lil BERICHTEN öe winö WERELDRECORD VOOR MILLS EN LINDGREN AZC TWEEDE IN HAARLEM BRON VAN DE RIJKDOM KELNER SLOEG ROVER NEER S'VC&bsr V.3 LEIDSCH DAGBLAD MAANDAG 28 JUNI RICHARD MASON Geautoriseerd® vertaling I van C van Eijsden 56) Ik kon mezelf niet Inpraten, dat hij aardig genoeg was om er geen werk van te maken. Hij zou me in ernstige moeilijkheden kunnen bren gen, omdat er officieel geen omstan digheden bestaan die een dergelijke impulsieve daad vergoelijken. Maar hij was niet ongevoelig voor de vol doening, die grootmoedigheid kon I Het is heel vleiend voor je ze is zo charmant, vind je niet? Ik wou dat ik nog niet te oud was om zo'n gerucht over mij te laten rondgaan. Maar maak je niet bezorgd: geruch ten verdwijnen vanzelf". Ik wilde zeggen: „Ik hou van liss Wei", al was het alleen maar n te tonen, dat lk het niet voor hem geheim wilde houden; maar ontslaglawhLt™olgt'vanalfuabzl«n'! zo niet een flinke straf voor^mlj. Ik „Ze ls niet het toen hu om het zout vroeg, gal het hem door en h« zei: „Dank Gelijk over streep Op de tweede dag van de Ameri kaanse atletiekkampiocschappen, die gisteren in San Diego zijn voortgezet, hebben de Amerikanen Bill Mills en Gerry Lindgren het wereldrecord op de zes mijl verbeterd en gebracht op 27 minuten 11.6 seconden. Het twee tal, dat bijna gelijktijdig over de eind- streek kwam, stelde daarmee het we reldrecord van de Alstraliër Ron Clarke, die op 17 december 1963 in WATERPOLO 32—84. Uit de struiken rees een baardige figuur op. die i nots in de hand hield van glanzend geel metaal. Maar Joris en de M t op te hem naar de bron der rijkdom deed speuren, legde Panda met een ongeduldig gebaar het zwijgen op. ..Ik heb er genoeg van om steeds miskend te worden!" riep hij smartelijk uit. „Iedereen stoot mij voor het hoofd en Hier werd zijn betoog afgebroken door een vermanende knots- „Geef nooit toe aan zelfmedelijden en verhef Uw stem niet in osheid. Ge verstoort de rust van dit woud." De grijsaard, die blijkbaar niet partijdig wilde zijn. liet daarop og eens zijn knuppel op de helm van meneer Drom neerkomen, zrwijl hij vervolgde: „In dit vreedzame woud duld ik geen redetwisten". „Vanzelfsprekend", antwoordde de ontdekkingsreiziger, wiens stalen helm de slag goed opving. „Ik ben blij iemand te ont- de vred Ook bewonder ik de klank ran Uw knots; zo zuiver ran toon! Mag ik dat i RECHTER TIE EN DE ANTIEKE DOI K door Robert van ile ik ln teneden en liet hem nog een zweer tien, alleen deed die .nu geen pijn neer; het was een trofee geworden. „Wel," zei de brigadier, „ik ben bang dat ik Je wat lang heb opge houden, maar ik heb zo weinig gele genheid, mijn studenten goed te le ren kennen. O ja, dat is waar ook", gde hij terloops. „Ik zal geen lamen noemen, maar iemand heeft ne verteld dat er 't een of andere erucht gaat over jou en miss Wei. het gevolg is toch hetzelfde, i had toegelaten dat je met me 1 zou je Zijn weggegaan. En omdat het niet toeliet, ga je nu toch weg. „Er ls geen huur te betalen". „Nu. laten we het dan een huur- „Ik zal er best aan ken als het regende. Ik zei plagend, dat de enige reden daarvan kon in. dat er een lek in het dak was. Maar op de derde dag hield ik stijf en strak vol, dat we nu niet langer konden wachten. Het bleek middags mooi weer te zijn en de n scheen uit een heldere hemel, zodat de hele aarde begon te dam pen. Plet was de beste avond, die we in lange tyd hadden gehad. (Wordt vervolgd) DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK kelner, die destijds óók - zij het maar kort - in Kota Radja heeft gewerkt. nan wist dat de oberkelner al tijd als laatste het restaurant ver laat, met in de hand een tas met daarin het bedieningsgeld van het gehele personeel, een bedrag van ve le honderde guldens. Oberkelner en ex-collega gingen i de poging tot roof beiden baar het ziekenhuis om de hoofdwonden te laten hechten. 239. Het duurde wel even, voordat het goede schip Kokanje ,,Nu moet je eens goed luisteren, Ali-Ben-J apie"zei hij streng. „Ik weet, dat je ons helpen wilt, en dat vind ik prachtig. Maar je bent nu eenmaal een ongeluksvogel. Alles, wat je doet. pakt ver keerd uit. Dus je zou ons het meeste helpen als je je rustig hield en doodstil in een hoekje bleef zitten". „Maar ik wou zo graag iets doen", zei de jongen verdrietig. Dat begreep Bram best en daarom duwde hij Ali-Ben-Japie de zwabber in handen. „Ga het dek mi je geen kwaad mee. en het is hard nodig". begon hij razendsnel te schrobben. Een zwaai naar links en een zwaai naar rechts en meteen veegde hij Karo, de scheepskat, fi naal van dek af. „Kat overrrboorrrd"krijste Tutu. Druipnat werd de ongelukkige Karo bibberend weer aan boord gehaald. Brammetje zuchtte. Dat zou me wat worden, als dat ventje eenmaal meeging op zoek naar het Dal der Diamantenl Zo'n pechvogel zou de tocht drie maal zo moeilijk maken als hij reeds was. WlfiSST'ls J,0 NO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 19