„MOORD IS KINDERSPEL'
Lekasin
LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 13 NOVEMBER 1965
Advertentie
DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL
Oorspronkelijke detective-roman
door AGATHA CHRISTIE
Luke wendde zich plotseling af
•t eleunend geluid. Hl) zei: „Dat
wel kunnen."
1(Nou, het waa zo".
Even zwegen zy beiden. Het was
>a onbehaaglijk stilzwijgen. Einde-
verbrak Bridget het. ZIJ zei, maar
,t enige onzekerheid ln haar stem
,Ik hoop dat Je goed beseft dat
uiet het minste recht had zo tot
te spreken. Je logeert in Gor-
ins huis en het getuigt van een
draaid slechte smaak!"
Luke herwon zijn kalmte.
„Is dat eigenlijk ook niet zo'n
Jeetje een cliché?" vroeg hl) beleefd.
J Bridget bloosde. „Het ls in ieder
jeval waar!"
b „Dat la niet zo. Ik had het volste
■fecht ertoe".
„Onzin!'
Lukj keek haar aan. Zijn gezicht
Ld een eigenaardige bleekheid, als
jin iemand die pijn lijdt. Hy zei:
„Ik heb er wel het recht toe. Ik
ktb het recht van Jou te houden
kat zei JU zoéven? zoveel van
je te houden dat het pyn doet!
Ze deek een stap achteruit. Zy zei:
W?"
Ja. grappig, hè? Dat ls nu iets
H&rom Jij eens harteiyk kunt la
ten! Ik kwam hier om een kar-
feltje op te knappen, en toen kwam
g de hoek van dat huls om en
loe kan ik het zeggen? toen heb
p mU behekst! Zo voel lk het nu.
had het daarnet over sprookjes!
ben in een sprookje beland! jy
ibt me behekst. Ik heb het gevoel
a lk, al* JU naar my wees en zei:
'erander ln een kikker!", weg zou
ringen met ogen die uit mUn hoofd
lilden".
Hl) kwam een stap naderby.
„Ik houd verdraaid veel van Jou,
rldget Conway. En daar lk zo ver
luid veel van Je houd, kun je,
et verwachten dat lk het prettig
toe te kyken als JU gaat trou-
en met een dikbuikig, dikdoenerig
lik edelman, die uit zUn humeur
akt als hy zUn spelletje tennis
ii wint".
!,Ed wat stel JU dan voor dat ik
bra moet?"
Lik stel voor dat je met my trouwt
|plaatd van met hem! Maar on-
StwlJfeld zal dat voorstel heel wat
fcliik gelach uitlokken".
[„Het gelach ls bepaald stormach-
Precies. Nu weten wy tenminste
kar wU staan. Zullen wy terug-
kan naar de tennisbaan? Misschien
fed Je ditmaal een partner voor
je die haar best kan doen om te
LHé", zei Bridget zoetsappig, „ik
Koof dat JU evenmin tegen Je ver-
Is kunt als Gordon.
Luke pakte haar plotseling bU de
fcouders.
„JU hebt een duivels scherpe tong,
Ltwaar, Bridget?"
„Ik ben bang dat Je mU niet erg
kg. Luke, hoe groot de hartstocht
k is die je voor my koestert".
Lik geloof dat lk Je eigeniyk he-
Inaal niet mag".
.Bridget zei, terwyi zU hem in het
L hield:
„JU was van plan te trouwen en
kstlg te gaan leven, toen Je terug-
pam naar Engeland, nietwaar?"
■Ja".
.Maar niet met iemand als lk?"
Jk had nooit aan iemand ge-
cht die ln de verste verte op jou
tk".
„Nee dat zal wel niet ik ken
uw type. Ik ken het precies".
„JU bent toch zo slim, lieve Brid
gen echt lief meisje door en j
Engels dat houdt van het I
buitenleven en goed met honden kan
omgaanJe hebt Je haar waar-
schymyk voorgesteld met een tweed
rok aan, terwyi ze ln een houtvuur
port met het puntje van haar
schoen".
„Dat ïykt een heel aantrekkeiyk
beeld"
„Daar ben ik wel zeker van. Zul
len wy teruggaan naar de tennis
baan? Dan kun Je samen met Rose
Ilumbleby spelen. Die ls zo goed, dat
Je zo goed als zeker zult winnen".
„Daar ik ouderwets ben, moet ik
Jou wel het laatste woord laten".
Weer zwegen zU beiden. Toen nam
Luke zyn handen weg van haar
schouders. Alle twee stonden zU een
beetje onzeker te kyken, alsof er iets
wal nog niet was uitgesproken, tus
sen hen was.
Toen draaide Bridget zich plotse
ling om, en ging hem voor, terug
naar de andere spelers. De volgende
set was net afgelopen. Rose pro
testeerde toen haar gevraagd werd
weer te spelen.
„Tk heb al twee sets achter el
kaar gespeeld".
Bridget bleef echter aandringen.
„Ik ben moe. Ik speel liever niet
meer. jy en meneer Fitzwilliam
moeten het maar opnemen tegen
juffrouw Jones en majoor Horton".
Maar Rose volhardde in haar pro
test en ten slotte werd er een he
ren double gespeeld.
Toen was het tyd voor de thee.
Lord Whitfield onderhield zich met
dokter Thomas, en beschreef zeer
ultvcerig en met veel eigendunk een
bezoek dat hy kort tevoren aan de
laboratoria voor wetenschappeiyk on
derzoek van Wellerman Kreltz had
gebracht.
„Ik wilde zelf begrip krUgen van
de strekking van de nieuwste weten-
schappeiyke ontdekkingen", ver
klaarde hij op ernstige toon. „Ik
ben verantwoordeiyk voor wat mUn
nieuwsbladen drukken. Dat voel ik
heel sterk. Dit ls een wetenschap
peiyk tydperk. De wetenschappeiyk
pel Uk tydperk. De wetenschaap moet
gemakkelijk toegankeiyk worden ge
maakt voor de grote massa".
„Een klein beetje wetenschap zou
misschien Iets gevaariyks kunnen
hebben." zei dokter Thomas, terwyi
hy nauw merkbaar de schouders op
haalde.
„De wetenschap in huis te bren
gen dat moet ons doel zyn", zei Lord
Whitfield. „Ingesteld op de weten
schap
„Ons bewust van reageerbuisjes",
zei Bridget met een ernstig gezicht.
„Ik was zeer onder de indruk," zei
Lord Whitfield. „Wellerman heeft
my natuuriyk zelf rondgeleid. Ik
heb hem dringend gevraagd my
maar aan een ondergeschikte over
te laten, maar hy stond erop".
„Vanzelfsprekend," zei Luke.
(Wordt vervolgd»
VOOR WINTEREN ZOMER
TEGEN VORSTEN ROEST!
Ga voor permanente bescherming van
het koelsysteem naar een Esso dealer.
Hij vertelt u hoe belangrijk dit nieuws
is voor üw auto I
VUf-Jarenplan A.N.V.V. De Alge
mene Nederlandse Vereniging voor
Vreemdelingenverkeer (A.N.V.V.) wil
nog dit Jaar de minister van Econo-
mlahoe Zaken, dus. J. M. den üyl, een
vyf-jarenpla,n voorleggen, 190*5-1970,
waarin de minister dringend verzocht
wordt de Incidentele verhogingen van
de 6ubsldle, die de A.N.V.V. geniet,
wat te stabiliseren en te verhogen. Het
plan, waaraan op dit ogenblik nog
hard wordt gewerkt, verschijnt ln
boekvorm. Onder meer wordt er de na
druk opgelegd, dat het toerisme een
Industrie wordt, die miljoenen ople
vert en dit Jaar, naar verwacht mag
worden, een miljard. Dit vyf-Jaren-
plan wordt gelanceerd min of meer ln
verband met het vljftlg-Jarlg bestaan
van de A.N.V.V. die dit Jubll
17 november viert.
Jubileum op
Nieuwe uitgaven
Korte karavaanweg, door S. E.
van Praag.
Laatste verhalen, door Karen Bll-
xen.
Avontuur In Finland, door A. Glyn.
Spelen met spoken, door Carole
Vos. Uitg.: H. P. Leopold, Den Haag.
Een mannetje uit Polen, door
Jos Vandeloo.
De vlucht naar Mytclene, door
Dirk de Witte.
Negatief, door Jan Walraven.
De laatste troef, door Frangolse
Sagan. Vert.: Remco Cam pert.
Het begeren, door Piet van Aken.
Werk van nu, door Dirk de Witte
e.a.
Jan
Kinderem van Kongo, door
v.d. Weghe.
Toxique, door Fr. Sagan. Vert.:
Simon Vinkenoog. Uitg.: Manteau,
Brussel/Den Haag.
Terug naar Oegstgeest, door Jan
Wolkers.
Harmagedon, door Mamlx Gysen.
Uitg.: J. M. Meulenhoff, Amsterdam.
Bloemenhel aan de Jacinto, door
E F. Löhndorff.
De historie van mejuffrouw Sara
Burgerhart, door E. Bekker, Wed. Ds.
Wolff en A. Deken. 16e druk.
Ada Harris verdwaalt in de poli
tiek, door Paul Gallico.
Zeeland door de bril van 1873,
door Ch. de Coster.
Brieven aan een grote dochter,
door Harriët Freezer. Uitg.: Wereld
bibliotheek, Amsterdam.
Gelukkig is er nog
PANDA EN DE MEESTER-MACHINIST
3486. De machinist bleek toch verder vooruit te hebben ge
keken dan Panda vermoedde. Hij liet de trein nog een eindje verder
rollen tot voorbij de plek waar zich een wissel bevond. Daar ge
komen remde hij zo sterk af, dat de roestige rails opwipte.
„Zie zo!" sprak hij. „Als alles model gaat, komt de wagon via de
wissel weer op ons spoor. Achter de trein, precies waar hij hoort!"
Zo gebeurde het dan ook; dreunend liep de goudwagon tegen de
achterkant van de trein aan, zodat de inzittenden geschokt hun
plaats verlieten.
Meteen regende het van alle kanten klachten.
„Nu ligt weer alles in mijn keuken door elkaar!" jammerde de
kok met overslaande stem. Biefstuk met slagroom en soep met
suiker! Ik kan de hele boel weggooien!"
Panda, die pijnlijk getroffen op de spoordijk zat, had echter meer
belangstelling voor de grieven, die hem uit de goudwagon bereikten.
„Nou liggen al onze fiches wéér door elkaar!" riepen de kaart
spelers naar buitend komend. ,Jioe kunnen we spelen als ons spel
telkens op zo'n lompe manier geschud wordt?!"
Panda wilde vragen welk spelletje ze nu eigenlijk speelden in die
goudwagon, maar de komst van de machinist voorkwam dit.
Wat ben jij voor een stoker!" riep de meester. „Je gooit het hele
reglement door elkaar
RECHTER TIE EN HET GEHEIM VAN HET LANDHUIS
17. De heer Yie kijkt het officiële document met een zuur ge
zicht door en ziet dat er het grote rode stempel van het districts-
bestuur op staat. Hij vouwt het document met een zucht op en
geeft het terug aan Rechter Tie. „Ja, u moet natuurlijk uw ambts
plicht vervullen. Ik zal u naar het appartement in de rechter
vleugel brengen, daar kunt u dan met uw klerk overnachten. Huis
meester, zorg dat de paarden van onze bezoekers gevoederd wor
den!" Yie brengt zijn twee gasten naar het gebouw aan de rechter
kant van de binnenplaats. ,^Hier staan twee bedden", zegt hij
stuurs. „V zult zich wat moeten behelpen, maar u bent hier op het
platteland, en het is maar voor één nacht Ik verwacht i n
broer Pao zo dadelijk terug. Ik hoop dat u dan samen met ons 's
avondrijst zult willen nuttigen, in de grote hal". ,rBijzonder graai,
zegt de rechter beleefd. „Is uw broer de velden aan het inspec
teren!" Yie kijkt de rechter achterdochtig aan. „Nee"zegt hij bars.
„Pao is naar het dorp gereden om inkopen te doen. Het is moeilijk
genoeg nu vader zo ziek is". Hij luistert. De hond is aan het
huilen geslagen, lang en doordringend. Het weergalmt door het
stille, donkere landhuis.
de snelle en zekere pijnverdrijver
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMET JE FOK
367. Vinnig duwde de gemaskerde indringer Karo van zich af.
Hij begreep nu wel, dat Bram hem te slim af was geweest. Voor
alle zekerheid had onze zeeman zijn scheepskat tussen de plooien
van de kleding laten slapen. Toen de dief zijn slag wilde slaan was
Karo tevoorschijn gekomen en nu moest de geheimzinnige ge
maskerde overhaast de vlucht nemen, zónder de rijksdaalder-
knopen.
,jloudt de dief", riep Bram en hij snelde de ander achterna, vast
besloten dat de man hem niet voor de tweede maal zou ontsnappen.
Maar opnieuw bleek de man overal uitstekend de weg te weten.
Op de trap dacht Bram even, dat hij de indringer had gevonden
maar het was waard Gortelaar, die verbaasd kwam vragen
wat al dat rumoer te beduiden had.
,X>e dief hij probeerde mijn knopen te stelen", zei Bram.
„Kan niet", zei de waard.
„Ik heb hem zelf gezien", zei Bram.
Alles is dicht je hebt het je verbeeld", zei de waard.
Nijdig trok Bram hem mee, er vast van overtuigd, dat ergens
een ruit gebroken of een slot gekraakt moest zijn. Maar de dief
bleef onvindbaar en alle sloten en luiken waren in orde.
„Dat lijkt wel toverij", stamelde Bram. „Hoe is die man binnen
gekomen en hoe is hij weer ontsnapt? Hij kan toch niet
in rook zijn opgegaan?"