ONVERSCHROKKEN STRIJD VOOR MENSELIJKE WAARDE Thema van Schweitzer: leven in stand houden Bij de dood van Br. Albert Schweitzer Universeel geleerde offerde zijn fabelachtige werkkracht uit mededogen voor de ander en oog voor het verval der cultuur LEIDSCH DAGBLAD MAANDAG 6 SEPTEMBER 1965 (In mcmoriam door ds. D. A. Werner) Op hoge leeftijd is een mens van ons heengegaan, die jong en oud heeft aangesproken door zijn onverschrokken strijd voor de waarde van de mens. Steeds heeft Schweitzer in zijn leven en werk op dit geestelijk front gestreden en hij heeft ondanks alles, zijn geloof in de toekomst der mensheid behouden. Het raadselachtige van zijn persoonlijkheid is, dat hij steeds de kracht heeft opge bracht om in het heden te staan en dat heden op zijn eigen wijze, in vaak ouderwets kleed gehulde vorm, heeft gediend. Terwijl hij voor een groot deel in de vorige eeuw stond, heeft hij onmiskenbaar zijn blik op de toekomst gericht. Daardoor is hij een profetische gestalte geworden, ja zelfs een begrip voor velerlei categorieën van mensen. In zyn lange leven heeft Albert het nageslacht: de eerbied het Schweitzer bijzonder veel waardering gevonden, doch ook kritiek ontmoet. Hij heeft het in vele opzichten niet gemakkelijk gehad, maar steeds is hy blijven vechten voor zyn eigen wijze en zijn ideaal. Van zyn mede mensen eiste hy veel, omdat hij ge wend was veel voor zich zelf te maar men verdroeg alles, omdat het altijd voortkwam uit een oneindig mededogen voor de ander. Men zijn leven het best kunnen omschrij ven als een voortdurend gevecht voor de ware menselijkheid. Zijn werkkracht was zo groot, dat hij in zijn leven zoveel heeft kunnen presteren op zoveel verschillende ge bieden, dat ieder van deze gebieden een levenswerk op zichzelf zou kun nen zijn. Wanneer hij als pionier-medicus in 1913 naar de binnenlanden van Afri ka trekt om in Lambarene zijn zie kenhuis voor de inboorlingen te bou wen, neemt hij drie doctoraten mee: theologie, filosofie en medicijnen! Bovendien was hij een bekend orga nist, die naast zijn spel bekendheid had verworven door zijn visie op de orgelbouw en zijn interpretatie van de grote componist J. S. Bach. In Lambarene begint de dokter als pre- historisch-modern mens barakken te bouwen op palen, die het ziekenhuis een aanzicht geven van een neger dorp. Maar tegelijkertijd weet hij, naast zijn medische werkzaamheden in de tropen, zich in de figuur van Goethe op zulk een wijze te verdie pen, dat hij beschouwd werd als een der beste Goethekenners ter wereld. Niet minder dan vijf Goethe-redes staan op zijn naam. In de eerste wereldoorlog ontwerpt hü in Afrika zyn gedachten over de cultuur, die hü neerlegt in twee delen cul!uurfilosofie. In deze jaren ziet hjj de gedachte, die diep in hem leeft en die door zjjn werk gestalte heeft ge kregen: eerbied voor het leven. Méér dan een uitspraak op het niveau van de vitalistische ethiek wordt l et zijn levensdevies. Hij belichaamt zijn visie in alle onderdelen van zijn veelom vattend werk. De ganse schepping bruist van leven: dat is een groot mysterie, waar tegenover de mens slechts een eerbiedige houding moet aannemen en zich moet inspannen om het leven in zijn vele uitingsvormen te behoe den en te ontwikkelen. Dat is de taak van de mensheid op aarde. „Wanneer de mens doordenkt", zo zei Schweit zer eens, „zal hü tot deze conclusie moeten komen". Waarheid en deemoed Na de tweede wereldoorlog richtte Schweitzer zich tot de mensheid met een appèl om de atoomproeven te staken op grond van de nadelige werking van de radioactiviteit op leven stond op het spel! Aangezien hij de eerste was en bovendien geen atoomgeleerde, nam men zijn waar schuwing over het algemeen niet zeer serieus. Eerst later is men gaan in- Dagelijks tafereel in Schweitzers oerwoudziekenhuis in Lambarene (Gabon). zien, dat Schweitzer gelijk heeft had. De kritiek die hij ontmoette, als zou hij op grond van zün appél c munistische neigingen vertonen, even onwaardig als onwaar. Wanneer wij nu in staat zijn zijn werk te overzien, de meer dan dertig boeken, die hij heeft geschreven, maar vooral de persoon, de mens, die h(j geweest is, dan kunnen wij dat hij dit devies volkomen ernstig heeft genomen. Want de grote betekenis Schweitzer zal blijven. En deze be tekenis ligt in de wijze van benade ring van de ander, of deze ander Bach is of Goethe, een Afrikaanse neger of een lastige verslaggever, professor of een chronische zieke. Het is de houding van de deemoed, die hem zijn leven lang heeft getypeerd. De roem heeft hem geen kwaad ge daan, evenmin de kritiek, die zijn werk poogde af te breken: Schweit zer bleef dezelfde. Het is hem nooit om hemzelf gedaan. Steeds ging hij schuil achter zijn werk, waardoor hy juist de afbrekende kritiek in de hand werkte. Lambarene, als uiting van de eer bied voor het leven, bleef een primi tieve nederzetting en doet in vele op zichten nog denken aan de jaren '30. Maar Schweitzer is het erom gegaan, dat de armsten der armen van de inboorlingen zich er thuis zou voe lenhet was voor hen, dat hij het zó deed. Schweitzer heeft steeds in zijn leven het spectaculaire gemeden ter wille van de waarheid en de dee moed. Daarom is zijn Bachspel niet virtuoos, daarom zijn zijn redevoe ringen niet „geleerd" zodat zij alleen voor vaklieden te lezen zijn: daar om is zijn theologie gebaseerd op het zoeken naar de waarheid omtrent de persoon van Jezus Christus. Schweit zer zelf ging schuil achter het werk, omdat het volgens hem is gegaan om Lambarene, om de neger, om Bach en om Goethe, om Jezus Christus die als Mens zelf de deemoed vertolkte. Nooit is Schweitzer feller geweest dan wanneer iemand onwaarheid te gen hem sprak, nooit was hij meer ad rem, dan wanneer hij merkte, dat iemand zich beter voordeed dan hij Het is een onmogelijke taak in het kort bestek van een dagbladartikel een bevredi gende indruk te geven van het leven en het werk van dr. Albert Schweitzer. Niettemin vonden wij ds. D. A. Werner, een van de „promotors" van Schweitzers werk in Lamba rene, bereid een in memoriam te schrijven. Elders op deze pagina vindt men een aantal facetten van Schweitzers boeiende leven, zoals die voorkomen in de boeken van Emil Lind (uitg. In den To ren, Naarden) en van Marie Woytt-Secretan (uitg. De To renlaan, Assen). Het laatst genoemde houdt zich vooral bezig met Schweitzers dage lijks werk in Lambarene, het eerste legt meer de nadruk op zijn wereldbeschouwing. Er zijn nog tal van andere boe ken over zijn leven en werk, die hier niet alle genoemd kunnen worden. Het loont de moeite er een of meer ter hand te nemen, nu de bijna legendarische oerwouddokter is heengegaan. 1954 in Oslo in ontvangst nam (om dat hij zich niet eerder vrij kon ma ken) defileerde de jeugd van Oslo voor zijn hotelkamer om hulde te brengen aan de man, die hun groot vader kon zjjn, maar die hetzelfde ideaal in zijn leven nastreefde al zy n.l. écht te zijn en waar. Dat zou ook het testament kunnen zjjn. dat Schweitzer aan onze tyd heeft wil len geven: het vertrouwen in de kracht van de waarheid van de geest. Immers daarvan hangt ook nu de toekomst der mensheid af. Al het andere zal misschien ver gaan Lambarene zal anders wor den. Er zullen geleerden komen, die wellicht betere Goethekenners zijn, organisten, die wellicht beter Bach zullen spelen, theologen, die belang rijker zullen zijn, cultuurfilosofen, die weer andere gedachten zullen ontwikkelen, waardoor de oudere weer overwonnen zijn. Maar mensen, die even deemoedig, even krachtig en even kernachtig en rechtslijnig in woord en daad zullen zijn, zullen er niet gauw meer op dit niveau gevonden worden. De wereld is Albert Schweitzer veel dank verschuldigd voor zijn gevecht voor de waarde van de mens en de eerbied voor de ander. Wij sluiten ons aan bij die dank en beseffen, dat met Albert Schweitzer een van de grootste mannen is heengegaan. Op de bres voor redelijk denken Albert Schweitzer was geboortig uit een byzonder gebied, met een eigen karakter. Hij was als het ware van nature voorbestemd bemiddelaar te worden tussen twee volken, ge vormd als hjj was door de geschiede nis van zijn land, zijn beschaving en de buitenwereld. Het rationele en Irrationele vloeiden in hem samen, misschien een gevolg van het feit, dat de Elzas een grensland is, dat sedert eeuwen tussen twee beschavin gen in gelegen was. Om Schweitzer in het bijzonder te begrijpen mag de geschiedenis niet vergeten worden. Nog heden ten dage wordt vlak bij de geboorteplaats van Schweitzer, Günsbadh een Keltische bevolkingsrest aangetroffen, die ook nu nog Keltisch spreekt. Die Kelten zijn de oudste bewoners van dit land geweest. Bij de volksverhuizing kwa men de Alemannen en zo ontstond uit de vermenging van die twee het typische Elzas-karakter. De uiterlijke dingen als taal, zeden en woonwijze zouden nog van Alemannisohe af komst zijn, de geestelijke elementen, de wilskracht, het gevoel, zouden bovenal door Frans bloed zijn mee gebracht. Zo zou de Elzasser krach tens zijn Duitse herkomst neigen tot het irrationele, het romantische idealistische, en aan Frankrijk een zekere zin voor het rationele, de realiteit, beschavingsverfijning en een neiging tot het nuchtere. Hoe dit zij, in Schweitzers karakter waren deze kenmerken harmonisch samen gevloeid. Hij groeide op met beide talen, Frans en Duits, waarover hij zelf zich eens als volgt heeft uitge laten: „Het verschil tussen beide talen lijkt mij, dat ik mij met het Frans begeef op de paden van een prachtig park, en met het Duits rondzwerf in een heerlijk bos. De volmaaktheid van het Frans bestaat waarin dat men een gedachte op zijn kortst en volkomen helder kan uit drukken; die van het Duits is, dat het elke schakering in de betekenis precies kan opvangen". Mausche's geduld Leed en smart heeft Schweitzer reeds vroeg bij anderen gepeild, zoals blijkt uit het verhaal over de jood Mausche, een buurman, die op zijn ezel karretje door de dorpsjeugd genadig werd bespot. Toen de jonge Albert dit eens meemaakte, zag Pij hoe Mausche, met zijn zomersproeten en zijn grijze baard, de plagerijen even rustig liet gaan als zijn ezel, Slechts nu en dan draaide hij zich om en glimlachte verlegen en goedig terug. Dat glimlachen overweldigde mij, vertelde Schweitzer later: „toen heb ik voor het eerst beseft wat het wil zeggen bij vervolging te zwijgen. Mausche is een waardevol opvoeder voor mij geweest, en van toen af groette ik hem vol eerbied. Nu nog ontleen ik aan hem de kracht tot geduld, als ik de neiging zou hebben tot woede en drift te vervallen". Zo kwam de jonge Albert Schweitzer tot de grote levenservaring van kinderjaren, dat dicht naast de vreugde het leed woont: van dit be sef uit groeit het inzicht, dat geluk kige mensen de plicht tot medelijden hebben. „Steeds werd het my duidelijker, dat ik het recht niet had myn ge lukkige jeugd, myn gezondheid arbeidskracht als iets vanzelfspre kends op te vatten en te gebruiken, llit het diepe geluksgevoel wies ge leidelijk begrip voor het woord van Jezus, dat wij ons leven niet voor ons zelf mogen behouden". Die gedachte liet hem niet meer los, maar nam zijn jonge leven nog niet in beslag. Zelf zei hij er van „Een klein wolkje rees van de hor) zon aan het uitspansel omhoog. Ik kon er van tijd tot tijd de blik afwenden, maar tenslotte bedekte het de ganse hemel". De taal van Jozef Dr. Schweitzer was, on- danks zijn besef van de ernst f van het leven, een man met veel begrip voor humor. Een vermaard verhaal uit zijn mond was de ontmoeting met 1 Jozef, zijn eerste helper en 1 tolk in Lambarene. Deze ne- 1 ger kende acht verschillende inboorlingentalen en ivist ta melijk veel van het Frans af. Lange tijd was Jozef bij Europeanen als kok werk zaam geweest en Schweitzer vertelde, hoe Jozef ook bij hem die keukentaal gebruik te als er patiënten werden „aangediend"„deze man heeft pijn in zijn rechter- ham deze vrouw heeft pijn in de bovenste linker cotelet en in haar osse- haas" Grote leermeesters Voorlopig zou Schweitzers leven neg geheel ingenomen worden door zijn geweldige intellectuele inspanning studie in de filosofie, in de theologie en in d>e muziek, later „keerpunt" bovendien nog gevolgd door die in de medicijnen. Onder zijn leermeesters warer mannen van grote naam, zoals Wirn delband en later Paulsen en Simmel voor de wijsbegeerte, Hamack, Pflei- derer en Kal tan voor de theologie (in Berlijn) en Widor (Parijs) muziek. Na diie studietijd, waar; de aandacht trok door zijn kennis en diepgaande kritische zin, werd h(j predikant in Straatsburg. Schweitzer hield zich diaar aan het advies van Luther: praat er fris op los, doe je mond goed open en maak er vlug een eind aan. Dientengevolge was hy al spoedig in geheel Straats burg bekend als de man van de kor te preek. Dat hü reeds na tien ten „amen" zei was geen zeldzaam heid, hetgeen tot de klacht leidde, dat hü er zich van afmaakteOp advies van zün oudste collega maakte hü er later twintig minuten 1902 hield Schweitzer als hoogleraar in de theologie zün eerste colleges de universiteit van Straatsburg, v hü ook privaat-docent in de filosofie was. Daarmee was zü'n eerste grote doel bereikt: aan jonge door jarenlange studie kennis te kunnen mededelen. In die tijd viel ook zijn energieke besluit niet meer te roken, omdat hü voelde, dat dit langzamerhand een haris- toch voor hem was geworden. Toen hü zioh daarvan bewust werd, legde hü de half uitgerookte püp voor zich neer om die nooit meer aan te raken, al kostte het hem een grote inspan ning. Oude orgels In 1905 hü was dus pas dertig Jaar en had al belangrüke werken op zün naam staan verscheen Frans werk van -zün hand over Bach (455 bladzüden), dat hü op verzoek van zün uitgever in het Duits taalde, maar er toen een omgewerkte uitgave van maakte (844 bladzüden), died rie Jaar later verscheen. Uit die tüd dateert ook het begin van zün strüd voor het behoud van oude orgels. Ontelbare malen is hij erin geslaagd doodvonnissen over prach tige oude instrumenten te verhinde ren. Enige jaren later zei hü die tijd en over zün later voortgezet te strüd op dit front: „Machteloos moet ik het nog heden aanzien, hoe men voorname, oude orgels omdat ze voor het tegenwoordige begrip niet sterk genoeg zün verbouwt vergroot tot er van de oorspronke- lüke schoonheid niets meer ave of ze zelfs geheel afbreekt en voor veel geld door plebeïsche fabrieks- orgels vervangt". „In Afrika redt hü oude negers, in Europa oude orgels", zei men later 2ens van hem. Die arbeid voor de mooie oude orgels maakte hem in de gehele Europese muziekwereld be kend. Ondanks zyn jeugd was zijn roep al ver over de grenzen van zijn geboorteland doorgedrongen. Zyn leven was in een spoor gekomen, dat hem tot de hoogste academische eer kon brengen. Maar het zou heel anders gaan. Keerpunt Op zyn dertigste verjaardag,, in 1905, zag hij zonneklaar, dat hij zün leven een andere wending moest ge ven. „Op een ochtend vond ik op myn schrijftafel een brochure van het Parüse Zendingsgenootschap. Ik bladerde erin en mijn oog werd ge troffen door de titel van een artikel: Wie zal onze Kongo helpen. Het was geschreven door een Elzasser, Bög- ner, het hoofd van de zending. Ik las het stuk en begon mün maatre gelen te nemen. Ik behoefde miet meer te zoeken". Maar bij zijn fa milie, vrienden en kennissen viel zün besluit om medieünen te gaan stude ren teneinde de negers in Afrika te helpen, niet in goede aarde. Zü dron gen erop aan, dat hü zün besluit laten varen. De grote Parijse orga nist Widor noemde hem zelfs een generaal, die zelf met een geweer in de loopgraven ging liggenMaar Schweitzer was niet van zün besluit af te brengen en ging in de ooilege- banken van de medische faculteit zit ten. Hü was zioh bewust van de gro te schuld, die de beschaafde mens heid had jegens de gekleurden en hü wilde, al was het ook nog zo weinig, iets büdragen om die schuld te del gen. En zo werd Schweitzer de enige arts in een cirkel met een middellijn van 300 kilometer, tot wie vaak zie ken kwamen over afstanden van zelfs 500 km. In een moerasgebied, waar de blanke dag en nacht blootstaat aan levensgevaariyke ziekten, nog meer dan de inboorlingen, vestigde hy zich om het er een halve lang vol te houden. Maar om gevaren heeft Schweitzer zich nooit bekom merd. Hem interesseerde slechts de ontstellende behoefte aan hulp, die daar heerste. Daar begon Schweitzer, bygestaan door zyn vrouw Helène Bresslau, die een verpleegstersoplei ding had gevolgd, zyn zware werk. Een halve eeuw In Lambarene is Sohweitzer meer dan vüftig jaar lang dokter geweest voor de primitieve bevolking, die daar woont. Maar hü was er ook evange lieprediker. En dat was ndet minder moeilük dan de behandeling van hun lichameiyke kwalen. Van begrippen als geloof, genade, vrijheid, hoop zovele andere hadden die bosnegers geen flauw begrip. Termen als her der en kudde en zovele andere ken den zü niet. Zo kostte een toesp tot de bosnegers Sohweitzer vaak veel meer inspanning dan een preek in de kerk van zün geboorteland. Maar hü wekte toch iets in de zielen var deze bevolking: zü het op elemen taire wüze ging zü vragen naar d< zin van het leven, het onderschek van goed en kwaad enz. Dokter er evangelieprediker en bovendien noj musicus. De Parüse Baohvereniging had hem by' zün afscheid een de tropen gebouwde piano geschon ken, waarvoor hü, na een lange, re dag in een verwoestend klimaat, nog tüd voor studie wist te vinden. Bovendien schreef hü, in het hart van Afrika, zün „Kulturphilosophle", die in 1923 in twee delen versoheen. Een zware geduld- en zenuwproef was zün voortdurende strijd tegen de ongedisciplineerdheid en onverschil ligheid van de zwarte bevolking. Sohweitzer zei hierover: „Waarom zal een zwarte werken, als hü of meer vrouwen heeft, een hut in te wonen, een aanplanting die hem en zün familie te eten geeft geen blanke naast hem staat, hem tot werken aanzet?". Maar in het ziekenhuiscomplex van Lamba rene bestonden nu eenmaal regels voor de goede gang van zaken en iedereen moest zich daaraan houden, al kostte het soms enorm veel ener gie sommigen tot gehoorzaamheid te brengen. Voor de Rede Het zou niet moeilük zün vele ko lommen te vullen over Schweitzers opvattingen over büv. Kant en vooral Goethe, die hü zeer bewonderde. Minder groot was zün waardering theoloog als prof. Karl Barth, die, gekomen voor de twee sprong: waarheid in het onderzoek of hooghouden van de christehjke leer de kerk, aan het laatste de voor keur heeft gegeven. Schweitzer daar entegen heeft steeds de betekenis van kritische bezinning op de voorgrond gesteld. Ook in religieus opzicht was hü een voorvechter van de Rede. „In tijd, die alles wat zioh als ratio neel en vrijzinnig aandient, als be lachelijk, minderwaardig en ver ouderd wordt aangezien, ben ik iemand", zo schreef hü, ,,dde zün vertrouwen stelt in het redelijk den ken. Ik waag het tot ons geslacht ta zeggen, dat het zich niet moet inbeel den, dat het redelyk denken heeft afgedaan. Want afzien van denken gedachteleven staat gelük met een bankroet. Wü organiseren r als wü nu ook de waar heid willen gaan organiseren, staan wij op het punt te gronde te gaan. Van müzelf weet ik, dat ik door den ken godsdienstig en christelijk ben gebleven. Het wezenhjke van het christendom, zoals Jezus het verkon digde en zoals het denken het be- grijpt, is dat wij slechts door liefde gemeenschap met God kunnen krij gen. Alle levende Godsbegrip is hier op gebouwd, dat Hü in ons hart leeft als de wil, de drang der liefde". Cultuurverval Sohweitzer heeft een open oog ge had voor het verval der cultuur, zon der evenwel zoals Oswald Spengler, in pessimisme te vervallen. Maar hü zag toch, dat de techniek, die zegenrük had kunnen zün, als een rem op wa re, inneriyke beschaving werkt. De machine ontnam de mens zün vrü- heid: de handwerksman werd arbei der, die in knechtschap terugviel. Niet in knechtschap ten opzichte van een ander mens, zoals vroeger, maar in knechtschap Jegens een machine, die hem zün verantwoordelijkheids gevoel ontnam. „Het paradoxaal klin kende woord", aldus Sohweitzer, „dat met het verlies van een eigen akker en een eigen woonplaats het abnor male leven begint, houdt maar al te veel waarheid im". Een andere reden voor verval der beschaving is gele gen in het opvoeren der produktie, daar deze een overmatige inspanning van de moderne mens vordert. Ver groting van het levenstempo leddt tot geesteiyke verarming. De voortge- jaagden zoeken verstrooiing, die vooral geen inspanning kost: film, jazz enz. „Het theater wordt door het variété en de revue, het gedra gen boek door het verstrooilende ver drongen. Als deel der massa verliest de huidige mens zün geestelüke en ethische zelfstandigheid". Toch was Schweitzer geen cultuur pessimist, in de eerste plaats omdat hü „op de kracht van de waarheid van de geest" vertrouwde en daarom aan de toekomst der mensheid ge loofde; daarnaast ook omdat h(J vasthield aan de „eerbied voor het levende", een begrip, dat wortelt in Goethe's „Wilhelm Meister" en door Schweitzer op monumentale vrij ze uitgewerkt. Eerbied voor het leven Levensaanvaarding is de geestes gesteldheid, aldus Sohweitzer, waar door de mens ophoudt er maar op los te leven en begint zioh met eer bied aan zyn eigen leven te wüden om zün grootste waarde te geven. Levensaanvaarding is dus: de eigen wil tot leven gebruiken ter verdie ping, verinnerlijking en versterking van de reeds aanwezige wil tot leven. Tegehjkertüd wordt in de denkend- geworden mens het streven geboren eenzelfde eerbied voor het leven als hij voor zichzelf bezit, te ontwikke len voor het hem omringende leven, dat Immers voor eenzelfde wil tot le ven doortrokken is. Hü leeft dat an dere leven mee in zün eigen ik. Voor hem is het goede: leven in stand houden, bevorderen; leven dat voor ontwikkeling vatbaar is tot zün hoog ste peil opvoeren. Voor hem is het slechte: leven vernietigen, nadeel toebrengen, leven dat voor ontwik keling vatbaar is, remmen. Natuurlyk ziet Schweitzer wel in, dat hier moeihjke grensgevallen lig gen, maar hü wil, dat de mens zich van zün verantwoordeiykheid bewust biyft. Als voorbeeld geeft hü het ge drag van een boer: het is onvermy- dolijk, dat hü duizenden bloemen afmaait om zün vee te voeden. Doch wanneer diezelfde boer, op weg naar huis, gedachteloos, als zinneloos tyd- verdrijf een bloem langs de landweg van zyn steel trekt, dan vergrypt hü zioh aan het leven, want hier is in geen enkel opzicht van noodzakelij V- heid sprake. En niemand make zich de last der verantwoordedykheid licht, zegt hü!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 4