UITBREIDEND ASSORTIMENT MAAKT
KIEZEN EN KOPEN TOT EEN KARWEI
WARENTESTS
VOOR
Opensnijden
Objectief
KEUZEMAKERS RIJ
„MOEILIJKE" KOOP
Willekeurig
Als dronkemannen
Reacties
Handig boek je
Juiste
«-•*
l# In de handige boekjes van het CCO vindt de consument de prijzen
pn de beoordeling van allerlei merken en uitvoeringen die van bepaalde
lapparaten in de handel zijn.
Probleem van de twintigste-eeuwse koper: wat te kiezen uit de grote
eelheid en verscheidenheid aan huishoudelijke apparatuur. Het besluit
gevallen een centrifuge te kopen. Maar nu nog de beslissing welke.
CCO lichtte enkele
malen groot pakket
apparaten door
EEN echtpaar, een trouwlustig paar, staat
voor een etalage. Bezig een koelkast uit te
zoeken, een centrifuge, vloerbedekking. Ze
hebben honderden guldens uit te geven. Daar
willen ze iets voor kopen waar z« wat aan
hebben. Maar boe komen ze er achter wat dat
is. Welk merk, welk type?
Binnen, tussen de glanzende apparaten, weet de ver
koper te vertellen dat dit goed is en dat beter. Dat
hier minder vraag naar is en daar meer. Dat er
nooit klachten zijn geweest.
In het algemeen genomen is het wel waar wat hij
zegt. Maar wat is precies de waarheid in het per
soonlijke geval van de adspirant-kopers die zo juist
een van de vele toegangsdeuren tot de onoverzich
telijke verzameling mogelijkheden die „de markt"
heet, zijn binnengestapt?
Toch kan er voor hen een wegwijzer zijn voor vrij
wel die hele markt. Voor enkele artikelen bestaat
die al. Deskundige keuzemakers zijn het publiek
vóór geweest bij hun gang langs de winkels. Zij
hebben per artikel dertig- vijfendertigduizend gul
den onkosten gemaakt, nauwgezet laboratoriumon
derzoek verricht en nuchtere, door geen enkele recla
me-slogan beïnvloede gegevens verzameld, om de
honderden guldens waarmee de koper naar de win
kel gaat wèlbesteed te maken.
„Vergelijkend warenonderzoek" is de officiële bena
ming die wat afschrikt. „Warentest" klinkt minder
goed Nederlands maar doet het beter. Groot opge
zette, door de regering gesubsidieerde warentests
zijn in Nederland uitgevoerd door het bureau van
het Consumenten Contact Orgaan, waarin enkele
consumentenorganisaties, de verbruikerscoöperaties
en de vakbeweging samenwerken. In de loop van
zijn vierjarige activiteit op dit gebied onderwierp
het CCO voor het publiek „ondoorgrondelijke" arti
kelen aan een onderzoek waartoe de klant in de win
kel bezwaarlijk kan overgaan.
Het liet de tweeëntwintig meest verkochte soorten bin-
nenveringsmatrassen opensnijden en vond in het bin
nenste van sommige kwaliteiten een slecht metalen
veerwerk, snel verbrokkelende Afrikaanse gewasve
zels als afdeklaag, luid aangeprezen „zomer- en win-
terkanten" zonder ook maar het geringste verschil
in warmte-isolatie, en een 85 procent katoen bevat
tende „zuivere schapewol" als isolatielaag
Achtentwintig verschillende koelkasten van merken
met samen een overgroot marktaandeel in ons land
werden onder de loep genomen. Een aantal model
len werd betrapt op eigenschappen die het publiek
er alweer bij eigen keuze niet direct uit haalt:
hoog stroomverbruik, sterk geruis, onvoldoen
de koel- of vrieseffect. Voorts was bij al die koel
kasten de nuttige inhoud aanmerkelijk kleiner
dan de inhoud die de fabrikant opgaf.
Uit het enorme assortiment vaste vloerbedekking dat
in de handel is, koos het CCO op een bepaald mo
ment drieëntwintig veelverkochte duurdere soorten.
Het constateerde dat geen enkele soort een honderd
procent wollen pool had. De helft was niet mot echt.
Men liet een schijf met schuurpapier over de tapijt-
monsters draaien om de slijtage te meten. De stof
zuiger werd erop gezet: sommige merken die vol
gens de fabrikanten direct konden worden gezogen
leden groot vezelverlies. En ten slotte werd er kof
fie, warme melk, jus en tomatensap over het tapijt
gegooid om te zien of het ontvlekken ernstige spo
ren zou nalaten.
Nu is het verre van de bedoeling van de warentests
door het Consumenten Contact Orgaan om met een
kwaadaardig gescherpte bijl in te hakken op de kwa
liteit van alles wat maar te koop wordt aangebo
den. Het enige uitgangspunt is de consument voor
te lichten, zodat hij weet wat hij krijgt voor wat
iets kost.
Misschien vindt hij een kleine koelkastinhoud geen be
zwaar, maar bij moet er wel precies over worden
ingelicht. Misschien zoekt hij vloerbedekking voor 'n
vertrek waar weinig gelopen wordt, maar hij moet
wel weten dat hij iets koopt dat bij intensief ge
bruik gauw zou slijten. Misschien heeft hij er geen
hinder van dat zijn koelkast in de keuken geruis
maakt, maar misschien ook wel, en dan had hij lie
ver een andere gekocht.
Hij moet geïnformeerd zijn over allerlei zaken zoals
die verder bij warentests naar voren komen: het
feit dat bepaalde tinten van sommige merken vloer
bedekking niet goed bestand zijn tegen kleuterge-
:raip; of een koelkast gemakkelijk schoon te ma-
:en is; hoe vlug en hoeveel ijs de koelkast kan
maken; of de tijk van een matras snel doorgesleten
zal zijn, enz.
Een Nederlands huisge
zin wil een wasdroogcentri-
fuge aanschaffen. Het kan
daarvoor ongeveer 200,-
besteden. Er is over het
hele land een assortiment
in de handel van ruim
honderd vijftig merken,
maten en uitvoeringen. Ze
worden allemaal als de
beste aangeprezen. Vooral
de capaciteit: „Veel kilo
grammen inhoud voor uw
geld!" Vraag: welke cen
trifuge kiest het gezin?
Een van de punten waarop de warentest is gericht. Veiligheid. Zal een
[kinderhandje zich in de nog draaiende centrifuge kunnen bezeren?
De objectiviteit ea redelijkheid van de warentests is
met veel zorgen omgeven. De regering waakt over
de resultaten van het vergelijkend onderzoek, waar
voor zij de laatste keer driehonderdduizend gulden
voor subsidie op de begroting had staan. De tests
worden uitsluitend verricht door instituten als TNO
en KEMA. Als er nog geen officiële beoordelings
normen zijn, worden die opgesteld met de fabrikan
tenorganisatie of met deskundigen van buitenaf. De
fabrikant heeft de mogelijkheid tot weerlegging van
onderzoek-resultaten voordat deze worden gepubli
ceerd.
Hoe alles in zijn werk gaat bij zo'n warentest kan
het best worden geschetst aan de hand van het
meest recente onderzoek (mei 1965), dat van cen
trifuges. Dat centrifuge-onderzoek is tevens een
voorbeeld van de ideale warentest: het was een her
haling van de centrifugetest van maart 1961, zodat
het publiek op de hoogte kon worden gehouden
van wijzigingen in modellen en eigenschappen van
in de handel zijnde apparaten, èn het kon worden
uitgevoerd in een algemene overeenstemming over
de onderzoeknormen.
De heer D. de Hoog, die op het bureau van het CCO
de specialist is voor de uitvoering van de waren
tests, koos uit meer dan honderd vijftig uitvoerin
gen centrifuges tweeëndertig verschillende appara
ten, samen 80 procent van de afzet op de Neder
landse markt vertegenwoordigend.
Fabrikanten en importeurs werden uitgenodigd mee te
werken aan de warentest. In hun magazijnen en bij
winkeliers die hun merken verkopen kozen de heer
De Hoog en anderen willekeurige apparaten uit. Die
werden overgebracht naar de laboratoria van het
KEMA in Arnhem de door de GEB's in stand
gehouden NV tot Keuring van Electrotechnische
Materialen.
Er waren normen. Dat is een heel ding, want dan
kan er achteraf geen geharrewar ontstaan over de
vraag of de apparaten wel op de goede manier zijn
onderzocht. Ook al een resultaat van de warentest:
na die van 1961 waren met Nederlands Elektrotech
nisch Comité en Normalisatie Instituut ontwerp-nor-
men vastgelegd.
Bij de KEMA kon men snel aan de slag gaan. Het
eerste onderzoek met zeventien machines had
destijds een jaar gevergd. De instituten zijn gewend
één apparaat tegelijk te onderzoeken bij voorbeeld
op veiligheid. Op de reuze-warentests zijn zij niet
zomaar ingesteld.
Maar nu lukte het; mede door de ervaringen van de
vorige keer, met de tweeëndertig apparaten in twee
maanden. Dat is belangrijk, want niets is zo fu
nest voor een warentest als tijdverlies. In de tussen
tijd gaan modellen weer uit de verkoop en komen
er nieuwe voor in de plaats.
In opdracht van het CCO testte het KEMA de cen
trifuges op droogeffect, inhoud, stabiliteit, veilig
heid, geruisvrijheid, storing op televisie, afmetin
gen, verplaatsbaarheid, werkhouding, afwerking bin-
nentrommei, achtergebleven hoeveelheid water, enz.
Centrifuges, met een gewicht tegen de zijkant van de
trommel aangebracht, wankelden in schommelende
gang als dronkemannen de laboratoria door, ver
warden zich in het elektrisch snoer en stortten ter
aarde. Datzelfde had op wasdag in de keuken kun
nen gebeuren bij een scheve opstapeling van het
wasgoed erin.
„Standaard-lappen" werden gedroogd. Gebleekt ka
toen op de maat van luiers. Eerst driemaal gewas
sen, dan droog gewogen, dan weer nat gewogen en
vervolgens bet onttrokken water gemeten.
Het onderzoek veegde het fabeltje van de inhoud-re-
clame van tafel. Bij meting met plastic zakken wa
ter bleek de inhoud altijd kleiner dan wat de fabri
kant na vermenigvuldiging van de grootste inwen
dige maten trots vaak 25 h 50 procent te hoog
opgaf. Maar bovendien slaat die inhoud op droog
gewicht. Een verkoopargument zonder zin. Waar het
om gaat is het droogeffect; hoeveel water er na
twee, drie of vier minuten nog in het goed achter
blijft. Vastgesteld werd: helemaal strijkdroog wordt
het goed in geen enkele centrifuge.
Vooral werd bekeken hoe ver kinderhandjes ©en cen
trifugedeksel kunnen openen zonder dat de rem de
trommel stilzet. En hoe diep de huisvrouw er bifi
moet bukken en voorts hoe zwaar zij moet tillen onv
het ding vaak uit de douche-cel naar de keu
ken te slepen.
Na het onderzoek kregen alle betrokken fabrikanten,
en importeurs een uitvoerig rapport over hun eigen
apparaten. Hetzelfde als die waaruit het publiek zou
worden voorgelicht.
Daar komen vanzelfsprekend reacties op. Fabrikan
ten willen vaak de resultaten van de concurrentie
ook zien voordat zij eventueel de uitslag van het
onderzoek op hun eigen produkt betwisten. Maar
dat concurrentie-element wordt zorgvuldig uitgeslo
ten.
Ditmaal reageerde een fabriek op het feit dat de in
houd van haar centrifuge heel wat lager was ge
meten dan zij zelf aan het publiek vertelde, met d©
openhartige redenering: „Anderen doen het, dus
doen wij het ook".
Weet een fabrikant aan te tonen dat er een typische
eenlingfout in zijn apparaat zat, dan mag hij op
eigen kosten een andere machine opnieuw laten tes
ten. Maar is het een ontwerpfout, die dus in hele
series naar het publiek is gegaan, dan krijgt hif
met zijn protest geen voet aan de grond.
In deze fase komt en kwam dus ook ditmaal de
door de regering aangestelde commissie van toe
zicht bijeen om de resultaten van de test en de wij
ze waarop deze in een brochure gepubliceerd zullen
worden, kritisch te bekijken. In deze commissie van
vijf hooggeleerde „wijzen" zitten onafhankelijke des
kundigen en vertegenwoordigers van de werkgevers
organisaties.
En dan verschijnen de handige boekjes van het CCO
in druk. Met een beoordeling per merk, een tabel,
ter vergelijking en een inleiding tot beter begripw
Wat voor effect sorteren ze? Ze hebben een oplaag van
slechts circa tienduizend (koelkasten- en centrifuge
test zijn nog verkrijgbaar op het adres Muzenstraat
25, Den Haag). Maar de conclusies verschijnen ook
in het blad van de Consumentenbond (70.000) en in
de vakbondsbladen (IJ miljoen). Winkeliers heb-
ben vaak dankbare belangstelling voor de boekjes.
En de industrie verwerkt zelf ook de ervaringen van
het onderzoek.
Na de centrifugetest heeft bij voorbeeld een fabriek
de grendel van haar machine anders geplaatst om
openen van het deksel tijdens het draaien in de toe
komst te voorkomen. Voor een andere fabrikant ont
dekte het CCO dat een huisvrouw die met haar arm
in de trommel reikte, met haar elleboog per onge
luk de startknop in werking kon stellen. De fabriek
levert sindsdien alleen nog maar centrifuges met
een beschermingsplaatje voor de knop.
De fabrikanten hebben, ondanks hun tegensputteren,
zoveel belangstelling voor de warentests, dat de
heer De Hoog kan vertellen: „Het gebeurt wel eens
dat men van een bepaald apparaat een enkel exem
plaar uit het buitenland importeert en dan de ait-
slag van onze test wil afwachten voordat er besloten
wordt of ze het hier op de markt zullen brengen.
Dan weten ze hoe zij er ten opzichte van de concur
rentie voorstaan. Maar daar zijn wij niet voor".
Neen, het vergelijkend warenonderzoek is er voor de
consument die wegwijs moet worden gemaakt. Het
is in Nederland nog maar net van de grond geko
men. Dat is jammer en ook een beetje schandalig.
Want de overheid had er, zoals gezegd, drie ton voor
klaar liggen. Dat was om zeventig procent subsidie
te geven op de warentests. Het Consumenten Con
tact Orgaan had echter zelf zo weinig geld dat het
die andere dertig procent maar in een enkel gevaH
zelf kon opbrengen. Anders zouden al veel meez;
kostbare artikelen voor het publiek zijn onderzocht. 1
wijze
Nu heeft de minister van economische zaken de con-
sumentencommissie van de Sociaal Economische
Raad om advies gevraagd over de verdere aan
pak van warentest in Nederland. Uit zijn vrage»
blijkt dat hij het systeem van het CCO een juiste
werkwijze vindt.
Het kopend publiek mag hopen dat dit betekent dat
er met gebruikmaking van de opgedane ervaring,
verder wordt gegaan op de door het CCO ingesla
gen weg. En misschien dan wèl met door eeo
hoger subsidie-percentage volledige benul tin»
van het overheidsgeld. Waarmee dan levens een
veel uitgebreider verspreiding van de bij een „moei
lijke" koop onmisbare CCO-boekjes mogelijk zoo
moeten worden.