„Ze zijn veel menselijker dan wij
ooit hadden gedacht"
i
Nederlander zag - in Afrika
chimpansee wapens gebruiken t
I
tal) Mens en chimpansee zijn eikaars
a naaste verwanten.
Er is bij deze aap een begin van
aii technisch werktuiggebruik.
4 De chimpansee in het oerwoud
reni gebruikt een knuppel als dreig-
o'.j wapen tegen het roofdier.
e| Men mag vermoeden, dat chim-
°.|j pansees die de savanne bewonen
vb! wapens gebruiken om zich tegen
roofdieren te verdedigen in ter-
i7| reinen, waar ze niet overal bo-
r men bij de hand hebben om in
9 te vluchten.
|-^EZE opmerkelijke conclusies zijn
het resultaat van een studie, die
x een Nederlandse geleerde in Afri
ka heeft ondernomen. Deze geleer-
nie, dr. A. Kortlandt, lector in de psycho-
- Sie en ethologie der dieren aan de Uni-
ersiteit van Amsterdam, is onlangs van
jn studiereis teruggekeerd en heeft aan
ANP mededelingen gedaan over zijn
ferk.
De bedoeling van het onderzoek was,
ólen vergelijkend overzicht te verkrijgen
de levensomstandigheden en de le-
71ensmilieus van chimpansees in het ge
hele geografische gebied in Afrika, waar
apen voorkomen. Vroegere onderzoe-
1 ingen waren steeds tot enkele kleine ge
leden beperkt. Men wist daardoor niet,
eif er in andere gebieden misschien heel
isjndere levensomstandigheden aanwezig
;n. Daarom bereisde dr. Kortlandt
tiental Afrikaanse landen en bezocht
ij een grote verscheidenheid van land-
■«chapstypen waar chimpansees leven,
lovendien verzamelde hij zoveel moge-
ijk inlichtingen bij deskundigen en
reekkenners onderweg om te weten te
nen. tot welke geografische grens de-
apen nog net kunnen leven, en waar
lij zijn uitgeroeid.
Ük. KORTLANDT heeft vastgesteld,
dat chimpansees veel verder naar
het noorden en in veel drogere
streken voorkomen dan men tot
"j u toe aannam. Zij blijken zelfs te kun-
iaiien leven in zeer dorre, boomarme en
u!ioor de zon geblakerde savannegebieden.
'5 nits er slechts enkele smalle rivierbos-
en zijn, waar zij zich tijdens de hete
1 iren op een koele plaats kunnen terug-
r trekken. Zij komen bij voorbeeld voor in
ji iet zuiden van Senegal en Mali, en in het
°u loorden van Invoorkust en de Centraal-
"\frikaanse Republiek, hetgeen tot nu toe
log niet bekend was. In dergelijke savan-
ni legebieden moeten chimpansees soms
)0 rele honderden meters door open gras-
ijj and wandelen voordat zij bij een volgen-
x) Ie boom komen, waar ze vruchten kun-
Ü1 len plukken.
In de faunareservaten in Oeganda lo-
gi >en ze dergelijke afstanden zelfs door
>U terreinen, waar panters, leeuwen en
lyena's volop voorkomen, en waar geen
boom te vinden is, waarin ze bij een ont-
noeting met een roofdier kunnen vluch-
"V en. Omdat chimpansees enorm hard
^kunnen schreeuwen, zou men zich kunnen
afvragen, of ze zich hiermede de leeuwen
«van het lijf weten te houden. Tegenover
2 Janters gebruiken chimpansees ook stok-
n ken en afgebroken boomstammetjes als
lUl knuppels en dreigwapens. Het onderzoek
^daarover is nog niet afgesloten.
N TEGENSTELLING tot opvattingen
van vroegere onderzoekers is dr.
Kortlandt reeds lang tot de overtui-
11 g»ng gekomen, dat chimpansees even-
3 zeer grondbewoners zijn als bij voorbeeld
iJbavianen. Zij wandelen zowel viervoetig,
wjals drievoetig en tweevoetig, al naar het
Jlhun invalt. Zij klimmen eigenlijk alleen
almaar in de bomen omdat de vruchten nu
lUjeenmaal boven hangen en omdat zij er
"[veiliger kunnen slapen als in die streken
rJ panters voorkomen.
b] Hun lange armen gebruiken zij hoofd
zakelijk om van de grond af in de bomen
"lomhoog te kunnen klimmen. Daardoor
man men de hoogste bevolkingsdichtheid
Ivan deze apen vinden in streken, waar de
bomen min of meer vrij van elkaar staan
Linksboven: In Afrika fotogra
feerde dr. Kortlandt deze mannelijke
chimpansee, die dreigend met boom
stammetjes manoeuvreert. Hierbo
ven: Het unieke experiment van dr.
Kortlandt met de opgezette, elek
trisch bewegende panter: Een
chimpansee zwaaide eerst dreigend
met een half vermolmde boomstam
tegen de panter en wierp hem ver
volgens met zoveel kracht naar het
roofdier, dat de knuppel in drieën
brak. Rechts: „Ik wou alleen maar
even zeggen, dat die meneer Kort
landt gelijk heeft. Ik ben de naaste
verwant van de mens. Dus als jullie
wéér eens bij me komen in het Die
renpark Wassenaar, waar ik woon,
toon dan voortaan een beetje méér
respect." En links: Een chimpan
seemoeder met een duimzuigend
kind kwam tot kort voor
Naaste
verwant
van de
MENS
en waar de boomstammen te dik zijn om
te worden beklommen door de kleinere
soorten van apen. Dit is tenminste het
geval in landstreken waar de Afrikaanse
bevolking niet op chimpansees jaagt. In
het vochtige oerwoud vindt men meestal
betrekkelijk weinig chimpansees, omdat
de kleinere apen er betrekkelijk gemak
kelijk van de ene boomkruin naar de
volgende springen en daardoor de chim
pansees een geduchte voedselconcurren-
tie aandoen. Chimpansees zijn te log en
te zwaar voor dergelijk springwerk, en
bovendien klimmen ze altijd heel voor
zichtig, net alsof ze bang zijn dat ze uit
de boom zouden vallen. Ze zijn helemaal
niet de zwierige boomtakbungelaars
waarvoor men hen altijd heeft aangezien.
DE GEOGRAFISCHE grens van het
gebied waar chimpansees leven,
is op zich zelf een nietszeggend
gegeven, maar de zaak wordt
hoogst interessant, wanneer men het
verspreidingsgebied op een vegetatie-
kaart intekent. Dan blijkt namelijk, dat
slechts 55 percent daarvan gevormd
wordt door het tropische regenwoud. Het
is dus een sprookje, dat de chimpansee
in wezen of in hoofdzaak zou moeten wor
den beschouwd als een bewoner van het
vochtige oerwoud. Bovendien bestaat het
overige verspreidingsgebied uit niet min
der dan zes of zeven verschillende vege
tatie-typen.
Indertijd heeft dr. Kortlandt in een
..dehumanisatie-hypothese" de veronder
stelling geopperd, dat de chimpansee
oorspronkelijk in sterke mate een bewo
ner van savannen en parklandschappen
zou zijn geweest, maar vrijwel overal
naar het oerwoud moest uitwijken toen
de mens de speer uitvond en daarmee in
open terreinen op afstand kon doden.
THANS is hij tot de overtuiging geko
men, dat de chimpansee ook heden
ten dage nog steeds evenzeer thuis
hoort in allerlei typen savannen en
open bossen als in het eigenlijke oer
woud. De chimpansee is dus een dier
soort, die aangepast is om in zeer uiteen
lopende levensmilieus te kunnen leven.
Verreweg de belangrijkste factor, waar
van de bevolkingsdichtheid van chimpan
sees in het wild afhangt, is de mens.
Vooral de religieuze instelling inzake het
eten van chimpansees is beslissend. In
westelijk Guinee, waar de overgrote
meerderheid van de menselijke bevol
king streng mohammedaans is en dus
geen chimpansees eet, en waar de jacht
op deze dieren ten behoeve van medische
laboratoria de laatste jaren grotendeels
is onderdrukt, vindt men vrijwel overal
veel chimpansees. In Sierra Leone, de
Ivoorkust en de Centraal-Afrikaanse Re
publiek, waar men alles schiet en opeet
wat voor de geweerloop komt, zijn de
chimpansees grotendeels uitgeroeid. Dit
gebeurde het eerst in open bossen en sa
vannelandschappen, omdat men daar de
apen reeds van verre in de vrijstaande
bomen kan zien en dan neerschieten. Ook
de rivierbossen, die het savanneland
schap doorsnijden, bieden onvoldoende
dekking, omdat de Afrikaanse jagers de
gewoonte hebben het wild door het rivier-
bos naar een verborgen schutter op te
drijven, zodat geen ontsnapping mogelijk
is. De mens, aldus dr. Kortlandt, heeft de
chimpansee vrijwel overal in Afrika uit
de savannen verdreven en zo is hij ten
slotte gaan geloven, dat zijn naaste neef
van nature alleen maar een oerwoudbe
woner zou zijn.
STEUN hiervoor vindt dr. Kortlandt
in gegevens over de maximale be
volkingsdichtheid van chimpansees
in diverse landschappen. Bij zijn
terremstudies constateerde hij dat onder
gunstige omstandigheden een bont sa
mengesteld landschap met boomrijke sa
vannen, droge bossen en vochtige, diepe
valleien meer chimpansees kan herber
gen dan men tot nu toe ooit in een onge
rept regenwoud heeft aangetroffen. Bo
vendien vond hij een abnormaal dichte
chimpanseebevolking in enkele bossen,
die door de mens ten behoeve van de ex
ploitatie van timmerhout of bij het aan
leggen van akkertjes enigermate waren
opengekapt, en waar men de lianen had
weggesnoeid, maar waar men overigens
de grote bomen had laten staan. Dr.
Kortlandt meent dan ook, dat het ideale
chimpansee-landschap bestaat uit een
tussenvorm tussen bos en savanne, met
grote vrijstaande bomen met gladde
stammen van ten minste een halve me
ter dik en met weinig lianen, zodat de
kleinere apen er niet in kunnen klimmen.
HET SPREEKT vanzelf, dat dr.
Kortlandt zich heeft afgevraagd,
waar hij een dergelijk ideaal
chimpanseelandschap in natuurlij
ke gedaante en met ongeschonden vege
tatie zou kunnen vinden. De grote moei
lijkheid was daarbij, dat de inheemse
bevolking vooral in Afrika de droge bos
sen en savannen ten noorden van de oer
woudgordel geregeld kapt en afbrandt,
zodat er van de oorspronkelijke planten
groei niet veel meer over is. Toch is het
de onderzoeker ten slotte gelukt, het ge
zochte ideale chimpanseelandschap te
vinden, namelijk in het voorgebergte van
de Fouta Djalon in Guinee. Daar zag hij
een diep ravijn en op de bodem daarvan
bevond zich een vochtig bos, met het
zelfde karakter als een regenwoud. Langs
de hellingen en bovenop de bergen groej-
de een sterk afwisselende boomrijke ve
getatie, waarvan het karakter soms be
antwoordde aan een dicht droog bos,
doch met relatief weinig onderbegroei
ing, soms aan een open bos, en soms aan
een boomrijke savanne met geringe gras-
groei. In het open bos en de savanne-ach-
tige gedeelten van dit landschap stonden
inderdaad geïsoleerde forse bomen met
kaarsrechte stammen, vaak een halve
meter dik en zonder lianen. Er waren
ook veel chimpansees. Dit was dus het
milieu, waar op de grond wonende,
staartloze, doch bomenbeklimmende gro
te apen met lange armen konden evolue
ren. Alle tussenvormen tussen mens en
chimpansee zouden hier een goed bestaan
kunnen vinden.
GEEN WONDER, dat dr. Kortlandt
zich afvroeg of dit het type land
schap was, waar de gemeenschap
pelijke voorvader van mensaap en
mens geboren werd. Men zou zich kun
nen voorstellen, zo meent hij. dat van
hier uit de chimpansee zich langzaam
specialiseerde tot de zeer-hoge-bomen-
klimmer van het regenwoud, terwijl de
mens zich intussen meer en meer in
steeds opener savannen verbreidde, naar
mate hfj zfjn wapentechniek verbeterde.
Er graasde ook rundvee m dit gebied.
De plaatselijke stammen in de Foota
Djalon zijn namelijk veetelers. Dit deed
bij dr. Kortlandt de vraag rijzen, of de
ze runderen de taak hadden overgeno
men, die vroeger werd vervuld door ote-
fan ten, buffels, antilopen, wfide zwijnen
en dergelijke, in de tijd toen de mens
bet grote wild nog niet had wtgeroekL In
de Engelse fauna-reservaten in Oost-Afzv
ka» en in het Albert Park in Kongo, kan
men namelijk zien, dat de wilde hoefdie
ren het bos openbreken en de banengroei
verminderen. Omdat koeien hetzelfde
doen, en omdat de gehele streek van de
Fouta Djalon rijk aan chimpansees is,
ziet het er naar uit, dat het vee hier het
oorspronkelijke type van boslandschap
had hersteld, waar chimpansees bij uit
stek in thuishoren. Verder botanisch on
derzoek is nog nodig, maar men weet nu
in ieder geval, dat men bij de vraag
naar de oorsprong van de chimpansee
en de mens niet alleen moet kijken naar
de vegetatie, maar ook naar het even
wicht tussen vegetatie, wilde hoefdieren
en jagers.
MENS EN CHIMPANSEE hebben
veel met elkaar gemeen. Ze zijn
eikaars naaste verwanten. Chim
pansees zijn de grootste lange-af-
standlopers onder de apen. Daardoor
zijn zij bij uitstek aangepast om over
grote afstanden van het ene voedselge-
bied naar het andere te zwerven. Dit
geeft hun de mogelijkheid om hoge eisen
te stellen aan de gevarieerdheid van het
voedsel, en om open vlakten te doorkrui
sen op weg naar een nieuw voedselter-
rein. Primitieve volken klimmen ook veel
in bomen in de wildernis om er vruchten
te plukken. In sommige savannegebieden
is geconstateerd, dat chimpansees even
eens op antilopen en andere levende buit
jacht maken, net als de mens, maar zon
der jachtwapens. Men vermoedt, dat ze
ook vissen vangen in rivieren, maar zon
der netten. Ze vergaren hun voedsel in de
regel met hun blote handen. Men heeft
echter gezien, dat ze soms takjes gebrui
ken om termieten uit een termietenheu
vel te peuteren. Er is dus al een begin
van technisch werktuiggebruik.
Bij experimenten met een opgezette
panter, die voorzien was van een elek
trisch bewegende kop en een zwaaiende
staart, ontdekte dr. Kortlandt. dat chim
pansees knuppels gebruiken als dreijrwa-
pens tegen het roofdier. Dit gebeurde in
een oerwoudgebied in Kongo.
DAARBIJ bleek, dat de wapenhante-
ringstechniek van deze chimpan
sees heel laag ontwikkeld en stun
telig was. Waarschijnlijk komt dit
doordat er in het oerwoud niet voldoende
ruimte is om met knuppels als wapens te
leren omgaan, en ook omdat men er voor
een panter altijd in een boom kan vluch
ten. Als men chimpansees in gevangen
schap in een groot open terrein houdt, le
ren ze veel beter te gooien en te slaan.
Bij een proefneming, waarbij de opgezet
te panter in een omheinde ruimte werd
gezet met enkele chimpansees, die in de
savanne waren gevangen, sloegen deze
apen raak en hard met de klaargelegde
knuppels op het roofdier. Men mag dus
vermoeden, dat savannebewonende chim
pansees inderdaad wapens gebruiken om
zich tegen roofdieren te verdedigen in
terreinen, waar ze niet overal bomen bij
de hand hebben om te kunnen vluchten.
Nader onderzoek zal hiernaar nog
nodig zijn. Intussen staat nu al vast,
dat chimpansees in hun natuurlijke
leven veel menselijker zijn dan wij
ooit hadden gedacht.