AN AMERICAN DREAM WAT MANNEN MOETEN WETEN Goed wonen in een oude bunke In het nieuws „Troost" Negatief BoekenrtURkt Perspectief t I H* Zaterdag 19 juni 196S Pagina 2 Wekelijks bijvoegsel Uw Werelt V. (Van onze correspondent in Washington) ER zijn schrijvers, wier ontwikkelingsgang op de groei van een boom lijkt: zij slaan hun wortels steeds dieper in de grond, vertakken zich, groeien uit tot evenwichtige, rijpe reuzen. Maar er zijn er ook. die eerder aan een tornado doen denken, die onver- wacht en grillig om de hoeken gierenaltijd onderweg, onbereken baar. luidruchtig zijn en daarbij vaak verfrissend alhoewel boos blazen tegen vermolmde karkassen, heilige huisjes. De nu 43-jarige Norman Mailer hoort zeker tot de laatste cate gorie. Zijn literaire carrière zowel als zijn privé-leven wordt ge kenmerkt door verrassingen .opzienbarende wendingen, voor pagina-schandalen en successen. Nieuwe roman van Norman Mailer Dit alles begon in 1948, toen M&iler, niet ouder dan 25 jaar (met zulk uiteenlopende ervaringen als Harvard en militaire dienst juist echter de rug) in één klap be roemd werd met z(jn oorlogsroman „The naked en the dead", de laat ste schakel van zfln bewogen le ven wordt gevormd door zijn jong ste roman „An American Dream", die nu slndg een paar weken op de bestellerslUst staat, maar zeer omstreden is: het boek is door som mige critici verscheurd als de grootste kitsch aller tijden, daar entegen door anderen geprezen als het belangrijkste boek sinds Faulk- ners werk. Tussen 1948 en 1965 publiceerde Mailer twee heel slecht ontvangen romans („Babary Shore" in 1951 en „The Deer Park" in 1955), twee bundels scherpe en in elk geval vaak verademend onorthodoxe op stellen (..Advertisements for my self" in 1959 en „The Presidential Papers" in 1963) en een bundel verzen en korte proza („Death for the Ladies en other Disasters" in 1962). Verder was hij al die jaren bij na constant in het nieuws: door zijn verschijningen op het televisie scherm. door zijn verslagen over het gebruik van marihuana, over het leven van de negers, etc. Ook dook zijn naam af en toe op in de politieberichten: naar aanleiding van arrestaties wegens dronken schap. vechtpartijen in kroegen en eind 1960 voor het aanvallen en met een mes steken van zijn vrouw. Daarn zorgde Maller voor front paginanieuws door zijn derde hu welijk. ditmaal met de dochter van de Britse hertog van Argyll, een kleindochter van de krantenkoning Lord Beaverbrook. Ook zijn kort daarop weer volgende scheiding van haar, met alle dramatische pu blieke aspecten vandien, ging niet ongemerkt voorbij. Kortom: al had Mailer sinds „The Naked and the Dead" in 1948 geen literair succes meer geboekt, het nam niet weg dat iedereen con stant van en over hem hoorde en dat hU voor velen het gesprek van de dag en nacht was. Minder werd dat bepaald niet, toen Maller zich in de politiek stortte, dithyram bisch Kennedy verheerlijkte en achteloos aankondigde zich kandi daat te zullen stellen voor het bur gemeesterschap van de stad New York. Eind 1963 kondigde Maller aan in het maandblad „Esquire" een roman in afleveringen te zullen publiceren en daarbij bescheiden er aan herinnerend dat schrijvers als Conrad. Dickens en Dostojewskl hun meesterwerken vaak ook als afleveringen voor kranten of tijd schriften geschreven hadden. Ken nelijk hoopte Mailer met een der gelijke methode, die Inhield dat hij met het pistool van de verschij- ningdatum in de rug het maande lijkse deel schrijven moest, zijn wat romans betreft al sinds 1955 durende produktiestilstand te door breken. orde door het lichaam van zijn vrouw uit het raam te duwen en zo zelfmoord te fingeren. Deze doorbraak gelukte, het 270 pagina's tellende bij The Dial Press in New York verschenen „An Ame rican Dream" legt daar getuigenis van af. Of het boek echter ook een doorbraak is naar het literaire niveau, dat Mailers vroegere werk altijd in petto leek te hebben, is de vraag. Er zijn veel elementen in de roman, die een dergelijke vraag aan een uitgesproken negatief ant woord lijken te helpen. In de eerste plaats doet het boek denken aan een smakeloze actuali sering van het verhaal van die andere in afleveringen geschreven roman: „Schulde en Boete". Stephen Rojack, existentialistisch psycholoog, schrijver van een op zienbarend boek, gedecoreerd oor logsheld, oud parlementslid, tele visiester en vrouwenveroveraar, vermoordt zijn schatrijke vrouw Deborah in een opwelling van drift als zij hem op beproefde manier treitert. Deze daad uit haat-liefde brengt hem zo erg of zo weinig van zijn stuk, dat hij zich, terwijl het ge wurgde lichaam van zijn vrouw op de vloer van de slaapkamer blijft liggen, in de armen stort van de Duitse dienstbode, in wier bed hij al filosoferend nog eens be wijst hoe het duivelse en godde lijke in hem om voorrang strijden. Daarna brengt hij zijn zaakjes op Helemaal lukt dat niet en de politie voelt hem meer dan eens drastisch aan de tand. Maar Ro jack valt niet door de mand, al evenmin als Raskolnikow in het grootste deel van ..Schuld en Boete". Wel troost hij zich later in de nacht van alle bovenbeschre ven gebeurtenissen met een blond zangeresje uit een nachtclub, dat een kleurig verleden in kringen van de onderwereld en het amuse- inentsleven achter zich blijkt te hebben. Door een misverstand rondom de dood van haar voor laatste minnaar, de beroemde ne gerzanger Shago Martin, wordt het meisje Cherry echter zo gemaltrai teerd dat zij kort voor het einde van Mailers roman overlijdt. Noor het zover is, heeft Rojack evenwel nog een bezoek gebracht aan zijn schoonvader, de onmete lijk rilke Barney Oswald Kelly, die tijdens een vaag en pompeus ge sprek aanduidt voor zijn dochter Del/orah niet alleen vaderlijke ge voelens gehad te hebben. Rojack geeft tegenover hem toe zijn vrouw te hebben vermoord en doet daar voor boete door zijn eigen leven te wagen door met half dronken hoofd voetje voor voetje de 30 cen timeter brede balustrade van Kel ly's balkon op de 32ste verdieping van het Newyorkse Waldorf As toria-hotel af te lopen, een kunst stuk dat hy overleeft ondanks een prik met een paraplu door Kelly in zijn rug. De epiloog van het boek be schrijft Rojack als reiziger door Amerika's ruimte, waar hy dood en gevaar in de ogen blikt en daar door zyn innerlijke leegte uit het begin van het boek zowel als zijn schuldgevoel van later lijkt te heb ben gecompenseerd. gedaan heeft waardoor zy op hun plaats of de moeite waard zouden zijn geworden. Op die vraag is het antwoord gewoon: neen. Maar des ondanks zijn er een aantal passages in het boek en enige korte bon dige kanttekeningen, die opnieuw overtuigen van Mailers talent, die doel treffen en bij blijven en die een perspectief openen op een sen- slviteit, die Mailer door zijn „kwa liteiten" als stuntman de vaak ver loochent. Rojacks gesprek met zijn stief dochter Deirdre behoort tot die passages, evenals de scène met Cherry. Ook alle marginale aan tekeningen, die de lichamelijkheid ran de in de ik-persoon vertellen de Rojack oproepen (alles over de reuk. het gevoel, de klank van de dingen en de mensen in „An Ame rican Dream") herinneren weer eens te meer aan Mailers talent, tergen weer die beloftes waarover hierboven al gesproken werd. Het is geen geslaagde roman, „An American Dream", en ondanks de door Mailer zelfs aangehaalde pa ralellen met Conrad, Dickens en Dostojewskl zeker geen meester werk der grote literatuur. Maar er zyn, ondanks alle onechtheid van de plot en het vaak eindeloze gefilosofeer van Rojack, kwalitei ten in de roman, die hem een plaats geven in Amerika's literaire veld van vadaag, dat echter, daaraan kan niet veel twijfel bestaan, op een lager peil ligt dan in de dagen van Faulkner, Hemingway, Scott Fitzgerald, Thomas Wolfe, de Jonge Katherine Ann Porter, de Jeugdige Dos Passos en Djuna Barnes. Phyllis en Eberhard Kronhausen. De vrouw en haar Seksualiteit. (Vertaald uit het Ame rikaans) Bert Bakker/ Daamen. Den Haag. Renée Plate. Brieven aan mijn man. G. A. van Oorschot. Amster dam. Het tegelijk op mijn tafel verschijnen van deze twee hoeken heeft tot amusante gevolg gehad, dat men a.h.w. het emotionele verslag van een moderne vrouw, die tot de ontdekking is gekomen dat het huwelijk ook niet al les is al houd je van je man (Renét Plate), kan toetsen aan de nieuwste bevindingen van de medische wetenschap (Kronhausen)waar het be treft het seksuele gedrags patroon van de hedendaagse vrouw. Van vergelijken is na tuurlijk geen sprake, want zo essentieel als de bevindingen op dit terrein van de Kron- hausens zijn, zo traditioneel praterig met wegmoffeling van juist de seksualiteit (niet de erotiek, o nee) is de har- tekreet van Renée Plate. Het dient gezegd dat het boek van de Kronhausens een zeer verhelderend en conscienteus werk is. Men kan het zelfs baanbrekend noemen, aange zien het afrekent op efficiënte wijze met alle taboes en ave rechtse opvattingen, zelfs met die ran de moderne psychiatri sche wetenschap, die onder lei ding van wijlen Freud nog al tijd van totaal verkeerde stand punten uitgaat. Hun bewijs gronden zijn diep en overwel digend. In het hoofdstuk „De anatomie van het orgasme" be- senrijven zij met grote precisie de seksuele reacties van de vrouw. Dit hebben zy kunnen doen, omdat hun wetenschap proefpersonen heeft kunnen vinden ven onbesproken gedrag (waarom b.v. prostituées in dit geval niet kunnen dienen, doen zij uitvoerig uit de doeken „doodgewone vrijwilligsters, keurige vrouwen, zoals verpleeg sters, secretaressen, huisvrou wen en zelfs enkele vrouwen uit de best gehonoreerde beroepen" die bereid zijn geweest hun vol ledige medewerking te geven bij een „groot aantal fysiologische, chemische en elektronische me tingen tijdens de verschillende stadia van hun seksuele reac tiecyclus". Openlijker kan het el niet en men zal dus begrij pen dat er met de middelen die de onderzoeker van heden ten dienste staan (kleurenfilm o.a.) weinig verborgen is gebleven. Voorts wordt de seksuele ge schiedenis van vier geselec teerde vrouwen, onderling van zeer verschillende persoonlijke geaardheid en sociale om standigheden, met diepte-inter view en inhoudsanalyse op een haar nauwkeurig beschreven. De conclusies waar de beide medici toe komen, zijn kort ge zegd, de volgende: de frigide vrouw bestaat niet: de vrouw is seksueel niet inferieur aan de man, op sommige punten zelfs het tegenovergestelde: de vrouw behoort niet als een Messallna noch als een moedermaagd te worden beschouwd; Freud had ongelijk met de vrouw te zien als een wezen zonder actieve seksuele aandrift en als een ge castreerde man met rancunes. Eerlijkheidshalve vertellen zJJ erbij dat Freud zelf heeft ver- klaard lang niet gelukkig te zijn met zijn eigen conclusies en dat hy de hoop heeft uitge sproken dat zijn opvolgers, vooral de vrouwelijke, te rade zouden gaan bij de eigen erva ring en bij de dichters, of zou den wachten tot de wetenschap hun nadere en vollediger in formatie kan geven. In het juist bevinden en pu bliceren van hun opzienbaren de vondsten zien de auteurs de volgende winstpunten: ten eer ste natuurlijk een gelukkiger seksueel leven voor de beide (echt)genoten. Voorts zien zij de oude, onjuiste opvatting over de vrouwelijke seksualiteit als één van de voornaamste ziekte kiemen in het lichaam van onze samenleving". Want, zo zeggen zij, de kwaadaardige seksuele spanningen beperken zich niet tot het traditionele huwelijk, maar dringen door in de gebie den van het openbare leven en nog veel verder. Ook hopen zij schoon schip te maken op het terrein ven de discriminatie tussen de seksen (het meten met twee maten) en met het afwijzen van de vrouw op de gebieden van politiek, we tenschap en staatsfuncties op grond van haar, vermeende en, ter bescherming van de status quo, door de man bezworen sek suele inferioriteit, waaruit an dere inferioriteiten onherroepe lijk voort moeten vloeien (standpunt van de gemiddelde man en van een deel van de vrouwen die menen iets te ver liezen te hebben). Simone de Beauvoir spreekt ln haar voorrede van gedegen documentatie, zorgvuldige en subtiele analyses en noemt het uiterst boeiende lectuur en van een krachtdadige duidelijk heid, voeg ik er aan toe. Na bovengenoemd werk in al zijn uitvoerigheid gelezen te hebben, doet het brieven boek van Renée Plate erg kinderlijk aan. Wel is duide lijk dat ook dit boek geschre ven is ter emancipatie van de vrouw en met een tendens, te weten de tendens van het monogame huwelijk af te ko men. Daar is al eerder voor gepleit, ook in Nederland. Het behandelde geval is het volgende. Mevrouw Renée heeft huis en hof met medeneming van de twee kinderen, verlaten, nadat haar man Plm haar gie- tertje en haar bougainville door de kamer heeft geslingerd by haar bekentenis op een zekere Frits verliefd te zyn. zy heeft nu de verlatene een reeks brie ven geschreven om hem te over tuigen: a. van het goed recht van beide partyen op een ero tisch uitstapje buitenshuls. b. van de waarde van hun huwe- ïyk desondanks. „De vrijheid van het celibaat gecombineerd met de warmte van het huwe- lyk" (blz. 24). zy zegt dat zy beiden met de gewone dooddoe ner, de illusie van eeuwige lief de. het huweiyk zyn inge stuurd. Resultaat: een gooiende Pim en een zich gevangen voe lende Renée. De oplossing van dit eeuwenoude kwaad ziet zy in „gespreide liefde", die zelfa de dood te slim af zou zyn (blz. 132). Goed, wy willen deze simpele wysgerigheden wel aanvaarden en het geheel een brave poging noemen. Maar nogmaals, na het echtpaar Kronhausen vraagt men zich toch af waarom die Renée en die Pim zo onlustig tegenover elkaar staan. Waar om Pim zo driftig en Renée zo ongedurig is. Dat kan toch niet alleen uit verlangen naar on wettige romantiek zyn. Naar wat de schryfster zelf tekent als het openiyke erotische avontuur met medeweten van de andere party en zonder soesa. Maar waarom dat zo is, daar zal men in een geschrift als dit nooit of te nimmer achterkomen, aan gezien Renée Plate het belang rijke onderdeel van de man- vrcuwverhouding, de seksuali teit. buiten beschouwing laat en niet verder komt dan de ro mantiek van „verliefd worden", „naar bed gaan", „doen wat, myn hart (sic) me in geeft", „ik houd van Jou en ook van hem", „door twee verlan gende armen aan een verliefd hart te worden gedrukt", kort om de hele scala van de tradi tionele liefdesromannetjes. Ik geloof er niet in. Ik ge loof toch al niet in dat eeuwige gepraat om het huweiyk heen. Ik geloof niet in de euphorie (blz. 98—101) van „Floep, ik ben met een ander naar bed ge weest en wat ben ik nu geluk kig". Zo eenvoudig is het leven niet en zeker geloof ik niet ln een verradend zinnetje als: „Ik begon namely k te proberen wat iedereen probeert die zich een zaam voelt: mezelf lief te heb ben. Allemaal in het nette, zl v/as ik wel". CLARA EGGINK. Er is weinig twyfel mogeiyk dat deze „plot" niet tot de sterkste uit de Amerikaanse literatuur behoort. En evenmin hoeft men met de vraag te worstelen of Maller met de smakeloze gebeurtenissen ln zyn roman misschien iets geniaals Midden in de duinen aan de Baden Powellweg in Schevenin- gen ligt een voormalige recrea tiebunker van de Duitsers. De zwaar beveiligde doch niet bom vrije plaats, waar de bezetters zich ontspanden: toneel, film, eten, drinken en Hollandse meisjes. Een groot ruim bouwwerk met vele kamers en grote zalen, dat op het ogenblik dienst doet als woning voor de familie W. de Roode, man, vrouw en twee kin deren, en als dépendance van de Rijks Voorlichtingsdienst, klui zen met documentaires en een projectiezaal. Zy zit ln een van de vyf ka mers, die zy met haar gezin be trokken heeft. Gezellige kamers waarin houten vloeren zyn gelegd en lagere plafonds zyn aange bracht. Er is water, elektriciteit en centrale verwarming, voorzieningen die nog dateren uit de oorlog. Er is geen gas, de Duitsers gebruik ten voor het bereiden van hun copieuze maalty den een levensgroot fornuis. Na de oorlog heeft de ruimte on der meer dienst gedaan als jeugd- De signaalinrichting wordt automatisch in werking gesteld door de naderende trein d.m.v. een mechanische, pneuma tische, magnetische of elektronische) treindetektor; en na passeren weer uit geschakeld. Naast ditoa.in Frankrijken Duitsland toegepaste systeem,gebruikt men (bijv. in de Ver. Staten, Nederland en Belgiè) geisoleerde sekties als treindetektoren. De naderingsdeteKtor werkt op een overwegrelais,dat via een lamprelais* de stroom van het groene knipperlicht op het rode en op de alarm schel over- schakeld. Als het rode licht uitvalt, zorgt een lampkontroleurervoor dat het"oranje onklaar-licht" wordt ingeschakeld. De aanwezigheid van mensen wordt op een gewone dag alleen maar verraden door een verdwaald aandoende televisieantenne, wat was aan de iyn, een paar honden en een driftig pikkende haan. Voor de scherpe opmerker is er echter meer: een echt grasveld en een moestuin, waar bonen en aard appelen groeien, op zandgrond! Dat hebben we bereikt", zegt me vrouw De Roode terecht trots, .door steeds maar weer te bemes ten". verbiyf; er werden kampen voor buitenlandse Jongeren in georga niseerd. Mevr. De Roode komt uit het Jeugdwerk. Zy was directrice van het clubhuis Duindorp. Twaalfenhalf Jaar geleden, pas ge trouwd, ls zy er met haar man ingetrokken. De politieman die er toen woonde, was biy dat hy er uit kon Enthousiast zegt mevr. De Roode: „Wy zouden hier voor een prijs meer uit willen. Kennissen van ons zeggen wel eens mede lijdend. hebben Jullie nog geen huis? Onbegrijpeiyk, he." Met een breed gebaar omvaeer als het ware haar hele domdriel grote bunker, die van een 1 kant stuk steen met ramen k schapen is in een beslist ge» woning, de duinen en da^r achter, nog geen vyf minuta pen, de zee. Heeriyk, ook voa1 kinderen, de acht-Jarige ErloJ de tien-jarige Hans, die, zo I by de stad helemaal bulten 1| Die alle duinpaden kennen, gels en andere dieren. Die mers uit hun bed zo de zee li ken. Al die voordelen wegen schoots op tegen de bezwarei leveranciers komen natuurlek aan huis, maar dat vangt i De Roode op door elke dag haar bromfiets even naar Sc! ningen te rijden. Hans gaan op de fiets naar school zy 's avonds eens ergens nai moeten, worden ze opgei Want de weg door is in het donker niet helemaal der gevaar. Een leven als in een pa.' „In de winter", zegt mev de, „is het hier stil, m mers Er zyn dan zondag» er zo'n kleine twintig man oj te komt". Familie en kennissen wet» de weg naar het door een hek omgeven dorado wel t« den. Als was het alleen maa zich om te kleden en gaul kop thee te drinken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 8