Planbureau niet pessimistisch
BOGAKKS WINT BOUWSLAG
Rijkswegenfonds krijgt
f. 55 miljoen meer
Nood in 1970 voorbij?
BVHX
Maar op arbeidsmarkt blijft
de spanning nog voortduren
Hé, hebben jullie al gas?
Ja,dezeCalmix
electrolische haard
maakt zelf het
ideale warmte-gas!
Bevoïkingsspreiding
verdient de aandacht
LEID8CH DAGBLAD DINSDAG 21 SEPTEMBER 1965
Krachtige stimulans Prijspeil niet meer
voor de produktie
dan vier pet hoger
Totale loonsom met
9.5 procent omhoog
Het Centraal Planbureau verwacht voor 1966 een gunstige economische
ontwikkeling.
Door een grote economische groei blijkt het mogelijk de overheidsbeste
dingen en de woningbouw belangrijk te laten toenemen, zonder dat dit al te
zeer gaat ten koste van particuliere consumptie en of investeringen. En
zonder dat dit tot een verslechtering van de betalingsbalans leidt.
Dit staat in de niacro-economische verkenning van het Planbureau voor
1966, die zoals gebruikelijk is geworden bij de miljoenennota is ge
voegd.
Ruimte voor lonen is niet te bepalen
Het planbureau schat, dat de totale loonsom per werknemer in 1966
met 9.5 procent zal toenemen. Deze schatting omvat mede de inci
dentele loonsverhogingen, de overgang naar beter betaalde beroepen,
e.d. en de sociale lasten. Wanneer men deze buiten beschouwing laat
komt men op een gemiddelde verhoging van de contractlonen met
6 a 7 procent, een cijfer, waarin b.v. ook een eventuele huurcompen-
satie zou zijn begrepen.
Het planbureau wijst er met nadruk op, dat het hier niet gaat om een
berekening van de „ruimte", die voor loonsverhogingen beschikbaar zou zijn.
Dat is ditmaal niet mogelijk, omdat volgend jaar immers wijziging komt in
het systeem van loon-vorming. De loonvorming wordt dan in eerste instan
tie een aangelegenheid, waarover het bedrijfsleven zelf heeft te beslissen.
Naar de ervaring leert leidt een
dergelijke kostenstijging, zelf onder
een zo strak mogelijk prijsbeleid, met
enige vertraging tot een verhoging
van het prijspeil. Wanneer men bo
vendien de belastingmaatregelen en
de huurverhoging in beschouwing
neemt, komt men op een verwachte
stijging van de consumptieprijzen
van 4,5 procent.
Aangezien de verhoging van de in
directe belastingen voor een deel de
minder noodzakelijke goederen be
treft, zal echter de stijging van het
prijspeil van het levensonderhoud
aarschijniijk niet meer dan vier
Impulsen
Het Planbureau verwacht, dat het
prijspeil van de goederen, die door
Nederland worden ingevoerd, in 1966
met 1 procent lager komt te liggen.
De consumptieve bestedingen van
ae overheid zullen in omvang ver
moedelijk even snel stijgen als in
1965, namelijk met vier procent. De
overheidsinvesteringen zullen echter
aanzienlijk toenemen, namelijk met
vier procent. De overheidsinvesterin
gen zullen zullen echter aanzien
lijk toenemen, namelijk met 13 pro
cent (in 1965 zeven procent)
Het volume
neemt toe met ongeveer 7 procent.
Ook de investeringen van de (semi)
overheidsbedrijven in de openbaar
nut-, verkeers- en vervoerssectoren
vertonen een verdere toeneming ten
opzichte van het reeds bereikte hoge
peil. Het produktiepotentiëel neemt
in 1966 opnieuw aanzienlijk toe. Tot
de impulsen behoren voorts de voor
genomen belastingmaatregelen en de
huurverhoging.
de woningbouw procent bedragen.
Resultaten
De genoemde impulsen zulllen, al
dus de verwachting van het Plan
bureau, leiden tot de volgende re
sultaten.
In de eerste plaats zal de pro
duktie krachtig worden gestimu
leerd. De voortdurende stijging
van het Nederlandse loonniveau ïs bijna
ten opzichte van het buitenland mjn m(
Het planbureau verwacht een
toeneming van de particuliere con
sumptie met 8,5 k 9 procent in
waarde en ruim 4 procent in volume.
Mede in verband met een inciden
teel sterke toeneming van de afle
veringen van schepen en vliegtuigen
komt de geraamde stUging van de
bedrijfsinvestering in vaste activa,
exclusief woningen, uit op 8 procent
in volume.
Voor 1966 moet worden gerekend
op een aanzienlijke toeneming van
de voorraadvorming, wil deze weer
op een normaal peil komen.
Ruilvoet
De genoemde cijfers lelden tot een
volumestijging van de nationale be-
bestedingen met bijna 6 procent, dat
i half procent of f 300
—..w dan de toeneming van
heeft, blijkens de ervaringl geen nationale produkt. Dit inflatie-
grote remmende invloed gehad. verschil wordt op de betalingsbalans
Voor de industrie is de stijging afgewenteld. Toch zal het saldo op
van de produktie geschat op 7 a de ]opentje rekening van de beta-
8 procent Vooral door een gunsti- ],ngsbalans toenemen en wel tot f750
ger ontwikkeling in de landbouw mln Dit te danken aan een be
komt de stijging van de produktie langrijke verbetering van de ruil
ing - voet. Te verwachten valt namelijk,
dat het uitvoerprijspeil ongeveer even
de bedrij vensec tor in 1966
schatting ca. 1 procent hoger uit
dan in 1965, en wel op ruim 6 pro
cent. Dit impliceert een toeneming
van het bruto nationale produkt
met ca. 5,5 procent.
Onder deze omstandigheden valt
ook voor 1966 geen verruiming van
betekenis op de arbeidsmarkt te ver
wachten. Gezien ook de toeneming
van het aantal werkenden betekenen
de bovengenoemde schattingen een
stijging van de arbeidsproduktiviteit
in de bedrijvensector met 4,5 a 5
procent. Ondanks deze gunstige ont
wikkeling moet toch. gezien de te
verwachten loonstijging, met een
verhoging van de arbeidskosten per
eenheid produkt van ca- 4,5 procent
rekening worden gehouden.
sterk zal stijgen als dat
currenten (0,5 procent), terwijl, zo
als reeds vermeld, een daling van het
invoerprijspeil met 1 procent wordt
verwacht.
In volume zal de goederenuitvoer
waarschijnlijk met ca 12 procent toe
nemen. en de invoer met 11.5 pro
cent, dat de uitvoer sterker stijgt dan
in 1965. hangt samen met de gerin
gere groei van de binnenlandse con
sumptieve bestedingen. De genoem
de rullvoetverbetering begunstigt de
toeneming van het nationale inko
men. Aangezien de loonstijging daar
boven uitgaat, zet de stijging van
het werknemersaandeel in het na
tionaal inkomen zich voort, nl. van
74 tot 74,5 procent.
Tegenover de genoemde pluspun
ten staat, aldus het Planbureau, dat
de spanning op de arbeidsmarkt
voortduurt, met alle gevaren van dien
voor een verdere inflatoire ontwikke
ling.
DE VERWACHTING VOOR 1966
De verkenning van het Planbu
reau bevat ook enkele gegevens over
de economische ontwikkeling van dit
jaar, onder meer de verwachting, dat
de gemiddelde loonsom per werkne
mer in de bedrijvensector dit Jaar
met ca. 1 procent zal stijgen. De
sociale lasten van de werkgevers da
len met ongeveer een kwart procent.
De stijging van de kosten van het
levensonderhoud wordt thans ge
schat op 5 procent, een half procent
meer dan in het centraal economisch
plan voor 1965. Deze extra toene
ming is een gevolg van de uitkerin
gen ineens en van de ongewoon hoge
prijzen van aardappelen, groenten en
fruit in de zomermaanden. De lichte
ontspanning op de arbeidsmarkt
eind 1964 en begin 1965 zette zich
niet door.
De lopende rekening van de beta
lingsbalans zal dit jaar weer een
overschot van een half miljard gul
den kunnen aanwijzen. Geraamd was
aanvankelijk een overschot f 200
min. Deze gunstige uitkomst staat in
verband met de betrekkelijk geringe
voorraadvorming, die dit Jaar plaats
had.
Het voor het jaar als geheel ge
raamd overschot was in de eerste
helft van het jaar al ruimschoots
bereikt. Over de tweede helft van
1965 zal het betalingsbalanssaldo
aanmerkelijk minder gunstig zijn.
Wordt dit niet door kapitaalinvoer
gecompenseerd, dat ligt een verdere
monetaire verkrapping in de lijn der
verwachting, aldus het Centraal
Planbureau over 1965.
Advertentie
Het Rijkswegenfonds zal in 1966 f S21 miljoen ter beschikking krijgen,
vergeleken met dit jaar een verhoging met f55 miljoen.
De stijging, die het mogelijk maakt de uitbreiding van het, rijkswegen-
vet met kracht voort te zetten, omvat een verhoging van de rijksbijdrage
met f 35 miljoen en een hogere opbrengst van f 20 miljoen uit de opcen
ten op de motorrijtuigenbelasting.
Daardoor komt de rijksbijdrage aan het fonds in totaal op f 211 miljoen.
Voor ae aanleg en het onderhoud joen uitgetrokken. Van de f. 32
landwegen is f. 256 miljoen
uitgetrokken, hoofdzakelijk ter uit
kering aan de provincies en ge
meenten. Voor de uitbreiding van de
middenbermbeveiliging is f. 8 mil-
DE STUGING VAM DE PRUZEN 1
miljoen, die voor verkeers-
voersdiensten is geraamd, is f. 11,6
min. bestemd voor de jaarlijkse kos
ten. die de spoorwegen maken aan
kruisingen met landwegen. Voor de
deltawerken in het Brouwershaven-
segat en het Volkerak is f. 180 min.
uitgetrokken.
Voor het onderhoud en de aanleg
van waterwegen wordt in 1966 een
bedrag van ruim f. 320 min. nodig
geacht. De Europoorthavens, het
Noorazeekanaal en de IJmuidense
havenmond vergen aanzienlijk ho
gere uitgaven dan voor dit Jaar was
uilgetrokken. Voor de aanleg van de
Schelde-Rijnverbinding, die volgend
jaar ter hand wordt genomen, is
f. 10 min. gereserveerd. De Coentun-
nel zal, zo wordt in de miljoenenno
ta gemeld, in 1966 waarschijnlijk
voor het verkeer open worden gesteld.
Verontreiniging
C C
De miljoenennota meldt, dat de
strijd tegen de waterverontreiniging
niet kracht zal worden voort
gezet. Het subsidiebedrag voor bijdra
gen aan derden is sedert 1964 ver
drievoudigd tot f. 9 min. Over de
landaanwinning wordt meegedeeld
dat de inpolderingswerken van Zui
delijk Flevoland in 1966 hun eind
fase zullen naderen. De dijkbouw zal
naar verwachting in 1967 zijn vol
tooid, waarna met de bemaling kan
worden begon
Ofschoon een beslissing over de
aanleg van de nieuwe spoorlijn tus
sen A'dam en Den Haag nog niet
gevallen is, wordt met het tracé toch
el rekening gehouden bij de aanleg
van de nieuwe startbanen voor
Schiphol. De kosten, in totaal f. 7.5
min, worden gedeeltelijk door het
rijk en gedeeltelijk door de Spoor
wegen opgebracht. De P.T.T. krijgt
de beschikking over f. 358 min. ter
investering in de telefoonsector. Dat
is f. 73 min meer dan over 1965. Hoe
wel die stijging zich in de komende
jaren nog zal voortzetten, mag niet
voor eind 1968 op een daling van
het aantal wachtenden worden be
rekend.
Defensie
Van de f 2.715 min., die is uit
getrokken voor militaire uitgaven, is
f. 1.248 min. bestemd voor de
Landmacht, f. 646 min. voor de
Luchtmacht en f. 610 min. voor de
Marine. De rest, gaat weg aan al
gemene u;tgaven, pensioenen en
wachtgelden.
Een aantal conventionele onder
zeeboten, dai in aanbouw is, zal even
als de fregatten van de Van Speyk-
klasse in het komende parlementaire
jaar in dienst worden gesteld, zo
meldt de miljoenennota. Er zal wor
den begonnen met de bouw van twee
één-cylinder onderzeeboten en twee
fregatten, die worden uitgerust met
een geleide-wapensysteem. De Land
macht krygt spoedig de beschikking
ever de lichte helikopters, die zijn
besteld.
De wervingsactiviteiten van defen
sie zullen worden uitgebreid, in het
bijzonder voor het aantrekken van
vrijwillige technische specialisten.
Voorts zal tot concentratie van op
leidingen worden overgegaan. Het
vliegend materieel van de luchtmacht
zal in 1966 compleet zijn, zo wordt
in de miljoenennota voorspeld.
Een haard die de goedkope brandstof petroleum met veilige
zwakstroom in ideaal warmte-gas verandert (een vondst cüe
zelfs experts verraste 1). Die u zonder lucifer aansteekt. Die geen
roet vormt. Die ook op een slecht trekkende schoorsteen ideaal
brandt. Die een verrukkelijke straling én kamerwarmte-circu-
latie geeft. Die een enorm gezellig open-haardvuur-effect heeft...
Dat is de CALMIX. De enige olie-gashaard die petroleum
clectrisch in hoog-calorisch warmte-gas omzet en daarmee
idealer, zuiniger en beter uw kamers verwarmt.
De vooruitstrevende detaillist vertelt U er
graag meer over. Hier is een modern kwaliteitsprodukt
waar REESINK achter staat!
Veiliger. 2 Apart werkende veilig- andere oliehaard. Een Calmix be-
heidssystemen. Ingebouwde zwak- taalt zichzelf,
stroomtransformator van 20 volt (ge- Makkelijker. Een minimum aan
lijk aan drie zakbatterijtjes). Auto- zeer eenvoudig onderhoud.
lucifers nodig, de Calmix wordt elee- elk ii
trisch ontstoken. Folders en dealerlijst worden u op
Zuiniger. Volledige verbranding, aanvraag gratis toegezonden door
Verbruik 15-20% minder dan iedere Reesink, Postbus 20, Zutphen.
aardgas? ook dan CALMIX
De Calmix is öok leverbaar voor aardgas. Deze'fde
uniek-mooie lijn - dezelfde unieke zuinigheid en veilig
heid. Bovendien zijn tonr de Calmix 51 - aangeschaft
na januari 1964 - inbomisets beschikbaar, waardoor
de olie-gashaard eenvoudig kan worden omgeschakeld op
aardgas of ander gas.
GAsJ
H. J. Reesink Co. N.V. Zutphen,
Amsterdam, Rotterdam,'s-Hertogenbosch en Hoensbroek.
Minister Boaaers:
Vóór het jaar 2000 zal Neder
land woonruimte moeten bouwen
voor ongeveer acht miljoen men
sen. Dat betekent dat tot de
eeuwwisseling evenveel in
hoofdzaak stedelijk woon-
millieu moet worden bijgebouwd
als thans bestaat. Dit deelt mi-
Inhalen woningtekort sneller dan verwacht
WONINGEN PER JAAR
lil
(Van onze parlementaire redactie)
Minister Bogaers (Volkshuisvesting) is de bouwslag aan het winnen. Het inhalen van het
woningtekort gaat sneller dan werd verwacht.
Waarschijnlijk al in 1967 zal de woningnood in het noorden en noordoosten van Nederland
zijn verdwenen. In 1970 wordt het landelijk tekort ingehaald.
1961*62 '63 '64*65 1966
m Woningwei bouw
fTTTTTl Premiebouwelc
Uit de begroting 1966 blijkt, dat er zowel het vorig jaar als dit jaar
veel meer huizen zijn gebouwd dan mogelijk leek. Het produktieplan 1966
w daarom gesteld op 125.000 huizen. Dat is 25.000 meer dan de raming
voor dit jaar.
de bouw van 3000 „vryetijdswonin-
gen".
Minister Bogaers spreekt in zijn
begroting 1966 van een „belangrijke
voorsprong op het veronderstelde
verloop". De werkelijke ontwikkeling
blijkt gunstiger te zijn dan de ramin
gen. Een meevaller is verder, dat
de behoefte tot 1970 waarschijnlijk
minder sterk zal groeien dan een
jaar geleden werd verwacht en dat
het aantal te vervangen woningen in
1964 kleiner was dan werd geraamd.
Belangrijke
voorsprong
Het produktieplan heeft betrek
king op het aantal in aanbouw te
nemen woningen. Dit aantal was
voor 1965 gesteld op 100.000 wonin
gen. Door de grote produktiestiJging
ln de bouwnijverheid zullen er dit
jaar echter 112 k 113.000 worden
voltooid. Het woningbouw program
ma voor 1966 voorziet in de aanbouw
van 60.000 woningwetwoningen.
161250 gesubsidieerde particuliere
huurwoningen, 23.7"3 eigen woningen
met bezitsvormingsbij dragen en
25.000 ongesubsidieerde woningen.
Daarnaast Is er can nog ruimte voor
Loslaten
Het inhalen van de woningnood in
het noorden en noordoosten zal tot
gevolg hebben dat ln deze streken
omstreeks 1967 begonnen zal worden
met een geleidelijke loslaten van dc
huurprijsbeheersing en de distribu
tie.
Als voornaamste oorzaken van de
toeneming van de bouwproduktie
ziet minister Bogaers de verbete
ringen op de arbeidsmarkt, het op
lopen van het aantal overuren en de
groei van de produktie per manuur.
De overspanning als landelijk ver
schijnsel is verdwenen. De buiten
sporige ven-schillen tussen vraag en
aanbod van bouwvakkers zijn sterk
verminderd. Daardoor is het aantal
bouwvakkers in de nieuwbouw flink
De stijging van de produktiviteit
hangt nauw samen met de schaal
vergroting ln het bouwbedrijf als
mede de ruimere toepassing van mo
derne efficiënte bouwmethoden en
de groei van de industriële bouw. Er
worden meer grote opdrachten uit
gevoerd dan voorheen en de op
drachten worden meer gebundeld.
Ook het aandeel van de woning
bouw in de totale bouwproduktie
stijgt. In 1964 was dit aandeel ruim
49 procent. In 1966, wil de minister
dit aandeel brengen op 52,7 procent
(3.160 miljoen gulden
Enkele punten
De bijdragen voor de bevordering
van het eigen woningbezit zullen
worden uitgebreid. Met ingang
van 1 Januari 1966 zullen ook
eigenaars-bewoners van ongesub
sidieerde woningen er van kun
nen profiteren. Deze groep zal
onder bepaalde voorwaarden ook
kunnen profiteren van de ge
meentelijke garantie-regeling.
De reeds eerder bekend gemaakte
nieuwe voorschriften en wenken
voor de gesubsidieerde woning
bouw zullen op 1 januari 1966 in
gaan.
Tachtig procent van de in 1964
goedgekeurde woningwetwoningen
heeft centrale verwarming. In
1963 was dit percentage ruim 25.
Minister Bogaers wil een „derde
front" openen in de strijd tegen
de woningnood. Dit nieuwe front
is de krotopruiming, waaraan in
1965 24 miljoen gulden zal wor
den besteed. De minister belooft
meer activiteiten aan dit derde
front als hij op de eerste twee
opvoering van de produktie en
verbetering van het huur/subsi
diebeleid heeft gewonnen.
In de winter 1964-1965 heeft de
verletbestrjjding een produktie-
winst van vijftig miljoen gulden
opgeleverd.
Het totale bouwprogramma 1966
zal 8100 miljoen gulden bedragen:
6000 miljoen in de gebouwensector
en 2100 in de sector weg- en
waterbouwkunde
2r Voor de bouw van overheidsge
bouwen staat op de begroting 1966
een bedrag van 105 miljoen gul
den. Voor de scholenbouw is 450
miljoen uitgetrokken, voor de
subsidie aan de kerkbouw 50 mil
joen gulden.
nister Bogaers (Volkshui
ting) in de toelichting op zijn be
groting 1966 mee.
De bewindsman wijst er
dat het noorden en noordoosten
van Nederland uit een oogpunt
van bevolkingsspreiding nog
langere tijd de aandacht zullen
blijven vragen. Iedere vergroting
van het inwonertal in die gebie
den is uiterst welkom als
lichting van de druk op andere
landsdelen. In het recente ver
leden zijn op dit gebied al op
merkelijke resultaten bereikt
Minister Bogaers vindt dat in de
andere landsdelen een „inrichtings-
beleid" moet worden gevormd, dat all
kernpunt de vormgeving van d
stedelij king heeft. Mede daarom li
in de begroting 1966 een bedra
twee miljoen gulden uitgetrokken
voor de handhaving van bufferstro
ken tussen de agglomeraties in west-
Nederland.
Minister Bogaers wjjst er voorts op
dat buitenlandse onderzoekingen
hebben aangetoond, dat het onmoge
lijk is de binnensteden volledig voor
het autoverkeer geschikt te maken.
De oplossing moet in deze gevallen
gevonden worden door verbeterinf
van het vrüe vervoer, vooral door
uitbreiding van het vervoer
„vrije baan" (trams en treinen).
Samen met minister Suurhoff (Ver
keer) wil drs. Bogaers een Inter
departementale werkgroep instellen
die dit probleem gaat bestuderen,
MUNTEN: 220
MILJOEN
Volgend jaar zal de Rijksmunt dl
aanmaak verzorgen van 5 miljoen
rijksdaalders, 20 miljoen guldens, 35
miljoen kwartjes, 50 miljoen dubbel
tjes, 20 miljoen stuivers en 100 mü
;oen centen. Dat blijkt uit de mede
delingen in de miljoenennota over
het muntprogramma voor 1966.