BMW óe winö RICHARD MASON kan niet 1 lezen SfrtS' BOUMEDIENNE HEKELT RODE „AVONTURIERS" PANDA EN DE BRON VAN DE RIJKDOM Nu muggenplaag :o-Slavië in Joegc Toen ik ook in bed lag en de lich- Hy had zich in het TaJ "Dan hoop ik.^ dat^ hU zorgt dal naken en al dit „Nee lieveling, het zou Je Hoe is het ontstaan? ^Later"ging1 men hTzJlf- dige uit de vaktaal in de al- de grotesken van^afaëf in het heel veel van je „En zjjn e^no^andere?-'^ alleen wat ik je zeL Ik ben dwaas en koppig, maar ik wil graag dat je doorgaat met nog heel klein beetje venveel van Je Ik zag lord Du: schrijving en^hij was precies zoals Ik ging de bax van het Taj in. vel zij 1 luchtig ik, dat "u houdt „Ja", zei ik. „Dat is goed. U h^f^Tolon^^^edie^^^ié in Algerije na de val van Ben Bella 36. „Dit.deed ik voor uw eigen bestwil", verklaarde de bron- foris kwam duizelend overeind en drukte de deuk uit zijn hoed, die de knots daarin had achtergelaten. „Bah", zei hij ontstemd. „Het gebruik hier om iemand steeds op het hoofd te slaan, wordt bepaald hinderlijk!" „Die slag treftieder. die zonder toestemming naar de Bron wil", verklaarde de bronwachter. „Het brengt hen tot andere gedach ten". N „Welaan", zei forie. „Dan zal ik mijn gedachten in de gewenste vorm plooien. Geeft u mij thans toestemming om naar de Bron te gaan?" Maar de grijsaard schudde het hoofd. „Neen", sprak hij. „Uw gedachten zijn wel geplooid, doch niet zuiver. Voor uw eigen bestwil moet ik u die toe weige- Joris b me is?" „Ge zijt nog richten. Slechts lieden die ontvankelijk voor de bron geest zijn. kunnen er zonder schade heen. Dus ga nu. het is voor w eigen bestwil". En hij hief vermanend zijn knots, foris, wiens hoofd nu niet naar vermanende klappen stond. ik soms zelf ni „Neen. dat kunt ge niet", antwoordde de oude. „Ge zijt nog niet rijp voor de Bron. Er huist daar namelijk een dat hij weg k „Een geest in de bron bromde hij misnoegd, „fa/a. met dat soort verhaaltjes kan hij bijgelovige dwergen op een afstand houden, maar mij niet. Ik moet en zal de Bron van alle Rijkdom RECHTER TIE EN DE ANTIEKE DOT K door Robert van Gulik DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 253 - Deinzend keek Brammetje in de diepe afgrond, alsof hij daarvandaan antwoord verwachtte op zijn vraag, hoe ze over die brede kloof moesten komen. Intussen wond Ali-Ben-fapie met langzame slagen de tulband van het hoofd. „Tja", zei Bram bedenkelijk, „ik zou natuurlijk kunnen probe ren om een hele lange aanloop te nemen en over die kloof heen te springen. Maar zo te zien moet ik dan minstens het Olympisch record en bijna het „Nee, verbeeld je unnen breken", zei Bram. Alleen maar je been", zei Karo. Voorzichtig stak Ali-Ben-fapie zijn afgerolde tulband hij bedeesd en meteen wist Bram. dat oplossing was. Hij gunde zich de tijd niet om de jongen te bedan ken. Snel maakte hij een lus. die hij ver voor zich uit wi, wïï'ïfij ir,: ïfflr sw>r::

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 19