„Grancolombiano" met
Zuidamerikaanse dans
kunst
kaleiöoscoqp
Innemende expressie
Koor en orkest voor
Ned. Operastichting
ROTAPRENTEN VAN JAN
ASSELBERGS IN HORUS
LEIDSCH DAGBLAD WOENSDAG 26 MEI 1965 VIJFDE BLAD
(Van onze kunstredactie)
Door de elk jaar groter wordende internationale uitwisseling van
culturele manifestatieshebben we ook de zwierigheid en de on
stuimigheid van de dansgroepen uit Zuid-Europese en Latijns-
Amerikaanse landen leren kennen. Steeds weer maken nieuwe
groepen tournees door Europa en zo kwam gisteravond de dans
groep Grancolombianohaar opwachting maken in het Amster
dams theater Carré.
De leider Hernando Monroy heeft
zijn groep samen gesteld uit dansers
afkomstig uit Panama, Venezuela,
Ecuador, Peru en grotendeels uit Co
lumbia. Hij toonde ons hoe zeer hij
zijn best deed om het publiek de
oorspronkelijke Zuid-Amerikaanse
danskunst te laten zien. Hij moet er
een groot bewonderaar van zijn en
stellig een oprecht ij veraar om de
originele folklore in de dans te be
houden of althans te herstellen,
want zijn „show" getuigde van grote
kleurigheid en van bijzondere char
me in de dansen der vrouwen. Er
leeft een goede ritmiek waarin de
danstechniek gebaseerd is op de sim
pele voetdans, waaraan de vrouwen
de heupdans voegen. Deze uitdruk
king van folklore in de dans viel het
meest te bewonderen, maar het heeft
weinig sfeer voor een theater.
Als we ooit eens onze vakantie
trips naar de Latijns-Amerikaanse
landen gaan maken, zullen we het
daar ter plaatse meer kunnen res
pecteren. Dat moet de leider Her
nando Monroy bij zijn eerste Euro
pese tournee hebben ervaren, van
daar dat hij aan zijn voorstelling
wat theaterglans heeft gegeven. Hij
won er open doekjes mee en be-
vorderde het succes van de avond.
Beziet
Zuid-Amerikaanse volksdanskunst,
met de merkbare Spaanse invloeden,
dan waren deze op zichzelf het
mooist. Dit was met de kledij
ker ook met de omlijsting der bege
leidende instrumenten, waaronder de
maraca, harp, gitaar, trommel en
fluiten, die inmiddels algemene be
kendheid genieten in onze amuse
ments-ensembles en zelfs in onze
grote moderne symphonie-orkesten.
De danskunst zelf was volko
men naar de traditie van de folklore.
De korte ritmische motieven gaven
de dynamiek aan de dansen uit Pa
nama, Peru en Venezuela. Ze kre
gen een romantischer expressie in
de dansen van Ecuador en het meest
innemend en overigens het uitbun
digst in die van Columbia. Hier trad
de romantiek met de pantomime
naar voren, bijna ontroerend van
naiviteit in de Kerstmisviering, aan
vankelijk devoot en dan uitlopend in
een uitbundige vreugdedans.
Het is alles even te gelijksoortig
in de folkloristische expressie, maar
overigens bijzonder innemend door
de opmerkelijke eenvoud en de kleu
rige kostuumverzorging en door
de hartelijke oprechtheid. Zo was
ook het sympathieke dankwoord van
de leider Hernando Monroy, dat hij
uitsprak na het herhaald instemmend
applaus van het publiek.
Nicolaas Mcies
voor halve ton
Op een kunstveiling in Baarn is
gistermiddag het schilderij „Vrou
wenfiguur" van de 17e eeuwse mees
ter Nicolaas Maes voor f 50.000 ver
kocht aan een kpristhandelaar in
Dieren.
Een doek van Joost de Mompert
bracht f 12.000 op en het schilderij
„Kip en haan" van Albert Cuyp
f 7000. Drie aquarellen van Van Don
gen werden voor f 2600 gekocht door
het Singermuseum in Laren (NH).
Het schilderstuk van Piet van Bloe
men ging voor f 5800 eveneens naar
de kunsthandelaar uit Dieren.
Voorts werden verkocht twee
marktgezichten van J. F. Ellis voor
f 4800, een uit 1660 daterende Staten
bijbel voor f 2400, een staand hor
loge voor f 6200 en een doek van
Jan Griffier voor f 4400.
Het koor der Verenigde
Naties" maakt een tournee door
Denemarken. Het koor is samen
gesteld uit zestig ledendie bijna
alle huidskleuren, rassen en
godsdiensten vertegenwoordigen
Met ingang van 1 september
Onder leiding van Felix
de Nobel en Louis Stotijn
In het kader van de besprekingen in verband met de voorberei
ding van De Ned. Operastichting heeft het bestuur van Het Ned.
Kamerkoor na grondige overweging aan de minister van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk medegedeeld bereid te zijn zijn
werkzaamheden uit te breiden met het instandhouden en beheren
van een koor, dat tot voornaamste taak zal hebben medewerking
te verlenen aan de voorstellingen van De Ned. Operastichting.
In overleg met de minister is be
sloten dit zo spoedig mogelijk te for
meren koor onder de naam van Ned.
Opera Koor binnen het geheel van
de Stichting „Het Ned. Kamerkoor"
een zelfstandige functie te geven.
Hetzelfde zal het geval zijn met Het
Ned. Kamerkoor, dat zijn werk
zaamheden ongetwijfeld zal voort
zetten. Wel zullen beide koren onder
de naam van Ned. Philh. Koor een
eenheid kunnen vormen, wanneer
medewerking wordt verleend aan
uitvoeringen van koorwerken door de
Nederlandse orkesten. Wanneer de
tijd daarvoor beschikbaar zou blij
ken te zyn en mogelijkheden daar
toe zich zouden voordoen, zal het
Ned. Opera Koor ook nog op an
dere wijze op het gebied van de voca
le kunst werkzaam kunnen zijn.
De heer Felix de Nobel heeft zich
bereid verklaard naast de artistieke
leiding van het Ned. Kamerkoor, ook
de artistieke leiding van het Ned.
Opera Koor op zich te nemen. Hy
zal hierbij terzijde worden gestaan
door de heer Cor Olthuis, die de mu
zikale verzorging van het opera-re
pertoire op zich za-1 nemen. De al
gehele verantwoordelijkheid voor de
dagelijkse gang van zaken bij de
Stichting zal berusten bij de heer De
Nobel. Het te vormen koor zal be
staan uit 32 zangeressen en zangers.
Voor toetreding zullen bij voorrang
worden uitgenodigd die leden van
het koor van de Ned. Opera in li
quidatie, die naar het oordeel van
de commissie, waarvoor zij hebben
voorgezongen, daarvoor in aanmer
king komen. Het streven is er op
gericht, dat het te formeren Opera
Koor zijn werkzaamheden aanvangt
op 1 september 1965.
Het bestuur van de Stichting Het
Ned. Kamerorkest heeft naar aan
leiding van besprekingen in verband
met de aangekondigde oprichting
een orkest voor ballet- en koor-
begeleiding aan de minister van cul
tuur, recreatie en maatschappelijk
werk medegedeeld bereid te zijn
zyn werkzaamheden uit te breiden
met het instandhouden en beheren
van een dergelijk orkest.
In overleg met de minister is be
sloten dit zo spoedig mogelijk te for
meren begeleidingsorkest binnen het
geheel van deze stichting een zelf
standige functie te geven. Hetzelfde
zal het geval zijn met het Ned.
Kamerorkest, dat zijn werkzaamhe
den ongewijzigd zal voortzetten. Het
op te richten begeleidingsorkest zal
tot eerste en voornaamste taak heb
ben het begeleiden van de in Ne
derland werkzame balletgroepen en
voorts indien mogelijk en wenselijk
het begeleiden van kooruitvoeringen
en andere muzikale manifestaties.
Onderzocht wordt of het mogelijk is,
dat i*1 voorkomende, gevallen leden
van het begeleidingsorkest diensten
vervullen bij het Ned. Kamerorkest.
De aangelegenheden van het bege
leidingsorkest zullen worden gere
geld na overleg met de besturen en
directies van Het Nationale Ballet
en Het Ned. Dans Orkestklasse van
het Kon. Conservatorium voor Mu
ziek te Den Haag de dirigent van
voorstellingen van Het Ned. Dans
Theater, heeft zich bereid verklaard
de leiding van het begeleidingsor
kest °P zich te nemen. Hij zal hier
bij nauw samenwerken met de mu
zikaal directeur van Het Nationale
Ballet, de heer André Presser.
Het te vormen orkest zal bestaan
uit ongeveer 45 leden. Voor toetre
ding zullen bij voorrang worden uit
genodigd die leden van het orkest
van De Ned. Opera in liquidatie, die
naar het oordeel van de commissie,
waarvoor zij hebben v oorgespeeld,
daarvoor in aanmerking komen.
Het streven is er op gericht dat
het orkest zijn werkzaamheden aan
vangt op 1 september a.s.
Dr. P. Verhagenprijs
toegekend
De Bond van Ned. stedebouwkun
digen heef dr dr. P. Verhagenprijs
voor 1965 toegekend aan mevrouw
H. van Eik-De Cneut in Monster
en de heer B. Eerhard in Amster
dam. Mevrouw Van Elk studeert
bouwkunde aan de technische hoge
school in Delft en de heer Eerhard is
in Haarlem werkzaam by de afde
ling stedebouw van de dienst ge
meentewerken.
De prijs is hun toegekend omdat ze
zich tijdens hun studie (de heer Eer
hard behaalde eind 1964 het diploma
stedebouwkundig hoger onderrricht
van de Academie van Bouwkunst in
Amsterdam) hebben onderscheiden
op het gebied van stedebouwkundige
ontwerpen. In de afgelopen week
hebben beide prijswinnaars als be
loning een reis naar Duitsland mogen
maken.
Reconstructie van
opera Cimarosa
Keur van solisten
In de Casinoschouwburg te Den
Bosch zal vrijdagavond 4 juni eei
uitvoering in concertvorm worden ge
geven van de opera „Gli Orazi ed
1 curiazi" van Domenico Cimarosa.
Aan de uitvoering wordt meege
werkt door Annette de la Bije, Ne
derland (eerste prijs sopranen 1954)
Zofia Janukowicz, Polen (eerste prijs
sopranen 1959), Alfons Bartha, Hon
garije (eerste prijs tenoren 1961),
Jules Bastin, België (eerste prijs
ser» 1962) en Jean Jacques Schreurs,
België (tweede prijs tenoren 1963)
De begeleiding is in handen van hel
Brabants Orkest, het geheel staat
onder leiding van Hein Jordans.
Het koor, dat plus minus 150 per
sonen omvat, is samengesteld uit le
den van het Kon. 's Hertogenbosch
Mannenkoor, het Brabants Kamer
koor en het 's Hertogenbosch jon
gerenkoor.
De opera „Gli Orazi ed i curiazi"
werd voor het laatst in 1825 in Pa
rijs uitgevoerd, nadat zy zowel in
Parijs als in Wenen gedurende tien
tallen jaren na haar entstaan (pl
minus 1800) bijzonder favoriet is ge
weest. Ze is uit de bibliotheken en
archieven verdwenen en het is de
Bossche musicoloog Frans van
Amelsvoort geweest, die na een aan
tal bijzondere toevallige vondsten
erin is geslaagd, het werk weer ge
heel in partituur te brengen.
Hy vond in Wenen toevallig een
prospectus van een in 1901 gehouden
herdenkingstentoonstelling bij het
eeuwfeest van Cimarosa's sterfdag,
waarin op deze opera de aandacht
wordt gevestigd. In de daarop vol
gende jaren, vond hij in Einsiedeln
Florence enkele belangrijke frag
menten van dit werk. Tenslotte vond
hy in Parijs twee Incomplete par
tituren en een volledig tekstboek van
de uitvoering in 1810, welk materiaal
en voor hem voldoende is geweest
de opera te reconstrueren.
SPAAR ME!
Als u mij ziet hebt u een duizendje in handen. En bezit
u me in meervoud, dan is het de hoogste tijd om over
me te gaan praten bij de N.M.B. Daar doen ze een boekje
over me open (een bank- of termijnboekje bijvoorbeeld).
Of ze adviseren u hoe u me in effecten kunt beleggen I
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
De bank waar u zich thuis voelt!
Leiden: Breestraat 61-63. Sassenheim: Postwijkkade 1
„Leptis Magna" bezit best
Langs Mi ddc 11 an d.sczcck ust van Libië
De grootste en best bewaard gebleven Romeinse bouwvallen
bevinden zich niet in Rome, maar in Leptis Magna, 120 km ten
oosten van Tripolis, langs wat vroeger bekend was als de kust van
Barbarij e.
Leptis, zoals de Romeinen de stad bij afkorting noemden, dateert
uit de tijd der Phoeniciërs maar bereikte het hoogtepunt van zijn
grootheid onder een zoon van eigen bodem, die het ver heeft ge
bracht, Septimus Severus, die in Libië werd geboren maar meer dan
1700 jaar geleden Keizer van Rome werd.
Op zijn hoogtepunt was Leptis
Magna een prachtige Romeinse pro
vinciestad en haven. De fijn bewerk
te Corinthische zuilen, de pilaren
van de basiliek, het paviljoen van
de markt en de colonnaden van het
markt en de colonnaden van het
nieuwe Forum prijken nog heden
ten dage in hun vrijwel ongeschon
den schoonheid.
De bouwvallen strekken zich uit
over meer dan anderhalve kilome
ter langs de Middelandsezeekust
van Libië, vele ervan nog diep in
Schenking van Septimus
Septimus schonk zijn vaderstad
prachtige gebouwen, voor het groot
ste deel opgetrokken uit goudkleuri
ge zandsteen, kalksteen en hard-ro-
de tegels en zo goed als alle bekleed
met marmer.
Het grootste gedeelte van het mar
mer is in de loop der eeuwen gesto
len, maar bijna alle muren vertonen
nog de gaten voor de pinnen, waar
mede de marmeren platen op hun
plaats gehouden werden.
het zand begraven. Er zijn ook nog
tal van Roemeinse standbeelden, die
zo goed als alle zijn onthoofd doo*
de mohammedaanse Arabische ver*
overaars, die in de 7 de eeuw Noord*
Afrika onder de voet liepen.
Gedurende de Romeinse bezetting
werd Leptis Magna beschermd doo*
oud-strijders uit de Romeinse legi
oenen, die land en hofsteden had
den gekregen en de dubbele taalt
van landbouwer en grenswachten
vervulden. Verscheidene van hun
forten beheersen nog de heuveltop
bij Leptis.
Na de verovering door de Arable*
ren raakte Leptis Magna In verval
en verdween geleidelijk onder het
zand van de woestijn om niet voor
de 17e eeuw opnieuw te worden ont
dekt. De Franse consul van destijds
was zo onder de indruk van de
schoonheid der stad, dat hij tiental
len standbeelden en meer dan 600
marmeren kolommen naar Lode wij li
XIV zond om Versailles te sieren.
De Italiaanse regering Is tn 1920,
enkele jaren na de Italiaanse bezet
ting van Libië, in ernst begonnen
met opgravingen en restauratie. De
thans onafhankelijke Libiërs zetten
het werk voort, maar in langzamer
tempo. Voor hen vertegenwoordigt
Leptis Magna een cultuur van
vreemde bodem en niet Iets dat zfj
bijzond e* wensen te bevorderen.
In de studentensociëteit Horus, Rapenburg 127, exposeert thans
de Tilburgse in 1939 in Indonesië geboren kunstschilder Jan As-
selbergs neef van prof. Van Duinkerken, een aantal van zijn
rotaprenten. Hij is met Veldhoen tot nu toe de enige in ons
land, die zich met deze vermenigvuldigingsmethode van kunst
werken bezighoudt. Tegen een zeer schappelijke prijs kan men
nu eigenaar worden van zulk een steeds apart met datum van tot
standkoming eigenhandig gesigneerde rotaprent.
Hoe komen deze rotaprenten nu
tot stand?
Begonnen wordt met door middel
ui lithografische of autografische
inkt te tekenen op een speciaal ge
prepareerde aluminiumplaat. Dit
vereist, dat de plaat nimmer aange
raakt wordt, want elke vingerafdruk
geeft een zwart spoor. Dit vergt dus
op zichzelf reeds een grote kunst
vaardigheid.
Vervolgens wordt de plaat gepre
pareerd met chemische middelen in
niet minder dan twaalf etappes: dit
is het geheim van de kunstenaar.
Het gevolg daarvan is, dat het on-
betekend gedeelte vet-afstotend en
betekend gedeelte vet-afstotend
wordt, maar wateraanzuigend. De te
kening daarentegen, die overigens bij
het prepareren geheel voor het oog
verdwijnt, wordt water-afstontend en
vet-aantrekkend. Hierop volgt het
afdrukken in rotapers. De vette inkt
van de inktrol pakt niet op de nat-
gehouden plaat, maar slechts daar.
waar getekend is. Pas na de eerste
druk verschijnt de tekening op de
plaat. De plaat drukt af tegen een
rubberrol, welke er dus tegenin
draait en deze rubberrol geeft de
voorstelling af aan het papier, dus
positief.
Op zichzelf genomen is het rota
print-procédé niet nieuw, net zo min
[als het procédé Offset (steendruk).
Het werd totnutoe echter uitsluitend
J voor handelsdoeleinden gebezigd
nieuw is, dat de kunstenaar van
deze vermenigvuldigingsmethode ge
bruik maakt, om zijn scheppingen
j op een billijke wijze aan de man te
brengen.
Wij hebben ons van de bijzonder
gunstige resultaten van deze werk
wijze overtuigd en daarby tevens
kunnen constateren, dat Jan Assel-
bergs in figuratieve zin pakkende
beelden heeft geconcipieerd. Diverse
vrouwelijke naaktfiguren, het hierbij
afgebeelde „Moeder en kind", voorts
„Omhelzing", „Danseres na de voor
stelling" enz. de titels zijn van
ons, want Jan Asselbergs laat zijn
prenten zonder naam verschijnen
geven blijk van een fijnzinnig ar
tistiek en beeldend vermogen. De
platen verschijnen in series van 300:
daarna worden zij onherroepelijk
vernietigd.
reeds in Tilburg schilderyen en te
zamen met Veldhoen rotaprenten in
Rotterdam en Utrecht. Hy heeft in
dertijd een prijs gekregen van het
Belgisch-Nederlands Akkoord en
werkt veel in Parijs.
Zyn kleine, doch zeker belangwek
kende collectie is vermoedelijk nog
een maand lang ook voor de burge
rij, te zien in de sociëteit Horus, el
ke middag van 4 tot 6.30. uur.
Een der fraaie rotaprenten van
Jan Asselbergs:
.Moeder en kind"
(Foto L.D./Holvast)
Twijfel omtrent een
„Titus" van Rembrandt
Het Baldwin-Wallace College heeft
een Rembrandt cadeau gekregen,
getiteld Titus, zoon van Remibrandtr
maar president Alfred B. Bonds, de
rector-magnificus, twijfelt aan de
echtheid en ls met het schilderij na aar
New York vertrokken om het oor
deel van experts te vragen.
Het doek ls geschonken door de
72-jarige hartspecialist in ruste, dr.
Oscar Cosla, die een grote verzame
ling schilderwerken bezit, welke hij
heeft verzameld sinds hij 17 Jaar ge
leden uit Roemenië naar Amerika
emigreerde. Volgens de kunstcriticus
van het blad Cleveland Plain Dealer
neemt niemand de verzameling ern
stig. Het was deze criticus die twij
fel uitsprak over de echtheid van
het