch, zij
het dan peperdure kitsch.
tr
Desondanks vond ik het een vreemde,
wat griezelige stad, omdat, waar je ook
hep, waar je je ook bevond, de aanwe
zigheid der wildernis als het ware tast
baar aanwezig was. En dat is ze ook.
Het is een ingesloten stad. Een door het
oerwoud als het ware belegerde vesting.
Men zou zich kunnen voorstellen dat
de jungle eenmaal de kans krijgt die
stad, het door haar prijsgegeven gebied,
weer terug te winnen. Het zal wel nooit
gebeuren, en ik hoop ook oprecht dat
het nooit gebeurt maar men zou niet
verbaasd zijn op een dag te horen dat
die stad, Manaos, er niet meer was. Dat
ze ineens van het aardrijk verdwenen
was. Gewoon verzwolgen, opgenomen,
uitgewist door het oerwoud, de grote
groene, tijdeloze belegeraar. Een dag
waarop de pleinen en kerken, de zoölo
gische en de botanische tuin, de ban-
ken en kantoren, de bedrijven van ju
te en noten, gedroogde vis en kroko
dillen- en slangenhuiden, van hout en.
ja óók nog van een beetje rubber, weg
gevaagd zouden zijn.
Het stond, na de val, lange tijd leeg.
Ip de jaren '40'45 waren er kantoren
in gevestigd. Kort geleden heeft men
de zaak weer wat opgeschilderd, nieuwe
muurschilderingen aangebracht en de
bestaande fresco's schoongemaakt. In
Brazilië kent men in feite de kunst
vorm die opera heet niet, evenmin als
de operette of de musical. Er gebeurt
weinig of niets in de Opera van Ma
naos. Hij is over en heeft eigenlijk geen
enkele bestaansreden. Er wordt wel
eens in vergaderd, en soms troont de
gouverneur van de staat Amazonas in
de koninklijke rood-pluche loge. En af
en toe speelt er een trio. En daar blijft
het bij.
Ik was er bijna twee volle uren. Een
bejaarde Braziliaan, die de rol van
suppoost-toneelmeester scheen te ver
vullen, begeleidde me. Het was haast
aandoenlijk zijn trots te merken, toen
hij me "de meesterwerken wees waar
mee het gebouw volhangt. Zoals de
muurschilderingen aan het plafond van
de foyer, door een der 'vermaardste
kunstenaars van die tijd aangebracht
en een allegorische voorstelling gevend
van de godin Minerva met een aantal
godinnen en cherubijnen. De man ach
ter me wijst er op dat, wkèr je ook
staat, de ogen van Minerva recht op je
gericht zijn. Een van haar armen hangt
schijnbaar werkelijk los naar beneden,
hetgeen een curieuze ervaring is. Men
zegt dat het een vergeten, verloren
gegane kunstvorm is. Overal gobelins
aan de muren, oud, verschoten, maar
goed, gobelins! Overal gekleurd porse
lein, overal gekleurd Italiaans marmer,
overal fluweel als bedekking, pluche en
zijde. Alles stoffig, alles overdekt met
de zichtbare hand van de Tijd. Alles
Verleden Tijd, ook al tracht men het
voltooid verleden te camoufleren.
Het is allemaal heel treurig, heel
triest, heel deprimerend. Er is daar
veel moois, maar men voelt dal het
daar niet hoort. Niets hoort daar bij
iets. De Opera van Manaos is een
anachronisme. Ze valt buiten onze
tijd. Nergens voelde ik het verle
den van Manaos zo intens als daar,
in dat overbodige opera-gebouw.
Niets te groot
Het gebouw waar het eerste, het
openingsconcert, gegeven werd
door de grootste zanger van zijn
tijd en misschien van alle tijden: Caru
so.
Het gebouw waar in die jaren, tus
sen 1900 en 1920, de grootste kunste
naars van vijf werelddelen optraden.
De grootste zangeressen. De grootste
toneelspelers, de beroemdste toneel
speelsters, de vermaardste figuren van
het cabaret. Omdat niets te groot, te
roemvol en te duur was voor de Opera
van Manaos.
Ik heb gezeten op de verschoten plu
che loge-stoelen en naar het open to
neel gekeken. De suppoost was wegge-
sloft. Ik was daar geheel alleen, met
onder me de machtige ruimte van de
zaal, met daarboven de rijen balkons
en loges. Alles goud, zilver, alles ver
guld, alles duur, kostbaar, rijk. En dat
alles tegelijk armzalig en aandoenlijk
Ik probeerde me de tijd voor de geest
te halen dat de grootste tragédienne van
haar tijd, Sarah Bernhardt, hier optrad
Hier, aan de zoom der wildernis! Hier,
waar ook toen de jungle vlakbij was.
Sarah Bernhardt, de onsterfelijke Pa-
rijse kunstenares, die hier Racine's An-
dromaque en Phèdre gaf, die hier Du-
.mas' La Dame aux Camelia's bracht.
Die hier Hamlet gestalte gaf. Zij, de
grandioze, die de wereld aan haar voe
ten had, stond daar, op die Bühne als
Rostand's l'Aiglon, hier, voor een
troep onartistieke richards, voor dui
zend of twaalfhonderd in avondkos
tuum gestoken desperado's. Het moet
wel het vreemdste, wonderlijkste pu
bliek zijn geweest waarvoor ze ooit op
trad! Een publiek van rubber-koningen
en plotseling rijk geworden seringuei
ros. Van schatrijke prostitutées en han
delaren die nog niet eens hun eigen
naam konden lezen of schrijven. Kort
om, de wildernis als auditorium en die
andere, de echte wildernis, angstaanja
gend dichtbij.
Ik ben het gebouw uitgeslopen. Het
moet iets van een vlucht gehad heb
ben.
MANAOS, wat een stad! Er
is niets veranderd rondom
die stad, voor en na de
rubber-jaren. De on^a's leven nog
steeds vlak bij de grenzen ervan,
evenals de apen, de krokodillen
en de slangen. Nog steeds zweven
er tienduizend of meer urubu's,
gieren, boven die stad, sombere
wachters, zwarte schimmen in de
avond.
Manaos, tegelijk normale, ge
wone stad en spook-stad uit het
verleden. Manaos begin en einde
van de jungle, omgeven, belegerd
door het groene cordon der wil
dernis. Ingesloten, afgesloten, ge
ïsoleerd.
Vlak bij de samenvloeiing van
twee reuzenstromen, twee gigan
tische rivieren, de Rio Negro en
de Amazone.
(Slot)
DERTIG JAREN duurde het feest,
de droom, de roes. Dertig jaren
was Manaos het Parijs van Ama
zonas nee, van heel Zuid-Amerika.
Dertig jaren lang bleef de stad aan de
Rio Negro in de ban van het Rubber-
Carnaval. Eén ding was zeker, aan één
ding twijfelde niemand: dat het ooit nog
eens zou veranderen. „Este pais es nos-
sa empreSa", dit land is onze taak.
Trotse, ijdele woorden, die ook toen
door Brazilianen, net als nu, gesproken
werden.
Tot de dag kwam dat de Fortuin Ma
naos de rug toe keerde. Natuurlijk
kwam er 'n dag dat er wél zaadjes van
de rubberboom gestolen werden en naar
het buitenland gebracht. Een Engels
man zag er kans toe, en het zaad bleek
wonderwel te gedijen in landen als Ja
va. Sumatra en Malakka. Het waren
landen die ook gemakkelijker bereik
baar waren. Men deed het daar ook an
ders: men legde plantages aan en stel
de zich niet tevreden met wilde rub
ber.
Wat toen gebeurde kan men het
beste vergelijken met de ontknoping, de
finale van een Grieks drama. De rub-
berprijs op de wereldmarkt, gedurende
dertig jaar bepaald door Manaos, daal
de. Eerst langzaam, toen snel. En steeds
sneller. Zo snel ten slotte, dat paniek
uitbrak in het Amazonas-Babel. Omdat
ineens, plotseling, de realiteit zich
aandiende. Een afschuwelijke realiteit
waarop niemand was voorbereid.
De paleizen waren weer overbodig.
De grote huizen weiden, de een na de
ander, verlaten. De opslagplaatsen had
den geen doel meer. De tram behoefde
niet meer te rijden omdat men weer
ging lopen zoals men altijd, eeuwen
lang in Manaos gelopen had. De ban
ken sloten. De stroom whisky en cham
pagne hield op, en de hoeren, samen
gestroomd uit alle windstreken der aar
de, zochten ten beter wingewest dan
het armzalige Manaos, dat weer werd
wat het altijd was geweest: een onbete
kenende jungle-plaats, waarvan men
zich nauwelijks meer kon voorstellen
dat het eens het glorieuze centrum was
van nouveaux riches en iubber-konin-
gen. Om van de Koninginnen maar te
De droom was uitgedroomd. Manaos
was eindelijk weer ontwaakt. Maar
welk een ontwaken!
Men dacht dat de Fortuin nog een
maal zou terugkeren naar de ongeluk
kige stad Dat was gedurende de eerste
wereldoorlog. Opnieuw was er grote
vraag naar rubber. Maar men kon die
rubber toen in andere delen van de
wereld sneller en beter krijgen dan in
het verre Manaos. Nóg later vond
men de synthetische rubber uit. En dat
was de definitieve doodsteek voor de
rubber van Amazonas.