ELEKTROmghezt
Afscheid van verleden
in Georgetown
'EEN
Zaterdag 15 mei 1965
Pagina 2
Wekelijks bijvoegsel Uw Wereli
(mi
GEORGETOWN „Het is een van mijn ambities een nau
were samenwerking met Suriname tot stand te brengen, maar
voorlopig denk ik nog niet aan een mogelijke federatie." Dit zei
de vijf maanden geleden geïnstalleerde eerste-minister van Brits
Guyana, Forster Burnham, tijdens een vraaggesprek in zijn een
voudige kantoor, waar het enige opvallende meubelstuk een ijskast
achter zijn bureau is.
Premier Foster Burnham.
De samenwerking waarop premier
Burnham doelde, zal voornamelijk
economisch van aard zijn. Tot voor
kort, totdat buitenlandse bedrijven
hun vertrouwen verloren in het
steeds marxistischer wordende be
leid van de vorige premier dr. Ja
gan, had Brits Guyana een econo
mische belangrijke voorsprong op
het aangrenzende Suriname.
In zijn ln 1960 gepubliceerde stu
die „Suriname en zijn buurlanden"
kon dr. G. J. Kruljer nog consta
teren: „BIJ vergelijking van de eco
nomische toestand van Suriname
met cft'e van Brits Guyana zal blij
ken, datf. Suriname'8 westelijke buur
er gunstiger voor staat".
In 1965 zegt een zakenman in
Georgetown: „een paar Jaar gele
den was BjG. er veel beter aan toe
dan Suriname. Nu is Suriname ons
ver vooruit dank zij hun tien-Ja
renplan en de belangstelling van
Amerikaanse industriële zijde".
Zijn klacht weerspiegelt zich in
het duidelijk merkbare algemene
malaise-gevoel in de Brlts-Guya-
nese hoofdstad, en in de talrijke
bordjes „geen vacatures" bij de in
gang van fabrieken en openbare
bedrijven.
Nog wordt elke zaterdagavond bij
sommige hotels gedanst onder guir
landes van gekleurde lampjes bij
de eeuwige calypso-dreun van de
west, maar een van de populairste
calypso's is er tegenwoordig een
met de aanhef: „Ik ben voor ge
weldloosheid. Laat Je mes maar
zitten waar het zit. En zelfs bar-
zitters ontkomen niet aan de kleine
Jongetjes met hun schoenpoetsdoos
ter camouflage van het uitgesto
ken, om een geldstuk vragende
handje.
Toch is premier Burnham optimis
tisch over de toekomst van Brits
Guyana. In zijn vrijwel wekelijkse
persconferenties legt hij de nadruk
op contacten met het buitenland,
op het openen van nieuwe mark
ten als afzetgebieden voor de be
langrijke nationale rijstproduktle,
en met zekerheid spreekt hij steeds
weer over onafhankelijkheid „nog
dit Jaar".
Wonderkind
Met deze geruststellende positi-
vltelt ia Burnham er in korte tyd
in geslaagd het vertrouwen te win
nen van zakenlieden zie zich voor
dien afzijdig hielden. Dit succes is
voor een groot deel te danken aan
de leider van de coalitie-partij
(United Force), Peter d'Aguiar, die
in het kabinet de portefeuille van
Financiën beheert. Minister
d'Aguiar, die in het kabinet wordt
in Georgetown als een soort econo
misch wonderkind beschouwd.
Nadat verschillende pogingen
hadden gefaald om een nationale
bierbrouwerij op te richten, slaagde
d'Aguiar eadn met zijn '„Banks"
bier een renderend bedrijf te stich
ten ondanks de concurrentie van
buitenlandse import. Toen ik hem
vroeg waar hij zijn succes aan toe
schreef, greep hij een boek van
zijn bureau in het ministerie. Het
was "The economics of success"
van Ludwig Erhard.
Voor iemand die zijn zinnen
bijna binnensmonds formuleert en
een stugge indruk maakt, is mi
nister d'Aguiar niettemin welbe
spraakt op een bondige, nauwkeu
rige manier. Over het bewind van
de voormalige eerste-minister dr.
Jagan zei hij met nauwelijks ver
holen minachting: „De vorige re
gering had de opmerkelijke gave
geen besluiten te kunnen nemen.
Wanneer zij in staat was geweest
datgene in drie jaar te doen, wat
wij ln twee weken hebben gedaan,
dan zou er nu twaalf miljoen gul
den meer in de schatkist zitten".
Hoopgevend
Het hoopgevend begin voor de
vier maanden oude regering was
staatsobligaties. Binnen twee we
ken werd ingetekend voor een to
taal van 20 miljoen gulden. Onder
de regering van dr. Jagan werd
door de regering een verplichte hef
fing in gesteld één van de con
troversiële punten van het beleid
van Jagan. De huidige regering
schafte de heffing af, maar liet de
mogelijkheid open het reeds afge
stane bedrag vrijwillig in de staats
kas te laten. De meesten maakten
geen gebruik van de kans hun
kapitaal op te nemen.
Het jaarlijkse nationale budget
Brits Guyana beloopt ongeveer f 140
min gulden. Hiervan wordt de helft
besteed aan salarissen en lonen van
personen in regeringsdienst. Tien
procent van het totale bedrag
wordt opgeslokt door het on
derhoud van zeeweringen en dij
ken om de laagliggende kuststrook
(waar ongeveer 95 procent van de
bevolking woont) te vrijwaren van
overstromingen.
Afzetgebieden
Urgent is nu het probleem van
het vinden van afzetgebieden voor
de Brits Guyanese rijst niet al
leen economisch urgent, maar ook
politiek. De meeste rijstboeren zijn
Hindoestanen en volgelingen van
dr. Jagan, die na zijn échec in
december iedere gelegenheid aan
grijpt om als een onheilsprofeet te
voorspellen dat de regering-Bum-
ham er niet in zal slagen de rijst
aan de man te brengen, tenzij
tegen drastisch lagere prijzen.
Met bijna 84.000 ton was rijst de
belangrijkste export (15 procent
van het totaal) ln 1963. Hiervan
absorbeerde Cuba Jaarlijks 30.000
ton, maar sinds Burnham premier
werd, liet de regering-Castro ver
stek gaan en bleef de rijst in de
pakhuizen staan. Minister d'Aguiar
heeft gezegd geen bezwaren te heb
ben tegen handel met Cuba, „mits
op strikt contractuele basis en
tegen contante betaling".
Onze reisredacteur, mr. H.
L. Leffelaar heeft enkele we
ken doorgebracht in Brits,
Nederlands (Suriname) en
Frans Guyana, een gebied
dat wel eens is omschreven
als 's werelds achterbuurt.
Vooral in het Engels en
Nederlandse gedeelte is de
laatste jaren echter veel ver
anderd. In diit derde gedeelte
van zijn artikelenreeks gaat
mr. Leffelaar uitvoerig in op
de economische situatie van
Brits Guyana.
Premier Burnham voegde hier
aan toe, dat zijn regering echter
wettelijke maatregelen zou treffen
tegen het opleiden van Brits Guya-
nezen in Cuba, zoals dat tijdens
het bewind van zijn voorganger ge
woonte was geworden. Hij sprak de
verwachting uit dat Brits Guyana
in de toekomst zich meer op de
Verenigde Staten van Amerika zou
oriënteren, dan op Engeland.
Hij onthulde ook plannen
te hebben voor een „ombudsman
department" dat belast zou wor
den met „de waakzaamheid tegen
rassendiscriminatie". Opmerkelijk
is in dit verband dat de 1200-man
sterke en onbewapende politie
macht van Brits Guyana voor het
merendeel uit creolen bestaat, en
dat dit ook het geval was toen de
Hindoestaan dr. Jagan aan de
macht was.
Speculaties
Wat zijn nu de speculaties over
de politieke toekomst van Brits
Guyana in deze hoofdstad die zo
duidelijk aan het afscheid nemen
is van een koloniaal verleden? De
prognoses houden zich vooral bezig
met dr. Jagan de realiteit is dat
de Hindoestaanse bevolkingsgroep
In Georgetown herinnert veel aan de tijd. dat Brits Guyana in Nederlandse handen was, zoals
dit wandelpad in het midden van Maint Street, dat een gedempte Hollandse gracht is.
in de komende jaren eerder ster
ker dan zwakker zal worden.
men houdt het op vier mogelijk
heden:
1) dr. Jagan zal op een symbo
lische manier deelnemen aan het
parlement als leider van de oppo
sitie, maar voortgaan met ageren
in de hoop de huidige regering in
een crisis te plaatsen.
2) hij zal zich koest houden tot
dat Brits Guyana onafhankelijk
heid wordt verleend, om dan des
noods met revolutionaire methoden
de huidige regering omver te wer-
3) hij beidt zijn tjjd tot de vol
gende verkiezingen in 1968, waar
uit hjj als overwinnaar tevoor
schijn zou kunnen komen.
4) hij zal druk gaan uitoefenen
op premier Burnham om tot een
voor hem aanvaardbaar onmiddel
lijk compromis te komen.
Recht verspeeld
Waarnemers achten de eerste
mogelijkheid de meest waarschijn
lijke, omdat bij een voortgezette
weigering deel te nemen aan het
parlement, Jagans partij onder de
grondwet het recht verspeelt deel
uit te maken van de huidige rege
ring.
Brits Guyana is aan het afscheid
nemen van een tijdperk. Het na
oorlogse onafhankelijkheids-virus
heeft ook deze kolonie op de bocht
van Zuid-Amerika bereikt. Rouwi
erom is niemand.
In het kleine theatertje
„The theatre guild of British Guya
na" repeteren Britten en Creole
voor een opvoering van de musict
„The Fantasticks". Op Arkinsa
vliegveld staat de wekelijkse ladJn
van duizend dozen met tropisch
vissen klaar voor transport pt
„paramount aquarium"-vliegtu|
naar Nederland en Zweden, terw|
even verderop duizenden ingevoet
de piepende kuikens de 25-kilonw
ter lange rit te wachten staat nas
Georgetown. Ook hier gaat het li
ven zijn gang, met of zonder pro
blemen, met of zonder de national
rum-cola dit laatste, bij nad(
inzien, zal er misschien toch, ho
dan ook, altijd zijn.
■j^ACH is muziek geworden
wiskunde Deze soms
gehoorde kenschets van de
weergaloze scheppingen van de
Thomas-cantor uit Leipzig is
nauwelijks overdreven. In het
conferentiecentrum De Breeder
Wiedte bij War Hum zagen wij
kort geleden musici en instru
mentenbouwers met passer en
driehoek aan het werk bij een
partituur van de vijftiende-
eeuwse Nederlandse polyfonist
Johannes Ockèghem Deze
Nederlands-Duitse onderzoe-
kingsgroep komt bij allerlei
analyses steeds meer tot de ont
dekking, dat wiskunderegels de
vakkundige grondslag waren
van Bachs geniale werken, en
trouwens niet minder van de
muziek van al zijn grote voor
gangers.
Opgrond hiervan
kwam men aanvanke
lijk tol de veronderstel
ling, dat een magneet
zou bestaan uiteen
zeergroot aantal
kleine magneetjes
(magneculen);
Zo wordt dus nieuw licht gewor
pen op Bachs lidmaatschap van
Mitzler's Sozietat der Musikalischen
Wissenschaften, die uitging van
stellingen als „de muziek zij een
dochter'van de wiskunde" en „de
muziek is een wiskundige weten
schap".
Bachs grote tijdgenoot Georg
Philipp Telemann ontwikkelde
ideeën over de natuurlijke wetten
voor het harmonisch verloop van
een compositie. Hij meende, dat de
rekenkunst niet alleen bij het vast
stellen van de trillingsverhoudingen
voor de juiste stemming een rol
speelt, maar ook bij de compositie
voortreffelijke diensten kan bewij-
Het is bij dit alles meer dan
ooit duidelijk, dat Bachs muzi
kale wiskundeknobbel (of wiskun
dige muziekknobbel) geen betrek
king kan hebben op zijn veel be
wonderde getallensymboliek, zoals
bijvoorbeeld het ongeluksgetal in
de dertien variaties van het cruci-
fixus in de Hohe Messe
EXCLUSIEF
De Sozietat der Musikalischen
Wissenschaften was een exclusief -
gezelschap van geleerde musici, op
gericht door Lorensz Christoph
Mitzler. Ook Handel en Telemann
waren er lid van. Bij toetreding
leverde men een proefstuk, waaruit
de wetenschappelijke muziekbeoe
fening moest blijken. Bach schreef
daarvoor de zogenaamde Canoni-
sche Ver&nderungen over de melo
die „Von himmel hoch da komm'
ich her". Deze „raadselcanon' is een
ingewikkelde constructie, hoewel hij
klinkt alsof hy achteloos even uit
de mouw werd geschud. Matthe-
son, die een goede bekende van
Bach was, schrijft er over, dat de
enige musicus uit zijn leerlingen
kring die deze raadselcanon kon
oplossen een zekere Johann Wil
helm Lustig was. En die meneer
Lustig was niemand minder dan de
toenmalige organist (tevens com
ponist) van de Martinikerk in Gro
ningen.
Vreemd genoeg wordt de Mitzler -
sociëteit noch Mitzler zelf in de
meeste ipuziekhandboeken en zelfs
in de Bach-biografieën genoemd.
Betekent dit, dat we Bach nog lang
niet kennen?
PROPORTIES
Een van de leden van de confe-
rentiegroep in De Breede, de heer
Cor Edskes, organist van de doops
gezinde kerk in Groningen en
rijksorgeladviseur, zei ons: „Het
gaat om de proporties. Muziek is
niet zuiver een zaak van gevoel,
maar vooral ook van bepaalde con
structies. Het oude woord „compo-
nere", waarvan de aanduiding
„componist" is afgeleid, betekent
niets anders dan „samenstellen".
In de muziek gaat het om het sa-
Alle leden van de Mitzler Sozietat werden Indertii
geportretteerd. Dit is het schilderij dat G. Hausmani
maakte van Bach, die hier de „raadselcanon" in de ham
heeft welke als proefstuk moest dienen voor zijn few
treding tot dit gezelschap van geleerde musici
menstellen van bouwfragmenten
die ten grondslag liggen aan de
muzikale expressie".
De groep musici en instrument
bouwers verricht reeds geruime
tyd uniek onderzoekingswerk op het
gebied van de universele samen
hang tussen muziek, uitvoerings
praktijk en instrument. Het is ge
bleken dat men daar altyd op te
rugvalt, wil men iets begrijpen van
de opgang der muziek sinds man
nen als Guido van Arezzo. Die sa
menhang is te benaderen volgens
objectieve maatstaven. Het spreekt
vanzelf dat de groep zich niet tot
Bach beperkt.
Integendeel, Bach was tenslotte de
laatste die nog werkte volgens de
leer der proporties.
Een jonge organist en onderzoe
ker uit Hamburg liet ln De Breede
vellen ruitjespapier zien, waarop
hij met passer en driehoek con
structies had getekend van in el
kaar passende driehoeken, cirkels,
kubussen en veelhoeken. De afme
tingen en verhoudingsgetallen van
die meetkundige figuren corres
pondeerden met die van de „con
structie-elementen' in de partituur
van de Missa Mi-Mi van Johannes
Ockeghem.
BOUW
De beroemde gulden snede en an
dere verhoudingswetten hebben
reeds bij zeer oude beschavingen
gegolden als garanties voor schone
vormen. Ook in de muziek hebben
zij een belangrijke rol gespeeld,
niet in het minst bij de instrumen-
tenbouw. Een Duitse clavichord-
bouwer demonstreerde zulks met de
fraaie, rijke klank van een zijner
scheppingen die hij had meege
bracht naar het conferentie-oord
en waar het instrument druk werd
bespeeld door de deelnemers. Niet
dat hij clavichords nabouwt, maar
wél legt hij dezelfde bouwprincipes
aan als die waarmee men weleer
zulke prachtige, evenwichtige resul
taten bereikte.
Pas enkele Jaren geleden, zo ver
telde Cor Edskes ons, is men zich
weer gaan realiseren dat by ln
maken van orgelprospecten in vroe
ger tijden deze wetten streng wer
den gehanteerd. Men kan het ui
fraaie oude orgelkassen aflezen, bj
uit de verhoudingen en de opstii
ling van de verschillende pUpw»
ken ln de opbouw van het fron)
ORGEL
Nog een ontdekking: bU ha
bezoek aan kerkorgels in Gronli
gen, welke provincie d ebest bi
waarde en meest origineel klii
kende oude orgels ter wereld beri
hoorden de deelnemers aan de col
ferentie onder meer het oudste b<
speelbare orgel ln Nederland, nattl
Hjk dat van de hervormde kerk 1
Krewerd.„De klank van dit in 15)
gemaakte instrument is heel stel
vocaal gebonden", zei Cor Edskl
„Vooral in de kleinere kerken spel
de het orgel vroeger daarom
belangrijke rol in liturgie, omd
men niet aan voldoende zange
kon komen. De klank van 1
gel moest dus aansluiting vind
bij die van de menselijke stem".
„Naarmate echter de gewone in
strumenten een grotere rol in d
kerkmuziek gingen spelen (de vel
wereldlij king van de kerkmuziek ll
de Renaissance) dwaalde het orgl
steeds verder van zijn vocale geboft
denheid af. Het vocale elemed
werd intussen instrumentaal W
handeld (Bach). Door dit alles
thans de oorspronkelijke vocaJl
techniek nauwelijks nog te benad*
ren. Oude orgels als dat van Krej
werd kunnen, voorzover ze in goed)
staat zijn bewaard, ons weer op hij
spoor brengen hoe men vroegfl
zong. En dat is belangryk gewof
den nu men meer en meer die ou«
muziek zingt en speelt. Wat d«
betreft zijn die orgels bakens h