Dank zij pensiongasten
hebben de
zwervers
onderdak
iia Bouclier-Bakker
ordt negentig jaar
MORGEN IS HET PALMZONDAG
at ls Palmzondag een
Vy feestelijke dag! Om
stuwd door een opge
wonden menigte rijdt de Heer
op Zijn ezeltje de stad binnen.
De feestgangers zijn van ver
buiten de landsgrenzen gekomen
en lichtontvlambaar als zij
zijn ruïneren zij de palmbo
men. Zij zwaaien met de takken
naar Jezus, die als een koning
de stad binnenrijdt.
Dag van overwinningDag
van succes! Feest van bevrij
ding! Ja, de mensen zijn bijzon
der enthousiast. En de farizee
ërs staan machteloos terzijde
en kunnen slechts constateren:
de hele wereld loopt hem ach
terna. Het wordt nog mooier:
een paar Grieken willen Jezus
zien en ontmoeten. Na de joden
de heidenen. Inderdaad: de hele
wereld komt tot de Heer
Misschien sluit de opgetogen
feestelijkheid van Palmzondag
prachtig aan bij de bevestiging
van lidmaten. Wellicht vindt dai
morgen plaats in uw kerk, want
er zijn kerkgenootschappen die
zulks graag doen op Palmzon
dag: een volle kerk, nieuwe le
den, die „als jonge strijders
aangetreden" in optocht binnen
komen. Er wordt gefeliciteerd en
ieder is vriendelijk tegen ieder
een. Ja, op Palmzondag zijn de
mensen bijzonder enthousiast:
wij voelen ons welvarend, wij
groeien, wij leven steeds makke
lijker.
WOORD
VAN
BEZINNING
Merkwaardig, dat Jezus mor
den niet veel aandacht besteedt
lan de juichende menigte en
ran de geïnteresseerde Grieken.
Hij hoort andere kreten
Want als men bemerkt dat Je
zus geen enkel politiek doel na
streeft en niet van plan is de
mensen op te hitsen (bijv. om
Pilatus paleis te bestormen) dan
druipen zij af, bitter teleurge
steld. Jezus hoort andere kre
ten. De farizeeërs zijn geen bij
figuren. Jood en heiden spannen
samen. Ja, de „ure is gekomen"
niet van succes, maar van ver
worpen worden.
Palmzondag feest van nieu
we lidmaten? Van kinderen, die
met hun palmpaas lopen? Nu
begint de Grote Week, de Stille
Week. De week van verraad en
verloochening, waarin palmtak
ken geseltakken worden.
Het teken van de kerk is het
kruisWaar Ik ben, daar zal
ook mijn dienaar zijn". Waar Hij
ls, daar kan het zo duister zijn
als op Golgotha. Evenwel in
Hem is de „nieuwe schepping"
aangebroken midden in deze
„oude wereld".
Voor u is de nieuwe schepping
aangebroken; voor U, die de
Man van Smarten volgt en die
niet geschrokken zij t of achter
gebleven. U hoort Jezus' woord
en komt onder Zijn beslag en
volgt Hem. U, de volgeling
loopt de donkere weg naar
Pasen. De stille week is aange
broken. De grote week. Het is
een goede week.
H. J. A. HAAN,
evang. luth. predikant
in Leiden.
srdag 10 april 1965 Pagina 1
dierentehuis
\e Postbrug
„Hij kan met alle honden om
gaan", vertelt mevrouw Dijkema,
terwijl zij in de richting van haar
man knikt. „Al zijn ze nog zo ver
schrikkelijk voor anderen, ook al
bijten ze hem, dan wordt hij nog
niet kwaad. Hy' blijft rustig". Haar
man: „Ja, je mag nooit in paniek
raken". Zijn vrouw weer: „Wy
hebben weieens honden gehad, die
niet eens meer met hun baas terug
wilden. Met zwervers is dat vaak
nog moeilijker. Dan moet myn
man zich weghouden, anders gaat
zo'n beest niet met zyn nieuwe eige-
Gebit en ogen
We lopen langs de 22 hokken
(tien verwarmd, twee altijd gere
serveerd voor eventuele zwervers)
van het dierentehuis. De heer Dy-
kema streelt een uitbundig kwispe
lende zwerfhond over de ruige kop.
„Dit beestje is niet zo jong meer.
Zijn gebit is ook niet best. Maar
kijk, zijn ogen glanzen nog prach
tig. Het zal nog een hele toer wor
den voor dit dier een eigenaar te
vinden, de meeste mensen willen
een jongere hond. Het zou wel jam
mer zijn als het niet lukte, het is
een lief dier".
De meeste hokken staan leeg.
Het echtpaar Dijkema heeft nog
anderhalve maand respijt, voor
dat de grote drukte begint en de
pensiongasten weer met tiental
len tegelijk komen. Dikwijls ver
gezeld van een lijstje met spe
ciale wensen van hun eigenaars.
„Zij krijgt elke ochtend een le
peltje roomboter"Hij is dol
op havermout"„Hij krijgt
altijd voordat-ie gaat slapen,
een droge beschuit, anders
heeft-ie geen rust". „En dan ge
ven we die droge beschuit
maar", glimlacht de heer Dijke
ma, „anders zorgt het dier er
wel voor, dat wij ook niet kun
nen slapen".
jjentig jaar wordt zij op
Ina Boudier—Bakker,
onze meest gelezen
iters .Geboren te zijn in
il zeggen, dat zij om-
Ie eeuwwisseling reeds is
lubliceren. Wanneer men
gaat was er sedertdien
al gebeurd is, dan moet
lidelijk zijn, dat het oeu-
n deze schrijfster met he-
igse ogen bekeken, meer
alleen literatuur, meer
leen leesstof. Het kan
iders of in een dergelijk
noet een beeld van de
ihappelijke geschiedenis
eer dan een halve eeuw
olen zitten.
LEIDSCH DAGBLAD
scherming van Dieren had
haar idealisme geschraagd
met een economische aan
pak en aan het asiel een
pension gekoppeld.
Overigens is het de afge
lopen zes jaar nog nimmer
zo geweest, dat met de op
brengst van het pension de
kosten van het dierentehuis
konden worden gedelgd. Voor
het nadelig saldo draaien de
byna vijfhonderd leden en
donateurs van de afdeling
op, welke voorts met het in
zamelen van oud papier en
de verkoop van artikeltjes elk
jaar weer de eindjes aan el
kaar probeert te knopen.
steekproef en die is totnutoe altijd
goed uitgevallen".
Namen noemen
„De Postbrug" neemt niet alleen
zwervers uit Oegstgeest op, maar
ook „met een briefje van de po
litie" uit Warmond, Voorhout
en Sassenheim. „Je maakt soms
vreemde gevallen, mee. Er komen
bij voorbeeld particulieren met een
zogenaamde zwerver. Je praat 'ns
met die mensen over ue plaats waar
ze het dier beweren gevonden te
hebben, en ineens noemen ze het
beest bij zijn naam. Hè, zeg ik dan,
hoe weet u, dat het dier zo heet?
En dan staan ze met hun mond
vol tanden. Want dat kun je niet
weten, als het een zwerver is, er
zijn zo ontzettend veel honde- en
kattenamen. Ik probeer er ook
weieens achter te komen hoe een
zwervertje heet door allerlei namen
op te lepelen en dan is het maar
een tref als het lukt."
„Ik heb ook weieens een zwer
vertje gehad, dat ik om zo te zien
niet erg vertrouwde. Z' nogen ston
den me niet aan. Ik heb toen de
dierenarts gebeld. Die kwam en
zei: „Gefeliciteerd, Dykema, dat
je hem niet in het gebouw hebt
gezet". Het beest had hondeziekte".
Kat en hond
„Wist u", vervolgt de heer Dij
kema, „dat we aan een kat nog
meer werk hebben dan aan een
hond? Je moet een poes nog „kre-
ner", dat is netter dan net, ver
zorgen dan een hond. Een kat is
gevoeliger voor ziekten. En als-ti
ziek is, heb je er een hoop tramme
lant mee. Een kat neemt moeilijk
medicijnen in. Het is een dier dat
gewend is buiten te zijn, het zoekt
in de natuur zijn eigen geneesmid
delen, een plant bij voorbeeld. Een
hond is makkelijker, ook in andere
opzichten. Als je de binnenkennel
moet schoonmaken, trek je de
schuif maar op en de hond gaat
naar de buitenkennel. Maar met
een kat moet je voorzichtiger zijn,
die probeert hem gauw te smeren".
Er is ook een speelweitje voor de honden
haar werk een liter air-
naam geven, dan kan
dat dit behoort tot de
Ivan het psychologisch rea-
Ret is er Ina Boudier-Bak-
I te doen geweest mensen te
in in hun omgeving, hun
jgen uit hun gemoedsaandoe-
I te laten voortkomen. De
1 die zij gekozen heeft en
jroor de hand liggend, haar
aanmerking genomen be-
wat men de min of meer
burgerij placht te noemen,
kele uitzondering daargela-
bevolkingsgroep overigens
door de jaren heen grote
hebben plaatsge-
maar die zich desalniette-
gehandhaafd. En het is
dat ik wil wijzen op de his-
waarde van haar werk.
rien kan nu wel verachtelijk
s ophalen voor dit gebied;
t blijft torh maar bestaan
burger met zijn clubjes (co-
zei men vroeger) zijn
ewustzijn, zijn huiselijkheid
l burgermansdeugden en
;den een factor is van grote
op het maatschappelijk be-
Nederland.
bepaald niet de bedoeling
van Ina Boudier-Bakker
schrijvers van een
ïappelijke geschiedenis van
nd in de laatste halve eeuw
iteriaal te helpen. Het valt
ook niet voorbij te zien
materiaal in overvloed aan-
5 in haar werk.
waarachtige doel echter van
ihryfster was en is om te
over de vele mensen en
die indruk op haar ge-
hebben. En niet alleen in-
deze schrijfster is iemand
het hart betrokken is bij
Haar gedegen
van het wel en wee
mensen om haar heen,
aar de weg doen gaan van
emeen menselijke zoals het
naar geluk, het erkennen
slukking, de noodzaak van
vaarding, het onbegrip, het
en bovenal iets dat men
kan noemen. De
fataliteit die aantoont dat, hoe
goed de oorspronkelijke opzet ook
was, hoe waar de liefde in huwe
lijk of van ouder tot kind en vice
versa, geluk toch altijd blijft:
„Moeilijk gewoon geluk,/ Klein
schijnend, maar het meeste /in
uw wanhopige queeste/ Raakt het
hart oud en stuk", om met J. C.
Bloem te spreken.
Deze fataliteit in het menselijk
leven vindt men zeer zeker in de
zes romans en novellen, verzameld
in dit Boeket. Men behoeft er nau
welijks naar te zoeken. In „Het
Spiegeltje" zijn het de concertzan
geres en haar van kunst afkerige
zwager. Fataal is de aantrekkings
kracht die later tussen deze twee
mensen ontstaat, juist omdat zij
scheiden moeten als zij naar el
kaar toe gegroeid zijn. Fataal is de
gang van de jongen Bert naar het
graf van zijn moeder waarbij het
kind op een wonder hoopt, doch
alleen de wet van het onherstelbare
leert. „Aan de Overkant", het dub-
belconflict tussen het echtpaar De
Gemster met een verzoening als
slot. zeker, maar ten koste van
veel. „Hagar", het verhaal van de
goede voornemens en met welk een
fataal resultaat. „Kleine Kruis
vaart" valt er buiten, doch dit is
dan ook een fijne, met intense ge
voeligheid geschreven jeugdherin
nering.
Dat ik de novelle „De Straat"
tot het laatste bewaar is omdat ik
dit boek Ina Boudier-Bakkers
meesterwerk blijf vinden. Deze no
velle toch broeit en gloeit als de
kermis die het kleine stadje aan
de rivier van onrust komt vervul
len.
In alle lagen van de bevolking
roept de schal van draaimolen en
schiettent een drang wakker naar
eenmaal breken met de sleur, een
maal volop de instincten en harts
tochten botvieren. Een, twee dagen
van leven. Zo vergaat het de no
tabelen, zo vergaat het de eenza
men, zo vergaat het de meisjes uit
een te kleine standsgroep, de boe
ren en de werklieden. Daarnaast
is er het tweede de schijnbare rust
verstorende element: de Hongaarse
kinderen. Wie zal een kind in huis
nemen om het tijdelijk op te kwe
ken. Wat weerhoudt die vrouw, die
man? De kinderen en de kermis
woelen op wat jarenlang verborgen
heeft gezeten. Het menselijk lot is
in dit boek werkelijk representatief
geworden voor de mens in het al
gemeen en niet voor een bepaalde
groep. Want de hunkering naar ge
luk is van heden en tevens zo oud
als de wereld. Dit geluk moge de
vorm aannemen van een tijdelijke
ongebreideldheid, van het gestilde
verlangen naar liefde of naar iets
om te koesteren, deze mensen wor
den zich hun hunkering bewust.
Maar de kennis breekt zijn tenten
op, een ieder keert terug in zijn ga
reel. Doch er zijn sporen die wij
zen op een katharsis eigenlijk bij
allen die met zoveel zorg in dit
aangrijpende boek getekend zijn.
Negentig jaar gaat deze vrucht
bare en geliefde schryfster worden
en nog heeft zy de pen niet neer
gelegd, naar men zegt. Moge zij
voltooien wat zy zich heeft voor
genomen te doen. Dat is het beste
wat men iemand op zo hoge leef
tijd kin toewensen.
CLARA EGGINK
Met alleen maar idealisme
kom je niet ver. Dat moeten
ook de dierenvrienden in
Oegstgeest gedacht hebben,
toen zij in oktober 1956 met
tachtig gulden, de opbrengst
van een oud-papier-actie, een
fonds in het leven riepen om
t.z.t. de stichting van een
dierenasiel te financieren.
Toen namelijk tweeëneenhalf
jaar later, op 21 maart 1959,
aan de Haarlemmer Trek
vaart een dierentehuis werd
geopend, kon men uit de be
titeling al opmaken dat het
hier om meer ging dan alleen
een asiel. De afdeling Oegst
geestSassenheim van de
Ned. Vereniging tot Be-
Is er wel „uit voorraad lever
baar", dan kan nog niet iedere ko
per zonder meer een dier meene
men. „Als ik een zwerfdier verkoop,
moet ik eerst weten waar-ie naar
toe gaat. Het beest mag beslist
nooit naar de vivisectie. De kopers
moeten een briefje tekenen dat ze
zich verplichten het dier goed te
verzorgen. Af en toe neem ik een
Overigens blijven de meeste
zwervers doorgaans niet veel lan
ger dan een week in het dieren
tehuis. „Vijf dagen m o e t ik ze
houden voor het geval dat de eige
naar komt opdagen. Maar dan
duurt het dan ook meestal geen
drie dagen meer. voordat ik ze
kwijtraak aan dierenliefhebbers.
Voor een heel schappelijk prijsje.
Voor een. bastaard je vragen we by
voorbeeld vijf gulden. En komt er
nou iemand in een hele grote slee
Mevrouw Dijkema houdt de administratie bij.
Doorgangshuis
(Van een onzer redacteuren)
In de tijd dat iedereen met vakantie gaat, heeft de heer M.
(Tinus) Dijkema. de beheerder van Oegstgeester dierentehuis
,.De Postbrug", echt niet aan vakantie te denken. ,.In de zomer
maanden hebben wij zoveel om handen, dat we geen uurtje vrij
zijn". Hij spreekt over ,,wij", want ook zijn vrouw, die de admi
nistratie voert van het pension annex asiel, is er druk mee. Met
het pension vooral, dat in die paar maanden zoveel moet op
brengen, dat daarvan het asiel een jaar draaiende kan worden
gehouden.
Weliswaar herbergt het die
rentehuis het hele jaar door be
talende logê's, maar verreweg
de meeste klanten komen toch
in juni, juli en augustus. Zij
blijven meestal twee weken,
soms korter en niet zelden lan
ger. „De Postbrug" is een ge
zocht adres. „Er komen zelfs
mensen uit Brussel hier hun
huisdier brengen. Dat wil toch
wel wat zeggen", concludeert
mevrouw Dijkema met een ver
genoegd lachje.
voorrijden, och, dan vraag je eens
vijf gulden meer. Ten bate van het
dierentehuis, 't Is toch al elk jaar
weer een puzzel om rond te ko
men".
Het kost de heer Dykema nau
welijks moeite elk jaar voor zestig,
zeventig zwerfdieren een nieuwe
baas te vinden. „Er komen vaak
mensen vragen, of ik nog een
zwerver voor hen heb. En het ge
beurt dan ook weieens, dat ik nee
moet zeggen, uitverkocht".
Ook uit de jaarcijfers blijkt,
dat het niet de zwerfdieren zijn
die het echtpaar Dijkema het
meeste werk bezorgen. In 1964
verleende „De Postbrug" onder
dak aan 361 pensiongasten (241
honden en 120 poezen). In het
zelfde jaar vonden 65 zwervers
(35 honden en 30 katten) er een
tijdelijk tehuis.
Een vreemde verhouding? „In
tegendeel, een gezonde verhouding.
Wat aan de pensiongasten wordt
verdiend, en dat is per dier heus
niet zo bar veel, komt ten goede
aan de zwervers." De heer Dijke
ma maakt een klein reken
sommetje: „Een middelgrote hond,
een spaniel bij voorbeeld, kost ge
middeld f7.50 per week aan voer
en verzorging. En dan praat ik nog
niet over arbeidsloon, verwarming,
onderhoud van het gebouw en
eventuele hulp van een dierenarts.
Om te beginnen moet je een gewo
ne hond elke dag een half pond
vlees geven".
Hoewel de lente nog maar enkele
weken oud is. weten de Dijkema's
nu al wat deze zomer de topmaand
wordt: „Juli, wij zitten nu al hele
maal vol voor juli. Zodra de bouw-
vakantie bekend is, regent het tele
foontjes en dan ben je in record
tijd voor die weken volgeboekt. We
hebben al heel wat mensen moeten
teleurstellen. Het is deze keer bij
zonder snel gegaan".
Foto's
LD/HOLVAST