IfviSife
ïmmm
mm
SCHEEPS
ERICHTEN
Wif?T<r3i
■wvic.urr
mm&h:.
smêi:
W&MË"
WMfz
mi:z
"mm
e winö RICHARD MASON
Kenners
Kopen Kodak
Film
LEÏDSCH DAGBLAD DONDERDAO 17 JUNI1963
Geautoriseerde vertaling
L vlv Z^tKZ* I I van C. van Eijsden
aar, met een rijkdom
zwart haar, dat ran 1
achterover was gek
lang en golvend over haar
Ze had een smal figuurtje en
nï handjes en was fijn en vol-
fct gebouwd, evenals Sabby. Ze
d naast elkaar en waren
it en als ze niet van verschil
ïaliteiten waren gewi
hebben kunnen den
k tweelingen waren. Ik zag
dat ze met de eerste oog-
npathie voor elkander had
fat. Ze keken elkaar open
lig en glimlachend aan en zodra
en over school begonnen
t en oude gebeurtenissen
moest denken aan de tüd
uderlijk huis, als mijn va-
riend van de golfclub had
1, of een zakenvriend, en
ons te komen eten, en terwijl
oannen hun sigaar zaten te ro-
placht mijn moeder snel vriend-
p te sluiten met de vrouw van
Friend, waarna ze dingen gingen
reken waar ze als vrouw alie-
toteresse voor hadden. Meestal
t dan in bed, of ik hing over de
strade van de trap en probeerde
jes van het gesprek op te van-
En nu, een halve generatie la-
speelde ik in een soortgelijke
de rol van volwassene, ergens
de andere kant van de aarde,
I n met een Indisch vorst en
vrouw, die niet met een grote
mand in Twekesbury bood-
jpen deed, maar die de wereld
i bekeek van achter een mas-
In bewerkt kant- en met een
j ns meisje, dat ik liefhad.
1 bediende serveerde whisky.
1/ laaide die uit een koffer, die in
mde toestand een complete
>|ailkast werd, glinsterend van
flenten, als een luxe bar. De
kwam uit een andere koffer,
elfs nog weelderiger was uitge-
Ik had wel eens gehoord van
cknicks die maharadja's gaven;
dit was er een, met een hele
Hing schalen en borden en met
bten, die in de paleiskeukens
reid en decoratief opgemaakt
Ik had bijna gezegd: „Maar
niet op ons gerekend; u zult
enoeg hebben voor uzelf." Maar
lam zulke beleefdheden niet in
jegens Nawabs, als er kennelijk
ende voedsel was voor een heel
k di dorp.
li n we over vroeger tijden za-
k e praten, waren we weer school-
p as in grijze flanellen broeken
w urts met open hals. Maar na-
I k onze herinneringen had-
opgehaald, waren we opeens
9 onszelf hij de Nawab, die
iro-Engels was en ik een offi-
8 lit Bombay met verlof. Hij werd
meer op een afstand, ofschoon
E fldoor even vriendelijk en be-
bleef. Ik luisterde betoverd
Rzijn stem. Hij praatte over de
lèouw en de regering en toen
If de oorlog en daarna over de
en in zijn rijk. Hij sprak over
met de goedertierenheid van ie-
die zich ervan bewust is. dat
macht heeft hun hoofden te
afhakken. Ik keek naar het
ren zilveren beslag van de
lilkoffer en vroeg me af, of ik
ling graag zou willen bezitten,
ik bedacht dat ik er niets om
ilang ik Sabby had. En als hij
zijn paleis te logeren zou vra-
zou ik liever met Sabby alleen
de koele, afgelegen bergen.
Maar hij vroeg ons niet te lot
HU stak me een grauwbruine
toe er. zei dat ik hem beslist
moest komen opzoeken. En
mooie vrouw schudde Sabby war
hand, met prachtige, vaste ogei
Sabby's zwarte wimpers
dewtrk van de spoorwet
dat we allebei aan hetzelfde dach
ten, zei Sabby: „Lieveling, zou je lie
ver cocktailkastje hebben dan Sab
by. als Je reis maakt?"
Ik zei „ja", maar ze wis
of ze bedroefd snoof, wist i
er nooit minder bedroefd hi
zien dan nu.
Ik vroeg haar: „Zou Jij I
kantie houden met een
prins, die je juwelen zo
duiveëieren kan geven
een arm Engels officier, die je nog
niet eens een aardige ring kan ge
ven om aan Je vinger te doen?"
Sabby. „Kan een Indische prins niets
„Ik begrijp niets van opgetuigd,
maar ik zou wel graag olifant heb
ben".
„Misschien kan ik een ouwe oli
fant voor je krijgen, die goedkoop van
de hand wordt, gedaan."
„Alsjeblieft lieveling. Dat zou heer
lijk zijn".
„Maar toch is het waar, wat ik zei.
Ik zou niet eens een ring met een
mooie steen voor Je kunnen kopen
Ik heb bijna geen geld".
„Zou Je graag massa geld willen
hebben?"
„Ja, ik wou dat ik aandelen had ln
goudmijnen en in chemische indus
trieën en in Woolworth. De ochtend
bladen zouden er zoveel interessanter
door worden."
.Maar dan zou je alleen belang
stellen in saaie kolommen met cij
fers en je zou niets om mij geven. Ik
ben blij dat je geen geld hebt."
„Zou je niet graag één ring heb
ben. Ik zou er voor kunnen sparen
en dan zouden de mensen denken
dat we echt getrouwd zijn."
Het kan me niet schelen wat men
sen denken."
„'Heus niet?"
„Nee lieveling, behalve jij."
„Je weet wat ik denk," zei ik.
„Dat zeg ik steeds tegen mijzelf,
omdat het de enige manier is waar
op ik gelukkig kan zijn. Ik hoop zo,
dat ik gelijk heb en dat het niet
alleen is, dat je vriendelijk voor mij
bent."
(Wordt vervolgd)
(Advertentie)
Gouden vangst
I
Ende (87) heeft deze week bij
het vissen op een vreemde ma-
nier een gouden ring gevonden.
Hij viste aan de oever van een
uitgediept zandgat bij de Drent-
se Hoofdvaart, waar hij zijn
hengel had neergelegd over een J
getand stokje. Toen hij dit weer
uit de grond trok, zat daaraan
tot zijn grenzeloze verbazing
een gouden ring. De verblufte J
visser deed wat men in zulke
gevallen behoortt te doen: hij
snelde op zijn fiets naar het po-
litiebureau.
Nog dezelfde middag nog
kwam de ontknopingtoen een
andere Meppeler hengelaarde
heer J. Flokstrade goudkust
betrad. Toen andere hengelaars
hem vertelden van de opzien-
barende vonds, wierp hij zijn J
vistuig haastig neer en rende
weg. Hij had de gevonden ring
daar twee jaar geleden tijdens
een hengelpartij verloren. Met
enkele vrienden had hij toen
urenlang gezocht en ook later
nog, maar hij was steeds weer
zonder trouwring thuisgekomen.
VOOR SPRANKELENDE KLEURENDIA'S
Moordenaar
terechtgesteld
Vier terroristen van een fanatieke
Moslem-groep zijn gisteren door een
vuurpeloton terechtgesteld. Zy wa
ren veroordeeld wegens moord op
premier Mansoer.
Terechtgesteld werden Mansoers
moordenaar, Bocharai, die de pre
mier op 21 januari doodschoot toen
hfj het parlement binnenging om vijf
nieuwe olie-overeenkomsten voor te
leggen, en drie helpers. Twee andere
leden van dezelfde terroristische or
ganisatie zagen de doodstraf veran
derd in levenslange gevangenisstraf.
Tijdens hun proces hebben de ter
roristen bekend dat zij van plan wa
ren het bewind door revoltes en po
litieke moorden omver te werpen.
2384. Nu de heer Drom met de schedelproef had aange
toond, dat hij een harder hoofd had dan de hoofdman van de
dwergen, werd hij algemeen als blokhoofd erkend.
„Zie je?" zei de ontdekkingsreiziger, „als men de gebruiken
van vreemde volken kent, kan men ze gemakkelijk het hoofd
bieden".
„Hm mompelde Joris bij zichzelf. „Als men de hardste kop
pen ook de beste koppen vindt, staat hoofdarbeid hier wel op een
zeer laag peil. Maar komaan, des te beter. Deze primitieven zul
len een Bron van Rijkdom niet naar waarde kunnen schatten en
daar kan iemand met een goed stel hersens gebruik van maken."
Hij trad naar voren en sprak:
„Welaan, mijn baasjes, nu wij zo duidelijk hebben aangetoond,
dat wij uw meerderen zijn. zullen wij onze wensen kenbaar
maken. Richt u op en breng ons met gepast eerbetoon naar de
Bron van alle Rijkdom".
Meneer Drom keek verstoord op.
„Een hopeloze reisgenoot", bromde hij. „Steeds zijn zin door
drijven. zonder zich om de gevolgen te bekommeren. Hij schijnt
niet te beseffen, dat hij ons allemaal in gevaar brengt
RECHTER TIE EN DE ANTIEKE DO! K
door Robert van Gulik
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KRAMMETJE FOK
240. Het was tijdens één van de reizen van „Sinbad de Zee
man". vertelde de man met de tulband tegen Brammet je. „dat hij
door boze mannen gevangen werd genomen. Zij wierpen hem in
een diepe afgrond en lieten hem aan zijn lot over. Niemand, dach
ten zij. zou er ooit in slagen uit dit put weer omhoog te komen."
„Maar Sinbad lukte he tnatuurlijk?" vroeg Brammetje vlug.
„Niet zo haastig hij lag voorlopig nog bewusteloos be
neden in het dal. Langzamerhand werd hij wakker en het
eerste, wat zijn ogen trof. was een schittering als van duizend
lampen in de nacht. Toen hij om zich heen keek zag Sinbad. dat
de bodem van het dal bezaaid was met juwelen en diamanten
de één nog'fraaier dan de andere.
„Toen was hij dus schatrijk", begreep Brammetje. Maar de
man. met wie hij sprak, schudde het hoofd:
„Helaas dat was het. wat Sinbad steeds tegen zichzelf
zei op de bodem van dat dal. Wat heb ik aan al die rijkdom, dacht
Sinbad, als ik hier altijd moet blijven en nooit meer ergens kan
komen, waar ik mijn rijkdommen kan uitgeven?"
V'Ï'm'O tgTSS»
■Ms-SrSir.
,"s rssLSdzs:.
5 £?„Was°L'tr
,'INmv
s: s=.A","cr
ssarr. zszzr,ïïïz
v,vSL-«
T.h.m. 15 900 m NNW K»f> V«r*.
'è'irHvvü-