Cipiers houden brieven achter
Uit de oude do
Leids paar vierde in
de meesterklasse
-*• v
Capablanca won een
verloren partij
IS
m
m
m
j
m
SIS
1
w
«f
jg
1
m
1
dagen UIbrichis gevangen
r
:r\
Zaterdag 10 april 1965
Pagina 4
Bridgevraag van deze week:
Noord gever, niemand kwets
baar. Zuid heeft:
6
H 10 8 7 5
O A B 9 7 5
8 3
Biedverloop; noord één rui
ten OW passen zuid één
harten noord twee klave
ren zuid drie ruiten
noord drie SA wat moet
zuid doen?
Antwoord elders op deze pa
gina.
BRIDGE
Met een zeer ruime voor
sprong op hun concurrenten
heeft het Rotterdamse paar
Kreyns—Slavenburg het kam
pioenschap voor paren der
meesterklasse van de Neder-
i landse Bridge Bond gewonnen.
De winnaars speelden over het
algemeen een sterke, vlotte
partij met zeer weinig conven
tionele biedingen.
Vooral Kreyns bleek in dit
toernooi bijzonder op dreef en
blonk uit door talrijke goede en
geïnspireerde beslissingen.
De Haagse combinatie Boender-
ir. Oushoom eindigde na een matig
begin toch nog als goede tweede,
gevolgd door de gebr. Kaiser die
wat minder op dreef leken dan
voorheen, doch die hun zeer eer
volle plaats toch ruimschoots ver
dienen.
Een verrassing was het dat de
Leidenaars MeesterVan Weeren,
vorig jaar gepromoveerd, reeds
thans tot de vierde plaats wisten te
komen; zij boekten een kleine voor
sprong op de Utrechts-Amsterdam
se combinatie dr. De Hart-Jessu-
CatsKramer konden hun oude
roem niet meer waar maken en
moesten zich met een zesde plaats
tevreden stellen. Vier van de veer
tien deelnemende paren moesten
degraderen: drie ervan waren het
vorige jaar naar dit Walhalla der
bridgers gepromoveerd een
duidelijk teken, dat de naast lagere
(overgangs-) klasse bepaald veel
zwakker is.
Een grappig partijtje uit de voor
laatste ronde van dit goed georga-
nizeerde toernooi, waarvan het
laatste weekeinde in Woerden werd
gespeeld, was het volgende:
H 9 7 4
Q? B 10 4 3
O -
•f» H B 9 6 4
AA 10 85 N A B 6 3 2
V 9 w o (?A2
O B 5 4 2 u O 10 93
V 10 7 z «f» A 8 5 2
V
9 H 8 7 6 5
O A H V 8 7 6
«f* 3
Zuid gever, niemand kwetsbaar.
Het is duidelijk, dat NZ in theorie
niet verder behoren te gaan dan
vier harten twee azen en ten
minste één troef slag gaan verloren.
Van de zeven malen dat dit spel
werd gespeeld, kwamen vier paren
inderdaad op vier harten terecht
en dat contract werd door hen
precies gemaakt.
Drie malen echter bleken de
praktische moeilijkheden groter
dan de theoretische. Slavenburg
opende het zuidspel met één ruiten
OW pasten Kreyns bood als
noord één harten, welk bod naar
de gebruikelijke opvattingen van
Slavenburg een openlijke uitdaging
tot slem betekende. Zuid vervolgde
dus met vier SA (azen vragen)
noord had er geen één en zuid wist
dus dat hy down ging. De tegen
partij (gebr. Kaiser) namen hun
drie azen mee en scoorden daar
door tien van de twaalf punten.
Ook Cats-Kramer dreven in vijf
harten aan, maar daar hier de
hartenvrouw verkeerd geraden werd
ging het contract zelfs nog twee
down. De Haarlemmers Lighart-
Zijlstra mochten daardoor in OW
de volle buit (12 punten) binnen
halen.
Toch was er één paar (Nye-Ver-
boog) dat niet alleen vijf harten
bood maar-het ook ma&kte! Daar
toe was het wel noodzakelijk dat
zuid het spel speelde want met
open zuidkaarten is het tegenspel
al bijzonder eenvoudig. Met klave
ren als ongeboden kleur, kwam
west tegen vijf harten met klaveren
zeven uit, noord de boer en oost het
aas. Oost dacht, dat west maar één
klavertje had en speelde die kleur
na, zodat zuid de schoppenvrouw
snel onder tafel kon meiken. Hier
na ontstond nog het probleem hoe
de hartenkleur gespeeld moest wor
den: noord speelde de boer voor,
oost een kleine en zuid, op dat
moment vol inspiratie, legde de
hartenheer. Zo ziet u, dat in bridge
illes mogelijk is zelfs in de
meesterklasse van de Nederlandse
Bridge Bond!
H. W. Filarski.
Augustus 1919. In Hastings wordt
het eerste z.g. „Victory-tournament"
na de oorlog gehouden. Winnaar
wordt, met 10% uit 11 de grote Ca
pablanca (18881942), de „overwin
naar der geallieerden" zoals de
Brooklyn Eagle schreef. En toch,
aan welk een zijden draad heeft zijn
overwinning gehangen. Capablanca
versloeg een van zijn naaste rivalen,
Sir Thomas, doch, indien deze de
slotstelling slechts even had beke
kenwas Capa de verliezer ge
weest.
Na 28 zetten stond "de partij zoals
in dit diagram:
ab cd e f g b
SCHAKEN
LADDER WED STRIJD
Antwoord op bridgevraag:
Zuids tweede bod was geba
seerd op de distributionele
la-acht van zijn spel en het
bod van drie SA komt dan
ook als een weinig aange
name verrassing. Het is
haast onmogelijk, dat drie
SA gemaakt kan worden;
noord heeft in de tweede
biedronde een bod gedaan,
dat niet forcing is, zodat NZ
nauwelijks 22 a 23 punten
samen zullen hebben. Zuid
moet de consequentie van
zijn drie-ruitenbod aanvaar
den en vervolgen met vier
ruiten: dat bod is niet for
cing en noord kan passen
of vijf bieden, als hij vol
doende eerste controles
heeft: hij weet, dat bij zuid
korte klem-en zijn te vinden.
8
1
I
V
1
8
1
I
I
1
S
m
1
;3ï
m
i
a
4
Zwart speelt de enige zet, die hij
niet moet doen, waarop wit remise
houdt. Welke is deze slechte zwarte
zet?
Capablanca speelde nu: 29. Da6
a8, en zonder nauwelijks de situatie
verder te bekijken, gaf Thomas de
partij op. Capablanca verliet on
middellijk hierna de toernooilzaal
waar inmiddels, zoals dat gebruike
lijk is, de belangstellenden reeds
druk bezig 'waren de stelling te
analyseren. Op dat ogenblik was het
een zeer oud man, de 80-jarige
Blackburne die, zonder commentaar
Capa's prestatie teniet deed, door
als antwoord op Da8 aan te geven
Tc2xa2Op Tb8xe8 zou Ta2xa8
kunnen voegen en op Dxa2 eenvou
dig Texb8. Maar mogelijk nog erger
voor Capablanca was, dat hij, juist
weer de toernooizaal betredend, van
de oude grootmeester kreeg aange
toond, dat met 29. Txa8, Dxe8; 30.
Wit aan zet geeft mat in vier zet
ten.
Oplossingen van de opgaven 181
t/m. 188 kunnen worden ingezonden
tot uiterlijk 17 april (i.p.v. 3 april)
aan W. H. van der Nat, Acaoialaan
25, Leiderdorp.
(in»
Mijn betrekkelijk goede gezondheid en het feit, dat ik als stu
dent in de veeartsenijkunde met laboratoriumwerk op de hoogte
was, verschaften mij een plaats op de medische afdeling in de ge
vangenis. Ik moest daar kleine onderzoekingen doen (van bloed
en urine), een kaartsysteem bijhouden, kortom al die karweitjes,
waarvoor in militaire dienst de soldaat van de geneeskundige
troepen wordt gebruikt.
Gezien de situatie was het een uitstekende betrekking. Ik kreeg
een keurig witte jas, ondergoed dat eveneens wit was inplaats van
blauw, zoals bij de anderen, en de uitvoerige gelegenheid met al
lerlei mensen te praten.
Op een ochtend kreeg ik een jon
gen by me, wiens bloed moest wor
den onderzocht. Hij was pas zeven
tien jaar en had vijf jaar tucht
huis gekregen voor een poging ille
gaal de DDR te verlaten. Zyn va
der was kort na de oorlog, waarin
hy zwaar gewond werd, overleden
en zyn moeder was alles wat hy
in de wereld had. Terwyl ik de
bloeddrukmeter klaarzette, hield
hy my ineens een brief voor,
waarop met een rood stempel was
gezet: „Annahme verweigert". Van
zyn moeder had de jongen al
maandenlang niets gehoord. „Mis
schien is er iets met haar" aldus
de jongen, „zonder dat ze me het
hebben gezegd. Ik moet hier weg
en u moet me helpen".
Ik voelde er niets voor deel te
nemen aan een ontsnapping, die
by voorbaar gedoemd was te mis
lukken. Hoe moest hy langs de be
wakers, de honden, de mitrailleurs
en de muur komen?
OPLOSSING
Over veertien dagen zou hy weer
bezoek mogen ontvangen en ik liet
hen beloven tot die tyd niets on
zinnigs te doen. Van myn kant
zegde ik toe een poging te doen om
uit te vinden wat er met die brief
en het stempel aan de hand was.
De oplossing van het mysterie
kwam sneller dan ik had verwacht.
Eer er een week was verstreken
kwam er by my een brief terug,
die ik aan myn ouders in Eext had
geschreven. Dwars over de adreszij
de stond het inmiddels bekende
stempel.
Dat kon natuurlijk niet. Zelfs al
zouden myn ouders overleden zijn
dan nog zou die brief niet zijn ge
weigerd. De conclusie was duide
lijk: de bewakers zonden zo'n brief
gewoon niet weg. Zy lieten er wel
alle stempels op zetten en boven
dien de aanduiding „onbestelbaar".
Als er een brief van mijn ouders
kwam, kreeg ik die niet. Op die
manier probeerden zij het schaarse
contact met onze eigen wereld te
verbreken.
TOEN WEL
Ik besloot de proef op de som te
nemen. Al meer dan een maand
had ik geen bericht van thuis ge
kregen. „Myn beste vrachtmeester"
zei ik 's avonds tegen de bewaker,
„ik zou eindelijk wel eens de brief
van myn ouders willen hebben die
hier al veertien dagen wordt vast
gehouden". De volgende ochtend
had ik hem
Toen de bezoekdag aanbrak voor
de jongen, die zo radeloos zijn hart
by my had uitgestort, bleek zyn
moeder toch te zyn gekomen. Zij
had een brief by zich die was
teruggestuurd. Met het gevangenis
personeel heeft ze een enorme rus-
zie gemaakt.
Eén der Oostduitse gevangenissen.
Er waren meer voorbeelden van
deze „isolatie-tactiek". Een gevan
gene kreeg een telegram, dat zijn
vrouw was overleden. Maar op het
ogenblik dat hy het in handen
kreeg, bleek zy veertien dagen ge
leden al te zyn begraven.
VEERTIG DAGEN
Hoewel de afstand tussen de stad
Groningen en het tuchthuis
Brandenburg niet meer dan 700 ki
lometer bedraagt, deed een brief er
soms meer dan veertig dagen over
om mij te bereiken. Van Gronin
gen gingen de poststukken eerst
naar Oost-Berlijn. Vandaar naar
een vertaalbureaif in Leipzig, ver
volgens weer naar Berlijn en ten
slotte naar Brandenburg. Daar
hing het dan af van de luimen van
de bewakers of ik hem meteen
kreeg of pas veel later.
Teneinde de verveling te verdry-
ven, leende ik dikwijls boeken uit
de gevangenisbibliotheek. Uiter
aard waren die zorgvuldig geselec
teerd en erop gericht de gevange
nen tussen de regels door een mas
sa communistische propaganda-
praat in te prenten. Het sprak
vanzelf dat er veel anti-fascisti
sche werken by waren, die waar
dat maar kon, teruggrepen naar
de mazi-tyd, teneinde de afschuw
wekkende byzonderheden van de
gebeurtenissen in de concentratie
kampen tot in de details te schil
deren. Nu was het bij ons niet zó
erg, maar het was op zichzelf toch
wel aardig dat de DDR ons boeken
verschafte, die dezelfde toestanden
hekelden, als waaronder wy moes
ten leven.
Nu zou men misschien kunnen
denken, dat er dan althans onder
de gevangenen nog een soort ge
meenschap van geest heerste, die
in zekere zin rust kon geven aan
je bestaan. Niets was minder waar,
want er waren vele verraders on
der de gevangenen, die alles aan
brachten wat maar met de gevan
genisvoorschriften (in elke cel
naast de deur op de muur gespy-
kerd) in strijd was.
De Nederlandse student
Harbert Udes (26) werd begin
1962 gearresteerd door de
Vopo's by een poging Oost
duitsers met valse passen
naar het Westen te brengen.
In een schynproces werd hy
veroordeeld „als vyand van
de staat" tot zeseneenhalf
jaar. (Eind 1964 werd Udes
vrygekocht door Bonn voor
40.000 mark). In dit derde
deel van zyn verhaal vertelt
Udes iets over zyn ervaringen
in het tuchthuis Branden-
V_b_^J
gevend motte: „Denke immer da-
ran, der Strafgefangene ist eind
Feind".
Hoewel deze kreet enerzijds
en kennelyk ongewild uitdruk
king geeft aan de vrees, dat de be
wakers hun communistische plich
ten ten opzichte van de „kapitalis
tische ven-aders" van de arbeiden
de klasse wel eens zouden verge
ten, hielden de meesten zich aan
dit voorschrift. Ik was er niette-
ming steeds op uit om achter de
uniform mensen te ontdekken,
maar ik ben daarin nooit erg goed
EEN VIJAND
Gevangenissen en Arbeitslager
in Oost-Duitsland kennen voor het
bewakingspersoneel maar één, on
der alle omstandigheden doorslag-
Vooral niet aangezien degenen,
die dan misschien nog wel tot een
zekere menseiykheid in hun hou
ding bereid zouden zijn, altijd be
vreesd waren voor het verraad van
hun collega's. En het biyft altyd
moeilyk om iets anders dan af
keer te voelen jegens mensen, die
zonder enig merkbaar gewetensbe
zwaar meewerken aan het bedrij-
ven van zeer wrede daden. En
daarmee bedoel ik nog niet eens
zozeer de wyze waarop sommigen
van myn mede-gevangenen in de
kelders van „de glazen doodkist"
werden afgeranseld. Ik heb de ver
wondingen zelf gezien, ook al werd
ik dan wegens myn werk met eni
ge consideratie behandeld.
VOLGENDE WEEK
VIER KEER PER
JAAR BEZOEK
Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningér
vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Byvoegsel. [ba
Het staat vrijwel vast dat het
damspel op de honderd velden
dateert van 1723. Daarvoor werd
het uitsluitend gespeeld op 64
velden, zoals dit in enkele lan
den nog het geval is. In 1723
dan zou in Parijs een aldaar
wonende Pool het bord vergroot
hebben tot honderd velden, om
dat hij tijdens een partij een
combinatie had kunnen nemen
als het bord groter was geweest.
Een andere lezing is, dat dit spel
werd uitgevonden door een officie*
van de regent die gewoomlyk speel
de met een vreemdeling die in de
wandeling „De Pool" werd genoemd.
Een derde wil dat het omstreeks
1723 verscheen in een hotel in Sois-
sons.
De bakermat van ons spel pp de
honderd velden is ongetwyfeld
Frankrijk en zou voortaan „Het
Poolse Damspel" genoemd worden.
De eerste onderzoekers op dit bord
waren C. C. Manoury, wiens notatie
wy heden ten dage nog gebruiken,
en Blonde. Twee namen die de
edndspelliefhebber in een adem
noemt. Manoury hield een koffie
huis aan de Quai de l'Ecole in Pa
rijs waar de Parijse dammers sa
men kwamen. De bekende Franse
schrijve* Jean Jacques Rousseau en
de ontdekkingsreiziger Oh. de la
Condamlne waren daar geregelde
bezoekers. Hier kwam ook de eerste
ontmoeting met Blonde tót stand.
Ondanks grote nasporingen zyn
Manoury's geboorte, en sterfdatum
nooit bekend geworden. In 1770 gaf
hy een klein werkje uit, getiteld:
„Essai sur le Jeu de Dames" in een
notatie die hy verving in zijn twee
de, wat groter, werk, „Traité sur le
Jeu de Dames a la Polonaise" en
in 1787 verscheen. Hiermee voerde
hy een notatie in die thans nog ge
bruikt wordt. Toch was hij niet de
eerste schrijver over het Poolse
damspel. Daarvoor had -'n 1740 éen
zekere Laclef een werkje het licht
doen zien, getiteld: „Coups de par
ties de Dames k la Polonaise".
Blonde was op eindspelgebied nog
aanmerkelijk vruchtbaarder dan
Manoury. Hy was geniaal in het
ontdekken van ideeën en motieven
en het vinden van de juiste be-
werkingsmogeiykheden daarvan.
Zyn vondsten zyn heden ten dage
nog even bekooriyk als ware zy
geen 160 jaar oud. Blonde werd in
1741 in Parijs geboren en overleed
in 1819. In 1798 verscheen van zijn
hand een werkje met eindspelen en
problemen. Verreweg het grootste
DAMMEN
deel van *yn composities 1
echter by zyn dood in manj
na. Ondanks naspeuringen
nooit gelukt de voorletter i
de te achterhalen.
Hieronder laten wij enig
posities volgen van deze twe<
eindspelonderzoekers.
Eerst drie werkjes van I
gecomponeerd In 1787.
Wit: 18, 50.
Zwart: 25, 45.
Wit wint door: 18-12, 25-3(#js
30-34; 7-1, 34-39; (op 34-40d
1-6, 40-44 50x39, 45-50; 39-2
50-44, 39x50; 1-6, en wint. I r
malen zal dit standje al gP
hebben als motief voor eer_
bleem?
Wit: 13, 18 en 19.
Zwart: 26.
Wit wint hier als volgt:
26-31; 9-4, 31.-37; 4-15, 37-41;
41-47; op 41-46 volgt 15-1
winst. 14-10, 47-41 j 10-6,
18-13 en wint.
En nu een bijzonder
werkje:
Wit: 13, 20, 24, 38, 41.
Zwart: 22, 32, 36.
Wit wint hier leuk door
36x47; 9-4, 47x29; 4x38! 29x
15, 47x20; 15x24!
Nu wat composities van 1Jd
Het eerste heeft ook al vele
gediend als uitgangspunt vc;
maken van problemen,
Wit: 19.
Zwart: 18 en 22.
Wit wint door: 19-14, 18-2SU
10, 23-29; 10-4, 22-28; 4-10,
10-15, 29-34; 15x38, 34-40;
45; 33-50 wint. Bij A kan
ook: 22-28, dan volgt: 14-10,
10-4, 18-23; 4-15, en niet 4-lL
dat is remise. Zwart kan nnv,
32-27 wegens 15-10 en
volgt 15-42 met winst.
Wit: 9 en 23.
Zwart: 12 en 31.
Wit wint door: 9-4, 31-36A
dreigt 23-18, 12-17, 23-18 wl f
A kan zwart ook: 31-37, dan
23-18, 12x23; 4-10 wint.
Wit: 18, 33, 48.
Zwart: 35.
Wit wint door: 48-43,
43-39, 40-45; 18-12, 45-50; 12ei!
45; 7-1, 45-50; 1-45, wint.
Wit: 9, 16 en 25.
Zwart: 33.
Wit wint door: 9-4, 33-38A
38-43; 31-18 wint. By A kffl
33-39, dan volgt: 4-22,
weer 22-18 met winst.
Wit: 7, 33 en 45.
Zwart: 5 en 36.
Ijo
Kom er ACHT-er
1. kippepoot korter
2. glas op tafel minder gevuld
3. blad meer aan bloemen
4. bloemetje op zoutvaatje
5. rok korter vrouw
7. handvat vaas links aan andere
kant
8. man heeft één haar meer
Hier wint wit door: 7-1,
1-23, 41-47A; 23-34, 47x40;
5-10; 34-30, 10-14; 30-24, wilfoc
A kan ook: 41-46, dan volgt:
5-10 gaat niet dus: 46-41,
met de bekende winst.
Wit: 24, 33 en 47.
Zwart: 12 en 32.
Wit wint door: 24-20, 12-17
14, 17-22; 14-10, 22-28; 33x3
38; 10-4, 38-43; 47-42 en wil'
A kan zwart ook: 12-18 met
doeling via 18-23-29 te offerer
volgt: 33-28, 32-23; 20-14 en
B.v. 23-29, 14-10; 29-34, 10-4;
4-10; 23-29, 10-15; wint. De
variantj es kunt u zelf eens
ren.
F. GOfJ