S. Sa
nnes
antwoordt
Leidenaars van
alle leeftijden,
vereg igt u
r
1*,
iterdag 20 maart 1965
Pagina 1
Onze artikeleuserie over het Leidse ver-
eiiigingsleven is toevallig verschenen in
een periode, waarin volgens wethouder
S. Sannes het ruimteprobleem vrij plot
seling acuut is geworden. Verschillende
oorzaken hebben ertoe geleid, dat ette
lijke verenigingen zojuist dakloos zijn
geworden of op het punt staan hun on
derkomen te verliezen. „Er moet na
tuurlijk iets gebeuren", aldus de wet
houder, „maar men mag niet verwach
ten, dat de gemeente van de ene dag op
de andere de nodige voorzieningen kan
treffen."
J,a
ii
1 i
(VI en slot)
Iten een onzer redacteuren)
Juist nu je financieel weinig
inslag hebt, komen alle pro-
lemen op je afstormen", ver-
ïcht de Leidse wethouder van
iderwijs, sport, jeugd- en cul-
,rele zaken. „Het gemeente-
stuur zoekt voortdurend naar
igelijkheden om de vereni-
iigen weer aan onderdak te
pen, maar een en ander
;t wel passen in het finan-
tringsschema. Het lenings-
ifond laat ons wat dat betreft
veel ruimte",
rwee panden worden binnenkort
schikbaar gesteld voor vereni-
{swerk: de oude school in de
ïestraat en het pand IJdo aan
Hooglandse Kerkgracht. En
ischien volgen er meer. „Wy heb-
|t) nog een paar ijzers in het vuur"
irolgt de heer Sannes, „maar
>ver kan ik nu nog niets ver-
i, anders zouden de onderhan-
ngen worden doorkuist. De vraag
lovendien of we dit jaar de aan-
van nog meer panden kun-
financieren".
Overigens heb ik de indruk, dat
de neiging heeft wel wat te-
tegen het gemeentebestuur te
Hen aanleunen. Als men dit tekort
nt of dat niet heeft, wordt vaak
ider meer van de gemeente een
Ksing verwacht, het liefst met-
Maar de verenigingen moeten
met ideeën en suggesties ko-
bijtijds en na onderling over-
Aan het laatste mankeert in
ele sectoren van het verenigings-
nog wel het een en ander,
nt de wethouder. „Er moet een
samenwerking komen, zodat
voorstellen, welke men aan de
leente doet, werkelijk represen-
f zijn. Ik heb geen zin om met
vereniging afzonderlijk te pra-
want de een wil precies dat-
i wat een ander niet aan
s
is voorbeelden van nauwe sa-
nwerking in een representatief
orgaan noemt de
houder de Leidse Jeugd Actie
Sportstichting. „Daarom zou
instelling van een Culturele
ld heel nuttig zijn. Die zou kun-
coördineren, plannen maken en
soort pressiegroep kunnen
geren. De gemeente wil altijd
werken, maar dan moeten de
inigingen bereid zijn zelf ook
te doen".
heer Sannes vindt het voorts
Invaar dig, dat alleen de zang-
in geregeld gebruik maken van
subsidieregeling, volgens welke
uitvoering 80 procent van
tekort wordt gesub-
eerd. „Vele verenigingen hebben
indruk, dat zij bij K. en O. te
iht zouden moeten gaan. Maar
O. verdeelt alleen maar; de
e is afkomstig van de ge-
nte". Aldus 's wethouders laatste
mene opmerking, voor hij zich
[t over het lijstje met grieven,
merkingen, vragen en verlan-
gedestilleerd uit onze vijf
?aande artikelen.
3NEEE
zaalhuren zijn aan de for-
hnt.
Ihouder S. Sannes: De tarieven
de Stadsgehoorzaal lijken me
onbillijk. Je moet als gemeente
iale zaalhuren vragen, je mag
oitatie niet verwarren met
Sidie. Maar zou bijvoorbeeld de
We schouwburg voor vele ver
fingen te duur worden, dan zou
te ondervangen zijn door een
lidieregeling.
Repetitieruimte is schaars en
duur.
Er zijn op het ogenblik be
sprekingen gaande over een re
petitiecentrum.
S.: De oude school in de Breestraat
is in principe bestemd voor de to
neelverenigingen. Overigens is dat
nog maar een voorlopige oplossing.
De bedoeling is, dat later ergens
anders in de stad een repetiecen-
trum komt, dat als blijvende huis
vesting voor het amateurtoneel kan
dienen.
Leiden heeft gebrek aan goe
de toneelaccommodatie.
S.: Dat zal wel. Daarom komt er
ook een nieuwe schouwburg.
De afdeling Leiden van de
NATU wil proberen t.z.t. de be
schikking te krijgen over een
eigen theatertje. De gemeente is
ivel bereid de helpende hand te
bieden, maar de vraag is hoe
ver die hand reikt.
S.: Dat hangt natuurlijk af van de
plannen. Waar moet dat theatertje
komen, hoeveel gaat het kosten?
Eerst moeten wij weten wat men
precies wli, dan pas kunnen wij oe-
kijken in hoeverre de gemeente kan
helpen.
JEUGD
De huisvesting van het jeugd
werk is een grote zorg van de
Leidse Jeugd Actie.
S.: Dat wil ik graag aannemen.
Misschien is het wel goed, dat dit
een grote zorg is. Het is een teken
dat er belangstelling bestaat voor
het jeugdwerk. De Leidse Jeugd
Actie is overigens erg actief.
MUZIEK
Er zijn genoeg zalen in Lei-
maar je krijgt geen me
dewerking, noch van de gemeen
te noch van de bedrijven. De
drumbands zijn uit het Slacht
huis gejaagd. Ook toneel- en
zangverenigingen, die in gebou
wen van de gemeente repeteren,
hebben de aanzegging gekregen
te verdwijnen. Men wil van de
last af.
S.: Het laatste is natuurlijk onzin.
Dat een aantal verenigingen naar
een 2tnder repetitielokaal moet uit
zien, heeft heus wel zijn redenen.
Er moeten bijvoorbeeld een paar
Terenigingen uit de Muziekschool,
omdat deze de ruimte zelf hard no
dig heeft voor het ensemble-onder
wijs en de uitbouw van leerlingen
uitvoeringen. Wat de Muziekschool
nu heeft, is al te klein; het bestuur
overweegt dan ook sterk een ruimer
onderkomen te zoeken.
Het is beslist niet zo, dat de ge
meente van de last af wil. Zij haalt
zich in feite een nog grotere last op
de hals, omdat zij de verenigingen
toch aan ruimte wil helpen. Er
Slank door zingen J
Een protestants kerkkoor
in een Duitse stad heeft ge-
tracht nieuwe leden te wer-
ven met de slagzin „Stelt u
prijs op de slanke lijn?" In
het kerkblad wordt verwezen
naar Amerikaanse geleerden,
die beweren dat zij hebben
kunnen constateren dat vrou
wen, die in een koor zingen,
binnen zeer korte tijd in ge
wicht afnemen. De kerkbode
besluit deze oproep met de
volgende woorden: „Dames,
Maak gebruik van dit recept,
dat bovendien niets kost.
Kom naar de koorrepetities
en u kunt zich verzekeren f
van een slanke lijn!"
moeten dus voorzieningen worden
getroffen en daarmee is de ge
meente altijd duurder uit dan wan
neer zij alles by het oude had ge
laten.
Er is geen enkele muziekver
eniging, die werkelijk goede re
petitieruimte heeft. Ideaal zou
zijn: per tivee vereningingen een
vaste lokaliteit met een opslag
plaats voor lessenaars, muziek
en slagwerk. Misschien oude
leegstaande scholen.
S.Ik zou de heer Endeveld de
vraag willen stellen: waar zijn die
oude leegstaande scholen? Ik heb
ze niet. We hebben al de grootste
moeite onze schoolkinderen onder
dak te brengen.
De federaties hebben de ge
meentebesturen voorgesteld de
laagst geklasseerde verenigingen
750 gulden en de hoogst geklas
seerde 2000 gulden subsidie per
ZANG
Ideaal zou zijn, als een pand
beschikbaar kwam, dat zou ivor-
den verbouwd tot repetitieruim
te voor koren, die een slechte of
straks geen zaal meer hebben.
S.: De moeilijkheid met zang- en
muziekverenigingen is, dat je ze
niet bij elkaar kunt zetten zoals de
toneelverenigingen. Er moet dus een
andere oplossing worden gezocht.
Verscheidene scholen hebben aula's,
waarvan we misschien met kleine
voorzieningen repetitieruimten voor
zangkoren kunnen maken.
Maar als er ruimte is, preva
leren jeugdwerk en sport.
S.: Dat is niet waar. Een andere
zaak is, dat jeugdwerk en sport
dergelijke hechte en representatieve
organisaties hebben, dat zij zelf met
uitgewerkte voorstellen bij de ge
meente komen en geregeld aan de
bel trekken. Maar uit de hoek van
de zangverenigingen hebben wij tot
een jaar geleden niets gehoord: ze
hadden allemaal wel een zaal en
voorzover wij wisten waren er geen
problemen.
De Contactgroep van Leidse
Koren gaat ook ijveren voor een
verhoging van de subsidie. Ver
hoging van de toegangsprijzen
heeft volgens de meeste vereni
gingsbestuurders geen zin. Hoe
meer de mensen moeten betalen,
des te minder zijn zij geneigd
om te komen.
jaar te geven. En wat krijgt in
Leiden elke muziekvereniging
Zeshonderdvijfentwintig gul
den! 125 gulden minder dan
de verenigingen in de laagste
afdeling zouden moeten hebben.
S.De heer Endeveld is niet volledig
geweest. De muziekverenigingen
krijgen 625 gulden rechtstreekse
subsidie van de gemeente. Boven
dien is er voor de fanfarekorpsen
nog een apart potje, waaruit zij bij
een uitvoering de helft van de zaal-
huur vergoed krijgen. En de rege
ling volgens welke tachtig procent
van het ongedekte tekort wordt ge-
subsidiëerd, geldt ook voor de mu
ziek- en toneelverenigingen. Op die
manier zitten ze stiekemweg al
gauw boven de duizend gulden.
De heer Endeveld heeft ook ver
geten te zeggen, dat uit de Commis
sie van Advies voor Culturele Zaken
een werkgroep is gevormd, die op
het ogenblik met de Leidse Bond
van muziekverenigingen een twee
spraak houdt over wüziging van het
subsidiebeleid. Wij wiUen ook van
die 625 gulden af, want de slechte
korpsen krijgen nu evenveel als de
goede. Het advies van de federatie
is daarbij een punt van beschou
wing. De moeilijkheid is alleen, dat
de meeste Leidse korpsen nooit aan
een concours deelnemen. In welke
afdeling moeten zij dan worden on
dergebracht? Ik ben er zeker van,
dat als bepaalde korpsen wel naar
een concours zouden gaan, ze niet
hoog in de boom zouden komen te
zitten. Overigens ken ik geen ge
meente, die zich strikt aan dat ad
vies van de federaties houdt. Lei
den geeft bepaald niet het laagste
subsidiebedrag, misschien wel het
hoogste.
De instrumenten zijn wat aanschaf
en onderhoud aangaat wel een
crime voor deze verenigingen. Er
zou zoiets moeten komen als een in-
strumentenfonds.
Kan het gemeentebestuur
voor Leidse verenigingen, die
cultureel werk doen of jeugd
werk de Stadsgehoorzaal niet
tegen gereduceerde tarieven be
schikbaar stellen?
S.: We hebben vastgesteld, dat de
exploitatie van de Stadsgehoorzaal
los moet staan van het subsidiebe
leid.
K. en G. oefent al jaren in
de Plantsoenschool. Waarom
kunnen ook niet andere vereni
gingen in scholen repeteren?
S.Ik zie niet, hoe het mogelijk zou
zijn zangkoren en harmoniekorpsen
te laten repeteren in leslokalen. Je
kunt moeilyk volwassenen in
schoolbanken laten zitten.
S.: Het is natuurlijk hun goed recht
te ijveren voor subsidie verhoging.
Maar het maximumbedrag is vorig
jaar pas verhoogd van 1500 tot 1750
gulden. Zy zullen moeten aantonen,
dat zij werkelijk meer subsidie nodig
hebben. Ik heb de indruk, dat ze
wel uitkomen. De toegangsprijzen
kun je natuurlijk niet blijven óp-
draaien, maar ze kunnen toch wel
worden aangepast aan de waarde
vermindering van het geld. Het
hoeft niet altijd zo te zijn, dat de
wegblijven als ze een gul-
r entree moeten betalen.
SPORT
Ik heb de indruk, dat de ef
ficiency van het zalengebruik
zou kunnen worden verbeterd.
S.: Ik mag aannemen, dat als een
vereniging een zaal huurt, zy er ook
gebruik van maakt. Ik kan me niet
voorstellen, dat er regelmatig zalen
leegstaan. Als de Sportstichting
vindt dat de zalen niet efficiënt
worden benut, dan dient zy in
het belang van de sport contact
met het gemeentebestuur op te ne
men om daar verandering in te
brengen.
Het complex Boshuizerkade
zit klem. De outillage deugt niet.
S.: Ik meen, dat de Sportstichting
't plan heeft de accommodatie aan
de Boshuizerkade op korte termijn
te verbeteren. Het probleem is hier
weer, of dit mogelijk is in verband
met het leningsplafond. Hopelijk
lukt het, de Boshuizerkade is een
van de dringendste gevallen. Als er
wat aan gedaan kan worden, heeft
het mijn volle steun.
De basketballclub Bona Stars,
die nota bene in een van de
hoogste klassen uitkomt, heeft
geen eigen zaal; bij gunstig weer
speelt het team op het school
terrein. Een paar volleybalver
enigingen moeten in die be
lachelijke, veel te lage zaal van
het gymnasium spelen. Het ta
feltennis zit in dat akelige zaal
tje aan de Morsweg.
S.: Dat is wel waar natuurlijk.
Maar ook hier geldt het parool „je
moet roeien met de riemen die je
hebt". De situatie wordt een stuk
beter, als over twee of drie jaar de
Veemarkthal klaar is. Bovendien
komen wij binnenkort met een plan
voor een sporthal in Leiden-Zuid-
west. Daarin zouden de kleine bin
nensporten zoals volleybal en tafel
tennis kunnen worden beoefend en
in de Veemarkthal de andere.
In het algemeen lijken de ta
rieven van de sportvelden en
-zalen me te laag. Dat wordt
straks een probleem. De Vee
markt-sporthal gaat per uur vijf
keer zoveel kosten als de duur
ste zaal nu.
S.: De overgang zal inderdaad groot
zijn, maar als er moeilykheden rij
zen. kan een oplossing worden ge
vonden in een subsidieregeling. De
lage tarieven van nu zijn feitelijk
een stille subsidie. Overigens zijn
we met onze tarieven niet de laag
ste van het land. dat hoeft ook niet,
maar we hoeven evenmin de hoog
ste te zijn. Men mag er wel vanuit
gaan, dat de gemeente op de aan
leg van sportvelden e.d. iets toe
legt. Dat er in de toekomst iets met
de tarieven moet gebeuren, is na
tuurlijk wel zo.
In het turnwerk moet van
daag de dag een zekere portie
vormingswerk worden ingecal
culeerd. De jeugd moet ergens
kunnen „napraten". Als er een
gymnastieklokaal ivordt ge
bouwd voor vier, vijf ton, waar
om dan niet voor 30.000 gulden
een recreatiezaaltje er bij?
S.: Dat is wel een aardig idee,
maar de moeilijkheid is dat je hier
voor geen ryksgoedkeuring krijgt.
Ik zou trouwens meer voelen voor
een gymnastiekcentrum ergens in
de stad, omdat elke vereniging over
meer zalen verdeeld zit. Het zou wel
prettig zyn, als over een dergelijk
punt tussen de verenigingen zelf
contact was.
In Zuidwest zou ik wel graag
een zaal ivïllen zienVooral
volleybal en andere jonge bin
nensporten zitten omhoog.
S.: We krygen geen toestemming
om in Zuidwest gymnastieklokalen
te bouwen. Ik zou er zo een stuk of
tien willen neerzetten, maar dat is
niet iets dat je zelf in de hand
hebt. We hebben helemaal geen ur
gentieverklaringen meer. Dit kan ik
wel zeggen: het eerste gymnastiek
lokaal dat mag worden gebouwd,
komt in Zuidwest.
SUBSIDIE
De bestuurders van de muziek
korpsen wensen een hogere gemeen
telijke subsidie, zodat de vereni
gingen kunnen blijven draaien zon
der noemenswaardige contributie
verhoging. Maar laten we eerlijk
zijn: muziek maken is voor de ma
ker zuiver een hobby. De leden van
een muziekkorps beoefenen geza-
menlyk hun hobby. Maar hobby's
kosten nu eenmaal geld. Wie voor
zijn liefhebberij in (race) auto's
rijdt of zich op zolder bezig houdt
met miniatuurtreintjes, betaalt zijn
hobby helemaal zelf. En moet de
gemeente nu wel de hobby van
muzikanten betalen in de vorm van
subsidie?
Musiceren is een dure liefhebberij
(instrumenten!) en daarvoor die
nen in de eerste plaats de muzi
kanten zelf te betalen. De contri
butie mag gerust worden verhoogd,
alles wordt immers duurder. Wil
men iets graag doen, b.v. muziek
maken, dan moet men daarvoor
iets anders laten, dat doen ook
degenen die een ongesubsidieerde
liobby hebben.
Ik ben niet tegen elke vorm van
subsidie. Een kleine bijdrage uit de
gemeentekas is wel op zijn plaats,
omdat de muziekkorpsen wel eens
meelopen in optochten en zo.
Overigens vraag ik me af: willen
de leden van een vereniging werke
lijk zo graag, dat hun hobby, ge
heel of gedeeltelijk, door anderen
(de inwoners van de gemeente)
wordt gefinancierd? Ik geloof
bovendien, dat met geld geen krach
tige vereniging is op te bouwen.
En waar betalen al die „tiener
musici", die op feestavondjes spe
len, hun dure elektrische gitaren
met kasten van versterkers van?
Van de gemeentelijke subsidie? Het
lijkt er op, dat de jeugd tegenwoor
dig nog even graag muziek maakt
als vroeger en er heus wel geld voor
over heeft. Maar zij wil alleen niet
meer in een harmoniekorps.
P. J. C.
Leiden
((Van redactiewege ingekort).
ADVIES
In 1924 werd ik lid van een man-
nenzangvereniging. Ik was toen zes
tien Jaar. Toen ik me aanmeldde,
loog ik twee jaar, omdat Jongens
beneden de achttien niet werden
aangenomen. Vervolgens heb ik
dertig jaar gezongen in het dubbel-
mannenkwartet „Sempre Avanti",
dat ik zelf heb helpen oprichten en
waarmee we zeer veel succes heb
ben gehad. In het kwartet heb ik
de volgende ervaring opgedaan:
Wanneer wij met zeer mooie num
mers kwamen, waarop wij maanden
hadden gestudeerd, werd er wel ge
luisterd, maar was het applaus zeer
gering. Wanneer wij dan naderhand
met eenvoudige operettewerken
kwamen, werden wij bijkans van
het toneel afgedragen.
Ik heb ook enkele jaren gezongen
in het Toonkunstkoor, als solist in
het Operettekoor van „Pulchri
Studio" en verder, vaak solistisch,
in bijna alle kerken hier ter stede.
Alles by elkaar heb ik als zanger
een ervaring van veertig jaar en ik
mag dus wel zeggen dat ik er een
beetje verstand van heb. Myn ad
vies aan alle gemengde koren is nu:
stap zoveel mogelyk van oratorium-
werken over op opera- en operette-
werken en u zult veel meer succes
hebben by het publiek. Want 75
procent van de bevolking is in de
muziek ongeschoold en luistert veel
liever naar opera of operette, dat
veel makkelyker in het gehoor ligt
dan b.v. de Hohe Messe.
Er moet ook meer eenheid by de
koren komen en de wil om elkaar
zoveel mogelyk te helpen.
G. Pynakker,
Leiden.
(Van redactiewege ingekort).