Consequent
Renaissance
WMXvwr*
Miserabel
Als d'ander het maar begrijpt
4
y
I
i
si-
M
I
1
frj
i
1 s
1
3
13
V
Kom er ACHT-er
,rr.
EEU
HOE
WERKT
HET
Zaterdag 20 november 1965
Pagina 2
Weekeindbijlage L.D. Extr
7 J
st,
Bridgevraag van deze week:
Oost gever, NZ kwetsbaar,
viertallenwedstryd.
Zuid heeft:
72
V 10 6 3
<>982
B 10 9 3
Biedverloop: oost één SA
(1214 punten) zuid past
west drie SA noord
doubleert allen passen
waarmee moet zuid uit
komen?
BRIDGE
Ook bridgeschrijvers kennen
hun kleinere en grotere teleur
stellingen. Vandaar eens stoom
afblazen in dit artikeltje over
een spel tijdens een robberpar
tijtje, waarin niet om peper
nootjes werd gespeeld.
Het gebeurde in een gezellig
vakantie-oord tijdens een van de
fikse regenbuien, die ons alle reden
gaven de speelkaarten maar weer
ter hand te nemen. Wat zou je in
zo'n regenvakantie zonder bridge
moeten beginnen?
Hier is het dan:
H 10 8 4
B 7 2
O V 10 6
853
B
C A H 4 3
8 7 5 2
A V 9 6
N
7 5 2
V 9 8 6 5
O 4 3
B 10 7
A V 9 6 3
10
O A H B 9
f H42
Zuid was gever en beide partijen
stonden kwetsbaar. NZ gebruikten
de „methode Canapé" als bied-
systeem, zodat één ruiten bij zuid
(kortere kleur éérst) het normale
openingsbod was. Als eerste waag
de ik mij aan één harten noord
paste oost deed er een schepje
op met twee harten zuid twee
schoppen west drie klaveren
noord vier schoppen allen
pasten.
Zoals men ziet is het contract
altijd gewonnen, wanneer west met
twee hoge harten begint: zuid
troeft de tweede harten af, speelt
drie ronden troef, vervolgt met
vier malen ruiten (noord een kla
vertje weg) en alles wat NZ nog
verliezen zijn twee slagen in kla
veren.
Misschien kwam het door het
ellendige weer, maar op de west
plaats kreeg ik ineens een briljante
ingeving. Het leek my vry waar-
schyniyk, dat NZ hun contract
met een flink aantal schoppen- en
ruitenslagen gemakkeiyk zouden
maken, tenzy Ja, tenzy ik erin
zouslagen myn partner oost on-
middeliyk aan slag te krygen, zo
dat hy (oost) klaveren zou kunnen
naspelen en wy misschien daarin
de downslagen zouden kunnen in
casseren. Zoals u ziet, klopte de
uitleg van het spel precies met
myn regenachtige ingeving.
Dus werd in slag 1 niet uitgeko
men met hartenaas of heer, doch
met de harten drie. Oost kon nu
hartenvrouw nemen en klaveren-
boer naspelen voor ééntje down.
Briljanterigheid by bridge, vooral
op regenachtige dagen in een
vakantie-oord, betaalt echter
meestal slecht.
Nadat ik met harten drie was
uitgekomen ging de dummy
Kom er ACHT-er
1. schoen man
2. deurknop
3. draad in naald langer
4. schaar op de grond
5. lamp
6. tafelpoot minder
7. knoop op de grond
8. rol stof onder man zijn arm
(noord) open, de harten twee werd
bygespeeld.
Oost ging nu „nadenken" en
het gevoel dat ik had op de west
plaats, kent u vermoedeiyk ook
wel. Diepzinnig staarde oost naar
myn harten drietje en nóg diep
zinniger naar het harten tweetje
van tafel. Tenslotte vond hy de
oplossing van het vraagstuk: hy
speelde harten negen by
Na afloop van de middag heeft
de enige winnaar ons een drankje
aangeboden. Wat is bridge soms
toch een onrechtvaardig spel
diezèlfde oost was de man, voor
wie wy alle drie onze portemonnee
moesten openmaken. Wat my be
treft had hy voor dat harten
negentje al honderd gulden boete
verdiend!
H. W. FILAR SKI.
Oplossing bridgevraag:
Wat betekent noords dou
blet? Het is onaannemeiyk
dat dit op „algemene kracht"
is gebaseerd, want OW zul
len wel voldoende „punten"
hebben om de drie SA te
rechtvaardigen. Noords dou
blet kan niet anders beteke
nen dan: partner, ik héb
een uitstekende kleur van
myzelf, probeer my daarin
te vinden kom dus vooral
niet van één van je eigen
sterkere of lange kleuren uit.
Zuids keuze gaat hier dus
kenneiyk tussen schoppen en
ruiten. Daar OW met sterke
schoppen misschien aan vier
schoppen de voorkeur boven
drie SA zouden hebben ge
geven, is de uitkomst in die
kleur kansryker dan die in
ruiten. In de praktyk had
noord de zes hoogste schop
pens en verder niet veel;
zonder schoppen-uitkomst
hadden OW tien slagen kun
nen maken.
Na de vorige week gepubliceerde
vyfde party uit de kortgeleden ge-
eindigde match om de wereldtitel
tussen Tsjegoiew en Koeperman,
die door de laatste werd gewonnen,
volgde twee remisepartyen. Dc
achtste party werd de derde winst
party in dit duel en wel voor Koe
perman die hiermee zyn voor
sprong tot 106 vergroot zag.
In deze party probeerde Tsjego
iew met wit het met de
variant van Herman de Jongh.
Koeperman ging op dit spel in en
paste tot in uiterste consequentie
het daaruit voortvloeiende Utrecht
systeem toe. Tegen het einde krygt
hy vat op de stand en forceert een
doorbraak. Tsjegoiew biedt in dit
eindspel subliem verzet maar Koe
perman speelt het feilloos af en
haalt de twee punten binnen.
1. 32—28, 18—23; 2. 38—32, 12—
18; 3. 31—27, 7—12; 4. 43—38, 20—
24; 5. 37—31, 14—20; 6. 49—43, 2—7;
7. 27—22, 18x27; 8. 31x32, 10—11;
9. 34—29, 23x34; 10. 40x29, 20—25;
11. 29x20, 15x24; 12. 41—37. 16—
21; 13. 36—31, 21—27; 14. 32x21,
17x26; 15. 46—41, 5—10; 16. 41—36,
10—15; 17. 38—32. 14—20; 18. 42—
38, 12—18; 19. 47—42, 18x27; 20.
31x22, 7—12; 21. 44—40, 9—14; 22.
40—34, 24—30; 23. 35x24, 20x40;
24. 45x34, 19—24. In dit genre
speelt de stryd zich in hoofdzaak
af tussen de witte korte vleugel en
de zwarte lange vleugel. Dit is wel
duideiyk omdat de witte lange
vleugel niet tot operationele acties
in staat is en h{j met zyn korte
vleugel de vooruitgeschoten post
op 22 moet ondersteunen en meer
waarde geven. Veld 23 is daarby
altyd het doel. 25. 37—31, 26x37;
26. 32x41, 1419. De ruil van wit
heeft als oogmerk de witte korte
vleugel even te laten staan en een
moment af te wachten dat hy er
effectiever mee kan spelen. 27. 41—
37, 11—16; 28. 5044, 1—7; 29.
38—32, 4—9; 30. 43—38, 9—14; 31.
3429. 2430. Zwart laat zich niet
verleiden tot 39 hetgeen voor wit
gunstig zou zyn. Integendeel, hy
wykt verder uit naar de rand en
nodigt wit uit binnen te komen.
32. 36—31, 30—35; 33. 31—27, 7—11;
34. 29—23, 14—20; 35. 23x14, 20x9;
36. 39—34, 13—19; 37. 48—43, 8—13;
38. 43—39, 9—14; 39. 34—29, 14—20;
40. 29—23, 3—8; 41. 23x14, 20x9;
DAMMEN
42. 33—29, 12—18; en nu acht zwart
het moment gekomen om veld 18
te bezetten en de witte vooruitge
schoven positie wat strenger in zyn
greep te krijgen. 43. 39—33. 9—14;
44. 37—31, 8—12; 45. 28—23. Zie
diagram.
Koeperman
9 m 9 9 9
5 9 'l 1
Kunt U de acht alwykmgen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel.
Tsjegoiew
45. 11—17; 46. 22x11, 16x7;
47. 33—28, 1420; een lastige stand
voor wit waar hy nu tegen 20—24
zit aan te kijken. 48. 29—24, 18x29;
49. 24x33, 25—30; en nu heeft
zwart een doorbraak. 50. 4439,
20—24; 51. 27—22, 13—19; 52. 39—
34, 30x39; 53. 33x44, 24—30; 54.
31—26, 30—34; 55. 22—17, 12x21;
56. 26x 17, 34—40; 57. 44—39. 40—
45: 58. 32—27, 15—20; 59. 38—32,
711; zou zwart nu 45—50 hebben
gespeeld dan heeft wit 2822,
50x48: 17—12. 7x18; 22x15 re
mise. 60. 27—22, 19—23: 61. 28x19,
45—50; 62. 19—13, 50x48; 63. 13—8,
35—40; 64. 8—2. 48—26; 65. 2x16,
26x12; 66. 16—38, 20—25; 67. 38—
42, 4045 en hier staakte wit de
stryd.
In de rubriek van 6-11 '65 moet
in het eerste diagram schyf 2 op
veld 3 staan. Nu zou Tsjegoiew na
de slag remise hebben kunnen
maken door 25—20. In de party
werd aangegeven dat Koeperman e
als 19de zet 38 had gespeeld. Een t
ontvangen correctie geeft echter
28 aan. t
F. GORDIJN.
De Renaissance heeft ook het
schaakspel niet onberoerd ge
laten. Uit het einde van de 15de
eeuw dateert het z.g. Göttinger
Handschrift, waarin sprake is
van een vernieuwing van het
schaakspel. In 1497 verscheen
het ons oudst bekende gedrukte
schaakboek van Lucena. En ook
hierin wordt over vernieuwin
gen van het spel geschreven.
Dan krijgt voor 't eerst het
schaakstuk „regina" de naam
„dama", zoals wij nu de „dame"
kennen. En deze „dama" werd
door de nieuwe spelregels tot
het machtigste schaakstuk.
Lucena componeerde met dit
nieuwe stuk als motief een aantal
opgaven waarvan het volgende het
oudste voorbeeld is van het z.g. 1
„verstikte mat", eveneens een ge
volg van de vernieuwing uit die tyd.
ab cd e fgh
nist Stamma, bevattende een ho
derdtal composities.
Diagram II is een ervan, waar
thema van het stikmat op verra
sende wijze verborgen is.
II
Origineel thema van Aya Zikken
1
m
M
4
i
1
m
'i.:
m
m
T:
S
Hi
m
9
11
m
m
m
i
i
I
m
TH
i
1
i
•sm
3
.-"•f
.iat
2
1
x m
'W.
'Si
1. Tc4h4!. Dh3xh4; 2. Db3-gl
Kh8xg8 (op Txg8 direct Pf7 mat
3. Pc6e7t, Kg8h84. Pe5-f
Tf8xf75. Tel—c8t, Tf7—f8;
Tc8xf8 mat.
Ook de compositie van diagra
III is van Stamma.
in
Aya Zikken. Code voor Dan
der. N.V. De Arbeiderspers,
Amsterdam.
Een auteur, een goed auteur,
schrijft gewoonlijk ergens van
uit en ergens naar toe. Hij of zij
schrijft dan vanuit een houding,
op weg naar een verklaring of
een oplossing van die houding.
Dit komt bij de romanschrijfster
Aya Zikken hoe langer hoe dui
delijker naar voren.
Volgens haar is de houding-
als-mens van de vrouw het be
langrijke. Het contact met de
medemens wordt wel belangrijk
geacht, maar niet zo belangrijk
dat de eigen houding daarin
verloren zou mogen raken. Men
zou het kortweg ook zo kunnen
formuleren: de vrouiv moet op
haar eigen geestelijke benen
kunnen staan zonder hulp of
steun van de ander (Dander) en
dit moet de fundering zijn van
het individu vrouw voor zij ver
der zal kunnen bouwen.
In deze nieuwe roman heeft zy
deze weg naar de alleenheid scher
per en helderder verwezenlykt dan
ooit. De hoofdfiguur, een jonge
vrouw die Levka heet, reist al
enkele jaren alleen rond. Eerst op
kosten van haar familie, later als
fotografe. Op een avond is zy ver
dwaald en brengt een nacht
wakend door op het dak van een
verlaten fort. Tydens die nacht
overdenkt zy met de helderheid
van de slapeloosheid alles wat haar
overkomen is na een ontmoeting
met Dander. „Die nacht had ik een
heel leven geleid" (blz. 125), zegt
zy.
Deze overpeinzing vormt het
elgeniyke verhaal. In een kust
plaats ergens in Afrika ontmoet
Levka in een inheems hotel een
zonderlinge figuur, die zy eerst
aanziet voor zo'n Suropeaan die
wat willoos en wezenloos in de tro
pen is biyven hangen. Het biykt
echter dat Levka een heel wat won
derlijker wezen ontmoet heeft, te
weten een medica, die zichzelf als
proefkonyn heeft gebruikt met als
doel haar verdere leven een man
te zyn. Niet omdat zy een man
nelijk geaard mens in een vrou-
weiyk lichaam zou zyn, integen
deel, zy heeft deze kuur Juist toe
gepast om van haar te zuivere
vrouweiykheid die haar in haar
situatie moeilykheden bezorgde
af te komen. Zy heeft de proef
niet kunnen volhouden omdat die
op zelfmoord zou zyn uitgelopen.
Dander, zo heet de figuur, is dus
zowel man als vrouw geworden. Dit
Boeken nuukt
is precies het wezen dat de schrijf
ster als tegenspeler van haar Levka
nodig heeft. Deze ogenschyniyk
wat onaanvaardbaar aandoende
historie heeft zy volkomen aanne-
melyk weten te maken. De Dan-
derfiguur blijft de hele roman door
een fantastisch knappe creatie.
Ik zei zojuist dat deze figuur
een noodzakeiykheid is. Dat is ook
zo. In Dander kan men zien de
medemens, de anderen, hetzy man
of vrouw en dus beiden. De zwerf
ster Levka komt Dander dus altyd
wel ergens tegen, zoals zy verschei
dene malen zelf zegt. Dander is
dus meer dan een toevallige ont
moeting met een bizarre realiteit.
Levka, de zoekster, is by de aan
vang van het verhaal al duidelijk
de afzydige mens geworden. Zoals
zy is als zy Dander ontmoet, staat
zy byna aan de top van de een
zaamheid. zy is evenwel niet altyd
zo geweest, want zy heeft voort
durend herinneringen aan de tyd
toen zy nog anders was. Op het
moment van de handeling wordt zy
voorgesteld als iemand die zichzelf
heeft opgeleid tot een sarcastisch,
zeer snel en intelligent reagerend,
het sentiment afwyzend mens, dat
zyn emoties van teleurstelling en
vyandigheid tegenover wat zy ziet
als gebrek aan gevoel en genegen
heid ten opzichte van zichzelf door
de anderen (Dander) alleen nog in
eenzame woede afreageert- (blz.
41). Levka houdt zichzelf voortdu
rend in de gaten, zy ziet zichzelf
in- en uitwendig reageren met
groot raffinement.
De Danderfiguur er „gebeurt"
veel in dit verhaal van de inner -
ïyke mens trekt zich Levka's
lot in zoverre aan dat hy (ik zeg
maar hy; Aya Zikken schryft
beurtelings hy en zy) haar in de
realiteit opvangt als ze al te erg in
de knoei zit, maar deze Dander
doet dat zeker niet als hy de in
druk heeft: „zy redt zich wel".
Meer moet Levka ook niet verwach
ten. ofschoon dat haar soms moei
te kost. Ook Dander is een senti
mentloos wezen. Beide gestalten
immers proberen los te komen van
de specifiek vrouwelyke eigen
schappen teneinde alleen „mens" te
zyn. Dander is Levka vooruit; zy
loopt ook vooruit b.v. als zy samen
op de markt in H. (Harrar) zyn,
waar dat wonderiyke conflict ont
staat over R. (Rimbaud) nota bene.
Levka tracht telkens aan Dander
te ontkomen, dat is zeker. De ruzie
later in een hotel een vrouwen
ruzie is dit maakt dat extra dul-
deiyk. Maar er zullen hardvoch
tigheid van de zyde van Dander en
de nacht op het fort voor nodig
zyn om dat doel te verwezenlijken.
Een merkwaardige, semi-realisti-
sche tussen scène is die met de
postmeester (is dit Nederlands?)
Teruggekeerd in de havenplaats
waar Levka Dander ontmoet heeft
en wachtend op een schip, zit zy
op een nacht op het strand met
deze man die zyn moeilykheden
vertelt met zyn minnares en zyn
verloofde, die bezig is naar hem toe
te komen. Terugdenkend terwyi ze
aan het zwemmen is, wordt die
man eveneens Dander; postmees
ter Dander. Het slot is de overwin
ning, want na haar nacht alleen
vertrekt Levka, evenwel met de
vaste overtuiging dat ze Dander al
tyd weer ontmoeten zal.
Resumerende kunnen wy ons
deze roman het beste voorstellen
als de uitwerking van het conflict
tussen twee wezens, die hetzelfde
proberen; zich te bevryden van de
eigenschappen die hun geslacht
door de eeuwen heen kenmerken.
In deze stryd zouden zy één moe
ten zyn, maar dat gaat niet, want
de mens kan zyn gevoelssubstantie
niet afwerpen. Verder dan de
scheiding van de medemens met
het vooruitzicht van een heront
moeting in de een of andere vorm,
kan men niet komen. Dit is overi
gens al bar genoeg, deze weg naar
de compromisloze alleenheid.
Beschouwt men deze roman in
breder verband, dan zou men kun
nen zeggen, dat deze een aanwy-
zing inhoudt voor de weg waar
langs de vrouw haar volledige be
vrijding zou moeten zoeken, nl de
weg die via de barre hardheid en
de yzige eenzaamheid mogelijk
terug zal leiden tot een nieuw con
tact. Er is overigens geen sprake
van dat het een ogenblik in Aya
Zikkens bedoeling heeft gelegen
aan wie dan ook aanwyzingen te
geven. Deze conclusie komt geheel
voor myn, resp. des lezers, reke
ning, maar wordt wel ondersteund
door bepaalde opmerkingen en
uitbeeldingen zoals die van de twee
„ouderwetse" vrouwen van de
postmeester.
Al met al is „Code voor Dander"
.een machtig interessant boek en
tevens, na het vele goede dat deze
schrijfster a.1 gegeven heeft, de
gaafst gerealiseerde uitwerking van
een oorspronkeiyke gedachte.
CLARA EGGINK
De idee op zichzelf stamt, wat
stellig niet zo vreemd is in het
Spanje van die dagen, uit het Ara
bische schaak.
1. Dc6e6t. Kg8—f8; 2. Pe5—f7t,
Kh8g8; 3. Pf7—h6tt: Kg8—h8; 4.
De6g8t, Tb8g8; 5. Ph6—f7 mat.
De idee van het „stikmat" heeft
later vele componisten tot byzon-
der aantrekkelyke en fraaie compo
sities gebracht.
In 1737 versoheen te Parys eetn
schaakwerkje „Essai sur le jeu des
échecs" van de Arabische compo-
9
a
m
7
m
m
m
m
1. Ld3e4t, Th7b72. Df4b8t
Tc8xb8; 3. Talxa7t, Lb6xa7;
Pb5c7 mat.
Tot het begin van W.O.II moest
een jachtvlieger zijn toestel net
zo. lang manoeuvreren, tot hij ziji
tegenstander precies in lijn had
met de Kruisdraden en de vizier-
korrel.
Met de steeds groter wordende snelheden, het
zwaarder worden van de vliegtuigen en de veel
grotere afstand waarop men elkaar beschoot,
waren andere richtmiddelen nodig. Moderne
jachtvliegtuigen zijn alle uitgerust met een
gyroskopisch reflex-vizier (gyro-gunsight).
Met de betrekkelijk lage snelheid
en de grote wendbaarheid van
toen was dit wel mogelijk.
Dit bestaat uit een aantal spiegels, lenzen en
een gyroskoop. Het beeld van het doel op
de kruisdraden van het oculair wordt verlicht
en overgebracht op de beweegbare spiegel,
die door de gyroskoop wordt bediend, daarna
weerkaatst op een vaste spiegel,diehet over
brengt op de half-doorzichtige spiegel. De piloot
ziet nu het silhouet van het doel en de kruis
draden door de half-doorzichtige spiegel.
Bij A.verdwijnt het doel uit de kruisdraden en
zal de piloot opnieuw moeten richten. B, Doel
goed in het vizier, maar te snel en onder te grote
hoek. C, Door indrukken van de knop verkleint
zich de ring van kruisdraden om het doel en worcftl
de hoek automatisch gekorrigeerd.Vuur kan
worden geopend.
Om de tegenstander(a) teraken I
moet de piloot van (b) onder een
hoek vuren, afhankelijk van de
snelheid. Het gyro-reflex-vizier
berekend deze hoek.