GMPEX llil De ondouble Koeperman Combinaties De ups en downs van een talent Kom er ACHT-er M XI n n M X m m HOE WERKT HET Zaterdag 13 november IDS'" Pagina 2 Weekeindbijlage L.D. Exti 4** V BRIDGE De ondouble is uitgevonden in Amerika en is één der allerlaat ste snufjes op het gebied van conventies. Wat het precies be tekent, kan ik niet beter uitleg gen dan aan de hand van een voorbeeld. Veronderstel dat uw partner (noordx het bieden opent met drie harten (OW kwetsbaar), oost volgt met vier schoppen, als zuid biedt u vijf harten, waarna west vyf schoppen en oost tenslotte zes schoppen zegt. Wat te doen? Speelt men zonder conventies dan kan zuid doubleren, hopende twee kla verslagen te zullen maken of men kan passen, aangevende dat men „wel wil tegenspelen". Speelt men echter met gebruikmaking van de „ondouble", dan mag men niet doubleren, want zo'n doublet zo Juist aangeven dat men defensief weinig of niets in de melk te brokkelen heeft! Het praktische nut van deze conventie blijkt uit het volgende spel, voorgekomen in een viertal- lenwedstrijd: H. V, 10. 9, 6, 3 O 6, 3. 2 V, B, 10, 4 A, V, 10, 9, 7, 4 H, 8, 6, 2 A N 5, 4 •O H, 9, 7 W O O A, V, B, 8, 5, 4 8, 6, 2 Z 9 4» B, 5, 3 C B, 8, 7, 2 O 10 .f» A, H, 7, 5, 3 West gever, OW kwetsbaar. We6t één schoppen noord twee harten oost drie ruiten zuid bood nu vier klaver om zijn partner aan te geven dat hij de tops in die kleur had en met de bedoeling zo nodig later de hartenkleur te steunen west vier ruiten noord vijf kla ver oost vijf schoppen zuid Bridgevraag van deze week: Nogmaals de situatie van een vorige keer. Noord gever, NZ kwetsbaar, parenwed strijd. Zuid heeft: AVB.9AH3 O B 6 3 4» 7 5 4 2. Noord één ruiten oost twee klaver zuid drie kla ver (welk bod wij vorig maal als het meest redelijke be stempelden) west past noord drie ruiten oost past. Wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze pagina. zes harten west zes schoppen. Tot zover was het een zéér op gewekt biedverloop geweest, elke speler had toen hij aan de beurt was, een bod gedaan. Uit het bied verloop was het noord inmiddels wel duidelijk geworden dat zijn spel defensief nauwelijks enige waarde had. Noord gaf dit nu (conventioneel) aan door een „dou blet", waarmee hij de boodschap aan zijn partner overbracht: „Bil tegenspel moet Je by my niet op een slag rekenen! „Nadat oost paste, was de beslissing voor zuid niet meer moeiiyk: als zy'n partner voor geen defensieve slag goed was, kon zuid moeiiyk op méér rekenen dan één klaverslag daar noord deze kleur ook nog had gesteund en één der tegenstanders dus ver- moedeiyk wel een renonce of sin gleton in die kleur zou hebben. Zuid deed daarom het goede offer bod van zeven harten, gedoubleerd door west, waarna iedereen paste. Oost kwam (zeer goed) met klaver negen uit, doch ondanks die uit komst konden OW het zeven har tenbod niet meer dan drie down spelen (500 punten). Aan de andere tafel bereikten OW zes schoppen; noord had hier harten geboden en zuid had alleen maar die kleur gesteund. Noord liet na zes schoppen van west de beslissing aan zuid over, m.a.w. noord paste, maar hier had dit geen conventionele betekenis. Zuid, hopende dat zyn hoge kla veren en schoppenboer derde een rol van betekenis zouden spelen, liet de tegenparty met rust en zonder enige moeite maakte west, na hartenuitkomst dertien slagen voor een score van 1460 punten. Of de conventie het in andere gevallen er ook zo goed zal af brengen is een vraag, die slechts door de praktijk beantwoord kan worden. Noodzakeiyk is het, dat de partners zich realiseren dat deze „ondouble" slechts gegeven kan worden in situaties waarin het ongeveer zeker is, dat degeen die doubleert inderdaad een defensief zwak spel kan hebben. Waarmee de poort voor nieuwe misverstan den aan de bridgetafel wyd open staat 1 H. W. FILARSKI Antwoord op bridgevraag: Nadat zuid zyn manche- forcing (drie klaver) gedaan heeft, kunnen NZ het bieden verder rustig opbouwen. Weinig hulp biedt thans „azen vragen", want als noord maar één aas aan geeft, kan zuid nimmer naar slem gaan niets wetende over klavercontrole. Een redeiyk bod is vier ruiten, misschien is noord sterk ge noeg om nu slem te probe- Maar het beste bod is drie harten; weliswaar lykt dat op een „biedbare kleur", doch later kan zuid „corri geren naar ruiten" waar na het driehartenbod bekend wordt als een „cuebid" (con trolebod, sleminvite)In wer- kelykheid had noord: H 9 2, 9 6 4, O H V 10 9 8 4 2, A Na drie harten van zuid bood noord „vier klaver", controle in die kleur aange vende, waarna NZ via azen- vraag (vier SA) gemakke- ïyk de slem in ruiten bereik te. DAMMEN Met niet minder dan 26-14 heeft Isar Koeperman de match van 20 partyen om de wereldtitel van zyn landgenoot Tsjegolew gewonnen. Zeven partyen werden door hem gewonnen en slechts eenmaal moest hy een nederlaag incasseren. In vergeiyking met de in 1962 ge speelde match Koeperman won toen tweemaal en 18 partyen ein digden in remise is de uitslag nogal ruim uitgevallen. De maximumspeeltyd was op 6 uur per party gesteld. Dan ziou wor den afgebroken. Ieder van de spe lers had recht op 3 ziektedagen. Men speelde 3 dagen, een dag voor afgebroken partyen, 3 dagen spelen, dag voor afgebroken partyen, waar na een rustdag en zo vervolgens. Tsjegolew heeft tweemaal een ziek teverlofdag opgenomen. De match werd gespeeld in Tiflis. In onze vorige rubriek heeft u gezien dat ieder der spelers een zwak moment met verlies, had moe ten incasseren. De vijfde party door Koeper man met wit gewonnen was een goede positie party, gespeeld in het flankspelgenre met voorpost, die door Tsjegolew weer met de mo derne omsingeling6tactiek werd be streden. 1. 32-28, 18-23; 2. 33-29, 23x32; 3. 37x28, 20-25; 4. 41-37, 12-18; 5. 37- 32, 7-12; 6. 29-24, 19x30; 7. 35x24, 1-7; 8. 38-33, 17-21; 9. 42-38, 11-17; 10. 31-26,18-22; 11. 34-29, 14-20; 12. 46-41, 21-27; 13. 32x21, 16x27; 14. 38-32, 27x38; 15. 43x32. 13-18; 16. 32-27, (wit kan niet 36-31 wegens 12-17 en 18-23. Ook niet 41-37 door 18-23 en 17-22. En ook niet 47-42 of 49-43 wegens 18-23) 22x31; 17. 26x37, 6-11; 18. 48-43, 9-14; 19. 37- 32, 17-21; 20. 41-37, 11-17; 21. 43- 38, 18-22; 22. 40-34, 8-13; 23. 45-40, 3-8; 24. 50-45, 13-18; 25. 36-31, 4-9; 26. 31-26, 9-13; 27. 47-41, 7-11; 28. 41-36, 11-16; 29. 37-31, 21-27; (an ders volgt 31-27, 36x27)30. 32x21, 16x27; 31. 40-35, zie diagram. TSJEGOLEW 52 a S w, KOEPERMAN Zwart vervolgde hier met 31. 17-21; op 13-19, 24x13, 8x19 kan wit heel gunstig 26-21 gevolgd door 38-32. Op 14-19 kan wit goed 45-40 of 44-40 spelen. 32. 26x17, als wit hier 28x17 slaat kan het volgende: 18-22, 17x28; 12-18, 31x22 a, 18x27, 26x17; 25-30,34x25; 8-12, 17x19; 14x 23, 25x14; 10x30, 35x24; 23-29, 33-28; 29x20. a. 26x17, 25-30; hier levert direct 8-12 voor zwart verlies op. 34x25 b. 8-12; 17x19, 14x23; 31x13, 20x42; dreigt 15-20, b. 31x22, 18x27; 34x25. 8-12; 17x19, 14x23; 25x14, lOx 30; 35x24, 23-29; terecht laat wit deze mogelijkheden die tot remise leiden zyn tegenstander hier niet. Wit speelde: 32. 26x17, 22x11; 33. 31x22, 18x27; 34. 38-32, 27x38; 35. 33x42, 13-19; Zwart ziet er geen heil meer In en tracht de zaak te liquideren. 36. 24x13, 8x19; 37. 28-22; 19-24; 38. 22-18, 12x23; 39. 29x18, 2-8; 40. 34-29, 24x33; 41. 39x28, 8-13; 42. 18x9, 14x3; 43. 28-22, 10-14; 44. 36-31, 14-19; 45. 44-40, 3-8; 46. 31- 27, 11-16; 47. 22-17, 20-24; 48. 49-43, 5-10; 49. 27-22, 19-23 50. 43-39; 10- 14; 51. 39-34, 24-29; 52. 35-30, 14-19; 53. 17-11, 16x7; 54. 22-18, 23x12 55. 34x14, 25x34; 56. 40x29, 8-13: 57. 29- 24, 12-18; 58. 24-19, 13x24; 59. 14-9, 24-29; 60. 9-3. 18-22 61. 45-40, 22- 28: 62. 3-17, 28-32; 63. 17-21, 32-37; 64. 42x31, 29-33; 65. 21-43, 7-12; 66. 31-27, 12-18; 67. 27-22, 18x27; 68. 43x21, 33-39; 69. 40-34, 39x30; 70. 21-12 en zwart gaf op. F. GORDIJN Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit By voegsel. SCHAKEN „Combinaties maken steeds een esthetische indruk. De manier, waarop het onwaarschyniyke met het vanzelfsprekende wordt ver bonden, het fantastische als by toverslag werkeiykheid wordt, oefent op iedere schaakspeler een onweerstaanbare aantrekkings kracht uit. Terecht wordt de com binatie als de kroon op de schaak spelkunst beschouwd". Dit schreef Euwe in een van zyn vele schaak boeken. Hier volgt een combinatie, die het bovenstaande illustreert. welke andere zet dan ook.. 7. c2-( mat! Deze offercombinatie noge al aanwyzing dienen by de cplossin van de volgende opgaven voor LADDERWEDSTRIJD ab o d e fgh I W j a li 2 a Margaretha Ferguson Margaretha Ferguson. „Het Bloed en de Haaien". AJB.C.- boeken Amsterdam. Tussen Margaretha Fergusons eerste roman daarvóór heeft zij enkele goede novellen ge schreven en deze nieuwe „Het Bloed en de Haaien" treffen een paar overeenkomsten en een on metelijk verschil. Een van de overeenkomsten is dat de schrijfster weer een groep men sen als onderwerp heeft geno men en deze mensen, zonder een eigenlijke intrige, op elkaar in laat werken. Over het verschil straks. Haar roman „Onmogeiyke Men sen" was een uitblinker. Een uit blinker van geserreerdheid, van in telligentie, van sarcasme zonder ongevoeligheid, van gerichtheid zonder tendens. In dit boek trof fen de in kort bestek gehouden, menseiyke drama-s ik denk in de eerste plaats aan de twee oude zusters Lucy en Ella, aan de fi guur Arthur, de familie Stade, Jo- zefine en Rudolf b.v. omdat ze zo afgerond, gaaf en helder neer gezet waren, elkaar rakend waar dat nodig was. Li deze roman zette het bestaan zich een ogen blik in beweging, de wereld van deze mensen draalde a.h.w. even sneller en aan het eind van het boek was iedereen wat verschoven en op een nieuwe plaats gekomen; voor enkelen was dat de dood. Zo moet het ook zyn, als men zyn roman deze vorm geeft. Maar nu verder over die over eenkomsten. Er duiken weer eeu paar dezelfde namen op. Ten eer- Kom er ACHT-er 1. mond vrouw. 2. poot krukje. 8. de „c" van Bach. 4. bril man rechts. 5. knoopje meer op mouw man links. 6. wenkbrauw man links. 7. P is R geworden. 8. rondje in muur links meer. ste de Klara-figuur uit „Onmoge- ïyke Mensen", zeker niet de sterk ste, met haar rode haar en groene ogen, de duivelin, nog steeds ge neigd tot het eigen geslacht en tot chantage. Voorts zyn er weer ge- repatrieerden. Dan is er weer een wereldverbeteraar, die nu niet Jel- le Kuipers maar Jean heet en reis journalist is. Er is weer "een Lucy, nu wat jonger, maar overigens van hetzelfde kaliber. Er is weer een figuur op zoek naar de zin van het bestaan: niet meer de heel jonge Alex, maar de wat oudere Angus, die schilder is of was. Deze Angus heeft weer met de Arthur uit „On- mogeiyke Mensen" gemeen dat hy om principiële redenen vrouw en zoontje verlaten heeft. De Mirjam uit de nieuwe roman heeft iets van Hanna Scheltens. Deze overeen komsten nu zyn wel heel merk waardig. Men kan wel met zeker heid aannemen, dat de schrijfster dat zo heeft gevoeld. My althans lykt het onwaarschynlyk dat een dergelijk soort overeenkomst onbe wust lot stand komt. Zich te gaan afvragen waarom Margaretha Ferguson dat zo ge daan heeft, is eigenhjk onbegon nen werk. Men kan rekening hou den met de mogeiykheden, dat zy onder de invloed van de kritiek van de een of ander waar zy ten onrechte waarde aan heeft gehecht, gemeend heeft een dergelyke ro man op touw te moeten zetten, maar nu uitvoeriger, emotioneler in de verkeerde zin en vooral sta- tischer. Of zelfs met de mogelyk- heid dat zyzelf, ontevreden met „Onmogeiyke Mensen", tot deze stap gekomen is. Wat haar ook bewogen mag heb ben: ik moet tot myn ontsteltenis zeggen dat het geen succes iê. Dit is dan het onmetelijke verschil waar ik het by de aanvang over had. Technisch heeft haar werk sterk geleden. Daar is b.v. het systeem van het via een detail een slag woord desnoods, laten overvloeien van de ene scène in de andere. Deze byzonderheid kwam in „On- mogelyke Mensen" weieens voor en en dan werkte deze methode ver rassend door de kleine schok. In deze nieuwe roman heeft zy er, al thans in het eerste gedeelte, een Boeken maRkt gewoonte van gemaakt en de over gangen zyn nu zo klakkeloos, dat de lezer voortdurend de draad kwijtraakt en nauwelyks weet waar hy opeens te land gekomen is. Zie b.v. op blz. 16 ongeveer halverwe ge, waar de beschonken Philip zyn huis binnengaat en daar vol gens de tekst twee personen naakt op de vloer zou moeten vinden. Dat is echter niet zo, merken wy, daar er van ae zyde van deze Philip geen enkele reactie komt. Maar men moet wel opnieuw beginnen om daar achter te komen. Nu heb ik geen bezwaar tegen vry spel in tyd en ruimte, maar dit moet wel functioneel zyn. Verder is de hoeveelheid details betreffende kleren, omgeving, in richting van de huizen, van het weer en de beplanting geweldig uitgegroeid. Maar alweer, het func tioneert niet: het pleintje met zyn toegangswegen, waaraan bbjkbaar iedereen woont, wordt uitvoerig be schreven, maar de vele woorden er aan gewijd roepen geen enkel beeld op. De aanvang, een feestavond je by Gerard die met Mirjam getrouwd is, stort de lezer in een chaos van namen zonder enige precisie van de persoon die erby hoort. Het duurt dan ook eindeloos voor men ein delijk een beetje weet wie wie is in deze warwinkel van gebeurtenis sen en flarden van gesprekken die op zichzelf al vaag en rommelig zyn. Alle scènes, elke figuur is on af. De rafels hangen erby om zo te zeggen. Nu heb ik het eerst»» deel tweemaal en het tweede deel eenmaal gelezen, maar ik ben er nog altyd niet achter wie die Phi lip is wiens naam ik op de eerste bladzyde gelezen heb. Enige opklaring ontstaat wel air men het tweede deel gelezen heeft Te midden van de velen met kan niet eens zeggen dat zy een middelpunt vormen komen de twee vrouwen Mirjam en Klara naar voren met hun jeugdvriend, de schrijver Roberto. In dit twee de deel nu lezen we hoe deze drie mensen hun jeugd in Indië heb ben doorgebracht, met veel open hartigheid realistisch beschreven. Maar een deel daarvan hebben we ook al weer gehad in de inwendi ge monologen van deze vrouwen en in de teksten die Roberto van tyd tot tyd aan Mirjam voor gaat le zen. Het opduiken van de zedeloze belager van de beide meisjes, oom Nondo, als grondspeculant onder de naam Anton Sc nippers, doet ook bijzonder vreemd aan. De haaien komen altyd op de bloedjes af, zou men kunnen zeggen. Nee, het spyt me; qua vorm, qua styi (de nutteloosheden en ge meenplaatsen), wat betreft helder heid van conceptie, opbouw en uit werking haalt deze nieuwe roman niet by „Onmogelyke Men sen". Het is onbegrypelyk hoe een schrijfster met zulke kwaliteiten zie mijn korte herinnering aan de eerste roman zo het spoor bijs ter kan raken. Ik hoop maar dat de revanche niet ver is. CLARA EGGINK i 4 i m» A m m i ii I I a 1 ■a: s i - 4 Wit: Kgl, De3, Tdl, Pg3, piom a2, b3, g2 h2. Zwart: Kh7, Ddl Td6, Lb7, pionnen a7, b6, h6. Wl aan zet, offert en wint. De witspeler, Kasparyan, is een van de grootste eindspelcomponis ten. In een simultaanparty verkreeg hy deze stelling en:combineer de de stelling tot een eindspel studie. 1. Tc3xc6;, Ld5xc6; 2. Dh4- c4t, Ka6-b7; 3. Dc4xc6t, Kb7xc6; 4. Pf3cött, Kc6-c5; 5. Pe5-d3t, Kc5-d4; 6. Kcl-d2!l, Dc8-e6 (of b m d m i f g b - 11 I Bi a mi Wi i X a 1 I SS tl T 1 n a KJ sa Wit; Ke3, Ta6, Tdl, Pf4, pi® nen c2, c3, f2, 94, h4. Zwart: Ke Te8, Tf7, Ld5, pionnen b5, c6, f6, g6, h6. Wit aan zet, offert en wint (mat in 3 zetten).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 10