„Ome Jan
zijn hemelse
exploiteerde
voorspraak
MORGEN
NAAR
GARANT^
Vreemde
praktijken
LEIDSCH DAGBLAD WOENSDAG 1 DECEMBER 1965 VIERDE BLAD
Nieuwe uitgaven
Kersebloesem en kapitaal, door
Alexander Campbell, uitg. Ad. M. C.
Stok, Den Haag Dit boek uit de
Forumreeks tracht een indruk te
geven van Japan, dat in de ondertitel
„dynamisch, gevreesd en ondoor
grondelijk" wordt genoemd. De
schrijver baseert zijn meningen op
talloze gesprekken en op eigen waar-
neming. Het aantrekkelijke van dit
boek is, dat een goede kennis van
zaken in een zeer vlotte stijl is ver
pakt. Vanzelfsprekend vraagt men
zich wel eens af of de auteur een
bepaald punt niet teveel met Wester-
i se ogen heeft bekeken, maar over het
geheel heeft hij zich kennelijk in-
I gespannen de mentaliteit van de
Japanners zo dicht mogelijk te nade-
ren. Het resultaat is dan ook een
boeiend boek, dat zich gemakkelijk
laat lezen en dat evenzeer aandacht
besteed aan de geisja's als aan Zen,
aan het feodalisme als aan de zaken
wereld, om slechts enkele onderwer
pen te noemen. Campbells boek is
verlucht met 24 pagina's uitstekende
j foto's op kunstdrukpapier.
Nederlands voor Turken, door Y.
I. Atiman, uitg. JE. A. Kluwer, De
venter Een niuttig boekje voor de
Turkse werknemers in Nederlandse
bedrijven, die behoefte gevoelen aan
contact met Nederlanders: naast een
snufje grammatica een groot aantal
van de meest gebruikte zinnetjes.
Verhalen naar Shakespeare's
toneelstukken, door Oh. en M. Lamb,
uitg. L. J. Veen, Amsterdam An-
derhalve eeuw geleden kreeg de latere
essayist Charles Lamb opdracht de
toneelstukken van Shakespeare als
verhalen na te vertellen. Hij deed dit
samen met zijn zuster Mary. En hier
ligt dan de Nederl. vertaling in poc
ket vorm: een hulp voor examinandi
en een steuntje voor schouwburgbe
zoekers, die tevoren de sfeer nog eens
1 willen ophalen. Maar misschien zijn
er nog anderen, die. voorlopig in deze
vorm, kennis willen maken met de
grote Engelse toneelschrijver!
Geen betere methode voor een goed
verhaal over gebeurtenissen uit de
jongste geschiedenis dan gesprekken
met hen, die erbij waren.
Richard Collier paste dit procédé
toe in D u i n k e r k e n '4 0, het won
der, de schande, de glorie. In het
voorjaar van 1940 dreigde, het Britse
expeditieleger in West-Europa ver
loren te gaan, met alle gevolgen van
dien voor de latere verdediging van
het Britse eiland zelf. Het is een won
der, dat 340.000 man erin geslaagd
zijn het Kanaal over te steken en op
vaderlandse bodem terug te keren.
In deze pocket van ruim 200 blad
zijden (uitg. „West-Friesland" in
Hoorn) wordt het verhaal van die
spannende dagen op vaak meeslepen
de wijze beschreven.
In De nachtvoordelangste
dag heeft brigade-generaal S. L. A.
j Marshall, hoofd van Amerika's Histo-
rische Dienst voor de strijd in Euro
pa, dezelfde methode toegepast en
ook dit boek een kloek werk uit
het fonds van Van Holkema en Wa-
rendof, Amsterdam is een span
nend relaas van een brok oorlogs
ervaring. Het betreft hier de twee
Amerikaanse divisies parachutisten
en zweefvliegers, die, in de nacht
I voor de eerste invasiedag in Nor-
mandië, werden neergelaten om bij
verrassing belangrijke punten te be-
1 zetten. Dit avontuur slaagde slechts
ten dele: voor velen begon de tocht
met een landing in een gevaarlijk
moeras! Generaal Marshall heeft ve
len na de oorlog bezocht en de verha
len uit de eerste hand opgetekend.
Een belangwekkend èn belangrijk
boek.
Doezaslraat 5 - Leiden
„^electrische
'^ADEKENS
Celém stopen...!
automonteurs, bollenkwekers, winkeliers...
Zij sparen, samen met ruim 1.800.000 andere Nederlanders, bij de
Raiffeisenbank. Omdat zij er de keus hebben uit vele spaarvormen en
in een strikt persoonlijke sfeer worden geadviseerd. Zij weten, dat zij
bij meer dan 1000 banken en bijkanteren óók terecht kunnen voor alle
andere bankzaken.
Hun spaargeld (samen A\ miljard gulden) wordt, door de plaatselijke
Raiffeisenbanken, aangewend in de lokale sfeer om de leefbaarheid
van het land te vergroten.
de spaarbank met volledige bankservice
Gelovige volgelingen bouwden
jarenlang aan de status van
„BE KNECHT BES HEREN"
eerste publikaties over het ingrijpen
van de politie een kordon van vaag
heid en terughoudendheid om zich
getrokken. Men is boos, twijfelt na
jaren van intens geloof, kampt met
gevoelens van schaamte en begint nu
de schuld van het débacle op de ker
kelijke autoriteiten te schuiven, die
naar hun mening tijdig hadden moe
ten ingrijpen.
Alles kwijt
De man, die eens zijn tuinderij
verkocht en met vrouw en zeven kin
deren nog steeds aan de Oldegaarde
wonend, is stuwer bij een chemische
fabriek. Hij zegt in sobere bewoor
dingen: „Ik ben nu m'n geloof en
m'n beroep als tuinder kwijt".
In kerkelijke kringen in Naald
wijk heerst zowel verbazing als on
wetendheid. Pastoor Blankers (pas
enkele maanden geleden benoemd):
„Nooit iets over gehoord, heb alles
Een pater zegende destijds
de „kapel" in Naaldwijk ijl.
Links het Maria-portret, dat
Ome Jan liet vervaardigen.
(Van een speciale
verslaggever)
Het voorlopig einde kwam
kort geleden.
Een man, nu 67 jaar. Ome
Jan voor zijn volgelingen en
„de knecht des Heren" voor
zichzelf bekende zijn discipelen
in de loop van zo'n 15 jaar voor
f. 150.000.- te hebben opgelicht.
Eind 1949 lag hij op stervën.
Een zwakke man, die na een
lagere schoolopleiding als con
structiewerker zijn brood had
moeten verdienen.
Hij leefde al jaren van zijn
invaliditeitsrente.
Hij leek te staan aan het
einde van een Zonder grote
schokken verlopen leven. Zijn
arts heeft de patiënt, die samen
met zijn tweede vrouw en kin
deren in een klein huisje in de
Eerste Stampioendwarsstraat
in Rotterdam woont, al opgege
ven. Dan gebeurt het .wonder'.
De man krtfgt visioenen. HU ziet
„de zevende verschoning van de
m?agd Maria" en is de volgende dag
beter. De doktoren staan voor een
raadsel. Bloedspatten op de muur zün
voor de man en zün familieleden
het overtuigende bewüs. De visioe
nen en verschijningen herhalen zich.
De familie overtuigd rooms-ka
tholiek stapt naar de pastoor van
de kerk aan het Stieltjesplein. Deze
stuurt nen weg. De wonderen wor
den niet geloofd.
Gelovigen
Het wonder raakt via de bu
ren tot Duiten de familiekring be
kend. Pelgrims komen kijken en sta
ren naar de „ziener" en zün te
kenen. De meesten vertrekken en
komen nimmer terug. Maar een aan
tal van hen groepeert zich rond Ome
Jan. Honderden zijn intussen ge
weest, autobussen vol. Eén van de
buren, de heer J. van Houten, ver
telt daarvan: „Het was vreselijk
druk. Het leek wel de Hoogstraat
van voor de oorlog".
Niet alleen de armen en de dolen
den komen hem opzoeken, maar ook
geestelijke, zoals een autobus vol met
nonnetjes. De bezoekers drommen
samen in het kleine huisje. Het in
terieur heeft te lijden. Het vloer
kleed verslijt en Ome Jan, intussen
overtuigd, dat er geen weg terug is,
krijgt nieuwe meubels en stoffering
van zijn gelovigen. Na de meubel
tjes komen de vrouwtjes. Ome Jan
voelt zich uitstekend op z'n gemak
en plukt de vruchten, die hem als het
waren in de schoot worden gewor
pen.
Vaste kern
Na de eerste grote toeloop selec
teert zijn aanhang zich. Er blijft
een vaste kern over, die Ome Jan
weinig rust laat. Het zijn Rotter
dammers, Naald wij kers en inwoners
van het Brabandse dorp Zeeland
(langs de weg van Veghel naar Gra
ve) en nog wat bezoekers, die uit de
diverse windstreken zijn komen aan
waaien.
De aanhang uit Zeeland is Ome
Jan door een pater bezorgd. Deze
doet zich voor als één van zijn meest
overtuigde gelovigen, voor Ome Jan
„getuigen" geheten. Mét Ome Jan
verhuist in 1960 de cultus naar een
woning aan de Oldegaarde. Zijn
greep op de „getuigen" wordt ster
ker. Ome jan groeit naar de top.
Hemelse voorspraak levert hem de
nodige luxe op. Wasmachine, ameu
blement, filmapparatuur. Ome Jan
hoeft maar een kik te geven of het
komt. Hij houdt séances, presteert
het om urenlang in extase naar „vi
sioenen" te staren en houdt voorts
contact met de nu vrijwel alleen
uit Naaldwijkers en Zeelanders be
staande groep door drie donkere da
gen te voorspellen, waarin alle zon
daars van de aarde zullen worden
gevaagd. Uitgezonderd zij, die zijn
„getuigen" zijn.
Hij hoefde
maar kik
te geven
Ome Jan, voor zün discipelen
steun, toeverlaat en biechtvader te
gelijk, grüpt in hun privéleven in,
sluit huwelijken, laat verlovingen
verbreken en zet de eerste stappen
op de weg, die ten slotte tot de fi
nanciële ondergang van enkele
Naaldwükse tuindersfamilies zullen
Woningruil 6tn
gen maakt hij gebruik van bidprent
jes, waarvoor zijn gelovigen moeten
zorgen. De tekst wordt in alle denk
bare talen gedrukt, op kosten van de
„getuigen".
Dan komt, in 1964, het moment,
waarop het vertrouwen van de „ge
tuigen" in Ome Jan begint te tanen.
Hij verlaat namelijk op grond van
een goddelijke boodschap, vertelt hij
zün tweede echtgenote en neemt
zijn dienstbode uit Zeeland tot vrouw
Zü is thans weer in Zeeland terug.
Ofschoon de pater het gedrag van
Ome Jan nog tracht te vergoeilijken
beginnen de nauwe banden met de
tuindersfamilie af te brokkelen.
Ban verbroken
Nu de ban is verbroken en de „ge
tuigen" zich niet langer als zodanig
beschouwen, krijgt ook de buiten
wereld meer te horen over het
geestelijk leven van Ome Jan. Een
advocaat wordt in de arm genomen
en deze zorgt er voor dat de no
tarieel vastgelegde schenkingen
weer zoveel mogelijk bij de gevers
terug komen.
Ome Jan ziet het einde van zijn
carrière naderen, trekt zich terug in
een eenvoudige woning aan de Chris-
tiaan de Wetstraat, stelt orde op za
ken in zijn familierelaties en acht
zijn roeping voltooid. Zo niet enkele
van zijn „getuigen", die in augus
tus van dit jaar naar de politie stap
pen.
In Naaldwük hebben de volgelin-
uit de kranten vernomen. Ook
voorganger heeft me niets verteld.
„De deken van Rotterdam heeft in
tussen te kennen gegeven wel eens
over de activiteiten van Ome Jan
te hebben gehoord, maar nooit te
hebben vermoed wat er in werke
lijkheid aan de hand was. Hij heeft
ae. halve geer aanleiding gezien tot
een nader onderzoek en tot enig in
grijpen.
De bevolking van het Brabantse
dorpje Zeeland (4560 inwoners),
overwegend rooms-katholiek en
agrarisch ingesteld, heeft heimelijk
plezier over wat een zestal dorpsge
noten is overkomen. „Iedereen wist
wel. dat er iets aan de hand was,
maar niemand had het fijne van de
zaak door", vertelt één van de in-
heeft geboterd. We waren nu niet
direct vrienden van elkaar. Op ver
schillende punten heeft wel eens
verschil van mening bestaan".
J Nadat de pater in Zeeland was be
gonnen met de „werving" van
„getuigen" voor Ome Jan, heeft bur
gemeester Verheijen met hem een
gesprak onder vier ogen gehad. De
pater keerde Zeeland de rug toe, ver
trok voor enkele jaren naar de mis-
in Afrika en kreeg bij zijn te
rugkeer liefdevol onderdak in een
klooster in Uden. Zijn huidige ver
blijfplaats is onbekend. Samen met
zijn moeder, die in een enkele maan
den geleden geopend bejaardentehuis
Zeddam woont, is hü acht dagen
geleden vertrokken. Bestemming on
bekend. Burgemeester Verheijen
heeft zich verder niet met de zaak
bemoeid. „Dat is voor een burge-
>ter een wat griezelige zaak. Ik
beschikte niet over feiten. En boven
dien neeft geen van de Zeelanders
ooit aangifte van oplichting gedaan".
Thans is er een zekere stilte ge
vallen rond Ome Jan. Tot het mo
ment voor de rechter moet blüken
In hoeverre Ome Jan oplichting voor
bedrag van rond anderhalve ton
kan worden aangerekend. In het po
litiebureau staat op het ogenblik
manshoge Maria-portret. Als
stille getuige
Nooit geboterd
Burgemeester F. Verheijen zegt
de zaak vrijwel van het begin af
aan met „de belangstelling van een
buitenstaander" gevolgd te hebben.
De pater was vijftien jaar geleden
werkzaam in de parochie van Zee
land. Ik vind het een moeilijke zaak
om daar iets over te vertellen", al
dus mr. Verheijen. „Maar ik kan
wel zeggen, dat het tussen ons nooit
•jc Autobussen vol gelovigen
reden op sommige dagen in de
nu zo rustige Rotterdamse Eerste
Stampioenstraat om voor de wo
ning van Ome Jan te stoppen.
Ome Jan bevordert een huwelijk
tussen twee kinderen van twee
Naaldwükse families, die zich sterk
aan hem hebben gehecht. De broer
van het meisje eigenaar van een
tuindersbedrijf en onvoorwaardelijk
gelovend in de visioenen van Ome
Jan, laat zich door de „knecht des
j heren" overhalen zijn bedrijf te ver
kopen, omdat hij er niet geschikt
voor zou zün. De bruidegom koopt
de tuinderij voor f 45.000,—, nog
niet de helft van de waarde. Dat kost
hem overigens twee boetes yan
f1500.—, opgelegd door de pacht-
i kamer.
I De broer en Ome Jan ruilden van
j woning. De broer gaat naar de Ol-
i degaarde, Ome Jan neemt zijn in
trek in de woning van de broer op
de tuinderü en verplicht de bruide
gom deze voor een bedrag van
f 10.000,- te laten verbouwen.
Het huisje is nu woonhuis van
Ome Jan, annex een aan Maria
gewüde kapel. De pater zegent het
in De bruidegom ziet zich ook door
Ome Jan verplicht een auto aan te
schaffen (f 10.000,0, opdat Ome Jan
in de status kan leven die hem
krachtens zijn van boven gegeven
taak toekomst. Het is in het jaar
des Heren 1961.
Schilderij
Een dure filmapparatuur wordt
aangeschaft: Ome Jan zegt opdracht
te hebben gekregen zijn séances te
laten vereeuwigen. In het dorpje
Zeeland heeft een autoverkoper ver-
/olgens een klant aan Ome Jan,
vant bü één auto kan het niet blij-
en. Intussen laat hü ook een mans-
lOQg schilderü vervaardigen door
?en protestants meisje, dat korte tüd
later op advies van Ome Jan katho
liek wordt en in een klooster gaat.
Om zün boodschappen te verkondi-
Advertentie)
KIESPIJN?
Wèg pijn
Als u v
WITTE KRUIS
poeders
kiest!
V-
Op zoek
naar
legendarische
schat i
in meer
De legendarische schat van „El
dorado", welke zich in Colombia zou
moeten bevinden, is weer ln het
nieuws door de expeditie van een
groep Amerikanen die bekendheid
hebben verworven omdat zü Juwe
len en goud hebben geborgen van
een vloot van gezonken Spaanse gal
joenen bü de kust van Florida.
Sinds eeuwen reeds hebben avontu
riers Colombia doorzocht naar El
dorado.
De nieuwe jacht is gebaseerd op
verhalen van Indianen over bergen
smaragden en goud die zich ergens
m het verlaten Andesgebergte zou
den bevinden, geschiedkundigen me
nen dat als inderdaad zo'n schat
zou bestaan, hü begraven is in de
modder op de bodem van het Gua-
tavïta-meer, 80 km. ten oosten van
Bogota, hoog in de Andes. Het ver
haal is dat Indianen hun goden
plachten te verzoenen door grote
hoeveelheden smaragd en goud in
het meer te werpen. Toen de Span
jaarden in de 16de eeuw kwamen
en de Indianen overmeesterden,
hielden de offers aan de goden op.
Een groep Amerikanen heeft nu
met een aantal Colombianen een
maatschappü gesticht om naar „El
dorado" te zoeken. Zü hebben zuig-
j pompen gebruikt om de modder van
j de bodem van het meer op te halen
In 1825, heeft een kapitein van de
I Britse marine geraamd dat de schat
I 25 miljard gulden waard zou zyn.
Evenals zovele anderen, heeft hü te-
i vergeefs gezocht.