TgmroitM/m Jagans grote politieke fout: zijn echtgenote Een handjevol vlees DE DRIE GUYANA'S: du Zii EEU HOE WERKT HET Zaterdag 8 me! 1965 Pagina 4 Wekelijks bijvoegsel Uw Werelj De Hollanders waren er het eerst, in 1581, en ruim drieën eenhalve eeuw later is in Brits Guyana hun spoor nog te vin den. Er zijn plaats- en straat namen als Uitvlugt, Vrede en Hoop, Soestdyke en in George town is het wandelpad in het midden van Main Street een gedempte Hollandse Gracht Op roerend en onroerend goec' is nog steeds Nederlands rechi van toepassing en het gotisch- aandoende grote gebouw van Stabroek-markt was het Ne derlandse paviljoen op de we reldtentoonstelling in Chicago in 1880. Na een paar honderd jaar kolo niaal stuivertje wisselen stond Ne- derland de noordelijkste van de drie Guyana's in 1814 af aan En geland, en kreeg zelf Suriname een jaar later bij de Vrede van Parijs. De regeling heeft ook nu nog onbe vredigende aspecten. Zo werd bepaald dat de Neder landse territoriale wateren zich uit strekken tot het hoog-water merk teken aan de Brits-Guyanese over kant van de rivier de Courantyne, de grenslijn tussen de beide kolo nies. Niet lang geleden werden Brits Guyanese houthakkers dien tengevolge gearresteerd toen zij bomen velden aan de Nederlandse zijde, d.w.z. de Brits-Guyanese oever, van de rivier. Maar in Georgetown, waar elk wit houten huis de achtergrond zou kunnen vormen voor 'n romanti sche idylle heeft men nu grotere zorgen dan grensgeschillen. Strui kelblok nr 1 is 'n broeierige rassen- kwes tie tussen 300.000 Hindoesta nen (bijna 50% van de totale bevolking) en de 235.000 creolen. De huidige regering van premier Burn ham, 'n 42-jarige creoolse ad vocaat met een voorliefde voor zelf bedachte gezegden („wij gebruiken geen bijl om een vlo dood te slaan", „Als je een paard niet goed vindt, moet je er ook niet op wedden"), rust op een broze coalitie van zijn Peoples' National Congres en de Het gebouw op de Stabroek Markt: het Nederlands paviljoen op de wereldtentoonstelling in Chicago in 1880 United Force van de droge Portu gese zakenman d'Aguiar. De onzekere, maar formidabele politieke tegenhanger is dr. Cheddi Jagan, leider van de voornamelijk Hindoestaanse Peoples Progressive Party, die zich een verlening van zyn ambtstermijn als premier zag ontgaan, toen de Brite gouverneur sir Richard Luyt na de in decem ber 1964 gehouden verkiezingen (voor het eerst op een basis van evenredige vertegenwoordiging) Burnham verzocht een regering te vormen. Kameraad Dr. Jagan, een in Amerika af gestudeerde tandarts die zich door zijn partijgenoten laat aanspreken met „kameraad", werd in 1961 Brits Guyana's eerste premier toen in augustus onder de nieuwe grond wet voor het eerst een algemene verkiezing werd gehouden. Zijn vaag, maar onmisbaar marxis tische georienteerde schiep een steeds groter»- jdering tussen Brits Guy? „ngeland en het voor het L economisch onmisbare Amerika, en leidde in 1962 tot grote binnenlandse onlus ten waarbij een groot deel van de binnenstad van Georgetown tot op de grond toe afbrandde. Toen Jagan in 1963, protesterend tegen het nieuwe verkiezings systeem gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging een staking af kondigde onder de arbeiders in de vitale suikerriet-industrie, ontaard de de actie in een rassenoorlog tus sen creolen en Hindoestanen, waarbij 176 personen om het le ven kwamen, huizen met bommen werden bestookt, en duizenden ge wond raakten. De Britse gouver neur riep de hulp in van 5000 man Engelse troepen. toor werd enkele maanden gele den bekogeld met een bom, waar bij een jongen gedood werd). Op de trap ontmoette ik dr. Jagan, die zich wel liet fotograferen, maar weigerde mij te woord te staan. Kras n vrouw „Cheddi Jagan is een bijzonder charmante man", zegt men in Georgetown, „maar zijn grootste politieke fout is zijn vrouw". Na enkele keren afgewimpeld te zijn, schoot ik mevrouw Janet Jagan aan. Ze stond een interview toe, maar niet nadat zij gezegd had dat zij alleen in bijzondere geval len een uitzondering maakte voor „imperialistische verslaggevers", zoals ik. Later in de middag werd ik tot haar kleine kantoor toegelaten, na een veiligheids-telefoontje en het passeren van een wacht (het kan- Boeken mackt Jac. van Hattum. De Veertjes niet meegerekend. ABC-boe- ken Amsterdam. Jac. van Hattum is een schrij ver, op wie de grootinquisiteurs van het literaire spieken hard en voornamelijk ten onrechte hebben losgebeukt. Waarom dat zo geweest is het lot zou de enige kunnen zijn om deze vraag te beantwoorden. Mogelijk heeft het verschijnen in dertijd van de gezamenlijke bun del van Van Hattum, Hoornik en Den Brabander, getiteld „Drie op een Perron", waarmee deze drie dichters te kennen wilden geven dat zij niet langer voor epigonen van de zelf nog maar nauwelijks aan het woord zijnde E. du Perron wilden worden uitgemaakt, daaraan meegewerkt. Daar hadden zij gelijk in. Als men die historie nu bekijkt wordt die hoe langer hoe onbegrij pelijker. Helaas, ik heb het al eens meer gezegd, heeft inen eenmaal een etiket opgeplakt gekregen dan is gewoonlijk een heel mensenleven niet lang genoeg om dat er weer af te weken. Dat Van Hattum, erger dan de andere twee, is achtervolgd met zijn vermeende Duperronianisme, behoeft niet verwonderlijk te zijn, want verwantschap in hun hou ding ironie, galgenhumor, het hekelen, het toenmaals vrijmoedi ge taalgebruik is er zeker. Nu er over dit alles bijna dertig jaar is heengegaan, kan men b.v. de verzamelbundel van Van Hattum (Van Oorschot 1956) gerust ter hand nemen zonder noemenswaard aan Du Perron herinnerd te wor den. Het is wel duidelijk, dat zij twee totaal verschillende mensen zijn met weinig anders gemeen dan iets in hun houding. Behalve met Du Perron werd Van Hattum overeenkomst met mi- rabile dictu Leopold verweten. Mo gelijk; ik kan het niet vinden. Na die van Ter Braak kreeg hy ook nog een aanval te verduren van zijn vroegere bentgenoot Ed Hoor nik in de kritiekenbundel „Toets steen". Een typerend wijsneuzig stukje en nog wel gepubliceerd in 1942. Deze voegt Willem Elsschot nog toe als bevruchter van Van Hattums muze. Behalve een occu patie met bepaalde onderwerpen is ook het verschil met Elsschot vol komen duidelijk. Gelukkig is S. Vestdijk gekomen, die genoemd ge pruttel wel ongedaan heeft gemaakt in zijn drie essays gewijd aan deze dichter in „Muiterij tegen het Et maal II". Hij heeft Van Hattum herkend als een unieke, zeer be gaafde dichter. Naast zijn verzen heeft Van Hattum enkele bundels korte ver halen geschreven en hiertoe be hoort „De Veertjes niet meege rekend". Deze merkwaardige ti tel wordt al duidelijk door de foto op de omslag: twee geplukte, in menselijke houding gezette kip pen met him eigen ei als hoofd. De wezens in Van Hattums ver halen zijn inderdaad geplukt, in de zin van ontdaan van hun mas kerende omhulsels, en soms ook kippen zonder kop. Over het ei gen ei als hoofd zouden diepzin nigheden te debiteren zijn. Even wel men moet nu ook weer niet te veel gaan zoeken achter deze bi- zarrerie. „Zo'n handjevol vlees en zoveel ellende", de slotregel van de schets die de bundel zijn titel geeft, zou als motto voor de hele bundel kun nen dienen. De handvol vlees the way of all flesh en de mense lijke ellende is het thema dat steeds terugkeert, altijd gevormd volgens het principe van de, zo zeldzame, echte humor van de lach en de traan tegelijk. Eigenlijk meer dan de traan; een traan van afschuw, van woede soms, gepaard met me- lijden. Van Hattum is de man die gedwongen is te beminnen wat hij tevens verafschuwt: de mens met zijn domheid, zijn wreedheid, zijn misdadigheid, zijn dwaasheid en zijn krankzinnigheid. Daardoor zijn z'n verhalen om beurten satyren, sarcasmen, tragi-comedies. Grim mig zijn ze allemaal. Zelfs in een verhaal als „De Do den", een van zijn beste, doch dat soms naar de sentimentaliteit over helt, ligt het grimmige element voor de hand in de noodlottige vriend schap tussen de ex-nazi en de zoon uit het gezin vol verzetshelden. Het is niet duidelijk waarom hij hier zijn figuur De Kempenaer zich laat verdedigen met het noemen van een reeks namen van collega's van wie gedichten, in het Duits vertaald door Wolfgang Cordan (blz. 4849), in de oorlog in een kiosk in Berlijn te koop zouden zijn geweest. Of deze dichters daar inderdaad hun „toestemming" voor gegeven hebben, staat te bezien, en ik meen het in bepaalde gevallen te betwijfelen. Bovendien kan er van de reeds vroeg voor Hitier op de loop gegane Cordan niet veel an ders gezegd worden dan dat hij een Duitser is. Bij een dergelijke ontboezeming stuit men op Van Hattems enige zwakheid: een gebrekkig werkende zelfkritiek, mogelijk voortkomend uit de befaamde Friese stijfhoofdig heid. Hij is nu eenmaal weinig kies keurig bij zijn eigen werk, zoals blijkt uit dingen zoals The Cancer - nose, Coucourelletje, Eén borstje of De Verwisseling, die gevoeglijk weg gelaten hadden kunnen worden. Daartegenover staat echter veel on vergetelijks en daar gaat het toch maar om. Zowel in dicht als in proza is Van Hattum in zijn beste werk een auteur met een volkomen ei gen wereld, een eigen visie, een eigen toon en een eigen taal en dit alles vol van de tegenstrijdigheden die de kern van zijn wezen vormen. Clara Eggink. Mevrouw Jagan, Amerikaanse van geboorte, maakt 'een grauwe indruk. Zij is klein en zegt geen familie te zijn van Ethel en Ju lius Rosenberg, de voor atoom- spionage in Amerika geexecuteerde spionnen, hoewel dit détail van andere zijden wordt bevestigd. Haar betoog, in antwoord op mijn vragen, viel op door krasse uit spraken gedaan met kalme non chalance: „Amerika heeft op Engeland dwang uitgeoefend om het kiessysteem te veranderen. Trouwens, zowel Burnham als d'Aguiar hadden tijdens de ver kiezingen Amerikaanse adviseurs". „Praat me niet over het soort socialisten dat Burnham voor staat. Je kan even goed krijt met kaas vergelijken. Kijk alleen maar naar de mensen die in zijn kabinet zitten een echte so cialist zou zich omdraaien in zijn graf. Nee. Ik heb mijn respect voor de Engelsen verloren". „Burnhams techniek was om ons ervan te beschuldigen racisten te zijn, zodat hij zijn eigen metho den kon verhullen". Zowel Burnham als d'Aguiar zijn landverraders. Let op mijn woorden, Burnham wordt een dictator". f Onze relsredacteur, mr. H. a t L. Leffelaar, heeft in de af- (1 gelopen weken de drie Guya- f t na's (het Nederlandse Su- f f riname Franse en Britse f i gedeelte) in Zuid-Amerika j) f bezocht. Een gebied, dat wel eens 's werelds grootste ach- terbuurt is genoemd. Dat is een aanduiding, die vooral slaat op het troosteloze, ar- (1 metierige Franse deel, dat in elk opzicht met de Franse slag is behandeld. In de tweede aflevering van zijn reportage besteedt mr. Leffe- laar aandacht aan Engels l Gyuana. 9 Over haar echtgenoot zei me vrouw Jagan: „Wat de imperia listische pers niet in dr. Jagan wil zien, is dat hij een zeer bij zondere man is, nederig, en een man met ideeën. Ik ben zyn plichtsgetrouwe secretaresse". Demagogisch Enkele dagen later woonde ik een massa-byeenkomst bij in Georgetown, waar dr. Jagan het woord voerde. Voordat de bijeen komst begon, ontplofte een kleine bom aan de rand van het ter rein. Hoewel niemand werd ge wond, werd er grote ophef over ge maakt, zonder twijfel in een po ging de 2000 koppige menigte met een demagogisch foefje van de onderste plank op te zwepen. Op het sprekers-podium, van aohteren beschermd door een lijf wacht. vertelde Jagan, dat de im perialisten de schuld waren geweest van de binnenlandse onlusten. Ver wijzend naar de huidige regering van zijn vroegere medestander Burnham, zei hij dat het imperia listische marionetten waren die spoedig ten val zouden worden ge bracht". Staart kwijt „Wij hebben de imperialisten zien verliezen in Cuba en in China, ze raken nu hun staart in Viet nam kwijt, terwijl ze het in Kongo Dr. JAGAN ook niet lang meer maken. En even spoedig zullen zij ook uit Br Guyana verdwijnen". De implicaties waren duidelijk: Jagan suggereerde dat de huidige Brits Guyanese rege ring niet zonder geweld ontzadeld kan worden. Dit, gevoegd bij niet te verifiëren berichten dat er in het binnenland wapens worden ge fabriceerd met uit Cuba betrok ken onderdelen, levert het beeld op van een gefrustreerde politie ke partij, die tot nog toe heeft ge weigerd als verantwoordelijke op positie deel te nemen aan de i gering (Jagan weigerde zijn zd in het parlement in te nemen), Op Jagans volgelingen maakt! ze houding echter meer indruk di minder extreem gedrag. Anders f één hunner, uitgerust met een pi ty-affiche, niet onder de leva grote afbeelding van dr. Ja| hebben kunnen schrijven: „Dit uw Jezus Christus". Een overigi curieus bijschrift voor een m JANET JAGAN Tussen de elektrische centrale en het transformatortje dat de net spanning verlaagt tot beneden de gevaarsgrens, bevinden zich nog verscheidene transformatoren. Indien men in een ge leider de stroom ver andert, wijzigt zich ook het door die stroon om de.geleider opge wekte magnetische veld. Zoals een met grote kracht langzaam draaiend tandwiel een kleiner wiel snel met geringe kracht doet draaien (of omgekeerd), zo zet een transfor mator een sterke stroom van lage spanning om in een zwakkere van hoge spanning (of omgekeerd Omgekeerd kan men in een geleider een stroom opwekken met een ver anderlijk magnetisch veld. Om verliezen tegen te gaan, legt men de sekundalre wikkelint meestal om de primaire, die zelf om een kern ligt waarvan' de polen door jukken zijn verbonden. Beide processen spelen zich af in een transformator: De op spoel 1 aangelegde wissel spanning wekt in de ring een een wisselend magnetisch veld op, dat in spoel 2 weer een wisselspanning induceert

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 12