Misleidin SnelschaaL Derde plaats VERTAALD ALLERLEI WW Kom er ACHT-er speelse Zaterdag 7 augustus 1965 Pagina 4 Wekelijks bijvoegsel Uw Wereld .UW'* Bridgevraag van deze week: Noord gever, nz kwetsbaar, viertallen wedstryd. Zuid heeft A8 74 CH83 <>10 82 f A 7 2. Noord één ruiten - ow pas sen - zuid één schoppen - noord twee schoppen - zuid twee SA - noord drie schop pen - wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze blad zijde. In het juninummer van het maandblad der Ned. Bridge bond behandelde A. Rijke, spe ler van ons nationale team, een spel waarin de troefsituatie de volgende was: g B 9 2 9T54 wo H 10 C> A V 8 6 3 Tafel (noord) is aan slag en speelt harten twee voor oost de tien, zuid wint met hartenvrouw en vervolgt met artenaas. Zuid verliest dus géén troefslag maar wat zou er gebeurd zijn als oost in slag 1 hartenheer had bijgespeeld? Heeft oost de heer sec, dan heeft west 10754 gehad en moet in slag 2 een kleine harten naar B9 in noord worden gespeeld en gesneden met de negen. Zuid moet als oost de heer speelt, de situatie dus gaan taxeren en heeft vijftig procent kans mis te tasten. Speelt oost ech ter eerst de tien, dan kan zuid het onmogelijk meer verkeerd doen. Misleidende speelwijzen die het de leider van het spel by zonder lastig maken, komen niet zo erg vaak voor. De kunst is ze in voor komende gevallen snel te onder kennen. Hoe moet zuid bijv. spelen in het onderstaande partijtje? B 9 6 C? 10 8 7 t O 4 V 875 S ?t wo A 8 5 4 3 2 - A H V B 3 A H 2 Oost gever, NZ kwetsbaar, paren wedstrijd. Biedverlooptt oost één harten zuid twee harten west drie harten noord past oost vier harten zuid vier schoppen allen passen. Tegen vier schoppen komt west uit met harten drie oost legt hartenheer en zuid troeft af. Het contract is natuurlijk praktisch vei lig, want ook het bieden wijst er niet op dat één der tegenspelers vier troeven zou hebben. Het lijkt nuttig eerst schoppen aas te spelen, bij west valt schop pen zeven, bij oost de schoppen vrouw. Interessant! Indien oost in derdaad de schoppenvrouw sec heeft, is het niet goed te vervolgen met ruitenaas en dan ruiten drie aftroeven. Want die aftroever kost schoppen negen op tafel, waarna west schoppenheer en de tien nog zal maken. Welisiwaar geen ramp. maar in een parenwedstrijd wil men zo'n overslag niet weggooien. Voor al niet, als het geenszins zeker is dat er een ruitentje afgetroefd moet worden wellicht vallen de ruiten vanzelf. Zuid heeft er dus belang bij, in slag 3 (na schoppenaas) te vervol gen met troef. Vallen de schoppen bij ow 2:2 dan gaat alleen klaver aas nog verloren heeft west drie schoppen gehad, dan zal hij in elk 2 geval de schoppen tien niet meer kunnen maken. Het tegenspelgrapje is echter onaangenaam verrassend voor zuid. Want de westspeler had oorspronkelijk schoppen HV10, vijf harten, twee ruitentjes en drie kla veren. Wanneer zuid dus met schop pen vervolgt, betekent west op de tweede schoppen niet meer: oost kan de twee troeven van tafel weg halen en als ow nu verder goed tegenspelen gaat zuid down hij zal twee schoppen, één ruiten (aan west) en klaveraas moeten verlie zen! Voor oost is dit bijspelen van de vrouw niet moeilijk, want daar hij heer en tien achter de boer over houdt, maakt hij tóch twee troef- slagen. Wel is het zaak er tijdig aan te denken! H. W. Filarski i f. vx" 7 Antwoord bridgevraag: Het is duidelijk geworden, dat noord een vrij zwak openingsbod had. Want als noord sterk was geweest, zou hij zéker na het twee SA-bod van zuid de manche hebben moeten vol- bieden en niet de voorkeur hebben moeten geven aan drie schoppen. Het is ook duidelijk, dat noord een vier- kaart schoppen meeheeft, zo dat het contract wel in die kleur gespeeld kan worden. Zuid heeft het minimum dat zijn bod van twee SA recht vaardigt en daar noords bod van drie schoppen niet for cing (dwingend) meer is, moet zuid thans passen. Het is praktisch uitgesloten, dat noord voldoende meebrengt om een redelijke kans te ma ken op tien slagen. Scootertje kan zo nodig mee in de rugzak O Ter oplossing van de moeilijk heden, die autobezitters thans in de grote steden ondervinden door dat ze niet meer - in de omgeving van hun kantoor kunnen parkeren, zijn al opbouwbare fietsen in de handel gebracht. Wat denkt u intussen van een opbouwbare scooter, zo klein dat men hem zelfs in een rugzak kan meenemen? Het Russische Bureau voor Motorenbouw brengt deze „Malyutka" (baby) in de handel: hij weegt nog geen 17 kg, heeft een tweetact één-cilinder motor van 1,2 pk en een snelheid van maximaal 45 km. Ook voor vakantiegangers lijkt deze ..hulpmotor" een pret tige verschijning. Een van de bezwaren, die men de buitenstaander hoort uiten tegen het schaakspel is, dat zo'n partij veel te lang duurt. „Uren lang zitten die spelers maar te genover elkaar aan het bord zonder dat er iets gebeurt, er wordt niet gesproken enz. 't Is een saai gedoe. Dan is dammen tenminste nog wat!" En daarom kan vrijwel iedereen dammen en slechts betrekkelijk weinigen beoefenen het „zo moeilijke" schaakspel. Maar 99% van al die dammers kan niet echt dam men, doch schuift maar wat raak. Het is niet uitgemaakt, welke van deze twee bordspelen nu echt het moeilijkste is. Een goede schaak- en ook dam- 1 partij duurt inderdaad uren. Vroe ger, toen men nog niet door middel van klokken een tijdslimiet stelde, kwam het vaak voor, dat er zelfs over een enkele zet al een uur of meer werd .nagedacht". Dat maak- i te dit spel soms tot een obsessie. Tegenwoordig moet iedere speler minstens 40 of 50 zetten in 2% uur doen, zodat een partij maximaal 5 uren kan duren; is dan nog geen beslissing gevallen, dan vindt voort zetting plaats, direct of op een la ter tydstip, waarbij dan 20 zetten per uur dienen te worden uitge voerd. Al met al toch nog een be hoorlijke tijd, welke een partij ver eist. De laatste Jaren is de snel- schaakpartij zeer populair gewor- den. Naast de „ernstige" (en lang durige partij, speelt men thans graag partijtjes, waarbij iedere spe- Ier maximaal bijv. 10 minuten be denktijd is toegestaan. In 20 minu- ten dus is de partij afgelopen! Is een beslissing binnen deze 20 minu- ten niet gevallen, dan verliest die gene die de tijdslimiet t eerste overschrijdt. Op deze wijze kan men een wedstrijd die normaal dagen, zelfs weken zou duren, in één avond afwerken. Maar men vergelijke de waarde van zo'n „bliksempartij'* niet met de „echte". Toch worden in deze „Vluggertjes" soms alleraardigste combinaties uit gevoerd, die, omdat de zeer beperk te tijd geen notatie toestaat vrijwel altijd „verloren" gaan. Een enkele keer is reconstructie mogelijk. Zo een volgt hier: Wit: Helms; Zwart: Teuner (New York - 1942). 1. e2-e4, e7-eö; 2. Pgl- f3. Pb8-c6; 3. Lfl-c4. Lf5-c5: 4. b2- b4 ('t Evans-gambietsnelschaak is vooral combinatie schaak en zulke openingen zijn daarvoor geknipt) 4 Lc5-b6; 5. a2-a4, a7-a6; 6. a4-a5, Lb6-a7; 7. b4-b5, a6xb5; 8. Lc4xib5, Pg8-f6; 9. Lcl-a3 ('belet de rochade) Pf6xe4; 10. Ddl-c2, Pc4x f2(nogmaals, men houde in 't oog, dat hier „snel" geschaakt wordt en beoordele de zetten hier naar.) 11. Pf3xe5, Pc6-d4; 12. Pe5x d7t, Pd4xe2; 13. Pd7-f6 mat! Slotstandi o d f g I I w i 1 1 I s i i t s m S s? IS T a m m 2 m m m t a Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. Probleem door O. Würzburg §1 li i m f m 4 Wit geeft mat in drie zetten. Oplossing: 1. Ke2, b2; 2. Da4, Kcl; 3. Ddl mat; 1. Ke2, Kc2; 2. Dal, b2; 3. Dds mat. Met zijn derde plaats in de wedstrijd om de Coupe d'Europe, achter Koeperman en Tsjego- lew, heeft ir. G. E. van Dijk uit Bennekom de Nederlandse dam- kleuren uitstekend hoog gehou den. Met zijn opmerking dat er niet meer te bereiken viel, zijn we het volkomen eens. „Of", zo zei hij ons, „als we eens even hard konden werken als Koe perman? Misschien dan?" Maar o.i. hoeft Van Dijk zich over dat werken niet zo ongerust te maken. Ook in dit toernooi heeft hij zeer serieus gespeeld. Hij meed zoveel mogelijk de blakerende zon en ging op tyd naar bed. En hard gewerkt heeft hij ook. Zijn enige verliespartij was tegen wereldkampioen Tsjegolew. In het duel met Koeperman heeft hij schijfwinst kunnen forceren met een vrij zekere kans op partij winst. Tegen Tsjegolew heeft hij zich naar onze smaak in een genre ge stort. dat de Rus bij voorkeur speelt. In een opening, die Jaren Een Ierse roman, geleden in Nederlandse wedstrijden veelvuldig op het repertoire ver scheen. plaatste Van Dijk een voorpost. Maar zijn tegenstander had o.i. hier op aangestuurd en gezorgd dat de lange vleugel van Van Dijk lastig te haoteren was. Het werd een boeiend duel waarin de Nederlander gedwongen werd sterk in het centrum te opeereren. en waarbij Tsjegolew al zijn aan dacht nodig had om zUn omsinge- linkstaotiek te doen slagen. Want lukt zo iets niet, dan heeft dit meestal nadeel tot gevolg. Hieronder veolgt dan de partij Van Dijk met wit Tsjegolew. 1. 33—28, 17—21; 2. 39—33, 21—26t 3. 44—39, 11—17 4. 50—44, 7—lit 5. 33—29, 20—25; 6. 38—33. 14—201 7. 42—38, 10—14 8. 47—42, 5—10. Zwarts opzet is gelukt. Wit moet zich verklaren en dat zal haast wel door 29—24 moeten gebeuren. Maar zwart zorgde eerst voor een stuk op 26, dat wits lange vleugel in zijn ontwikkeling in dit genre be lemmert, 9. 29—24, 19x30: 10. 85x24, 20x29; 11. 33x24, 18—22; 12. 34— 29, 22x33: 13. 39x28, 1—7; 14. 38—33, 14—20: 15. 43—39. 10—14; 16. 28—23, 13—18: 17. 40—34. 9—13; 18. 32—28, 16—21; 19. 49—43, 18— 22; 20. 43—38, 3—9; 21. 44-^10, 13—19; 22. 24x13, 9x18; zie dia gram. Tsjegolew en nef Michael Farreïl. „Het Lot van Anderen". W. van Hoeve. Den Haag. Als we de vertaler van dit boek moeten geloven, dan dankt deze omvangrijke roman het feit van zijn verschijning in het Ne derlands aan de onjuiste opvat ting als zou er over Ierland (Eire) weinig of niets bekend zijn. De vertaler, de heer Klip huis, begint zijn inleiding met de volgende opmerking: „De Ierse literatuur, voorzover men daarvan kan spreken, is bij ons alleen bekend door de namen Joyce en Synge". „De Ierse literatuur, voor zover men daarvan kan spreken" laat lk de wonderlyke opvatting als zou er nauwelijks een Ierse literatuur bestaan, maar eerst uit de weg hel pen. Om te beginnen is er, behalve een groot aantal bloemlezingen, in 1947 nog één verschenen, getiteld „1000 years of Irish Poëtry", Ver der zal ik mij beperken tot het opsommen van een aantal Ierse schrijvers van internationale be kendheid: W. B. Yeats, Gogarty, George Moore, Sean O'Casey (zyn „Shadow of a Gunman" is in Ne derland opgevoerd), Liam O'Fla- herty (de film gemaakt van zyn roman „The Informer" is kort ge leden hervertoond) Lord Dunsany, Lynn Doyle, Kate O'Brien, Mary Levin. Dan zijn er nog Anglo- Ieren, behalve de door Kliphuis ge- MAX en MAURITS. honderd jaar oud. noemde Shaw, genaamd Oscar Wil de, Elisabeth Bowen en Joyce Cary, om er een paar te noemen. Voorts zou ik aan de hand van de eerste de beste bloemlezing nog een der gelijk aantal by elkaar kunnen krygen. Het merendeel van deze auteurs heeft over het bezette Ierland en over de vrijheidsoorlog geschreven. Sean O'Casey b.v. heeft een zes delige autobiografie geschreven waarin nagenoeg geen onderdeel van de stryd vergeten is en de so ciale en politieke toestand in Ier land uitvoerig uit de doeken wordt gedaan. En nu spreek ik nog niet van de talrijke historische boeken over Ierland en over de vele bio- grafiën over figuren zoals Parnell, Casement en anderen. Wat nu deze roman betreft „Het Lot van Anderen", de schrijver heeft geen ongelijk gehad dit werk onder zich te houden. Het oproe pen van een beeld van Ierse toe standen; anderen hebben dat beter gedaan: O'Flaherty, Doyle, Gogar ty, Kate O'Brien. En verder is het het verhaal van een jeugd, van oom, tantes en kostscholen niet belangrijk genoeg voor zijn lengte. Wilhelm Busch. „Max en Maurits", „De Vrome He lena" en „De Wijsheid in de Kan". Vertaling Bertus Aafjes. Bruna en Zoon. Utrecht. Zwarte Beer. Wilhelm Busch (1832—1908) is een geniale caricaturist, niet alleen met de tekenstift maar ook met het woord. Hij is mede werker geweest van de Fliegen- de Blatter, het beroemde poli- tiek-polemische blad, en, wat nog belangrijker is, de uitvinder van het verhaal-in-tekeningen, dat men tegenwoordig „strip" pleegt te noemen. Busch was een zeer getalenteerd tekenaar, die in een overmaat van bescheidenheid zijn werk bij zich hield zodat men eigenlijk pas na efjn dood ontdekt heeft welk een consciëntieus en geduldig werker hij geweest is om te komen tot de, op het eerste gezicht so simpele, maar in wezen ongelooflijk geraf fineerde caricatuurtekeningen, waarin hij met een minimum aan middelen komt tot een maximum aan uitdrukking van de houding van mens en dier. Naast zijn tekentalent had hij de gave van het woord in die zin, dat hij wel haast onfeilbaar de klank, de naam en het rijm vond die zijn verzen deden sprankelen van humor. Het is dan ook niet te verwon deren dat het „Wilhelm Busch-Ge- sellschafft" en het museum in Hannover aan hem gewijd, alles doet en gedaan heeft om de ken nis van deze geniale grappenmaker levend te houden. Wilhelm Busch was behalve een verzamelaar van folklore en een kenner van dieren, een bewonde raar van Kant, Darwin, Sha kespeare en Cervantes. Zo er in Nederland iemand is die Wilhelm Busch op het ter rein van woord en rijm kan evenaren, dan is dat wel Bertus Aafjes. Hij is het dan ook die drie van Busch' kostelijke scheppingen vertaald heeft, te weten het epos van de twee ge wetenloze bengels Max en Mau rits, de levensgeschiedenis van ae wees Helena, die behalve vroom ook nog wel wat anders was, en de zotternij van de drinkebroers. Alleen van „Max en Maurits" is my een vertaling bekend die on geveer een halve eeuw geleden ge maakt moet zyn en die ook lang niet gek is. De vertalingen van Aafjes evenaren inderdaad het oor spronkelijke en dat is het beste wat men van een vertaling zeggen kan. Ik hoop dat hy met nog zo het een en ander van Busch nakomt; „Ik ben de Nieuwe Ne ger". 300 jaar gedichten, rymen en documenten van de Amerikaanse ne ger. Bakker/Daamen. Den Haag. Ooievaar. Rosey E. Pool, de samenstel ster van deze bundel, is sedert vele jaren een kenster en door geefster van de negerliteratuur en tevens een strijdster tegen de apartheid. Het één moet m.i. on herroepelijk met het ander sa mengaan: de kunst is goddank kleurenblind. Deze bloemlezing begint met een boeiend overzicht van de negerpoe zie, waarin de samenstelster wyst op het kenmerkende van deze ver zen; het verzetselement. In deze bundel zal men minder bekend werk aantreffen van de oudere ge neraties en hoofdzakelijk ongepu bliceerd werk van de jongste. Dit op zichzelf is al belangrijk. De teksten worden gevolgd door de simpelste vertaling in proza, die men zich maar voor kan stellen. Het is ook niet de bedoeling van Rosey Pool geweest om verzen te vertalen maar alleen om het de lezer gemakkelijk te maken en hem van het naslaan te ontheffen. Voorts maken korte biografische gegevens de lezer wegwijs betref fende de levensgang van de talrij ke dichters en dichteressen. De inleiding van J. W. Schulte Nordholt heeft tot motief: De poëzie komt over my als een daad. Alle poëzie uit nood geboren, staat dichter bij de daad dan bij de droom, zegt hy wel terecht, of schoon dit onderscheid in poëticis mij toch raadselachtig blijft. CLARA EGGINK it» 4 5 1 9 9 m 9 9 Wb m m 9 9 9 li 9 m -I m m m m m m m m Van Dtfk En hier ziet wit gelegenheid wat aan zijn lange vleugel te gaan doen. 23. 37—32, 26x37; 24. 42x31, 21—26; 25. 31—27 (op 41—37 zit wit er weer mee) 22 x 31; 26. 36 x27, 4—9; 27. 48—43, 9—13. Het is hier lastig voor wit. Op 3430, 25x34; 39x30 volgt 17—22, 28x 17; 11x31; en nu kan 41—36 niet wegens 13—19. 28. 27—22, 18x27; 29. 32x21, 13—18; 30. 21—16, 17—22; 31. 28x 17, 11 x22 32. 41—37, (op 34—30, 25x34, 39x30. volgt 7—11. 16x7; 12x1, 23x3; 2D—25. 3x20; 15x44) 8—13; 33. 40—35, 6—11; 34. 35—30. 11—17; 35. 45—40, zwart wint nu een schijf. Gedwongen was 30—24 maar na b.v. 7—11, 16x7; 2x11 en 14—19, 23 x 14, 20 x 9 staat wit toch wel heel moeilijk. 35. 13—19; (op 38—32. 19x28: 32 x23 volgt 17—21) 36. 16—11, 7x16; 37. 38—32, 19x28: 38. 32 x23, 14—19; 39. 23 x 14. 20x9; 40. 43—38, 17—21; 41. 46—41, 21—27; 42. 30—24, 27— 31: 43. 24—19, 31x42; 44. 38x47, 9—14: 45. 19x10, 15x4; 46. 41—37, 16—21; 47. 47—42, 21—27; 48. 42— 38. 27—31; 49. 40—35, 31 x42; 50. 38x47, 2—8; en wit gaf op. F. GORDIJN. Kom er ACHT-er 1. vrouw links heeft ring; 2. kussen in stoel heeft één rondje meer: 3. hoedenspeld vrouw rechts is zwart; 4. bloem meer in vaas; 5. prijskaartje; 6. mond man rechts; 7. zak op Jas van dame rechts j 8. tegeltjes op muur links.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 10