DE HIT paradepaard van gr amino f ooup la t enindu s t r i e „Ik maak alleen het recept DE SMAAK VAN HET PUBIEK is niet te peilen. ,,Als we dat konden, waren we allen miljonair", zeggen ze in de grammofoon platenindustrie. Ze kunnen deze onpeilbaarheid met vele voorbeelden boekstaven. Zoals eens met een opname van de Wilmari's. Een zangduo, dat werd gevormd door een verloofd paar. Het is alweer jaren geleden. Het paartje is allang ge trouwd en opgegaan in de vergetelheid. Maar destijds mocht het op voorspraak van Johnny Hoes een plaatje maken. „Barcelona" heette het nummer. Een echt hosplaatje uit de Hoes-sfeer. Maar na dat diverse vakmensen er hun beste krachten aan hadden gegeven en men het resultaat beluisterde, werd toch besloten het niet uit te geven en de strop van de vergeefse produktiekosten te nemen. Unaniem was men van mening, dat dit echt te slecht was. Dat zou geen mens kopen. Maar 's avonds belde Johnny Hoes op. Hij vond het zo zielig. Dat duo had zo zijn best gedaan. En nog veel meer. Hij pleitte zo vurig- dat men besloot de hand over het hart te strijken. De kosten waren toch gemaakt. Vooruit dan maar: voor vrienden en familieleden 300 stuks. Om een lang verhaal kort te maken: er werden van dit nummer 140.000 exem plaren verkocht. een platenopname. Geen re petitie. Daarvoor is het ge bruik van zo'n studio te duur. De chaos lijkt compleet, gel. Onverstoorbaar hamert Een schier onvoorstelbare de organist op zijn toetsen wirwar van draden, kabels. Tussen schotjes langs de microfoons, jassen, kisten, kant zitten de musici. Al even Honderd gulden per uur. De instrumenthoezen en nog onverstoorbaar bespelen zij ze routiniers behoeven veel meer. We staan in een hun instrumenten. Tezamen grammofoonplatenstudie. In vormen zij een gelegenheids- het midden een hammondor- orkest, dat zich inspeelt voor Jack Buiterman (met zijn Een, twee, drie, twee, twee, een dikke sigaar roerloos tus sen de lippen geklemd. Ook de gitaristen Lex Vervuurt en Tony van der Hulst knikken. Ze weten het. Zoals iedereen „Daar gaan we dan weer onafscheidelijke sigaret tus sen de vingers) vliegt onstui mig heen en weer tussen deze studio en de controlekamer „Weet iedereen het kopte- ken scheeuwt hij. Geen antwoord. Hij vraagt drieVoor de zoveelste keer klinkt de melodie door de ruimte, terwijl Jack Bul- terman weer de trap oprent naar de controlekamer. Wel langzaam, maar heel zeker groeit zo in de loop van uren iedereen nog eens persoon- het samenspel naar de vorm, lijk. Aan Benny Behr. Aan die Jack Buiterman als eind- Sem Hijveen naast hem met doel heeft gesteld. m Nog maar een kleine twintig jaar geleden kocht de Nederlander per jaar voor vier CENT aan gram mofoonplaten. Enkele jaren geleden was dat be drag al opgelopen tot vier GUL DEN per persoon. En men kaD er zeker van zijn, dat er nu in ons kleine landje jaar lijks voor meer dan vijftig miljoen aan platen over de toonbank gaat. Vijftig miljoen, een niet weg te cij feren bedrag. Velen willen er een graantje van meepikken. Of nog liever een hele zak graan. Niet alleen de meer dan duizend ver kopers, maar ook de diverse grammofoonplatenmaatschap- pijen. De concurrentie in de pla- tenwereld is fel. Ongemeen scherp. TWEE KANTEN O jawel, op sommige punten weet men elkaar te vinden. We den ken daarbij aan Willem Duya in zijn fraai kantoor in Amsterdam, waarin hij collectieve reclame voor de grammofoonplaten ziet te maken En dan kunnen we niet voorbij gaan aan zijn Grand Gala du Disque, dat wij onlangs wat badinerend, maar tocb trefzeker zagen getypeerd als „het Open het Dorp voor de arme jongens van de grammofoonplatenindus trie" Natuurlijk snijdt het mes daarbij aan twee kanten. Radio of televisie zouden op hun eentje heel moeilijk een programma van een dergelijk postuur kunnen ver wezenlijken Maar dat neemt niet weg, dat het vooral de laatste keer een manifestatie was, waar bij onverbloemd reclame werd ge maakt voor de plaat. Waarbij Willem Duys openlijk zijn pijlen richtte op de ongeveer half mil joen platenkopers, die ons land telt. Onder ben domineert de jeugd. En het kan als bekend worden ver ondersteld, dat haar voorkeur uitgaat naar de lichte muze. In cijfers uitgedrukt: de lichte muze maakt meer dan zestig procent van de verkoop uit Het is daarbij nogal triest te moeten constate ren, dat de goede van de lichte nummers zelden of nooit op de hitparade komen. De hitparade, dat onbestendige lijstje van de meest gevraagde Het zijn veelal één- hooguit tweedagsvliegen. Maar voor de grammotoonplaten- maatschappijen zijn het de tref fers. Bjj elk licht plaatje wordt op die roos gemikt. De hitparade is de graadmeter, waarop het ver koopsucces kan worden afgeme- ken. Men kwam er bij Phonogram rond voor uit, toen wij dezer da gen een kijkje kwamen nemen in de studio in het hart van Hil versum. Niemand slaat zich op een artistieke borst. Een ieder weet zich medewerker aan een bedrijf op commerciële basis. Dat wil nu ook weer niet zeggen, dat de grammofoonplatenwereld nooit zal trachten de minderheid, die de klassieke (om het even in één woord te vangen) muziek prefereert haar deel te geven. Eén blik in een platenwinkel is vol doende om van het tegendeel overtuigd te zijn. Maar het ge beurt slechts zelden, dat zulke platen ook uit commercieel oog punt een succes worden. Althans haast nooit op korte termijn. Wanneer een opnameploeg een maand lang in Napels moet ver blijven om een gehele opera op de plaat vast te leggen, vraagt dat een enorme investering. Veel geld, dat misschien pas ca jaren weer zal terugvloeien. JARENLANG Nog een ander voorbeeld. Vier man van Phonogram hebben jarenlang in Wenen moeten wonen om bjj de claveciniste Isolde Ahlgrimm thuis de volledige werken voor klavecimbel van Johann Sebastian Bach op te nemen. Het is een uniek album geworden met eeu wigheidswaarde. De kritieken wa ren unaniem juichend. Maar de ze positieve publiciteit is voor lopig de grootste revenue, welke de maatschappij kan trekken van de kolossale kosten, die eraan ten grondslag hebben gelegen. Waar moet dan het geld voor zulke en talloze andere klassieke onder nemingen vandaan komen? Van de voltreffers in de roos van de publieke smaak. Van de dia manten en gouden platen. Van de schijven met de heel hoge ver koopcijfers. En die schuilen. helaas, maar waar nagenoeg altijd in de hoek van de lichtste muze. Dat weten de programma leiders, die dan ook bij de keuze van het repertoire die publieke 6maak nauwkeurig aftasten. En dat weten ook de andere mensen, die moeten medewerken aan de totstandkoming van de platen. De producers, de orkestleiders, de musici, de artiesten en wie dan goed doen. Naar nieuwe hits. Naar nieuwe artiesten. Toen in Duitsland platen van schaatsster ren als Manfred Schnelldorfer, Marika Kilius en Hans Jiirgen Baumler goede verkoopcijfers haalden, ging men het hier ook proberen met Joan Haanappel. Nadat Sjoukje Dijkstra voor de eer van een plaat had bedankt. Een eer overigens, die talloze amateurs graag van haar hadden ZORGEN BLOEDEND De commerciële mannen van Pho nogram hebben nog niet zo lang geleden met bloedend hart kennis genomen van het besluit, dat de ergste „smartlappen" voorgoed van het repertoire zijn verdwenen. Dat scheelt honderdduizenden platen in de verkoop. Want nog steeds is daar een enorm publiek voor. Al heeft men dan ook de vage indruk, dat over het alge meen de markt voor die produk- ten iets terugloopt, nog altijd ma ken de „smartlappen" een zeer respectabel deel van de totale verkoop uit. Derhalve wordt nu nijver gezocht naar vervangers, die het even Want op de audities is het nog steeds een* gedrang van aanko mende krachten. Jammer genoeg schuilt er maar zelden talent on der. Maar komt het naar voren, dan zal de maatschappij geen moeite teveel zijn om te helpen. Er kan immers goud uit komen. De bemoeienissen beperken zich dan niet tot het opnemen van de platen alleen. Ze gaan veel verder. Voor de artiesten wordt 'n kapper gekozen. En 'n kleermaker. En de leraren, die spraak, ademhaling en stem verder kunnen ontwik kelen. Dat is geen kwestie van liefdadigheid. Dat is harde za kelijkheid. Het heeft immers alle maal te maken met de indruk, die de artiest of artieste op het publiek maakt. Op het publiek, dat die artiest of artieste kan maken of kraken. Op het publiek, dat zjjn of haar plaat moet ko pen. En we zeiden het reeds, daar gaat het de grammofoonmaat schappij toch om... Via de vele microfoons wordt het door de musici in de studio geproduceerde ge luid geleid naar de luidspre kers in de controlekamer. Daar zit Albert Kos (rechts) schijnbaar ontspannen ach ter 'n kolossale regeltafel On ophoudelijk glijden zijn lange slanke vingers over de knop pen. Hij mengt het binnen komende geluid. Weer zo'n vak, dat niet is te leren. Het moet in oren en vingers zit- Programmaleidster Rine Gevehe ten. De man achter de regel tafel moet alles van muziek en alles van techniek weten. En al duurt het uren, niets mag aan zijn aandacht ont snappen. Hij kan een opname maken en breken. Telkens ploft de onrustige Jack Bul- terman even neer op een stoel naast hem. Hij luistert mee, terwijl zijn blik is ge richt op de musici achter de glazen wand, die hij nu via microfoons van instructies 99 COMMERCIEEL Men kan immers niet vergeten, dat elke grammofoonplaat voor hij in de winkel komt al duizenden gul den heefl gekost Tienduizenden stuks moeten ervan worden ver kocht "oor de winst kan worden geteld En daar gaat het in eer ste instantie om. Om winst ma- Wereldfaam Dankzij de grammofoonplaten gaat de Nederlandse muziek de gehele wereld door Daarvan zijn /ele voorbeelden te geven Een bijzondei spectaculair voor- oeeld Is Malando Zijn tango .Olé Guapa' Is dooi de plaat wereldberoemd geworden Maar niet alleen dit produki van Ane Maaslands muzikale brein doet net goed ouiten onze grenzen In twee maanden tijds werden in Japan 60.000 exemplaren van zijn langspeelplaat verkocht Dat staat gelijk aan 360.000 „Nou, ik maak alleen het receptje klaar voor datgene, wat in de studio wordt gebakken" Zo simpel omschrijft Rine Geveke haar taak als programmaleidster. „Een vak, dat niet is te leren. Je moet het in je vingertoppen heb ben" had Phonograms publiciteits- man nummer één Rolf ten Kate ons gezegd Rine Geveke met veruit de meeste dienstjaren ln deze func tie heeft bewezen, dat ongrijp bare „iets" te bezitten. Ze vindt het echter niets om prat op te gaan Het hoort bij haar werk, meent deze blonde, levendige en resolute We nemen met dat eenvoudige „recepfje" geen genoegen We willen weten, hoe ze het dan samenstelt. „Laat ik een recent voorbeeld ne men, dat vertelt gemakkelijker Bij voorbeeld „Het dagboek" van Wil- leke Aiberti, zoals u wel weet een van onze troeven. Het manuscript materiaal van dit van oorsprong Duitse nummer kwam via een uit gever bij mij binnen Het leek mij wel iets voor Willeke. Daarom heb ik om een Nederlandse tekst ge vraagd, die haar op het lijf moest zijn geschreven. Maar toen moest ik nog Iets dergelijks vinden voor de andere kant van de plaat. Ge lukkig had ik nog het liedje „Op een zomerdag' in voorraad liggen, dus was ik snel klaar En als die zaak eenmaal rond is, begint het gewone proces De muziek gaat naar duivelskunstenaar Jack Bulterman en die zorgt verder voor arrange? men ten, musici, repetities en opna men. U ziet het, ik behoef alleen maar voor het recept te zorgen". Rine Geveke geeft grift toe, dat ze in haar werk bijna altijd gokt op de smaak van het publiek. „Dat moet toch wel. We zijn een bedrijf op commerciële basis. Ik heb wel eens een enkele keer mijn eigen smaak laten prevaleren, maar dan moest ik veelal achteraf bekennen, dat ik commercieel volslagen had misgegokt. Ik raak dan mijn ob jectiviteit kwijt. Zoals bij die plaat van Peter Scott met een selectie uit „Porgy and Bess". Prachtig amusement, vind ik. Maar het werd een flop. En dat mooie negerlied „We shall overcome". Ik hoorde het via de televisie, was er wild enthou siast over en liet het zingen door Marius Monkau. Helaas, de plaat wordt niet gekocht en dus heb ik er naast gezeten. We werken voor de verkoop. Maar al is Willeke Ai berti op dit moment nu nog zo „in", we maken toch maar een beperkt aantal opnamen met haar. De do sering is ook zeer belangrijk. Het ene nummer mag het andere niet dooddrukken". REPERTOIRE Repetoirekeuze is dus wel het al ler belangrij kste „HEERLIJK' „Het en lijn van de artiest liggen. Soms wil die wel eens wat anders doen en als het mogelijk is komen we aan die wensen tegemoet". Maar Rine Geveke vindt, dat ze een heerlijk vak heeft. Ze kan er uren over praten. Ze heeft voortdurend te maken met mensen, die in de harde wereld van de showbusiness moeten vechten voor hun plaats. Daarom kan ze het niet begrijpen, dat er nog zoveel jonge artiesten rondlopen, die gewoon hard te werken. „Ik zeg altijd, dat ze hun talent prostitueren. Ze missen de kracht om eraan te bouwen. Ze hebben de fut niet om lessen te nemen in ademhaling, intonatie, spreken en beweging. Maar eens moeten ze voor dit gebrek aan energie duur betalen. Voor mij is Corrie Brok ken wat dit betreft een lichtend voorbeeld. Ondanks al haar succes sen neemt ze nog steeds lessen op allerlei gebied." ONAANGENAAM Populariteit Is vergankelijk. Rine Geveke kan er over meepraten. Het behoort tot de onaangenaamste zij den van haar beroep. „Als de platen van een artiest niet meer worden verkocht, krijgen wij haast altijd de schuld. We heb ben de verkeerde nummers gekozen. Wij hebben niet voldoende publi- oiteit gemaakt. Of wij hebben aan anderen de voorkeur gegeven. Slechte heel weinig artiesten kun nen dan de grootheid opbrengen om de hand in eigen boezem te steken. Ach, ik weet het wel, het valt niet mee. Ze hebben allen hun beroeps eer. Maar wij kunnen toch niet doorgaan met het maken van pla ten, die wij niet kunnen kwijtra ken? Elke plaat kost duizenden guldens. We zijn geen filantropische instelling. Maar het is altijd weer een bijzonder onprettige taak om zoiets te moeten zeggen." kan voorzien. „Hu die toon van de gitaren nog iets scherper en we hebben het", beslist hij tenslotte. De band recorders gaan draaien. De kaakspieren van Albert Kos spannen zich. Het enige uiterlijke teken, dat hij nog intensiever luistert en regelt. Maar de band loopt en re gistreert feilloos. Eén belang rijke fase van de opname is voltooid. De begeleiding staat erop. Pas later is de beurt aan de soliste. In dit geval Ria Valk. Wekenlang heeft ze met Jack Buiterman gerepe teerd. Heen, het wordt dit maal geen nieuw cowboylied je. Ria „Rocking Billy" Valk toil een andere weg inslaan. Het publiek eist nog loei haar oude nummers. Ze heeft deze maand 29 avonden werk. viaar zelf meent ze, dat de tijd is aangebroken om wat anders te gaan brengen. De mensen van de grammofoon platenmaatschappij hebben respect voor haar doorzet tingsvermogen. Ze geven haar graag een kans met wat melodieuzer liedjes. Maar daartussendoor nog zo'n echt ritmisch schreeuwertje. Ria zelf kan er maar weinig enthousiasme voor opbren gen. Maar ze weet, dat het moet. De grammofoonplaten maatschappij ivil niet al les op één kaart zetten. Pla ten worden immers gemaakt om te worden verkocht. Dat Ria deze dag een beetje schor is, is erg jammer, maar het kan het werk niet stoppen. Dat zou teveel kosten. Eigen lijk had Ria een eenzaam figuurtje in die grote lege studio vier nummers moe ten inzingen. Ze haalt het niet. Ze moet bijtijds weg, want elders wacht een volle zaal op haar. Dan maar de volgende dag verder Ze zijn eraan gewend daar in Hil versum. Eén nummer kan wel eens 24 uur in beslag ne men

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 23