%f Overslagje Weer ladder JP®5 Jlp 6 Kansloos Vissen voor een gulden per uur Kom er ACHT-er m m iff A m r a Tragisch beeld van positie waarin sportvisser verkeert Vrijdag 1 oktober 1965 Pagina 2 Weekeindbijlage L.D. Extra JUWELEN. JUVVEtEM.JUWElEM I In 1924 verkocht de I |Sjah v.Perzië één da. mant.Van de op_ I brengst werd net Perzische spoorweg. net aangelegd. Een v.d. grootste reis vd. wereld m 8 5 cm. Het is c Parel van Azie Een ongeslepen dia. mant zieter volko., men waardeloos uit Pas het diipen geeft de schittering aan de diamant Parels Edelstenen niet. In 1671 werden de Britse kroonjuwelen qe. stolen door kolonel Blood. Later kreeg fiij v d koning een landgoed ten geschenke. «5 Diamant ontstaat uit dezelfde grondstof als het binnenste van een potlood. Het woord karaat be. tekent: zaad van Johannesbrood. BRIDGE Het spelen om matchpunten viertallenwedstrijdvereist geen techniek die ingrijpend verschilt met die van het rob berbridge. Anders is het met de populaire parenwedstrijd: een „vast" contract is daar weinig interessant en de overslagjes zijn hier het zout in de pap. In het viertallentoemooi van de Gooise Bridge Club gold een telling, waarbij men per spel 20, dan wel 11 of 02 kon scoren. Het overslagje moest hierbij dus in hoge ere worden gehouden, wat beide leiders in onderstaand spel verzuimden: A B 7 3 (?B4 <>HB963 A A H ren. Zou het gebeuren dat de rui tenvrouw tweede valt, dan kan zuid in elk geval een schoppentje kwijt. De juiste speelwijze bij deze wed- strijdvorm is echter een geheel andere. Zuid moest in slag 2 oosts schoppenheer nemen met schop penaas op tafel (noord) en er nu op spelen, dat zowel de ruitens als de klaveren niet &1 te ongunstig verdeeld zijn. In slag 3 daarom ruitenaas, slag 4 ruitenheer. slag 5 een ruiten uit noord (oost doet harten weg) en zuid troeft laag. Slag 6 is voor klaverenheer op tafel en in slag 7 wordt nogmaals ruiten gespeeld, die zuid laag aftroeft bij west valt de ruitenvrouw, zodat noords vijfde ruitentje vry is. In 6 4 V 7 2 O A 4 «f B 9 8 7 4 2 Het biedverloop (noord gever, allen kwetsbaar) was: noord één ruiten oost doublet zuid twee klaveren west paste noord paste oost twee harten zuid en west pasten noord drie kla veren allen pasten. Noords laatste bod was uitste kend: het steunen met slechts twee troeven mag slechts geschieden als het zeker is, dat die partner een lange kleur heeft. In de gegeven situatie kon daarover géén twijfel bestaan zuid móest voor zijn bod bepaald beschikken over een lange kleur. Tegen drie klaveren speelde west harten drie voor, door oost genomen met hartenheer. In slag 2 vervolgde oost met schoppenheer, hoe had zuid verder moeten spelen? Een normale speelwijze is schop penaas te nemen, twee malen troef te trekken (de vrouw valt niet) en dan harten van de tafel te spelen. OW kunnen dan maken twee har- ten, één schoppen en één klave- Een betere speelwijze is, in slag 2 schoppenaas te nemen, dan twee malen troef te trekken en nu eerst ruitenaas en ruitenheer te probe- f Kom er ACHT-er 1. veertje op hoed man links 2. deurknop eerste auto 3. mond vrouw 4. antenne auto 6. streepje meer bij uitlaatgas 6. kin man links 7. blokje meer op gordijntje 8 punt op nummerbord auto Antwoord op bridgevraag Het is aannemelijk, dat de noordspeler .gezien het bied verloop" wel op enige kracht bij zijn partner (zuid) gere kend heeft. Dat noord voor zijn bod echter op praktisch vier topslagen gerekend zal hebben is onaannemelijk. Ik meen, dat zuid in élk geval nu tenminste iets zal moeten bieden het ergste wat er gebeuren kan is dat NZ dan vijf harten moeten gaan spelen, die met dit zuidspel mee toch óók nog wel ge maakt zullen worden. Een goed bod acht ik vier schop pen, dat zéker naar het slembod geleid zou hebben, daar noord had 4 6 AHVB863 O B 9 f A H In de praktijk kwamen NZ niet verder dan vier harten, wat niet van goed bieden getuigde. Noord vond. dat zuid „sterker" had moeten bieden het bekende geluid van de pot en de ketel. slag 8 komt noord aan slag met klaverenaas (bij oost blijft klave renvrouw steken), waarna noord de vrije ruiten speelt. Oost kan die wel introeven met de klaveren vrouw, doch zuid kan nu zijn verliezende schoppen opruimen en maakt het begeerde overslagje. Misschien merkt u op, dat zuid hetzelfde resultaat bereiken zou wanneer hij op de ruitenvrouw had gesneden. Die opmerking gaat dan uit van de gelukkige kennis der open kaarten. In de praktijk zou snijden op ruitenvrouw bijzonder slecht zijn. want als oost die kaart heeft, verliezen NZ één ruitenslag, éen schoppenslag, twee hartensla gen en de klaverenvrouw. Hetgeen betekent, dat het vast gewonnen contract terwille van de overslag in gevaar is gebracht en d&t risico moet men zelfs in dergelijke wed strijden niet nemen. H. W. FILARSKI. Nu de vakanties ten einde zijn, hervatten wij onze ladderwed strijd weer. Ten behoeve van nieuwe deel nemers het volgende. Om de week zullen in deze schaakrubriek en kele opgaven voorkomen, waarvan de oplossingen gezonden kunnen worden aan de schaakmedewerker, W. H. van der Nat, Acacialaan 25, Leiderdorp. Voor elke goede op lossing wordt één punt toegekend. Nadat tien opgaven zijn verschenen wordt een prijsje toegekend aan diegene, die het hoogste aantal punten heeft verworven. De andere deelnemers behouden hun behaal de score, waaraan zij, in de nieu we serie van tien opgaven, weer punten kunnen toevoegen. De win naar van elke serie begint weer onderaan de ladder. Het eenvou digst is met inzending van oplos singen te wachten tot de laatste opgaven van een serie van tien zijn geplaatst. De opgaven zijn alle ontleend aan de praktische partij, dus geen SCHAKEN 4 1 1 1 11 a i 41 1 Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. WEET U DIT VAM DE KLEDIMG Een paar eeuwen geleden bestonden er nog geen mo. de bladen. De modehuizen stuurden toen aangeklede poppetjes rond. Textiel gebruikt mén m«t alleen voor kleding. Totaal wordt deze stof voor500 verschillende doelein den gebruikt!!! Het kostuimV.d Romeln- sekoning Tu|liu$is560 jaar lang in gebruik geweest Ie bonthandel kent ruim1 0 verschillende soorten vellen. 200 m wereld UJ fit Ongeveer de helft v.d.mens. heid is onbekend met het gebruik van een overjas Wit geeft mat in vier zetten fWit: Kei; Pb3 en f6; pion: h6; Zwart: Kh8, pionnen: e2 en e5). Vandaag dan de partij tussen H. F. J. Kinnegen met wit en E. P. Bronstring, gespeeld in het Residentie Damtournooi 1965. Evenals in de partij Boog Roozenburg komt hierin duide lijk tot uiting, dat de gevolgde strategie tegen de gesloten for matie over veld 29 geen perspec tief biedt. 1. 31—26, 19—23, 2. 37—31, 14—19, 3. 41—37, 10—14, 4. 46—41, 50, 5. 31—27, 20—24, 6. 34—30, 24—29, 7. 33x24, 23—28, 8. 32x23, 18x20, 9. 30—25, 12—18, Op 20—24 volgt de bekende dam door 2520, 2722, 26—21, 38—32, 43x5. 10. 40—34, 7— 12; 11. 45—40, 19—23, 12. 34—30, 13—19, 13. 37—31, 17—22; 14. 33—33, 11—17; 15. 42—38, 9—13. 16. 47—42, 20—24, 17. 41—37, 4—9, 18. 39—34, 15—20; 19. 37—32, 10—15, 20. 44—39, 6—11, 21. 42—37, 2—7, 22. 50—45. 2429; anders volgt 3429, 40x29. 23. 33x24, 20x29. Zij het dan vla DAMMEN een andere opening zijn we nu toch beland in een positie die vrijwel hetzelfde is als in de party Boog Roozenburg. Het verloop is dan ook identiek met het verschil dat Roo zenburg nog remise mocht maken Bronstring aan Kinnegen deze ge legenheid niet gaf. 24. 4944. 14—20, moet op de nu bekende wijze speelruimte zoeken. 25. 25x14,19x10, 26. 30—25. Hier had wit door 39—33 een andere spelvorm kunnen for ceren 10—14; 17. 34—30, 13—19, en dit lijkt ons het beslissende sta dium Op 3933 zal zwart vrijwel gedwongen zijn tot 8—13 en 23—28, waarna er nog genoeg te dammen valt en wit niet vervalt in het spel van Roozenburg tegen Boog. Wit vervolgde echter met 28. 39—34, en het zal u nu duidelijk zijn wat er wit te wachten staat 15—20, 29. 27—21, 16x27,. 30. 32x21, 20—24. zie diagram. Op de Lungeruurse Plussen In het z.g. Documentatie-rap- port nummer 4, uitgegeven door de Inspectie der Visserijen te Utrecht en o.a. samengesteld door ir. A E. Hofstede, is 'n overduidelijk beeld te recon strueren van de positie waarin de sportvisser momenteel ver keert. Het rapport handelt over de Langeraarse Plassen, 't ge bied van ca. 451 ha, dat wordt bevist door zeven beroepsvissers, terwijl zes botenverhuur onder nemingen er hun bestaan pin den. Er mag door de sportvisser met de gewone hengel worden gevist, ter wijl het beroep in hoofdzaak op aal en snoekbaars vist; hoewel ook baars en snoek een zekere rol spe len. Jaarlijks wordt door het be roep ca. 1000 kg. wltvis weggevan gen. De visuitzettingen geschieden hoofdzakelijk met het oog op de belangen van de zeven beroeps vissers; zij bestaan nl. voor het grootste deel uit glasaal, pootaal en snoekbaars. Uit proef visserij en door het beroep verricht, is gebleken dat 96% van de gevangen wltvis uit brasem bestaat en dat 80% van die brasem onder de maat is uit gaande van de vervallen maat van 22 cm. Gebleken is tevens, dat de boven maatse brasem moeilijk grotere af metingen kan verkrijgen dan ca. 33 cm. (Een visje dat ik nooit zonder blozen een brasem heb durven noe men, maar dat in genoemd rapport het predicaat „grote brasem" krijgt toebedeeld). De sportvisserij zo zegt het rapport is voor de botenverhuur ders veelal gecombineerd met een café-bedrijf, een goede bron van Inkomsten gebleken en daarom ver dient het aanbeveling te trachten een inzicht te krijgen in de aard en de resultaten van deze visserij. Hengel- en beroepsvangsten dekten elkaar, wat betreft de afmeting van de brasem die werd gevangen: 80% onder de maat. Het aantal gevan- ligt op het gemiddelde van 1V4 vis. Van het aantal sportvissers dat Lang er aar bezocht is 30% georga niseerd en 70% niet. Verreweg het grootste getal vissers komt uit Delf land, o.a. Den Haag, Leiden en om streken, Rotterdam, maar ook uit Amsterdam en Dordrecht. Vele van deze sportvissers bevissen de Plas sen vaak regelmatig of wekelijks.. Jaarlijks worden de Langeraarse Plassen bezocht door gemiddeld 9000 sportvissers. Nu kan men stellen, dat deze sportvissers aan vergunning, boot- huur, reiskosten, aas en voer, plus het kopje koffie waaraan de café bedrijven hun goede bron van in komsten danken, per dag toch wel f 10 kwijt zijn. Gezamenlijk kost hun gang naar de Langeraarse Plassen dus f 90.000 per jaar. De eenvoudige uitrusting voor de simpele visserij die op Langeraar is toegestaan, vraagt toch altijd nog om een uitrustinkje van ca f 40 per Jaar. Dat is zeer laag geschat, want een behoorlijke vaste hengel kost meer. Dat is dus aan vlsappa- ratuur en aan de bijkomende kos ten om dat materieel daadwerke lijk te gebruiken een gezamenlijk opgebracht bedrag van f 450.000. Globaal berekend en bij een tijdsduur van ca. 10 uur vissen per dag, kost het vissen op de Langer aarse Plassen dus ten minste een gulden per uur. Een gulden per uur voor de kans 134 vis te vangen, waarvan 80% gegarandeerd onder de maat is en de grootste niet bo ven de 33 cm uit komt. Vis die als puf is te beschouwen met een gemiddelde waarde van ca 8 cent per pond. Maar dan komt het rapport met de meest cynische opmerking ooit gemaakt: een klap in het gezicht van de sportvisser die de laatste tien Jaar veel meer dan 10 mil joen gulden bijeenbracht ten be hoeve van de visstandverbetering. Het rapport zegt: Het type henge laar dat hier komt, is niet uit op recrdvangsten van hetzij grote af metingen, hetzij grote aantallen. De bijzondere interesse gaat uit naar een rustige dag op het water, waarbij nu en dan een visje wordt verschalkt. Met evenveel arrogante brutali teit, zouden de Duitsers in de hon gerwinter hebben kunnen beweren, dat de Hollanders zo razend gek op tulpenbol en suikerbiet zijn, gezien het gedrang voor de winkels waar deze lekkernijen beschikbaar wer den gesteld. Maar zover is dat Ubervolk nooit gegaan. En ten slotte komt het rapport nog tot deze slot-conclusie. aan de hand van het feit, dat 70% van de sportvissers op Langeraar niet georganiseerd was. blijkt wel, dat deze eenvoudige, pretentieloze vorm van hengelsport een belang rijke plaats inneemt in de vrije tijdsbesteding, zodat het hier toege paste systeem van viswater-exploi tatie in een duidelijke behoefte voorziet. Maar dan is er nog een andere vorm van viswater-exploitatie waarover wel nooit een officieel rapport zal verschijnen. Want dat zou dan een klap op de andere wang van de spdrtvisser worden. Nog niet zo lang geleden zijn vier beroepsvissers losgelaten op het Veluwe Meer. De brasem- en voomstand zou daar gedegenereerd zijn en moest dus worden verwij derd. Deze verwijderde vis werd echter als pootvis uitgezet en daar mee beging men 't misdrijf dat als „stropen" bekend 6taat. Want het Veluwe Meer is bestemd voor de sport en het beroep en er mag geen pootvis worden weggevangen uit water waarin ook de sport rechten heeft. Maar uit dat Veluwe Meer een prachtig recreatiegebied en een schitterend viswater, wanneer men het werkelijk goed zou menen met de sport werd ook nog meer dan tienduizend kilo snoek weggehaald, honderden exemplaren van boven de twintig pond en zelfs een exem plaar van veertig pond. Zij zijn verkocht geworden. Geëxporteerd. De sportvisser doet niets anders dan betalen. De laatste Jaren bracht hij tien miljoen bijeen. Daarvoor werd een kweekvijver ge bouwd die mismaakte karpers kweekt. Bovendien laat men hem nog een gulden per uur betalen voor het vangen van 1 bleke magere bliek, die als een zakdoek zo weer loos aan de hengel hangt. En de goede wateren in dit land dat zich lam schrijft over re creatie, vrijetijdsbesteding, verbe tering visstand en ruimtegebrek laat men leegvissen, dood vis sen, waardeloos maken ten behoeve van een beroep dat vrijwel nergens ter wereld meer bestaat, omdat vis als sportobjet veel waardevoller is dan als consumptie-artikel. Laat ons het beleid danken en laat ons wenen en met de tanden knarsen. JAN SCHItEINER KINNEGEN 31. 37—32, 22—28, 32. 21—16, 28x37, 33. 31x42, 17—22, 34. 38—32, 11—17, 35. 43—38, 1—6, 36. 44—39, 9—13; 37. 39—33, 3—9, 38. 36—31, 6—11, 39. 31—27, 22x31, 40. 26x37, 18—22, 41. 32—27, 22x31, 42. 37x26, 17—22, 43. 42—37, 13—18, 44. 37—32, 9—13, 45. 32—27, 22x31, 46. 26x37, 18—22; 47. 37—31, 12—17, 48. 31—26, 8-12; 49. 48—42, 22—28. 50. 33x22, 17x28. 51. 42—37, 13—18, 52. 37—31, 11—17; 53. 31—27, 28—32; 54. 26—21, 32x43, en wit staakte de strijd. In de derde ronde van dit toer nooi besliste Bronstring met een fraaie combinatie zijn partij tegen Van der Staay BRONSTRING VAN DER STAAIJ Hier had wit als laatste zet ge speeld 16. 3732. Er volgde nu 16. 22—28, 17, 32x23, 19x18, 18. 33x22, 18x27, 19. 31x22, 24x33; 20. 39x28, 25—30; 21. 35x15, 14—20, 22. 15x24. 13—18, 23. 22x13, 8x50. Wit nam toen de dam af door 24. 2621, 50x26; 25. 41—37, 26x42, 26. 48x37 en was een stuk achter Slaat wit bij de 17e zet 33x22 dan volgt 18x38, 18. 43x32, 24x33; 19. 39x28, 25—30; 20. 35x15, 14—20; 21. 15x24, 19x50; en wederom kan wit de dam afnemen (31—27) maar het kost eveneens een stuk. F. GORDIJN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 24