daar een twee bruggen Een brug hier ZOEKLICHT CHINA HEERLIJK SLAPEN BIJ DE FILM ZIT Pagina 1 ;erdag 9 januari 1965 (LEIDSCH DAGBLAD (Van een onzer redacteuren) )en brug is doorgaans geen object waarover de gewone fger zich opwindt of het moet een open brug zijn, waarvoor op weg naar een dringende afspraak, een kwartier moet ichten. Maar normaal maken alleen officiële plannenmakers bouwkundigen er zich druk over. Niet echter in het kleine jserbroek, waar in brede kring beroering is ontstaan over een ig. Een beroerd bruggetje overigens, zegt iedereen die er mee maken heeft, want het ding is bouwvallig en absurd smal. jiar toch willen de Lisserbroekers het voor geen. goud kwijt. ér moet een andere brug voor in de plaats komen. Let wel: (dezelfde plaats. Aan dit laatste is de achttienhonderd Lisser- jiekers veel gelegen, het is zelfs de oorzaak van alle deining !eze anders zo rustige plattelandsgemeenschap. )at het uit T877 daterende lïbruggetje, waarop een auto 'een voetgangers elkaar nau- jks kunnen passeren, ver zijn pensioengerechtigde tijd heen is, daarover is reen het eens. Doch Lisser- ik is opgeschrikt door hard- :ige geruchten, als zou deze ',ke oeververbinding worden langen door een royalere en üijkere constructie die \dat is het knelpunt ruim kilometer noordelijker zou \ien te liggen. En die ene meter is voor de Lisserbroe- net vier kilometer teveel v kilometer teveel om het na- Irlijk isolement van dit dorp- Iin de Haarlemmermeer als |lrheen vrijwel ongedaan te ,ken. Ringvaart let is een wat duistere redena- Ivoor wie de situatie ter plaatse I kent. Deze is als volgt. Het rgerekte Lisserbroek ligt pal jn Lisse aan, maar gelijk de l koningskinderen uit de oude jade worden beide van elkander gescheiden door het diepe water, in dit geval de Ringvaart, die er aan blijft herinneren dat de Haar lemmermeer eens een meer was. Lisserbroek nu verkeert in de be kende onprettige positie tussen ser vet en tafellaken: te klein om zelf de nodige voorzieningen voor on derwijs, kerkelijk en cultureel le ven te treffen en te groot om het zonder te kunnen stellen. Histo risch is de op het eerste oog wat merkwaardige situatie gegroeid, dat Lisserbroek, deel van de gemeente Haarlemmermeer en dus Noordhol lands gebied, vrijwel volledig op hét Zuidhollandse Lisse is georiën teerd. Nieuw-Vennep en Hoofddorp beide ook gemeente Haarlemmer meer, liggen namelijk te ver van huis. Op zondag zitten de Lisser broekers in Lissese kerken. Doordeweek gaan de LiSser- broekse kinderen naar Lissese scholen en doen de Lisserbroek- se huisvrouwen haar inkopen in Lissese winkels. En kerkgangers en kinderen en huisvrouwen gaan allen over het bejaarde bruggetje, dat de enige verbin- heeft altijd geredeneerd: laat ze maar naar ons toe komen. In Lis se vergeet men en daarmee be doel ik de verenigingen en kerken en zo nogal eens, dat men, als dat in het kader van een goede decentralisatie nodig is, niet aan Lisserbroek mag voorbijgaan. Voor al als Lisserbroek groter wordt, moeten de buurtvoorzieningen niet in Lisse komen". En Lisserbroek wordt groter. In het structuurplan is voorzien in een groei van deze gemeenschap tot vierduizend inwo ners binnen tien tot twintig jaar. Maar zo ver is het nog lang niet. Lisserbroek telt nu 1800 inwoners Er zijn totaal geen buurtvoorzie ningen. Maar de Lisserbroekers (voor het merendeel orthodox-pro testant en rooms katholiek) willen naar de kerk. de kinderen moeten naar school, de huisvrouwen moe ten haar inkopen kunnen doen. Lisserbroek moet over de brug. Te mooi „De Polder wil dat oude mis baksel ontzettend graag kwijt. Er is drie man personeel voor nodig en er zijn veel reparaties aan, want de leuning wordt her haaldelijk in elkaar gereden. Een nieuwe brug houd je niet tegen", zegt wat somber de heer P. van de Lelij, penningmeester van de Dorpsvereniging Lisser broek. „Maar wij zouden dat oude bruggetje op bescheiden manier willen behouden. Het is nog goed genoeg voor licht lo kaal verkeer". Heftiger: „Als het nodig is, gaan we daarvoor actie voeren met behulp van oude ac- tes". En als wij hem de ideeën van drs. Achterstraat hebben verteld: „Twee nieuwe bruggen? Dat durf ik niet te geloven. Dat zou te mooi zijn". ding vormt met Lisse, maar wel één die rechtstreeks naar het hart van dit dorp leidt. Een een voudig rekensommetje leert ver der, dat een brug die een kilo meter verder komt te liggen, voor de Lisserbroekers een om weg van heen en terug totaal vier kilometer betekent. Voor velé scholieren en huisvrouwen (met kinderwagens b.v.) is dat een uur langer lopen. Waarom Zo'n situatie ontstaat ook wel eens op het antieke brug getje tussen Lisse en Lisser broek en één auto moet dan beslist terugrijden. Foto's J LD/HOLVAST vuldig te rijden of er zit iemand klem tussen de brugleuning en de auto. Het is een bijna onhoudbare tussen Beinsbroek (Haarlemmermeer) en Hillegom. moet op korte termijn ook zo'n brug voor lokaal verkeer krijgen, vindt drs. Achterstraat. Waarom zou een nieuwe brug een kilometer noordelijker moeten komen te liggen? Lisser broek is er allerminst mee gediend, terwijl Lisse de neiging heeft zich naar het zuiden uit te breiden. Het antwoord: omdat andere, minder lokale belangen zwaarder wegen. De nieuwe brug zou samen met de Lisserweg een essentieel onder deel uitmaken van de geplande verbinding tussen de oude Rijks weg 8 en de nieuwe Rijksweg 16, die zich binnen tien jaar (hoopt men) zal uitstrekken van de Vel- ser -tunnel langs de IJtocht tot de Brienenoordbrug. De toekomstige Rijksweg is mede bedoeld ter ontsluiting van de Bol lenstreek. Hij komt ongeveer twee kilometer ten oosten van de plaat sen die nu aan Rijksweg 8 liggen. Maar tussen die dorpen Hille gom en Lisse o.a. en nr. 16 loopt overal de Ringvaart. Die moet dus overbrugd worden. Ter hoogte van Lisse ongeveer. Maar dat kan onmogelijk op de plaats waar nu het ouderwetst draaibrug- getje ligt, dat toch gedoemd is te verdwijnen. Contract Het is een wonder dat er nog kerken bestaan in China. Wanneer morgen duizen den in Leiden en omgeving ter kerke gaan, zullen zij 's Heren Naam aanroepen „voor de chris tenen in verdrukking en vervol- i ging". Laten wij dan denken aan de Chinezen. Al staat de Chinese Volksre publiek buiten de Verenigde Na ties, het land heeft zich een plaats verworven tussen de gro te atoommachten der aarde. Het wordt een machtig wereldrijk met (volgens schatting, vijftien jaar) een inwonertal var een miljard mensen. Wat speel zich af in het Chinese binnen land? Wij weten er weinig van Maar wel weten wij, dat de in spanning, die men zich ondei keiharde communistische hand getroost, zijn weerga in de reld niet kent. Het is een won der dat er nog kerken bestaan aldaar. Want de communistische revolutie heeft vanaf eind 1949 hard ingegrepen: de rooms- katholleke kerk is los gemaakt van Rome en andere christenen zijn vernederd. Toch leeft de kerk. Er zijn alleen nog christe nen, die het werkelijk menen met hun geloof. Meelopers (ryst- christenen geheten) hebben de kerken reeds lang verlaten. Het is nadelig om christen te zijn in China, onder „de democratische dictatuur van het volk". Toch richt de kerk zich op en begint weer te groeien. Wij mogen ver trouwen hebben. Morgen is het een dag van be zinning, een dag van gebed. WOORD VAN BEZINNING Wilt u eens denken aan deze kleine groepjes christenen in een machtig wordend wereldrijk? Christenen zonder steun Christenen zonder erkenning Christenen, bezien met argwaan of meedelijden. Twee weken geleden vierden wij het kerstfeest: Christus ge boren in het grote wereldrijk van keizer Augustus. China wordt een wereldrijk. Er is een kerk. Lijkt het daar ginds niet op het eerste begin van de kerk? Laten wij bidden voor de christenen in vervolging en verdrukking Ook Zij zijn leden van het Lichaam van Christus. Ds. H. J. A. HAAN, Evangelisch Luthers predikant in Leiden. Bij het vernemen van die overigens nog niet definitieve plannen is de Dorpsvereniging Lis serbroek, waarbij 170 van de drie honderd gezinnen zijn aangeslo ten, koortsachtig verroeste archie ven gaan uitstoffen. En voorzitter G. Kroon kwam met een contract uit 1840 op de proppen, waarvan artikel 3 luidt: „Tot vrije en voor de ingelanden steeds kosteloze ge meenschap zal er buiten bezwaar van den Polder worden gemaakt en onderhouden een brug met twee platelingen of beschoeide losplaat sen over de Ringvaart tegenover het land van den Poldermeester Dirk Kroon, omtrent de onteige ning waarvan met dezen staande de conferentie is overeengekomen". Het contract werd op 13 november 1840 in Lisse ondertekend door de minister van Binnenlandse Zaken. Meer dan een eeuw geleden waren de Lisserbroekers al bij zonder gebrand op een goede ver binding met Lisse. Dat was be grijpelijk. Vóór de drooglegging van de Haarlemmermeer was Lisserbroek, dat als een schier eiland in het meer lag, Lisses grondgebied. Daarna werden de gemeentegrenzen gewijzigd. Tot op de' dag van vandaag voelt de Lisserbroeker zich nog steeds een beetje Lissenaar. Hij vertelt, dat de Polder uiter aard maar één brug wil bouwen. Maar wil men èn de Lisserbroe kers èn de Bollenstreek niet tekort doen, dan zijn er twee bruggen no dig, zodat ook anderen voor dit probleem moeten worden geïnteres seerd. Hij noemde de provin cies Noord- en Zuid-Holland. De ontsluiting van deBollenstreek is immers een Zuidhollands belang, maar de brug ligt op Noordhollands gebied. „Eigenlijk is de bouw van een grote brug nog niet eens een provinciale taak. Naar mijn privé- mening is het eerder een Rijks taak. Als Rijksweg 16 goed wil functioneren, moet er een takje naar de Bollenstreek komen en dus ook een Rijksbrug". EEN iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii OP DE BOEKENMARKT Oplossing Recht „De Lisserbroekers hebben for meel en moreel recht op een brug op de plaats waar die nu ligt." Dit is de mening van de chef van het sociografisch bureau van de ge meente Haarlemmermeer, drs. J. Achterstraat. Na wat vriendelijk heden aan het adres van de Lisser broekers („een hechte gemeen schap, sympathieke bevolking") vervolgt hij: „Ze zijn bang dat hun lokale belangen geofferd wor den aan het grote belang." Volgens drs. Achterstraat zou dit het beste zijn: „Eerst de lokale brug vervan gen door een nieuwe. Het kan wel tien jaar duren, voordat de grote brug nodig is. In elk geval moet het oude bruggetje op korte ter mijn worden vervangen. Er hoeft een chauffeur maar even onzorg- In elk geval staan beide brug gen op het uitbreidingsplan van de gemeente Haarlemmermeer. Een redelijke oplossing zou vol gens drs. Achterstraat zijn, als de twee provincies en het Rijk de grote brug voor hun rekening zouden nemen. Een nieuwe lo kale brug zou dan moeten ivor- den gefinancierd door de Polder en de gemeenten Haarlemmer meer en Lisse. Door Lisse ook? Ja, de Haarlem- mermeerse sociograaf vindt dat Lisse wel wat aan zijn vroegere „schiereiland" is verplicht. En per slot van rekening heeft de Lissese middenstand ook altijd geprofi teerd van de directe verbinding met Lisserbroek. Over de sterke oriëntatie van deze gemeenschap op het vroegere „moederdorp" zegt de heer Achterstraat nog: „In Lisse heeft men de neiging Lisser broek te veronachtzamen. Men SCHAPEN NAAR TANDARTS Een schapenfokker op Wight heeft enige tijd geleden honderd ooien naar de tandarts gestuurd, die de slechte tanden behandelde. Het re sultaat was verrassend. Dit kwam de gezondheidstoestand van de die ren zo ten goede, dat hij voortaan 'n hele kudde van 700 dieren regel matig laat behandelen. Dat zelfde goede resultaat werd ook al in Ca nada "behaald, goede tanden leiden tot gezondere schapen en mear en betere lammeren en tot mooiere wol. Om bij de tandarts te blijven: Men heeft ook al een ooi met een slecht gebit geholpen door het een kunstgebit aan te meten. De ge zondheid ging weer met sprongen vooruit en de ooi kon naar harte grazen. Vier vrouwen Johan Fabricius. Wat u nodig hebt, mevrouw, is een vriend. H. P. Leopold uitgeversmy. 's-Gravenha- ge. Deze titel van de nieuwe roman van Johan Fabricius is een eufe misme, want de Parijse dokter zegt tegen zijn weduwe-patiënte: „Ce qu'il vous faut, madame, c'est un amant". Die Fransen hebben op ons voor dat zij de dingen bij hun naam noemen. Na deze voor zichtige titel wrijft men zich de ogen uit bij het lezen van de eer- begint met een van de beste grap- val? Deze amusante geschiedenis begint met een van de beste grap pen, die ik in jaren gehoord heb, maar die grap is tevens van een daverend onfatsoen. Het is moge lijk, dat er velen zullen zijn die de Engelse uitdrukking waar het hier om gaat, niet zullen kennen, en men zal hem ook in geen woor denboek aantreffen. Ik vrees dus, dat de niet van zoveel kennis voor ziene nieuwsgierige bij de een of andere door de wol geverfde vriend op informatie uit zal moeten gaan om er achter te komen. In de krant kan ik het heus niet zetten En daarna begint het dan. De „ik", de verteller, is een Neder landse dagbladcorrespondent, die zich tussen het opsporen van nieuws en het schrijven van arti kelen door veelvuldig op het amou reuze pad begeeft. Evenwel niet op lichtzinnige wijze, maar zoal niet met zijn hart dan toch met zijn volledige aandacht bij de tijdelijke uitverkorene. Soms blijft er zelfs, na de erotische geneugten, een te dere vriendschap over, zoals bij de kostelijke Florrie, een Vlaamse die in Parijs terecht is gekomen. Zij is de weduwe die het welgemeende advies van haar dokter krijgt (zie boven) Florrie is de boeiendste van de vier vrouwen over wie wordt ver teld. Zij is niet bijzonder ontwik keld, niet extra mooi, maar een vrouw met een groot hart, intens levend en warmte uitstralend en met een zo reële kijk op mannen en hun eigenaardigheden dat zij best een Francaise had kunnen zijn. Zij en haar omgeving van echte Parijse burgers zijn voortref felijk getekend. Deze Florrie ver telt haar vriend, de ik-figuur openhartig over haar ervaringen en omgekeerd doet hij dat haar ook. Zodoende horen wü van zijn an dere geliefde, Jennifer, een Engelse vol schuldgevoelens, die snel weer in het echtelijke bed terugkruipt teneinde onder het betuigen van diep berouw de stukjes weer aan elkaar te lijmen. Vervolgens krij gen wij Carlotta in Rome, min of meer een collega van onze corres pondent, de vrouw wie de mannen te slim af zijn geweest. Althans volgens haar mening. Onze corres pondent, is haar ook te slim af, wat evenwel niemand die de gang van zaken volgt, zal verwonderen. En ten slotte Elena, ook in Rome, de enigmatische jonge vrouw die haar verhouding tot mannen op het intellectuele terrein pleegt te hohden wegens een fatale jeugd- binding. Dit hele verhaal is bijzonder amusant en onderhoudend. Het is echter nog meer, want Fabricius heeft werkelijk niet nagelaten op indringende wijze ook de tragische kant van deze vrouwenlevens naar voren te halen en daar is hij des te beter in geslaagd omdat hij op dit bijna terloopse wijze doet. Tot bij Florrie toe en dat Ujkt mij het moeilijkste, juist omdat het zo eenvoudig ligt bij haar» Moederbinding Steven Membrecht, De Ruime Gevangenis. Con tact, Amsterdam. Een reeks korte verhalen van de jonge auteur van „Wachten op de Zon" en „Het einde kcmt vanzelf" (Reina Prinsen Geerligsprijs), waarin men vele facetten van het begrip moederbinding tot verhalen vindt verwerkt. Achterin het boek vindt men een interview met de schrijver en tevens een korte in houdsopgave met een verklaring erbij welke aspect van de kwaal in elk verhaal wordt behandeld. Met dank voor de volledigheid en waar dering voor de inlichtingen, zou ik dergelijke verhalen toch buiten de letterkunde willen houden; met uitzondering van „Afscheid van Clotilde Bruining". CLARA EGGINK HU vertelde, dat hy de laatste ze ven jaar zo goed als elke avond in de bioscoop heeft gezeten, en altyd in dezelfde. Hy heeft geen hekel aan films, maar hij krygt er vaak zo'n slaap van. „Soms kyk ik er wel 'ns naar. Als ik een nieuwe zie eentje die ik mooi vind lukt het me wel eens om hem de eerste keer hele maal uit te kyken. Maar de vol gende avonden slaap ik er toch weer by in". Taylor behaalt gewoonlyk drie shilling (anderhalve gulden) voor zijn kaartje. De mensen van de bioscoop kennen hem goed en pro beren elke avond dezelfde plaats voor hem vrij te houden. Taylor heeft uitgerekend dat hij elk jaar 50 pond (500 gulden) be taalt voor zijn slaapjes by de film. „Ik weet 't, het is een hoop geld, maar aan het eind van de dag ben ik altyd een beetje moe en ik heb een paar uur slaap nodig ln het begin van de avond". Als hy na afloop naar huis gaat hij woont vlak by de bioscoop slaapt hy dan 's nachts nog goed? „Natuurlyk, ik heb nooit last gehad met slapen. En het is zelfs zo sterk hè, ik ben zo gewend aan slapen in de bios, dat ik er ook op m'n vrije dagen heen ga".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1965 | | pagina 9