„MOORD IS KINDERSPEL" LEIDSCH DAGBLAD MAANDAG 1 NOVEMBER 1965 DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL Oorspronkelijke detective-roman door AGATHA CHRISTIE 34) Even had hy het gevoel alsof de rollen waren omgedraaid. De glim lach van de dokter was de glimlach geweest van een volwassene die pret heeft om de slimheid van een kind. Hoofdstuk IX Mevrouw Pierce aan het woord. In het winkeltje in de Hoog straat had Luke een blikje sigaret ten gekocht en het nummer van Good Cheer van die dag, het onder nemende weekblaadje dat Lord Whit field voorzag van een niet gering ge deelte van zyn aanzienlijk inkomen. Nadat hij de voetbaltoto opgezocht had, deelde Luke al zuchtend mede dat hy bijna de honderdtwintig pond gewonnen had. Mevrouw Pierce was onmiddelijk klaar om hem te troos ten, en verklaarde dat haar man ook dikwijls een dergelijke teleur stelling had ondervonden. Toen er aldus een vriendschappelijke sfeer ge schapen was, kostte het Luke niet veel moeite het geprek nog wat voort te zetten. „Meneer Pierce heeft ontzettend veel belangstelling voor voetbal". Zei de eega van meneer Pierce. „Dat Is het eerste waarnaar hy kijkt in de krant. En zoals ik al zei hy is al heel wat keren teleurge steld, maar ja, niet iedereen kan winnen, zeg ik altyd. en ik zeg ook altyd dat je tegen het geluk toch niets in te brengen hebt". Luke was het hiermee volmondig eens, en ging hierna met gemak over op die andere diepzinnige verklaring dat een ongeluk nooit alleen komt. „Zegt u dat wel, meneer, en of ik dat weet". Mevrouw Pierce zuchtte. „En als een vrouw een man heeft acht kinderen dat wil zeggen zes nog in leven en twee op het kerk hof nou, dat kun je gerust zeg gen dat zij weet wat tegenspoed is". „Dat zal zeker wel o, onge twijfeld", zei Luke. „U hebt er twee eh op het kerkhof, zei u dat niet?" „Een is nog maai* een maand ge leden gestorven", zei mevrouw Pier ce met een soort droefgeestig genot. „Och, och, wat erg". „Het was niet alleen erg, meneer. Het was een schok dat was het, een hele schok! Ik werd er ellendig van, toen zy het my ver telden. Ik had ook nooit gedacht dat Tommy zoiets zou overkomen, zou je kunnen zeggen, want als een jon gen je tot last is, dan kom je er ge woon niet toe te denken dat hij wel eens weggenomen kan worden. Nee, dan myn Emma Jane, dat was een lief wicht. „Die breng je nooit groot", zeiden ze. „Die is te goed voor deze wereld". En dat was waar, meneer. De Heer kent de Zynen". Luke stemde met dat gevoelen in en trachtte van het onderwerp van de vrome Emma Jane over te gaan op dat van de minder vrome Tom my. „Is uw zoontje kort geleden ge storven?" vroeg hy. „was het een ongeluk?" „Dat was het, meneer, een onge luk. Hy was de ramen aan het lap pen van de oude Hall, wat nu de bibliotheek is, hy moet zyn even wicht hebben verloren en hy is ge vallen van de ramen van de bo venste verdieping nog wel". Mevrouw Pierce weidde breed uit over alle byzonderheden van het on geluk. „Was er niet een verhaal", zei Lu ke nonchalant, „dat ze hem op de vensterbank hebben zien dansen?" Mevrouw Pierce zei dat jongens nu eenmaal jongens waren maar ongetwyfeld was de majoor er wel van geschrokken, daar hy nogal een zenuwachtig man was. „Majoor Horton?" „Ja, meneer, die meneer met die bulhonden. Na het ongeluk zei hy toevallig dat hy onze Tommy heel onvoorzichtig had zien doen en - dat bewyst natuuriyk wel dat hy, als hy plotseling ergens van geschrok ken was, heel gemakkelyk had kun nen vallen. Altyd pret maken, me neer dat was het met Tommy. Hy is in vele opzichten een grote voor my geweest", besloot zy, „dat was het alleen maar, altyd pret maken zoals zoveel jongens doen. Maar er stak echt geen kwaad in hem, zoals u misschien dacht' „Nee, nee dat zal wel niet, m soms, weet u, mevrouw Pierce, kost het de mensen bezadigde van middelbare leeftyd moe te niet te vergeten dat zy ook Jong zyn weest". „Dat zyn ware woorden, Ik zal maar hopen dat sommige he ren, die ik zou kunnen noemen maar dat doe ik niet er spyt van hebben dat ze zo hard voor die jon gen zyn geweest alleen omdat hy graag pret maakte". „Hy heeft zyn bazen wel een paar poetsen gebakken, nietwaar?" vroeg Luke met een glimlach. Daar ging mevrouw Pierce meteen op in. „Het waren gewoon grapjes van hem, meneer, meer was het niet. Tommy kon altyd de mensen prach tig nadoen. Wy stikten van het la chen als hy met kleine pasjes rond- trippelde en deed alsof hy die me neer Ellsworthy was van de antiek winkel of de oude meneer Hobbs, de kerkvoogd en hy deed net me neer de baron na op het kasteel en de twee tuinknechten lachten zich ziek en daar kwam stiekem meneer de baron aan en hy gaf Tommy op staande voet zyn ontslag en dat was vanzelf ook te verwachten en zyn verdiende loon en meneer de baron is er niet kwaad om geble ven, maar hy heeft Tommy nog ge holpen een ander baantje te kry- gen". „Maar andere mensen waren niet grootmoedig, hè?" zei Luke. „Dat waren zy zeker niet, meneer. Zonder namen te noemen. En dat had je nou nooit kunnen denken Abbot, die altyd zo aar- altyd voor iedereen een vriendelyk woord of een grapje heeft". „Heeft Tommy met hem dan ook moeilykheden gehad?" Mevrouw Pierce zei: „Ocjh, meneer, ik weet zeker dat de jongen het niet kwaad bedoelde En trou- is, als documenten geheim zyn niemand ze mag zien, dan ho- zy ook niet zomaar op de tafel te liggen dat wou ik maar zeg gen". „O ja, zeker", zei Luke. „Persoon lijke papieren op een advocatenkan toor horen in de brandkast". Dat vind ik nou Pierce, die is het met En Tommy had er nog niet eens veel van gelezen". „Wat was het een testament?" vroeg Luke. Hy meende dat als dit inderdaad het bewuste document we deze rechtstreekse vraag Pierce tot zwygen zou brengen. Maar hy kreeg meteen antwoord. meneer, zoiets was het helemaal niet. Het was echt niets be langrijks. Het was maar een gewone privé-brief van een dame en Tommy heeft niet eens gezien wie die dame was. Allemaal zo'n drukte over niets dat zeg ik maar". .Meneer Abbot is zeker iemand die gauw kwaad wordt", zei Luke. ,Ja, dat ïykt er wel op, nietwaar, meneer? Hoewel, zoals ik al zeg, hy is altyd zo'n aardige man om mee te praten altyd een grapje of een vriendelyk woord. Maar het is wel dat ik gehoord heb dat het geen gemakkelyke is als je het met hem de stok krijgt, en hy en dokter Humbleby leefden op gespannen voet, zoals de mensen zeggen, net voordat die arme man gestorven is. Ook geen prettige gedachte voor me neer Abbot later. Want als een mens eenmaal dood is, dan is het niet prettig om eraan terug te denken dat meer leiyke dingen zyn gezegd en dat je geen kans meer hebt ze terug te nemen" Luke schudde ernstig het hoofd en mompelde: „Volkomen waar vol komen waar". (Wordt vervolgd) DUIKER BIJ OEFENING VERDRONKEN De 23-jarige amateur-kikvorsman J. ven Dy ken uit Rotterdam is za terdagmiddag verdronken in het Springersdiep ter hoogte van de vis sershaven van Ouddorp, (Goeree- Overflakkee). Het slachtoffer nam met een aan tal andere leden van de Rotterdam se duikclub Triton deel aan een oefening vanaf het vissersvaartuig O.D. 14. Toen omstreeks half twee enige kikvorsmannen te water gin gen. bleek al spoedig met de heer Van Dyken iets niet in orde te zyn. Hy wenkte om hulp, waarop onmiddeiyk enige collega's toescho ten. zy konden hem echter niet bo ven water houden. De schipper van de O.D. 14, keerde naar de haven terug orn de daar gestationeerde red dingsboot te waarschuwen. Deze voer direct uit en na een half uur dreg gen werd het slachtoffer gevonden. Hy werd overgebracht naar de red- dingsloods, waar door artsen werd geconstateerd, dat het slachtoffer door verstikking om het leven was gekomen. Hy had een voorraad tank met zuurstof by zich. De juiste oorzaak van het ongeluk is nog niet be kend. Dit wordt door de Rykspoli- tie onderzocht. Wat mislukking van studie de staat kost De kosten van mislukking en ver traging van de studie kunnen voor wat het VHMO betreft by benade ring worden gesteld op ongeveer 216 miljoen gulden per jaar op basis van de enderwysuitgaven voor dat jaar. Berekend volgens dezelfde basis kan worden gesteld, dat by het weten- schappeiyk onderwys de studenten, die hun studie niet voltooien (de af zwaaiers), de staat ongeveer 95 mil joen gulden kosten. By dit onder wys komt „zittenblyven" niet voor. Een student volgt slechts by hoge uitzondering een college voor de tweede keer, terwijl een eenmaal vol tooid practicum niet wordt herhaald. In beginsel veroorzaakt vertraging by de studie nauwelyks verhoging de kosten van het wetenschappe lijk onderwys, daar de student, die sven of meer jaren zyn docto raal diploma behaalt, niet méér ja- onderwys heeft gevolgd dan de cursusduur bedraagt. Prof. dr K. Posthumus, rector Magnificus van de Technische Ho geschool te Eindhoven, noemde deze gegevens in een inleiding over het onderwerp „studieduur en numerik rendement", gehouden op een bijeen komst te Groningen van de Neder landse Studentenraad. Dupont de Nemours leent in Duitsland Du Pont de Nemours, het Ameri kaanse kunstvezelconcern, gaat de Duitse kapitaalmarkt aanboren. Hiermee volgt het bedryf het voor beeld van andere Amerikaanse in dustrieën, die hun kapitaalbehoeften voor projecten buiten de Ver. Staten voorzien op de buitenlandse markt. De lening die Du Pont voornemens is te plaatsen, zal echter niet in Eurodollars luiden, maar in Duitse valuta. Een dollarlening zou weliswaar voor deliger zyn geweest en een ruimere markt hebben ontmoet, maar toch heeft Du Pont een goede reden om de voorkeur te geven aan de Duitse markt. Tot nu toe werd door de Amerikaanse regering het sluiten leningen in dollars op de bui tenlandse kapitaalmarkten aange moedigd. Thans is echter gebleken dat vooral Europese kapitaalver schaffers andere, minder aantrekke- ïyke obligaties afstoten om zich de middelen te verschaffen voor nieu- leningen. Dit heeft tot gevolg id dat de Amerikaanse betalings balans nauwelyks enige verlichting ondervond van Eurodollarleningen. Panda en de meester-maehinist 2386. „Wie heeft jullie daar neergelegd?" vroeg Panda ver baasd aan de gebonden rover. Zij keken hem somber aan en hul den zich in een mokkend zwijgen. „Wat nu?" dubde Panda. „Ik kan jullie hier niet zomaar achter laten. Maar in de trein meenemen is ook niet eenvoudig. Er is vast een bepaling die zegt dat iemand zonder kaartje niet meemag, ook al wordt hij aan de lijn gehouden". „Denk maar niet, dat we je op een idee zullen brengen!" gromde de roverhoofdman. „We weten best, dat alles wat we nu zeggen, straks tegen ons kan worden gebruikt! „O, maar ik heb al een idee, hoor!" zei Panda opgewekt. Jk ver stuur jullie gewoon als postzending naar het dichtstbijzijnde po litiebureau". Bleek van woede moesten de rovers toelaten, dat Panda hen in postzakken hulde. Doch toen Panda aanstalten maakten om hen in de goudwagon te slepen, werd het een van hen te bar. „Dat je ons n-naar het p-politiebureau stuurt alia", stamel de de rover haast schreiend. .Maar dat je ons tussen al dat goud wilt zetten, terwijl we geen vin kunnen verroeren, d-dat is onver draaglijk!" „Het spijt me", hijgde Panda onder het sjorren. postzakken horen nu eenmaal in de goederenwagon. Bovendien is de reizigers- coupé bezet!" Dit laatste bleek een vergissing. „Daar heb je de bewaker", bromden de reizigers, die daar zaten. ,Pah! We kunnen nergens rustig een kaartje leggen!" Rechter Tie en het geheim van het Landhuis 6. De jonge vrouw heeft haar paard achteruit gedreven, dodelijk verschrikt volgt ze het snelle zwaardgevecht. Haar zoontje houdt zich krampachtig aan haar vast met beide armen om haar middel, hij drukt zijn gezichtje tegen haar rug. Dan ziet de vrouw dat de rover die bemerkt heeft, dat hij Rechter Tie zelf niet kan treffen, een poging doet zijn zwaard in de hals van diens paard te steken om het buiten gevecht te stellen. Ze slaat haar hand tegen haar mond JHeilige hemel, laat die schurk toch niet Intussen be- scehermt Tsjiao Toi de oudere man die zo beeft, dat hij zich met beide handen aan zijn zadel moest vastklemmen. Met een bred3 grijns weert Tsjiao Tai de venijnige zwaardsteken van zijn tioee tegenstanders af. Als ervaren zwaardvechter ziet hij wel dat het geen vaklui zijn. Vooral die vent met de lange snor geeft zich tel kens bloot. Hij neemt zich voor die eerst af te maken en daarna af te rekenen met de andere. Die blijkt wat meer ervaring te hebben, want hij maakt een paar handige schijnbewegingen. Rechter Tie's tegenstander ziet in dat hij beter de benen kan nemen. Hij wendt zijn paard om en gaat op de vlucht. De rechter is vlak achter hem zijn zwaard scheert door lucht maar mist op een haarbreedte de nek van de rover. De wonderlijke avonturen van Brammetje Fok 356. Men behulp van de anderen slaagde Bram erin het roer te repareren, dat door de bruinvis kapot was geslagen. Gaarne was hij snel doorgevaren, maar de tovenaar liet hem niet gaan voordat Bram, Karo, Tutu en de Koning der Winden een rijke maaltijd alle eer hadden aangedaan. De Koning der Winden hief zijn glas. „Vrienden"zei hij geroerd. „Dank zij jullie hulp kan ik weer het weerbericht navolgen. Het zal stormen, als er storm wordt aange kondigd, en het zal windstil zijn, als dat wordt voorspeld. Maar als het enigszins kan, zal ik altijd zorgen, dat mijn redder Brammetje Fok de wind in de zeilen heeft". En zo gebeurde het. Toen Brammetje Fok uitvoer op weg naar nieuwe landen en nieuwe avonturen, gleed de luchtslede laag over hem heen, en een ferme bries deed de zeilen bollen tot het goede schip Kokanje als een mes door het water sneed. „Goede reis riep de Koning en ze wuifden elkaar toe, tot de slede slechts een stipje in de verte was geworden. EINDE VAN DIT VERHAAL Advertentie Clubgebouw In brand Een zeer inal om zdch heen grijpende brand. »tje, dat een van de leden aanbood gelegenheid van de 18de verjaardag zijn dochter, heeft zaterdagnacht grote clubgebouw van de Hllver- Gölfcflub totaal In as gelegd. dieping wonende gezin het op de bovenver- brand ls nog niet vastgesteld, maar de brandweer noudt rekening met on voorzichtigheid bij het roken. Podeiyk ongeluk In myn De 41- grondse werken myn (2) bil het transport rlaal bekneld geraakt de oranje Nassau- t van mate- dodelljk ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 17