Mevrouw Cals weet het zo langzamerhand wel We maken wel plannen Parijse hoedjes voor de winter Zaterdag 7 augustus 1965 Pagina 3 Wekelijks bijvoegsel Uw Wereld (W)ETENSWAARD Smörrebröd- maaltje Op een zomerdag kunt u de warme maaltijd vervangen door een rijke sortering royaal belegde sandwiches, zoiets dus als de Deense smörrebröd maaltijd. Er zijn vele mogelijkheden en variaties en bij de bereiding van deze moderne sandwiches mag U beslist niet zuinig zijn. Be legd met koude kip-vis-vlees- mayonaise mengsel en gegar neerd met tomaat, radijs, peter selie, komkommer of een blaad je sla zijn ze een-, lust voor het oog. Ook kaassoorten, zoals blauw geaderde bluefort (ge roerd met veel verse tuinkrui den vermengd) kunnen voor een heerlijke afwisseling zor gen. Bacon-en-ei-pie Deeg: 150 g bloem, 75 g roombo ter, zojit 3A dl water. Vulling: 1. lepel boter, 100 g ba con, gesnipperd uitje, 2 eieren, 2 dl melk zout, peper. Snijd de harde boter in de bloem en maak er met het water een pie- deeg van. Bekleed een ingevette vorm met dit uitgerolde piedeeg. Voor de vulling de boter smelten en hierin de bacon en het uitje zachtjes bakken. Klop de eieren met de melk en de kruiden en roer dit door het baconui mengsel. Vul de pievorm hiermee en bak de pie in 45 minuten gaar in de oven. Aardappeltaart met kaas Snijd 500 g aardappelen in plak jes en leg deze laag om laag met 100 g geraspte kaas, 50 g gesmolten boter, 3 losgeklopte eieren en wat gehakte peterselie in een vuurvaste schotel (de bovenste laag bestaat uit plakjes aardappel) zet de scho tel 20 min. in de oven, keer de taart op een verwarmde sohaal en dien deze op met een warme tomaten saus. Links: deze bruine minkmuts met bruin fluwelen sluier is een creatie van Reed Crawford. Dit model komt niet uit Parijs maar uit Londen, het is dan ook ideaal bij mistig weer. Boven: uit de collectie Valols deze wit vilten klokhoed, bedrukt met zware veren en voorzien van zwart band. Boven. De Parijse ontwerpster Paulette liet zich bij het maken van haar hoeden inspireren door klederdrachten. LI ziet hier drie bonnets van velours, geborduurd met strass en galon. Links: Een velours baret met een strik van hetzelfde materiaal. Een ont werp van Rose Valois voor de komende herfst en winter. Linksonder: Uit de collectie van Marie-Christiane is deze Florentijnse baret van Italiaans groene fluweel. ■•We zijn er, als gezin ,toch wel op vooruitgegaan nu mijn man minister-president is. Hij is tegenwoordig meer thuis dan vroeger. Nu leent ons nieuwe huis zich natuurlijk bijzonder goed voor het ontvangen van mensen. Want dat we in het Catshuis wonen, zal iedereen zo langzamerhand wel weten, denk ik. Er is al zoveel over ons geschreven." hebben, floreert nog steeds. ,JIet is gewoon plezierig dat je elkaar eens wat beter leert kennen dan V alleen van recepties. Je praat wat met elkaar over je speci- i fieke problemen, we zitten alle- l maal in hetzelfde schuitje. Als de kranten je man afvallen, dan heb je steun aan de hulp van de anderen. Wij, die er al wat lan ger in zitten, weten de nieuwko- mers te vertellen dat alles wel t weer bijtrekt. Toch steekt de kri tiek mij wel eens, het is voor een vrouw altijd erger dan voor je 1 man, tegen wie die kritiek ge richt is. Ik trek het me altijd sterk aan. Ik weet hoe hard hij t werkt en hoezeer hij zijn best doet". Het Catshuis, verscholen tus sen het groen, Is een bijzonder fraai landhuis. Het heeft grote, gladgeschoren gazons, prachtige borders, weelderige boomgroepen. Tuinlieden onderhouden het ge heel. ..Ik houd erg van tuinieren", zegt mevrouw Cals spijtig, maar hier is geen beginnen aan. Ik heb er bovendien geen tijd voor: er is zoveel te doen. We zitten hier mooi, zó mooi dat we nauwelijks de deur meer uitgaan, zelfs niet eens zeker weten of we dit jaar wel met de caravan er op uit zullen trekken, zoals we altijd gewend waren. We zijn blij dat we na de verhuizeriJ nu eindelijk ultgerommeld zijn. Ik heb gewoon geen moed om er nu weer uit te trekken. Trouwens, voorlopig zit mijn man toch nog vast vanwege de begrotingen". Het gezin Cals woont op de eer ste etage van het Catshuis, de be nedenverdieping herbergt, op de werkkamer van minister Cals en die van zijn echtgenote na, alleen de keuken en enkele representatie- ven ruimten. héén?" en toen ten antwoord kreeg: „Gossie, dat weten we nog niet. We komen wel wat tegen." Hij was diep beledigd, de goede man. THE A BECKMAlf 3. „Utrillo" is de naam die Rose Valois meegaf aan deze geklede hoed van rood vilt. 4. Tot slot weer een hoedje van Marie-Christiane, deze keer een apart kapje met „zijkleppen" van zachte velours in bruinach tige beverkleur. Het komt er gelaten uit. Mevrouw G. C. Cals-Van der Heijden, de echtgenote van onze minister-pre sident, weet het nu allemaal wel. Sinds het moment dat haar man eerste minister geworden is, is ook zij in de publiciteit gekomen. Geen woord kritiek uit ze er echter over, ze zegt interviews leuk te vinden, mits ze plezierig verlopen. Er is veel voor mevrouw Cals ver anderd. Ze heeft o.a. haar plezieri ge huis aan de Haagse v. Soute- landelaan moeten opgeven en dat ging haar erg aan het hart. Er is een veel kleiner privé-leven over gebleven: „Je moet hier in het Catshuis altijd klaar staan, omdat je nooit weet wie er komen, het is hier tenslotte een heel bedrijf". Ze gaat minder naar concerten en toneelvoorstellingen, een zaak die haar ook verdriet doet. „Vroe ger ging ik vaak naar concertzalen en schouwburgen qualitate qua, maar met groot enthousiasme. Nu blfjft daar helaas zo weinig tijd voor over. „Maar goed, de piano is er óók nog", mevrouw Cals speelt er geregeld op „veel Bach, ik houd niet zo van de modernen" en krijgt zelfs nog steeds éénmaal per week les. Vijf kinderen heeft het echt paar Cals, drie jongens en twee meisjes. De oudste zoon is 21, hij studeert in Delft, maar is mo menteel in militaire dienst. Dan is er een zoon van 20, die rech ten studeert in Nijmegen. De dochter van 16 en de zoon van 15 zitten allebei op de Haagse I.O.V.-school en de jongste, Mar ga van 10, is nog op de la gere school. Hoe reageren de kinderen er op, dat hun vader nu minister-president is gewor den? „Och, ze reageren er nau welijks op, ze zijn van jongs af aan het ministerschap gewend en die kleine gradatie doet hun weinig". Mevrouw Cals tracht haar kin deren vertrouwd te maken met de representatie. „Ze moeten er gevoel voor krijgen, dat ze mij en mijn man zo wat steun geven. Bovendien vinden ze het, geloof ik, wel leuk, om wat te helpen bij ontvangsten". De representatieve verplich tingen liggen mevrouw Cals zelf niet zo erg. „Het is bepaald mijn vak niet, maar je went er wel aan. Je hebt wat moed nodig om er aan te beginnen en ik heb altijd wel van die kleine angsten als „heb ik niets vergeten gaat alles wel goed? Zie ik tegen de ontvangst van hoge buitenlandse gasten op, och, dan denk ik maar steeds: we zijn allemaal gewone mensen". Er wordt door een meisje kof fie binnen gebracht. Mevrouw Cals serveert. „Zal ik u wat sui ker en room geven?", zegt ze met een zachte g, al werd ze dan geboren in Rotterdam. Herkennen de mensen haar op straat? .Alleen als ik met mijn man loop. Zijn gezicht is zo be kend door krantenfoto's en door de televisie. Ben Ik alleen, dan ben ik gelukkig nog wel incog nito". Pratend over haar echtgenoot, zegt ze: „Politiek bedrijven is een keihard bedrijf. Het legt ook een ontzaglijke verantwoordelijkheid op je schouders, het laat Je nooit los, je bent er altijd mee bezig". Mevrouw Cals interesseert zich wel voor politiek, maar bemoeit er zich niet daadwerkelijk mee. „Ik ben van veel, hoewel natuur lijk niet van alles tot in de details, op de hoogte, zodat ik een goed klankbord voor mijn man kan zijn. Of ik het altijd met hem eens ben? Och, ik matig me niet aan dat ik het beter weet". Het clubje dat de ministers vrouwen onderling gevormd is uitgestrekt genoeg om drie we ken zwerflust bot de vieren. Ons Zuiden begint ter hoogte van Bazel en eindigt ergens tussen Athene en Gibraltar. En het kan er ontaard regenen Enkele vragenstellers blijken daarmede tevreden, doch sommi ge willen meer bijzonderheden ho ren. „Ja, allicht gaan Jullie naar het Zuiden. Maar wéérheen? Naar welk land?" Nu dwingen ze Je om te kiezen: Portugal of Bulgarije, Murcia of Millstatt. En hoe kunnen wij dat wéten? We zijn nog lang niet on derweg. „Frankrijk", zeggen we dan mees tal, want dat ligt redelijk centraal en dikwijls komen we nog wel even langs of door Frankrijk. ,We stu ren Je wel een kaart." Die kaart vergeten we nooit wan neer we dat eenmaal hebben be loofd. Alleen komt-ie dan mis schien niet uit Frankrijk, maar uit Oslo of uit Kopenhagen, want hoe konden we zo lang van tevoren zelfs maar vermoeden dat we op het laatste moment vóór het ver trek, op grond van weersberichten plotseling besloten toch maar niet naar het Zuiden te gaan, doch het eens aan de andere zijde van Euro pa te proberen. Zwerven kun je overal I Ach, ons leventje verloopt het hele jaar zo ordelijk en gere geld, zo keurig getimed en uit gestippeld. Je weet 's maandags al wat je vrijdags te doen zult hebben. In de vakantie willen icc die ordelijkheid niet mee slepen, we hebben heus bagage genoeg. Maar nooit zal ik het verblufte gezicht vergeten van de kruidenier, die ons de avond voor het vertrek de auto zag volladen, natuurlijk belangstel- lend vroegi mWaar gaat u Over een paar dingen zit me vrouw Cals wel eens in. Over haar talenkennis en over haar euvel slecht namen te kunnen onthou den. Wat die talen betreft zegt ze: „Ik heb gymnasium gehad en daar wordt voornamelijk passieve talen kennis bijgebracht, boeken lezen en iemand verstaan gaat best, maar spreken is een hinderpaal. Daarom neem ik nu maar Engelse conver satieles en aan Frans moet ik óók nog wat gaan doen. Namen ont houden vind ik een probleem. Het is wellicht een kwestie van trai ning en ik heb nog steeds goede hoop dat het langzaamaan beter zal gaan". „Het is hier beneden wel mooi, maar toch te museumachtig. Ik ben er nog niet aan toegekomen om hier en daar een persoon lijke toets aan het interieur te geven. Als ik beneden zit, heb ik steeds het gevoel dat ik bij mezelf op visite zit. Dat is nu eenmaal het nadeel van een ambtswoning. Misschien moeten we er straks op stel-en-sprong uit. Waar naar toe? Ik heb geen idee. Het oude huis, een huur huis, aan de Soutelandelaan wordt nu bewoond door het ge zin Marijnen. Die willen ver trekken naar de Rijnmond. Als ze daar nu niet te snel mee zijn, hebben we tenminste kans dat we straks het oude huis weer inkunnen. Dan zou ik wel erg gelukkig zijn. Van boven naar beneden: 1. Marie-Christiane maakte dit helmhoedje van bruin vilt, be werkt met een wit bandje van hetzelfde materiaal. 2. Eveneens uit haar collectie deze creatie van panterbont, die de onderkant van het kapsel vrijlaat. Er zijn vele manieren om op vakantie te gaan, ordelijke en onordelijke. Sommige mensen gaan jaar in jaar uit naar het zelfde oord, brengen hun vrije weken door in steeds dezelfde pensionkamer, wandelen door steeds dezelfde laantjes en zien jaar na jaar dezelfde heuvels, bossen en bomen. Zij genieten daarvan: ze voelen zich thuis en geborgen. Anderen zijn aan getast door de verte-bacil en berekenen hun vakantie in kilo meters: hoe meer kilometers hoe geslaagder het verlof. Weer anderen verzamelen na men, exotische, exclusieve of mondaine plaatsnamen. Ze plakken hun koffers en foto-al bums vol namen met bijbeho rende illustraties en amuseren zich kostelijk. Een pédr zijn er echter nooit tot een besluit kunnen komen en daar horen wij ook toe. Het ene jaar vreten we kilometers, het volgende jaar plaatsnamen, het derde jaar kunsthistorische belevenissen en al les bijeen weten we niet precies wat we willen. Vakantie, ja. Maar hoe? Het enige wat wij ordelozen wér kelijk willen in onze vrije weken is chaos! Hoe rommeliger de reis verloopt, hoe prettiger we het vin den. Het kan dwaas en onstuimig genoeg zijn en van een vooraf op gezet plan is geen sprake. We m4- ken die plannen wel, o zeker, we voeren ze alleen nooit uit. neren: „Dat uitzichtpunt loopt niet weg, die aardbeitjes zijn morgen misschien verdwenen: plukken jon gens-" Natuurlijk komen we daar na aan het panorama niet meer toe, want de volgende dag kragen we het in het hoofd om verder te trekken en we hebben wéér iets bij zonders gemist. Hoewel die aard beitjes smaakte verrukkelijk, naar zomer, zon en warmte, naar wilde vrijheid en onverantwoordelijke zorgeloosheid. Soms blijven we onafgebroken rondsjouwen, hierheen, daar heen, twee dagen bij dit meertje en anderhalve dag bij die zee, en dan weer voort, gedreven door een onnoemelijke nieuws gierigheid naar het land achter de bocht en het volgende witte dorpje. Soms ook ploffen we na vier daggen ergens met de tent neer, uitgaande van de stelling: „Het kan nergens beter zijn en een knappe jongen die me voor het einde van de vakantie van deze plek krijgt." Het is nooit te voorspellen en de eerste dag van de vakantie zijn we dan ook geladen met een brandende nieuwsgierigheid: wadr zullen we ditmaal terecht komen? Onze naaste omgeving echter kan zich niet voorstellen dat een der gelijk chaotisch gedoe door ons „vakantie" wordt genoemd. Als je op reis gaat, dan ga je ergens héén, en dus vragen ze al maanden van te voren: „Waar gaan Jullie deze zomer héén?" Het is altijd veilig om dan te ant woorden: Naar het Zuiden. Want dat doen alle anderen ook en het De eerste dag rijden we achthon derd kilometer, lukraak in zuide lijke richting, de volgende dag vijf tig, want we zijn al moe en het is hier waarachtig ook de moeite waard om rond te kijken. We heb ben een vage notie van de rich ting die we nastreven, zoiets als Zuid-Frankrijk, maar we zijn in het geheel niet verwonderd wanneer we ons na een paar etmalen in Venetië of Lissabon bevinden. De ene dag spannen we ons in om zoveel mogelijk van de omgeving te bekijken en geen bezienswaar digheid te missen: de volgende dag hebben we plotseling alleen maar belangstelling voor de luie stoel en een spannend boek. We klimmen naar 'n beroemd uitzichtpunt maar halverwege vinden we een veldje met wilde aardbeitjes en we rede- ^overpeinzing j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 9