Zwartvoeteii hebben zich Frankrijk aangepast in ALCOHOLISME NATIONALE KWAAL IN OOSTENRIJK KOSTBARE REPATRIATIE GESLAAGD Maar toch daalt de wijnconsumptie Carlile's boek „Over zwemmen'': de wetenschap in de topsport LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 21 NOVEMBER 1964 (Van onze correspondent in Parijs) Wanneer we, in gedachten, de Franse klok twee jaren terug zetten, dan is de lucht weer ver vuld van het gerucht van bom explosies en van kruitdamp, en zien wij voor ons geestesoog ook al die dikke en sensationele kran tenkoppen terug boven artkelen met de afgrijselijkste moordver- halen. Franse terroristen van de OAS, Salans geheime legerorganisatie, die onder het dichtgeknepen oog van politie en andere ordetroepen Alge rijnen, vrouwen en kinderen inbegre pen, op klaarlichte dag in de straten lynchten. De straten „deratisseer- den", van „ratten" een der vele scheldwoorden voor de Algerijnen ruiverden. De OAS die ziekenhuizen overviel om gewonde „vijanden" op hun bedden als beesten af te slach ten. Liberale Fransen die door hun eigen landgenoten uit de weg werden geruimd. En tal van andere afschu welijke scènes uit de Algerijnse Bar- tolomeusnacht, die in dat land ech ter vele maanden duurde Wonder Het stuk, het drama, speelt nu dus twee Jaar later. Algerije is onafhan kelijk. Frankrijk is rustig. En als men die korte tijdsafstand overziet dan lijkt het een levensgroot wonder dat zowel Frankrijk als Algerije er nog zó van af is gekomen. Zeker negentig procent der zwartvoeten stond immers met overtuiging en hartstocht achter de OAS. En die OAS had gezworen en gepro clameerd, dat Algerije eeuwig Frans zou blijven, op straffe van een bur geroorlog die het ganse moederland in één groot bloedbad zou herschep pen. Niet alleen is 't zover niet geko men, maar bovendien zijn de ruim één miljoen Fransen nu bijna in hun totaliteit gerepatrieerd en heb ben zij zich, in overgrote meerder heid, tamelijk geruisloos bij hun nieuwe levensomstandigheden rede lijk goed aangepast. De Jonge, energieke minister voor de Repatriatie, Missoffe, voormalig secretaris-generaal van het Franse filiaal van Unilever, heeft deze zomer eigenhandig zijn ministerie opgehe ven, zonder uniek feit in Frank- rijks annalen - een andere portefeuil le te willen aanvaarden. Onlangs is hjj met zijn vrouw en zeven kinde ren naar Tokio gevlogen, om daar zijn nieuwe post van Frans ambassa deur in te nemen. Waar zitten ze nu allemaal, die bloeddorstige en tumultueuze zwart voeten? Wat voeren p uit? Welke politieke, economische en andere in vloeden blijken ze op de rest van Frankrijk uit te oefenen? Wat heeft de hele operatie nu zo ongeveer ge kost? Deze en andere vragen hebben wij voorgelegd aan enige hoge amb tenaren van Missoffes departement in-liquidatie. En bovendien hebben wij deze zomer dan nog gelegenheid gehad in Marseille, in Aix-en-Pro- vence en op Corsica, waar, naast Toulouse Bordeaux en Parijs, wel de meeste zwartvoeten zijn neerge streken, onze ogen de kost te geven en onze oren te luisteren te leggen. Lof De Brits-geklede kabinetschef in Parijs heeft zeker wel een paar re denen om zijn ambtenaren en zich zelf wat lof toe te zwaaien voor de prestaties die in deze twee afgelopen jaren op zijn departement zijn gele verd. „We hadden", zo verklaart hij zon der valse bescheidenheid, „een uniek probleem in de geschiedenis tot op lossing te brengen. Meer dan een miljoen landgenoten die goeddeels, heel zacht gesproken, zich wat van ons hadden vervreemd, moesten in recordtempo worden opgevangen, ge huisvest, gevoed, gereclasseerd geïntegreerd. En naast dat aanzien lijke technische en financiële pro bleem, was er dan nog de oneindig benauwender vraag, hoe de zwart voeten met al hun opgekropte haat, hun rancunes en frustraties ook psychologisch gesproken, de sprong naar het onbekende zouden maken.". „Collega's van andere en traditio nelere departementen hebben ons", zo klaagt de ministeriële rechterhand, „wel eens het verwijt van administra tief avonturisme voor de voeten ge worpen. Ik geloof dat we die be schuldiging dan maar op de koop toe moeten nemen. De berekeningen waren aanvankelijk gericht op de terugkeer van hooguit driehonderd duizend zwartvoeten. Hun aantal heeft zich bijna verviervoudigd". „We hebben moeten roeien met de riemen die er waren. We heb ben de operatie voor een ruim deel geimproviseerd. En de resultaten van die improvisatie kunt u nu zelf waarnemen. En ze worden bo vendien geboekstaafd door de tien duizenden brieven die we van voor malige zwartvoeten ontvangen heb ben, om de minister hun onbegren- se dank te betuigen". Niet schriel Toegegeven, de Franse regering heeft zich tegenover de verloren zo nen niet schriel gedragen. Men schat dat de repatriatie-operatie de schat kist nu al zo'n slordige zes miljard nieuwe franken (ruim vier miljard gulden) heeft gekost, terwijl de fi nanciële hypotheek van de Algerijnse dekolonisatie nog vele jaren lood zwaar op de belasting-betalers zal bljjven drukken. Iedere repatriant werd met zijn gezin niet alleen gratis naar Frank rijk overgebracht, maar bovendien werd hij gedurende minstons een jaar op kosten van de regering in kampen of hotels onderhouden. Voor verloren onroerend goed, huizen boerderijen, grond dat door Algerije was genationaliseerd, werden zij voor een aanzienlijk deel schadeloos ge steld. Hoge leningen tegen lage ren tevoet (2 of 3%) werden beschikbaar gesteld om in Frankrijk nieuwe on dernemingen te stichten of te kopen. Op staatskosten werden reclasse- rings-cursussen georganiseerd om vooral de honderdduizenden kleine boeren en handelaars een ander vak te leren. Het is geen uitzondering geweest, dat met al die verschillende pre mies een zwartvoet van de staat enkele tienduizenden franken kreeg om zich een nieuwe toekomst in het vaderland op te kunnen bouwen. Natuurlijk zijn heel wat Fransen die in Algerije een ruim en zelfs welvarend leven leidden, niettemin een vlot stuk achteruitgeboerd. Maar de reclassering is globaal gezien voor negentig procent geslaagd, en in een verder wijder perspectief geplaatst kan zelfs worden gezegd, dat de Franse economie die eerder aan een gebrek dan aan een teveel aan ar beidskrachten leed, bij deze repatria- Franse irrigatiewerken: het dynamisme der colons ontplooit zich vandaag op Corsica. Overal in Frankrijk komt men vandaag zwartvoeten tegen die hun pioniersmentaliteit nog niet verloren hebben, en die, met optimisme en inoed, de armen uit de mouwen ste ken om zich een nieuw bestaan te verzekeren. Een nieuw bestaan dat vaak óók in nationaal verband een verrijking blijkt op te leveren. Be slist indrukwekkend is zo te zien, hoe deel Corsica dat hun komst een onherbergzaam, dor en woest gebied was, door toedoen van voormalige „colons" nu in rijke sinaasappel- en druivengaarden wordt herschapen. Gramschap Wanneer in het algemeen de zwartvoeten hun beste beentje dus hebben voorgezet om hun landgeno ten te tonen wat hun aangeboren dynamisme en hun ondernemings lust vermogen, dan heeft een min derheid haar over kropt gemoed van „verraden rasgenoten" nog altijd niet geheel weten te „sublimeren". Vooral de jongeren en speciaal de stu denten, die zich in een eigen orga nisatie die af ruim vijfduizend leden telt, hebben verenigd kunnen de „glorieuze dagen van weleer" toen ze onder het commando van hun be baarde „leider" Pierre Lagaillarde (die zich nog altijd in Spanje ver schuilt) op de barricaden van Algiers het hele Franse leger „in bewang' wisten te houden nog steeds moei lijk vergeten. In Aix kan men hen in hun café's, die door de afbeelding van een zwarte voet op de ruiten herkenbaar zijn, hun gramschap zien herkau wen en luidruchtige komplots horen smeden, die soms zelfs nog wel eens lukken ook. Zo zijn zij er enkele maanden geleden in geslaagd via chantage op de universiteits-rector en de burgemeester en indirect op Parijs, te voorkomen dat Algerijnse studenten een stage aan ,hun' instel ling zouden doorlopen. Er worden door hen ook wel weer miniatuur- Afscheid van een „vaderland" Zwartvoeten boeken in Algiers passage voor terugkeer naar Frankrijk. razziaatjes ondernomen, en een Ara bier is 't zeker niet aangeraden zich al 'te dicht in de buurt van die zwartvoet-bars te begeven. Het inheemse rechtse extremisme, onder leiding van de Franse Gold- water en kandidaat voor het presi dentschap mr. Texier-Vignancour, geeft zich uiteraard veel moeite het vuurtje van dat racisme aan te wakkeren. Maar 't blijft tot dusver toch 'n vrij machteloos gesmeul. En de vlammen van een burgeroorlog hoeft men vandaag, als gevolg van de repatriatie-operatie, toch nauwe lijks meer te duchten. De zwartvoe ten zijn, ongeveer als de nazi's uit het Hitlerbewind, him vele wanda den al lang weer „vergeten", en met de OAS hebben ze natuurlijk ook nooit ook maar iets van doen gehad. Op morele gronden kan men die vergeetachtigheid misprijzen. Maar voor Frankrijk, om van de rest der vrije wereld maar niet eens te spre ken, is 't toch maar beter zo. Een haard van fascistische en ra cistische besmetting hebben de zwartvoeten in Frankrijk niet ge schapen, terwijl ze, economisch ge sproken nu eerder een aanwinst voor het land blijken te Nieuwe uitgaven Heerser zonder kroon, door E. Maass Huis in de stad, door N. Lofts. Angelique in opstand, door A. en S. Golon Caroline, door M. Söderhol/i. Grazige weiden van Wyoming, door M. O'hara. Francois Villon, rover, dichter en charmeur, door F. Habeck. De maagd op de munt, door M. Campbell Barnes. De parvenu prinsessen, Caroline, Elisa en Pauline Bonaparte, door M. Weiner. Op leven en dood, door W. Graham. Erfenis der vaderen, door G. Bristow Als de leeuw zijn prooi slaat... ,door W. A. Smith. Wanden van glas, door J. Packer. Alameln, door C. E. Lucas Philips. Amor en de erfgenaam, door G. Heyer. De wereld wacht een wonder, door Bhabani Bhattacharya. Mijn familie in Moskou, door H. Ko- larz. Keizerlijke venus, door E. Maass. Een huis vol pony's, door L. Gast. Urian, een beer uit de Karawanken, door D. Holesch. Uitg.; Zuid-Hol - landsche Uitgevers Mij, Den Haag. Serpentines en serafijnen, door ds. A. G. Barkey Wolf. Laurie Caroll, door dr. A. J. Cronin. Uitg.: A. W. Sljthof, Leiden. De knagende worm, door I. Faro. Inplaats van moord, door M. S. Na- thusius. Gastenboek van Singel 262. Nieu we verhalen en gedichten van veer tig Nederlandse auteurs. Uitg.: Em. Querido, Amsterdam. Daar loopt een hond, door W. Har- tog. Neem er eentje van mij, door R. Fer- dinandusse. De bende van Jan de Lichte, door L. Paul Boon. Uitg.: De Arbeiders pers. Amsterdam. De eenzaamheid van de lange- afstandloper, door Alan Silitoe. Amare, door Victor Spoor. De chronische onschuld, door Klaus Rifbjerg. De dolle trams, door Jean A. Scha- lekamp. Verhaal van een braaf vrouwtje, door Chr. Rochefort. Uitg.: Contact, Amsterdam. Geboren te Betlehem, door dr. H. W. van der Vaart Smit. Uitg.: J. J. Ro men, Roermond. Wat is dat? Encyclopedie voor jonge mensen. Samengesteld onder redactie van D. A. Cramer-Schaap. Deel 1 en 2. Uitg.: Hollandia, Baarn.. 100 paarderassen, door J. Nissen en W. Slob. Gem. Uitg.: Kosmos N.V. Amsterdam. Confrontaties, door R. F. Lissens. Een kringloop, door P. de Vree. Kerstmis te Saloniki, door A. De- medts. Een keurkorf luisterliedjes, door J. Anthierens. T.V.-memoires, door P. van de Velde. Angelique, door D. Inghelram. Iran in pyjama, door J. Dewaele. Vergeten moord, door M. de Lanno en B. Henry. De leeuw in zijn hemd, door Jan Geysen. De ronde, door J. Ghysen en P. Theys. De lachende tekenpen. Kartoen, door G. Durnez. Vlaamse pockets. Uitg.: Heideland, Hasselt. Twee zomers twee liefdes, door T. Renaud. Bezeten, door E. de Bom. De overweg. Gedichten van C. Ch. Nygh DitmB' Hubertusjacht, door Pim Hofdorp Uitg.: W. van Hoeve, Den Haag. Het stof van de voeten, door Bassing. Kus de meisjes, door J. Hale. Uit». A. W. Sijthoff, Leiden. Televisie bij onderwijs en opleiding door D. A. de Korte. Uitg.Agon 8 zevier, Amsterdam. Wentelend rad, door Jaap Stigte Uitg.: Andries Blitz, Laren. De boekaniers, door Dick Dreint Wat niet kon en andere verhale; door Herman Heijermans, Bijeen^ bracht door S. Carmiggelt. Kwartaalzaad en 37 andere verhi len, verzameld en ingeleid door Gri ham Greene. Mijnheer Seidman en de geisla door E. Moll. De luistervink, door M. Beheim- Schwarzbach. Op gelijke voet met het gras, <Jöi H. de Jong. Rook in het hoofd, door K. Stee pels, Uitg.: De Arbeiderspers, Amste dam. Jip en Janneke vierde boek, dot Annie M. G. Schmidt. Vingertje lak, door Annie M. Schmidt. Mijnheer Carlos op avontuur, do Henr. van Eyk. ABC-pockets voor jeugd. Uitg.: De Arbeiderspers, Ac sterdam. De kaars, door W. Brandt. De ooggetuige, door E. Weiss. Uitg De tijdstroom. Lochem. De opvolger/De Antichrist, door Raffalt en W. Solowjov. Uitg.: Lec niscaat, Rotterdam. (Van c i correspondent In Wenen) Het gebied rond Wenen is een wijnstreek en al gaan Weense zaken mensen nog graag naar een Heurigen-lokaal buiten de stad om er hun zorgen weg té drinken, toch blijft de consumptie lager dan de produktie. De wijndrinkers zijn voorzichtiger geworden, omdat zij meestal met hun eigen wagen komen en bang zijn voor de politie in Grinzing en andere wijndorpen, die nauwkeurig toeziet of iemand slagzij vertoont. Niet iedere autobezitter neemt zijn eigen vrouw mee die weinig of niets drinkt en dan na afloop als chauffeuse kan op treden. Er wordt dus voorzichtiger wijn gedronken en ondanks alle reclame van de wijnhandelaars die hun merken met de mooiste namen aanprijzen: Edelknaap, Kattensprong, Vlooienpootje of Kwa jongen, loopt de consumptie niet op. De wijnboeren zitten diep in de zorg, want de wijnoogst is evenals die van het vorige jaar buitenge woon goed. Ze komen vaten te kort om hun overvloed op te slaan voor komende slechtere Jaren. Er zit dus niets anders op dan kwaliteltswijn te produceren die men kan uitvoe ren. Om die kwaliteit te bereiken, laat men de druiven wel wat dro ger, maar het vocht is meer ge concentreerd, zoeter en stropiger en van een fijner bouquet. Doch ook deze maatregelen kunnen niet voor komen dat de kelders vol blijven, want de wijnboeren denken er niet aan om de prijs te verlagen, want dan komt er de klad in en raakt de wijn buiten de algemene prijs structuur. Snobisme Terwijl de comsuptie van wijn ze ker niet stijgt, neemt het gebruik van borrels, „drinks" en van alle mogelijke likeuren steeds meer toe. De afnemers vindt men niet, zoals vroeger, in de zogenaamde lagere klassen, maar juist in de kringen van de beter gesitueerden en intel lectuelen. Wie het bewijs wil leve ren dat hij het hedendaagse wel vaartspeil heeft bereikt, rijdt niet alleen in een dure slee, maar heeft in zijn bungalow naast het open haardvuur ook een goed voorziene huisbar, die danig wordt aangespro ken. Het behoort tot de goede toon om in kringen van industrie, kunst en wetenschap met een zeker zelfbeklag te verklaren dat men „aan de drank" is. Er is zodoende een huis-alcoho- lisme ontstaan dat gedeeltelijk sno bistisch moet worden genoemd, maar gedeeltelijk ook zijn verklaring vindt in het manager-klimaat, waarin in dustriëlen, hypernerveuze kuntse- naars en intellectuelen verkeren. Dit alcoholisme is geen privilege meer van de heren, maar heeft ook de dames aangetast. EEN BELANGWEKKENDE PVBLIKATIE Wanneer de top Nu de Spelen van Tokio in de Olympische archieven zijn bijgezet en het gerinkel van de medailles is verstomd, is de tijd gekomen aan dacht te besteden aan het door de bekende Australische zwemcoach Forbes Carlile geschreven (Engelse) boek, waarvan onlangs een Neder landse uitgave (Forum Boekerij» f 10,90) op de markt is verschenen. Het boek is getiteld „Over zwem men". Voor de vertaling tekent drs. J. P. v.d. Reyden, voorzitter van de Leidsche Zwemclub en van de Leidse Sportstichting. „Over zwemmen" (beter zou zijn geweest „Over wedstrijdzwemmen") is geen boek dat zich als een roman laat lezen. Voor het eerst is in het Nederlands taalgebied een werk ver schenen dat zich geheel richt op de wetenschappelijke begeleiding van de topsport, in dit geval de zwemsport. Het is in de eerste plaats geschreven voor hen, die belangstelling hebben voor sport en zijn technische ach tergronden, voor hen die wat meer willen weten van sport en weten schap, uiteraard voor zwem trainers (voor wie het als handleiding on misbaar is) en voor al die zwemsters en zwemmers die niet tevreden zijn met een kringtitel in een nietszeggen de tijd. Carlile, oud-lector in de fysiologie aan de Universiteit van Sydney, be handelt in dit boek ongeveer alles wat voor een (top)zwemmer van be lang is: van training en dieet tot de technieken op alle zwemslagen, van het bereiken van de topvorm en „tapering-off" (programma van ver minderde training tot elektro-car- diagrammen. Wie de zwemsport het afgelopen Olympische seizoen heeft gevolgd en niet altijd het hoe en waarom begreep, vindt hier allerlei zaken nauwkeurig belicht en toege licht. Met de vaak duizelingwekkende records van Tokio voor ogen is men geneigd te denken dat de wetenschap in de sportontwikkeling een hoge graad van perfectie heeft bereikt. Als men dat beweert, slaat men de plank stevig mis. Carlile zegt het onom- womden: Wij staan nog maar aan het begin. Wjj weten eigenlijk nog niet veel". De wetenschappelijke in vloed in de zwemsport is pas in de jaren 1952-1956 door de Australiërs op gang gekomen en de laatste jaren voornamelijk door de Amerikanen uitgebreid. Carlile wil heel de training ver binden aan de vragen: op welke wed strijden en wanneer moet de zwem mer z|jn topprestatie leveren. Zij vormen de uitgangspunten van elk schema. Volgens Carlile kan een top zwemmer slechts twee toppen per jaar jebben (winter- en zomerkamp). Men mag deze stelling intussen wel als achterhaald beschouwen sinds de fenomenale Amerikaanse zwemploeg dit jaar in nog geen vijf weken drie toppen haalde (Am. kamp., se lecties, Spelen). Juist omdat men op dit gebied nog niet met alle ver schijnselen bekend is, doet het wat vreemd aan dat Carlile zich in zijn boek een enkele keer onvoorzichtig uitlaat. Zo zegt hij o.a, „Een zwem mer, die van mening is dat hij zeer hard moet blijven trainen tot vlak voor een wedstrijd, heeft kinderlijke opvattingen. „Maar in Tokio trokken de Amerikanen zich niets van „tape ring-off" aan en trainden hard tot op de laatste dag! Men kan misschien wat huiverig zijn, waar Carlile zwemmers het ge bruik van vitamine E aanbeveelt, terwijl hij daar toch zelf van zegt dat het „een nog niet geheel begre pen functie in de stofwisseling heeft en een speciaal effect schijnt te heb ben op de spierfislologie (hartspier inbegrepen)" en men kan het rond uit teleurstellend vinden wat hij over mentale training e.d. te zeggen (of beter: te zwijgen) heeft. Feit blijft echter onomstotelijk, dat „Over zwemmen" voor de wat dieper gravenden in de wereld van de sport een voortreffelijk boek en een grote aanwinst is. De vertaling van Van der Reyden is van een rustige, sobere eenvoud. De vertaler heeft de vele Engelse begrippen, voor zover zij niet in het Nederlands te brengen waren, in voetnoten verduidelijkt. Directeuren van grote conci hebben in een apart vak schrijftafel de cognac- of whi fles klaar staan om vooral 's in vorm te blijven en hun sc resses krijgen ook op tijd een borrel aangeboden, wanneer zij uren moeten maken. En dat nogal eens voor, want hoewel werkweek van 40 uur is ingevi worden er steeds hogere eisen steld aan de opvoering van citeit van het bedrijf en moeten kopstukken in vijf dagen n teren dan vroegen in 48 uuj Vele vrouwen drinken geregeld glas sterke drank, totdat zij verslaafd raken. Terwijl in de chiatrische kliniek in Wenen in van de 200 vrouwelijke patiënl slechts één aan alcoholisme leed, nu hun aantal gestegen tot tien p cent. Het alarmerende is dat vrouwi doordat hun schaamtegevoel groter hun zwakte voor sterke drank meer verbergen dan mannen, gevolg dat zij zich niet aan eer handeling onderwerpen. Mann kunnen daartoe veel gemakkeliJI worden overgehaald. Triest recoi Oostenrijk is een van de land met de meeste alcoholisten, vindt er meer dan 80.000 mense het slachtoffer zijn van een of der alcoholvergiftiging. Daarnuï1, gaan van de nog geen zeven miljo inwoners zeker een miljoen zich buiten aan overdreven drankgebrt Ze zijn daaraan zo verslaafd i wijn voor hen niet merking komt. Het beangstigende van deze tc stand bestaat daarin dat het draij misbruik toeneemt volgens het 1 dige parool: „bij stijgende vaart neemt ook het aantal drai| f zuchtigen toe". Oostenrijk heeft iswaar het record nog niet bere: de want op de eerste plaats staan Verenigde Staten en Zweden, landen met de hoogste levenssts 1 daard. Dan volgen Duitslfl 1 Frankrijk en Italië. Maar Oost* 1 rijk neemt in Europa toch al zesde plaats in, dan komen de h gerlijke en fatsoenlijke Zwitsers. Vooral de jeugd wordt dit euvel aangegrepen, omdat i de drank troost en vergetelheid axj o; het „zinloze" leven, i nerlijke leegte, het onbehagen en onzekerheid. Van de duizend drankzuchtigen de stad Salzburg alleen behoren 1 tot de hulparbeiders, 302 tot de! kwalificeerde arbeidskrachten, tot de kring van de betere emploif en 140 tot de zelfstandigen, o» wie de meeste intellectuelen. De Oostenrijkse regering heeft de afgelopen week een campal c geopend tegen het drankmisbruik: enerzijds de volksgezondheid te t schermen en van de andere b v verkeersongelukken te voorkom Het alcoholmisbruik dreigt ook Oostenrijk een besmettelijke zid j* te worden en niet ten onrechte Robert Kenndy, Amerikaanse mie Justitie: „Onze herstellij oorden voor drankzuchtigen armenhuizen in deze wereld va vaart". doi Va De bewoner van een zomert aan de Sohafferstraat in Noord* trachtte zijn huisje droog te hout met een elektrische kachel. E kortsluiting ontstond een begin brand in een matras en enkele kens. De brandweer werd gealarm# Bewoners van de Schafferstfl slaagden erin het vuur te blussen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 8