Omwenteling in
het werk
voor plattelandsjongeren
N ozempr obleem
wordt nog groter
Gé Hofenk
TOPPERS
Dr. D. Zuithoff: y
Vanavond
in Leiden
Beatles
links9
Beatles
rechts
Zaterdag 16 oktober 1965
Weekeindbijlage L.D. Exhi
JAN GOEDHART (28), VEETELER IN
KOUDEKERK AAN DEN RIJN
„WE MOETEN WAT DICHTER NAAR ELKAAR
Er Is in Nederland nog
platteland. Er is zelfs in de
randstad-Holland nog iets
van dat steeds verder verva
gend begrip overgebleven, aJ
zal dat degene die geregeld
per auto of per trein in deze
contreien vertoeft wat be
vreemden. En er leven op dat
platteland jonge mensen en
voor hen is er nog steeds:
het plattelandsjongerenwerk.
Hoe staat het in deze tijd van
voortschrijdende urbanisatie,
van het wegvallen van
het betrekkelijke isolement
van het platteland en de moge
lijkheid voor plattelanders om
intensiever in contact te komen
met de stad en haar bewoners,
hoe staat het in deze tijd met
dat aloude plattelandsjongeren
werk? Wij vroegen dat aan Jan
Goedhart (28), voorzitter van de
afdeling Hazerswoude-Koude-
kerk van de Christelijke Platte
lands Jongeren Organisatie, be
stuurslid van de afdeling Zuid-
Holland van de CPJO en vee
teler van beroep. Jan Goedhart
heeft verder zitting in verschil
lende organisaties, is oprichter
en leider van een accordeonclub
en organist in de gereformeerde
kerk. Zijn antwoord gaf een wat
duidelijker beeld van een zaak,
die doorgaans volkomen onbe
kend blijft: er is sprake van een
omwenteling in het werk van de
drie organisaties, die zich bezig
houden met het plattelands jon
gerenwerk: de Hollandsche
Maatschappij voor Landbouw, de
Christelijke Plattelands Jonge
ren Organisatie en de Katho
lieke Plattelandsjongeren Orga
nisatie.
Kijk, als Je de huidige jongeren van
het platteland of hoe je het
noemen wilt: jonge mensen uit een
overwegend agrarisch gebied
wilt bereiken moet je niet meer
aankomen met een lezing over in
gekuild gras of iets dergelijks. Het
is als met alle vormen van jeugd
werk, de grenzen vallen weg: je
moet de jonge mensen iets bieden
waar ze iets aan hebben, we moe
ten het accent verleggen naar meer
algemene zaken. Bovendien: met
dat oude, echte boeren- en tuin
dersprogramma bereik je op het
ogenblik geen sterveling meer".
Jan Goedhart laat er geen twijfel
over bestaan: er moet heel wat ver
anderen in het plattelandsjon-
g er en werk en er verandert ook heel
wat.
De tweede avond van de Jazz
Society Folk Beat 14, die vanavond
in de grote kantine van het sport
park Roomburg in Leiden wordt ge
houden, staat geheel in het teken
van de oude jazz. Michiel de Ruyter
houdt een lezing over deze, wat in
de verdrukking geraakte vorm van
de Jazz, waarna de combinatie van
Ha jé Wessels uit Leiden gaat musi
ceren, uiteraard ook in oude stijl.
De can tine van het sportpark dat
via de Asserstraat is te bereiken
Is vanaf half acht geopend.
In het Gereformeerd Jeugd
huis aan de Breestraat in Leiden
gaat het vanavond spannend toe:
uit vele schonen zal Miss Jeugdhuis
1965 worden gekozen.
In het gebouw „Rehoboth"
aan het Rapenburg in Leiden kan
de Jeugd vanavond terecht voor een
•ociëteitsavond van de sociëteit voor
ouderen ,,'t Roefje". Morgen ont
vangt een andere sociëteit van de
CJV „Rehoboth" De Spil de com
missaris van politie in Leiden, de
heer J. Dreeuws. Hy zal 's avonds
om acht uur Iets vertellen over de
politie en zal ook specifiek Leidse
problemen behandelen.
Moeilijk
Het is voor mensen, die met
jeugdwerk te maken hebben geen'
nieuw geluid. Het wordt hoe lan
ger, hoe moeilijker om jonge
mensen te interesseren in het deel
nemen aan allerlei activiteiten,
✓welke worden georganiseerd door
een heleboel instanties en een hele
boel goedwillende mensen, die echt
wel het allerbeste met hun „jeugd"
voorhebben, maar in feite buiten
staanders in hun wereld zijn. Met
de plattelandsjongeren is dat niet
anders. „Een jaar of tien geleden
begieep men eindelijk, dat er ten
eerste wat meer onderling contact
moest komen tussen de drie tot dan
langs elkaar heenwerkende organi
saties. Die gedachte manifesteerde
zich sindsdien hoofdzakelijk op ge
zamenlijke wedstrijddagen en
tentoonstellingen, het gezamenlijk
als plattelandsjongeren naar bui
ten optreden op evenementen als
beoordelingsdagen, fokveedagen (ik
denk daarbij aan de Leidse VEBO
en soortgelijke gebeurtenissen".
Jan Goedhart wil deze vorm van
toenadering echter zo graag ver
der uitgebreid zien dan het strikt-
technische: melkwedstrijden, vee
beoordeling en dergelijke dingen
passen naar zijn oordeel niet vol
ledig meer in he't kader van het
plattelands jongerenwerk. Verande
ren van onderwerpen is dan ook
zyn devies, een heel ander pro
gramma brengen meer algemeen
vormend-dan vormend voor het
boerenbedrijf. „Een en ander moet
echter niet inhouden, dat het eigen
karakter van ons plattelandsjonge-
renweik verdwijnt. Kijk, onze orga
nisatie is nu eenmaal gestoeld op
wat men vroeger noemde de boe
renstand. Dat is historisch zo ge
groeid en het is onzin om daar nu
op stel en sprong verandering in
te brengen", vindt Jan Goedhart.
Het werk heeft naar zijn mening
een geheel eigen karakter, dat
ondanks de omwenteling, die er op
het ogenblik in plaats vindt be
houden moet worden.
Samenwerking
Een geliefkoosd stokpaardje van
Jan Goedhart is ook zijn stre
ven naar meer onderlinge samen
werking tussen HML, KPO en
CPJO. Zyn eigen Hazerswoudse-
Koudekerkse afdeling was een van
de eerste in het land, die over
ging tot het beleggen van geza
menlijke bijeenkomsten. „Men
wordt als het ware door de tijds
omstandigheden naar elkaar toege
dreven, de oude scheidsmuren van
vroeger zyn niet meer te handha
ven. lemend zei eens: dat is oecu
menisch. Dat is niet waar: dat
heeft betrekking op geloof en met
LDTOPTIENLDTOPTIENLDTOPTIEN
Oh IT"
1 Eve of destruction (Berry McGuire) O
E2 Help (Beatles) 1
3 Satisfaction (Rolling Stones) C_y
-J 4 Shame and scandal in the family (Shawn Elliot)
5 Look through any window (Hollies) j
[-!—6 Universal soldier (Donovan)
E-h 7- I got you babe (Sonny Cher) j
8 Down In the boon-docks t
xV 9 Unchained melody (Righteous Brothers)
10 Like a rolling stone (Bob Dylan).
_l Tl
NEIIdOiaiNEIidOiaiNEUdOiai
DE ZAAK VOOR LEI
Muziek- en
grammofoonplatenhandel
HAARLEMMERSTRAAT 66
JAN GOEDHART
(Foto Letdech Dagblad)
die term hoeven we bij de HML
niet aan te komen. Nee, ik geloof,
dat het meer een stroming in de
gehele maatschappij is, die inziet,
dat we meer met elkaar moeten
optrekken."
Dan is er Jan Goedharts Grote
Euvel: de mening van deze jonge
stremingen in de organisatie klinkt
niet genoeg door in de top, de lan
delijke besturen van de CPJO, de
HML en de KPO. „Zelfs niet om
bij de CPJO te blijven via ons
orgaan „Ons Jongeren Platteland",
dat wordt Immers beheerst door
het landelijk bestuur", zegt Jan
Goedhart, die overigens weinig zor
gen voor de toekomst van het werk
heeft.
„Wij jongeren zullen het er mis
schien niet beter afbrengen dan
anderen, maar één ding staat vast:
dat het anders moet. Er zyn wel
eens plannen geweest om één grote
organisatie op dit gebied op te rich
ten, maar ik geloof niet dat zo'n
drastische maatregel nodig is: we
moeten elkaar alleen wat meer we
ten te vinden.
Zijn de Beatles een verschijn
sel van „links" of van „rechts"?
Deze vraag is daarom gewettigd,
omdat, zoals de „Corriere della
Sera" (Milaan) dezer dagen
schreef, zowel Amerikanen als
Russen zich over hen opwinden.
„Ze zijn het werktuig van een
communistisch komplot om
onze jeugd te bederven", zeggen
sommigen in de V.S., maar in
de Sowjet-Unie heet het: „De
Beatles zijn het Trojaanse
paard van het kapitalisme"Wie
van beide partijen heeft gelijk?
In het algemeen ziet men in de
Beatles vertegenwoordigers van
een opstandige jeugd. Maar op
standig tegen wie? Tegen de
wereld waarin zij leven, zegt
men, tegen de z.g. welvaartscul
tuur van de kapitalistische
maatschappij. Zo gezien is het
niet moeilijk hun een linkse
koers toe te schrijven. Wanneer
dat waar zou zijn, zouden de
Amerikanen gelijk hebben. Maar
is het wel waar, dat zij zich te
gen de welvaartseconomie rich
ten? Want zij bevinden zich, fi
guurlijk gezegd, als de muizen in
de kaas, met veel roem en nog
meer geld als voordeel. Daarom
herinneren de Beatles ons eer
der aan de bohémiens van vroe
ger ,aan het „belle époque". Hoe
nauwkeuriger men hen be
schouwt, hoe meer men ontdekt,
dat zij een bijna krankzinnige
en aanmatigende hunkering
naar het verleden hebben, naar
buitensporigheid, naar persoon
lijke willekeur, naar individua
lisme, naar losgebroken lawaai.
Dus rebellie, jawel, maar reac
tionaire rebellie, welke niet ge
diend is van nivelleringvan
maatstaven, van programma's,
van plannen en van massacul
tuur.
Dat is wat anders dan een
linkse mentaliteit. Het lijkt veel
waarschijnlijkerdat het om een
tegengestelde koers gaat. Moge
lijk zijn de Beatles zich daarvan
niet bewust en de hysterische
horden van hun „fans" staan er
evenmin bij stil. Maar de ver
denking is niet ongemotiveerd
dat hun rumoerige liedjes en
hun ongewone haardos de won
derlijke vlag van een wellicht
nog onbewuste gisting is, die
zich nu in de wereld merkbaar
maakt en dat men in de Beatles
een duidelijk rechtse houding
kan herkennen.
(Van onze Haagse correspondent)
Eerder dan vanzelf wel te verdwijnen, zal het nozemprobleem nog toenemen.
fo Nederland loopt in sociale jeugdzorg niet vijftig, maar wel tachtig jaar achter.
De jeugd voelt zich' onzeker omdat de ouderen onzeker zijn
"jij- Er zit een positief element in de lange haren en de slobbercapés van de „kikkers
jeugdbende.
Dit zijn enkele uitspraken van de op het ogenblik best geinfor-
meerde jeugdpsychiater in ons land, dr. D. Zuithoff in Zeist. Als
wetenschappelijk adviseur werkt hij zowel voor het ministerie van
Justitie, afdeling kinderbescherming, als voor het ministerie van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Uit de informaties
die hij via deze departementen vergaart, is hij in staat zich voort
durend op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in het ge
dragspatroon van de hedendaagse jeugd en in het bijzonder van de
afwijkingen in dat patroon, vooral daar waar deze leiden tot delin
quentie. De Justitie heeft vrij wat lastige klanten onder de „lie
verdjes" van vandaag.
VEEL GOEDS
..En toch", zegt dr. Zuithoff,
„er zit veel goeds in. Persoonlijk
sta ik positief tegenover het af
wijken van d.e norm door de mo
derne jeugd. Het loslaten van
oude normen, de afweer tegen
verstarring duidt op de ontkie
ming van een eigen mening. Laat
die afweer zijn uiterlyk teken
vinden in lange haren, slobber
broeken en rare truien, ik vind
dat niet erg. Ergens hebben we
de student met zijn overdreven
lange das en de wat-we-nu-
maar-nozem-zullen-noemen in
diens cape iets gemeen. Beiden
wJlen ze benadrukken dat ze
anders zijn dan „de rest", ze wil
len vernieuwen en dus zoeken ze
naar nieuwe vormen".
„Voor mij zit het positieve hier
van in de veelvormigheid in het
huidig cultuurpatroon. Als de Jon
ge mens van nu zich weet te ont
worstelen aan het stempel van de
ouderen, kan hy zich een eigen
wezen verschaffen, gebaseerd op
ieders persoonlijk waarden en mo
gelijkheden. Ons onderwijs gaat
heel langzaam ook in die richting.
Een rijker geschakeerd mensdom
moet er het einddoel van zijn.
Techniek en wereldpolitiek hebben
onze maatschappij binnen één ge
neratie een volkomen ander aan
zien gegeven en rigoureus is daar
door gebroken met het burgerscha-
bloon van vroeger, de geijkte cy
clus van opgroeien ambacht le
ren vroeg gaan werken".
,,Ze wisten niet beter. De jeugd
van nu wi1 wel beter weten, aan
vaardt althans niet zonder naden
ken wat de maatschappij van de
oudere generatie haar als vastom
lijnd levenskader wil opdringen. In
de sociologie spreken we van refe
rentie-kader. Dat is een soort so
ciaal model, waar men zich in po
sitieve of negatieve zin op in kan
stellen. Dat positieve model is voor
de jeugd niet zo vanzelfsprekend
meer. Nieuwe wegen liggen open,
tot aan de maan toe tegenwoordig.
Is het zo'n wonder dat de jeugd
zich bij het betreden van die wegen
onzeker voelt? Ik vind het volko
men begrijpelijk dat zij zich zoe
kend en tastend voorwaarts be
geeft, keurend en versmadend,
proevend en experimenterend".
„Maar bij het experiment be
hoort de mogelijkheid van een mis
lukking, bij elke poging de kans
op een vergissing. Die kans op een
dwaling althans binnen zekere
grenzen moeten we op de koop
toe durven nemen. Laten we daar
bij nooit vergeten, dat wij het zyn
die de jeugd in deze situatie heb
ben gebracht. Laten we vooral ook
goed in de gaten houden, dat de
ouderen zelf zo onzeker zyn".
GEVAREN
Dr. Zuithoff onderschat de geva
ren van die mogelijke mislukkelin
gen niet. Het loslaten van alle
waarden en normen kan leiden tot
nihilisme, een levenshouding waar
in niets meer telt: de persoon van
een ander niet, eigendom niet en
zelfs een mensenleven niet. Als ie
der in de maatschappij van mor
gen zijn eigen verantwoordelijkheid
wil dragen, dan moet hij er ook
blijk van geven die te kunnen dra
gen. En dat betekent toch weer:
spelregels. Zelfs non-conformisme
en scepticisme zijn op zichzelf nor
men. Men kan zozeer een scepticus
zijn, dat men gaat twijfelen aan
het eigen scepticisme. En de meest
weerbarstige nozem onderwerpt,
zich graag aan het gedragspatroon
van de eigen groep. Wordt een
zwart jekkertje het clubsymbool,
dan schafi hij er zich vandaag nog
één aan. Zyn het taptemelkkleu-
rige kousen, morgen hééft hij ze.
Tot zover is het individualisme
in het algemeen nog ongevaarlijk,
ook als het in groepsverband be
leefd wordt. Reden tot ongerust
heid ontstaat pas, als binnen de
groep een leider met misdadige nei
gingen optreedt. Elke vorm van
leiderschap denk aan die on
zekerheid maakt een vlotte kans
op erkenning, zo sterk is ondanks
alles toch de hang naar een voor
beeld. Overschrijdt dan de leider
de schreef van het justitieel toe
laatbare, dan is er de kans dat
een groot deel van de groep mee
gaat.
Van de onschuldige „nozems"
zyn we terecht gekomen bij de
heel wat schuldiger „provo's"
beide termen tussen aanhalingste
kens omdat ze het begrip maar te
globaal dekken. Daar krijgen we de
rain-groepen, de „gangs", die hun
onzekerheid trachten op te heffen
in agressie. Ze stelen, boeken, tijd
schriften en grammofoonplaten,
gewoon omdat ze deze artikelen be
geren en in de overvloed van het
aanbod lachen om het eigendoms
recht; ze gaan over tot geweldda
den, ter benadrukking van hun
mannelijkheid, ze kunnen vervallen
in seksueel wangedrag omdat ze
nu van alle taboes, nog geen plaats
weten te geven in hun nieuwe we
reld.
Hier in Nederland is dit proces
pas goed en wel op gang gekomen.
In Zweden en Amerika, waar o.a.
de welvaartsontwikkeling sneller is
gegaan, is men al veel verder. Daar
komt men vormen van wangedrag
tegen die hier nog niet zijn gesig
naleerd en dat brengt dr. Zuithoff
tot zyn conclusie: „Het zal nog er
ger kunnen worden met die vor
men van non-conformiteit die voor
de jeugdigen zelf en voor de maat
schappij gevaren bieden, die niet
meer zo vanzelfsprekend kunnen
worden geaccepteerd".
BEGELEIDING
Er is niets aan te doen? Moe
ten volwassenen lijdelijk toezien
hoe een deel van jeugd in psy
chologisch opzicht niet eens het
slechtste, want er zijn er juist bij
met vele positieve mogelijkheden,
„normloos" opgroeit en verwilderd?
„Nee", zegt dr. Zuithoff
kelijk, „helemaal niet. Naar
mening hunkeren onze jonge itr
naar een goede relatie met oul
ren. Maar dan een relatie op bi
van erkenning van de eigen wa» nr
de van de jeugd. De eigen id» kl«
titeit waarnaar ze soms
telyk zoeken, moet worden
pecteerd. Met de oude schabion |n
van „eerbied" voor de
om de grijze haren alleen
len ze niets meer te maken
Gezag erkennen ze slechts als
duidelijk spreekt uit grotere
heid, beter inzicht en begrip, m#
ervaring, kortom meer
lykheid, die dan ook bewezen
worden. Leiding sluiten ze niet
maar deze zal indirecter
zyn, meer in dialoogvorm,
ciency en zakelijkheid voelen
als belangryk". Langs die
moeten jeugdopvoeders en p<
tieagenten naar de mening vani
Zuithoff hun taak dan ook g>
uitvoeren. Gummiknuppels bij I 1
Lieverdje kunnen best eens noi
zyn, maar ze betekenen een
plaatsing van het probleem, «4o
oplossing.
„Wil onze maatschappij zich
penen tegen de gevaren
te excessief nózemisme", dat
len wij de jeugd veel beter moei
begeleiden, met oneindig meer I
grip voor wat ze wil en
zoekt. Ons land loopt in
jeugdzorg tachtig jaar ten
Onze jeugdorganisaties zijn vew
derd. „instuif-avonden" met
mele leiding hebben tijdelijk
iets betekend, maar ze zijn „ft
toch ook niet. Teveel ontbreekt
aan de geestelijke en mater
toerusting van onze jeugdzorgei
ANDEI
Daar is naar de mening van
Zuithoff wel iets aan te doen, m
üan zouden al die verenigingen*
instituten die zich nu uit sod I
bewogenheid met opvoeding bel
houden, een heel andere houd
moeten aannemen. Ben positii ft
geest van samenwerking zou 1 Dé
moeten bezielen, maar niets n 10
ander t in ons land zo traag als ft
mentaliteit van de mensen i
„goed" willen doen. Men zal '9
voorwaarden moeten schep?Ee'
waarin nieuwe communicatief! K
men tussen jeugdigen onderling1 to
tussen jeugd en „ouderen" gerei ju
seerd kunnen worden. b
Jeugdspychiater Zuithoff vat 2
visie zo samen: „Particuliere
Ryks-instanties voor geestó
ke volksgezondheid, kinderbeseft
ming, jeugdzorg, opvoeding
jetigdvorming zouden samen jS(
jusitite en onderwijs moeten
men tot een nationale jeugd® K
politiek. Een politiek die enerti
begrip kent voor de onzekere p> L
tie van de jeugd, maar die
derzijds de voordelen wil zien t
de opmars naar een veelzij- *n'
mensheid. Voetstoots alles afwijs
is daarby even erg als alles
laten gaan. Begrip moet er
wie de achtergronden van het
zemdom" kent, kan de g
neutraliseren en positieve k
activeren".