PROBLEEM "öW Bij krokodillen denk je da de tijd is blij ven stilstaan! I HEI GROOTSTE El IER WERELD I ONDERVARIANTEN Kom er ACHT-e^ speelse OPLOSSING wepelö S i Zaterdag 13 februari 196S Pagina 4 UW Bridgevraag van deze week: Noord gever, niemand kwets baar viertallenwedstrijd. Zuid heeft: 865 9 V B 10 9 4 2 O A 10 4 A A Biedverloopnoord past oost past zuid één harten west doublet noord re- doublet oost vier klaveren wat moet zuid doen? Ant woord elders op deze pagina. Voor vandaag eens, ter afwisse ling, een aardig probleem. Neem er een horloge by en controleer nadat u de opgave volledig gelezen hebt, binnen hoeveel minuten of u de goede oplossing hebt gevonden. Vindt u die oplossing binnen drie minuten dan krygt u een 10 (uit muntend!) binnen zes minuten krygt u een 9 (zéér goed) bin nen negen minuten een 8 en zo voor elke drie minuten die ge meer nodig hebt één punt minder. De oplossing staat op deze pagina, maar om u het spieken moeilijk te maken, wordt die oplossing in een diaarbij omschreven code gegeven. A V 8 7 6 5 4 3 A 6 2 V B 693 9HB9 O B 9 7 4 *652 H 10 7 5 4 V 10 O H V 10 8 5 3 9 A 8 2 O - AH 10 98743 Zuid speelt zes klaveren (12 sla gen) en west komt uit met ï-uiten BRIDGE vier. Bij het tegenspel moet men er natuurlijk van uitgaan, dat OW zo sterk mogelijk tegenspelen. Wij gaan de kaarten op de volgende wijze. Schoppenaas is 53, schoppenheer 52, schoppen vrouw 51 en zo afdalend tot schop pen twee (41). Nu volgen hartenaas (40). hartenheer (39) afdalend tot harten twee (28). De ruitens van boven naar onder genummerd 27 t.m. 15 en tenslotte de klaveren genummerd 14 t.m. 2. Uw oplossing is juist, als deze begint met in slag 1 de kaarten genummerd 171921 (of hoger 28. Oost zal nu bijv. no. 38 naspe len zuid no. 40. Nu volgt kaart no. 3 naai- de no. 11 van tafel. Op no. 27 speelt zuid vervolgens de no. 34 bij. De kaart no. 30 wordt nu door zuid afgetroefd, noord komt daarna weer aan slag met kaart no. 12. Door nu kaart 31 te spelen en in zuid te troeven maakt de lei der de by kleur vrij, kan de laatste troef halen en tenslotte met kaart no. 21 naar no. 53 van tafel gaan. Indien OW na hun eerste slag te hebben gemaakt ander tegen spel volgen, bijv. ruiten na, dan kan zuid kaart no. 34 opruimen. Daarna zorgt zuid dat eerst kaart 40 binnenkomt, gaat met troef naai tafel en speelt kaart no. 30 na, die zuid aftroeft. Weer naar tafel met troef en kaart no. 31 spelen troeven in zuid. Vervolgens troef halen en no. 53 is nog een vaste entree voor het maken van de nummer 33 en 32. Niet zó moeilijk? H. W. FILARSKI. Antwoord op bridgevraag: Hoewel zuid een minimum aan punten heeft, is zijn speelkleur sterk en heeft hij ook daarin enige kracht bij noord te venvachten. In theorie zou zuid moeten passen, maar het is de vraag of noord hierna nog iets constructiefs kan onderne men. Een bod van vier har ten maakt een kans gewon nen te worden wat in de praktijk gebeurde, want noord had V B 9 7 2 9 H 3 O H B 8 6 9 5 en de tegenpartij verzuimde tijdig schoppen te spelen, waarin OW een aftroever hadden kunnen maken. Vier harten heeft nog een voordeel: het dwingt OW bijna tot vyf klaveren en dan is het nog vroeg genoeg om te double ren. Vijf klaveren gaat twee down. Het spel kwam voor in de wedstrijd Ver. Staten— Canada, bij de 2de Bridge Olympiade. Kom er ACHT-er 1. vlag groter. 2. man in verte wandelstok 3. mond van kikker 4. golfstok minder links boven 5. boompje meer 6. stop in elleboog van man groter 7. das man links achter 8. hoed man links achter Sinds kort kan men het grootste ei ter wereld bewonderen in de natuur-historische verzameling van de stad Düsseldorf, in het Löbbecke-museum De bezoekers krijgen echter niet het kostbare origineel te zien, maar een gipsafdruk. Tot nu toe heeft men zulke eieren, die van reusachtige se dert miljoenen jaren uitgestorven oervogels stam men, alleen op het eiland Madagascar gevonden Die vondsten zijn natuurlijk zeer zeldzaam en daarom kostbaar. Een Berlijnse verzamelaar ech ter heeft het origineel van dit ei voor een koopje gekregen. Door een toeval. Men hield het name- In onze vorige rubriek hadden we de hoofdvariant van de winst van vijf dammen tegen twee dammen afgewerkt. Er restten nog de onder- varianten A, B, C, D, E, F, G, H en I. i i.„. a t# SI H n m w 'cff 'm' "s w/ w?> ^0 DAMMEN mm S3 Wit heeft hier gespeeld 1. 1-12. Wij lieten zwart nu spelen 46-19 en merkten op A, B. en C. Wy be ginnen nu met de A-variant. 1.-, 46-14; Zie diagram. Wit wint nu als volgt: 2.36-4, 14- 25; a. b; (de voortzettingen 14-41 en 14-46 vindt u terug in de varianten G en H) 3. 12-17, 25-14; 4. 26-48, 14-46; 5. 16-38 en verder zo als in de hoofdvariant. a2.-, 14-20; 3. 12- 17, op 20-14 volgt 26-48. 14-46, 16- 38 als in de hoofdvariant. Op 20-25, 26-48, 25-14, 16-49 als in de hoofd- variant. Op 20-15, 17-22; en de dam op veld 15 wordt gevangen. Dit gebeurt eveneens op 20-47, b. 2.-, 14-19; 3. 12-17, de voortzet ting 19-46 vindt u terug in variant I. Op 19-2 wint 4-10, 5x11; 6x44, 2- 19; 26-8, 19x2; 44-35. Op 19-35 volgt 17-22 wint. Op 19-14, 26-48; 14-46, 16-38 en we hebben de hoofdva- rianit. B. 1.-, 46-10; r a fg j iü l II' Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeninge$°( vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel, c,1 Nu gaat wit als volgt te werk: 2. 36-4, 10-15; op 10-14 zie hoofd variant. Op 10-19 zie variant C, op 10-41 zie variant G en op 10-46 zie variant H. 3. 12-17, 15-47; gedw. 4. 16-27, 47-41; gedw. 5. 27-36, 41-46; 6. 36-47 en vervolgens de hoofdva riant. C. 1.-, 5-10; 2. 12-17, 10-|^ 36-4 en vervolgens zo als in «grs riant H. aZ-, 10-15; 3. 36-4, f„r gedw. Er dreigt opsluiting. 4.Chi 47-41; 5. 27-36, 41-5; 6. 26-leg weer de hoofdvariant. In gende rubriek de overige varijite F. GOlfe D) Altijd wanneer ik na een om zwerving door een dierentuin of door het vivarium van een na tuur-historisch museum bij de strandjes of de terraria van de krokodillen beland, bekruipt me het eigenaardige gevoeldat de tijd is blijven stilstaan. Dat overkomt me vooral in Artis, omdat ik daar al binnenkwam als jongetje, aan de hand van vader of moeder. Toen lagen er de krokodillen, enorme monsters, precies zo stil zo onaandoenlijk op het zand on der de palmen, de papyrusplanten en het bamboe of met hun koude loeroogjes aan de oppervlakte van het toen ook al ondoorzichtige vij verwater. Toen stonden we, net eender als de jongetjes nu doen, te kijken naar de raadselachtige reu zenhagedissen en dachten met een lichte huiver aan wat onze jon gensavonturenboeken voor vrese lijks opdisten over 't leven van deze griezels. Niet dat we er nu nog bij staan te huiveren, maar iets van dat vroegere ontzag en die heimelijke angst heeft onze grotere kennis over het bestaan van deze dieren, toch wel levendig gehou- van het. dier, dat met zijn weer- lichtsnelle uitval naar het bewe gende voorwerp wel duidelijk be wees, dat het allerminst in het wa ter had liggen suffen! Plotselinge actie Zo moeten we ons het leven van deze dieren voorstellen, als ze in hun eigen domein, dus aan de oever van een tropische rivier, op een zandbank, of aan een zee strand in de hete zon liggen te genieten. levenloos naar het schijnt, maar in werkelijkheid een bundeling van kracht, die plotseling in doldriftige actie kan overslaan. Liggen ze erg rustig en plaagt hen de honger niet, dan sukkelen ze wel in slaap, wat te zien is aan de ongewone stand van de bek. Deze bek namelijk gaat dan wa genwijd open en in die vreemde nu geen water binnen gelijk met de prooistukken? Nee, dat gebeurt niet, want een dikke opstaande keelplooi wordt gelijk met het slikken tegen de luchtpijpopening gedrukt, terwijl het voedsel de slokdarm binnen glijdt. Brilkaaiman De krokodillen hier achter het glas zijn niet bijzonder groot. Er is een kaaiman van West Afrika (Ghana) bij, een donkergroen ex emplaar, dat zijn glazen ogen on veranderd naar de zoldering ge richt houdt, tenminste daar lijkt het op, en een paar brilkaaimans, zo genoemd naar de opgeworpen beenrand om hun oogkassen, welke rand licht van kleur is en wel iets van een brilmontuur heeft. nog bezitten!) als een dooirec nend vlies over de oogbol Schooling, bemfld ie lev# Er komt nu toch wel echt*; in de brouwerij ook de oorzaak heid. p, Het is vandaag grote sefd! maak! Het vuile water bassins is afgevoerd en nu zu reptielenverzorger de sproeifer werking. Dat moet dan voor P° viathans-in-zakformaat een sche regenbui voorstellen. Zij ug ven er echter nog vry kaïn A der, maar dan volgt het pI bedryf: een onzichtbare [g werpt een aantal stukken fsd raud vlees het water in. J En nu moet ik aan mijn,r- mandertjes denken. Niet aa£° hagedissen, hoewel die veel (L* bij de krokodillen staan. Eeta. tongetje en dan byt hy sn^8 meel worm, 'n rupsje. Maar eén den. Behaaglijk lijk voor een schertsartikel en wilde het reeds weggooien. Eerst nam de Berlijner zelf aan, dat het slechts een afgietsel van 't ei van een reuzen- loopvogel was. Toen bleek, dat hij in het bezit was gekomen van een echt exemplaar, stelde hij het onmiddellijk beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Het ei heeft een inhoud van 8.5 liter, tuat over eenkomt met zeven struisvogeleieren of 183 kip- peëieren. Het ene meisje houdt een kippeëi in haar hand. Op de grond voor haar op een scho teltje het ei van een kolibri. 'Het bassin, waar ik nu naar sta te kijken, is niet bijzonder groot en kan het niet halen bij de tro pische biotoop, die men in een gro te dierentuin aan zijn bewoners kan bieden, deze bewoners zelf zijn ook niet reusachtig, maar de be planting is met zorg aangebracht, er is een fraai getinte rotswand als achtergrond en het bassin is ruim. Daar liggen een paar middelgrote en enkele werkelijk kleine kroko dillen en zij laten zich behaaglijk beschijnen door een goed gecamou fleerde lamp. Hoe weet men dat eigenlijk dat een krokodil zich behaaglijk voelt? Er is hoegenaamd niets op z'n ge zicht te lezen, de lange bek met ryen zichtbare tanden houdt on veranderd zijn starre grijns, de po ten liggen bewegingloos, ze lijken in hun vaart gestuit, verstrakt, ver steend. Zo liggen onze Nederlandse ha gedisjes er ook bij en salamanders kunnen al even onverstoorbaar tus sen de waterplanten hangen. En feitelijk is het met onze kikvorsen en met het slangenvolk niet anders. Hun leven is in hoofdzaak rust. traagheid, maar bij al deze reptie len en amfibieën kan die rust plot seling omslaan in bliksemsnelle ac tie. Die rust is dus maar schijn, die zogenaamse suffe slaperigheid van de krokodillen bijvoorbeeld is in wezen een scherp waarnemen van de omgeving met ogen, oren Ik herinner me, dat in de kro- kodillenzaal van Artis een juffrouw eens haar handtasje even over de balustrade hield, een eind boven de neus van een enorme krokodil. Ik wilde juist de deur uitgaan, toen ik een klap hoorde, alsof iemand twee stukken hout op el kaar sloeg. Het waren de kaken houding kan- het dier dan uren lang blijven liggen. Wat in een dierentuin niet, maar in de natuur wel te zien is (volgens mededelin gen van waarnemers) dat is het al even vreemde gedrag van kleine watervlugge vogeltjes, die met een vaartje over de krokodillen heen- rennen en zelfs binnen in de ver vaarlijke muilen heen en weer schieten, voedsel zoekend, zonder vrees voor de zware jongens, die zich niets van dit merkwaardig be zoek aantrekken. Er klapt wel eens een bek dicht, maar die gaat ook wel weer open en dan rent het kleine pluviertje (want dat is de naam van zo'n „krokodillen-wach- tertje") er ongedeerd weer uit. Wat er gebeurt, als het reptiel nu eens een keer wil slikken, heeft nog nooit iemand verteld. Van slikken gesproken, dat moet onder water natuurlijk nogal eens gebeuren, want de overvallen prooi <een hert, een antilope, een drin kend rund) wordt altijd naar de diepte getrokken en daar in stuk ken gescheurd. Krijgt de krokodil Het stel is tamelijk levendig, tel kens verplaatst er een zich, hobbelt dan zonder veel plichtplegingen over staart, lichaam en kop van zyn huisgenoten, om dan weer tot starre rust te vervallen. Ook glij den ze wel het water in en demon streren even heel duidelijk dat het water hun element is. Want niet zodra omsluit het hun plompe lichaam of dit wordt op slag een instrument vol gratie en snelheid, dat spot met stroom en te genstroom. Vele voorzieningen heeft de na tuur getroffen, om'deze dieren het leven in, en vooral voor lange tijd onder water, mogelijk te maken. Een aanzwemmende loerende kro kodil houdt slechts neusgaten en ogen even boven de oppervlakte, ziet zyn prooi of ruikt hem, zonder zelf dank zij z'n boomstamachtig voorkomen te worden gezien. De neusgaten en de gehooropeningen worden bij het duiken gesloten, ter wijl de ogen onder water evengoed dienst kunnen doen, doordat een z.g. derde ooglid (dat vogels ook lamander? Die ligt eindelflg staren, draait zich traag kronkelende wormpje eindelijk, he toe, schiet nou Daar heeft hij beet e en schudt hy alsals want deze doet inderdaad 1 Eerst staren, staren, langzj derbij zwemmen en dan. ik eigènlijk ge enhonger hebP' echte Afrikaanse of Indischejj ger, zai ik het vlees toch 1 nemen, om die oppasser te doen!" Maar als zo'n brilkaa toch aan 't rukken gaat, dan denk ik toch aan die verhalen over zo'n 1 de dood aan de begroeide j oever en aan het argeloze offer, dat, v kan geven, en met woeste rukken ken gescheurd. Zo zyn nu eenmaal ren" onder krokodillen en E mans (of alligators), al diebi tropische jongens met lengteiP- om en nabij zeven a acht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 12