Zwartvoeteii hebben zich
Frankrijk aangepast
in
ALCOHOLISME NATIONALE
KWAAL IN OOSTENRIJK
KOSTBARE REPATRIATIE GESLAAGD
Maar toch daalt de
wijnconsumptie
Carlile's boek „Over zwemmen'':
de wetenschap in de topsport
LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 21 NOVEMBER 1964
(Van onze correspondent
in Parijs)
Wanneer we, in gedachten,
de Franse klok twee jaren terug
zetten, dan is de lucht weer ver
vuld van het gerucht van bom
explosies en van kruitdamp, en
zien wij voor ons geestesoog ook
al die dikke en sensationele kran
tenkoppen terug boven artkelen
met de afgrijselijkste moordver-
halen.
Franse terroristen van de OAS,
Salans geheime legerorganisatie, die
onder het dichtgeknepen oog van
politie en andere ordetroepen Alge
rijnen, vrouwen en kinderen inbegre
pen, op klaarlichte dag in de straten
lynchten. De straten „deratisseer-
den", van „ratten" een der vele
scheldwoorden voor de Algerijnen
ruiverden. De OAS die ziekenhuizen
overviel om gewonde „vijanden" op
hun bedden als beesten af te slach
ten. Liberale Fransen die door hun
eigen landgenoten uit de weg werden
geruimd. En tal van andere afschu
welijke scènes uit de Algerijnse Bar-
tolomeusnacht, die in dat land ech
ter vele maanden duurde
Wonder
Het stuk, het drama, speelt nu dus
twee Jaar later. Algerije is onafhan
kelijk. Frankrijk is rustig. En als
men die korte tijdsafstand overziet
dan lijkt het een levensgroot wonder
dat zowel Frankrijk als Algerije er
nog zó van af is gekomen. Zeker
negentig procent der zwartvoeten
stond immers met overtuiging en
hartstocht achter de OAS. En die
OAS had gezworen en gepro
clameerd, dat Algerije eeuwig Frans
zou blijven, op straffe van een bur
geroorlog die het ganse moederland
in één groot bloedbad zou herschep
pen.
Niet alleen is 't zover niet geko
men, maar bovendien zijn de ruim
één miljoen Fransen nu bijna in
hun totaliteit gerepatrieerd en heb
ben zij zich, in overgrote meerder
heid, tamelijk geruisloos bij hun
nieuwe levensomstandigheden rede
lijk goed aangepast.
De Jonge, energieke minister voor
de Repatriatie, Missoffe, voormalig
secretaris-generaal van het Franse
filiaal van Unilever, heeft deze zomer
eigenhandig zijn ministerie opgehe
ven, zonder uniek feit in Frank-
rijks annalen - een andere portefeuil
le te willen aanvaarden. Onlangs is
hjj met zijn vrouw en zeven kinde
ren naar Tokio gevlogen, om daar
zijn nieuwe post van Frans ambassa
deur in te nemen.
Waar zitten ze nu allemaal, die
bloeddorstige en tumultueuze zwart
voeten? Wat voeren p uit? Welke
politieke, economische en andere in
vloeden blijken ze op de rest van
Frankrijk uit te oefenen? Wat heeft
de hele operatie nu zo ongeveer ge
kost? Deze en andere vragen hebben
wij voorgelegd aan enige hoge amb
tenaren van Missoffes departement
in-liquidatie. En bovendien hebben
wij deze zomer dan nog gelegenheid
gehad in Marseille, in Aix-en-Pro-
vence en op Corsica, waar, naast
Toulouse Bordeaux en Parijs, wel
de meeste zwartvoeten zijn neerge
streken, onze ogen de kost te geven
en onze oren te luisteren te leggen.
Lof
De Brits-geklede kabinetschef in
Parijs heeft zeker wel een paar re
denen om zijn ambtenaren en zich
zelf wat lof toe te zwaaien voor de
prestaties die in deze twee afgelopen
jaren op zijn departement zijn gele
verd.
„We hadden", zo verklaart hij zon
der valse bescheidenheid, „een uniek
probleem in de geschiedenis tot op
lossing te brengen. Meer dan een
miljoen landgenoten die goeddeels,
heel zacht gesproken, zich wat van
ons hadden vervreemd, moesten in
recordtempo worden opgevangen, ge
huisvest, gevoed, gereclasseerd
geïntegreerd. En naast dat aanzien
lijke technische en financiële pro
bleem, was er dan nog de oneindig
benauwender vraag, hoe de zwart
voeten met al hun opgekropte haat,
hun rancunes en frustraties ook
psychologisch gesproken, de sprong
naar het onbekende zouden maken.".
„Collega's van andere en traditio
nelere departementen hebben ons",
zo klaagt de ministeriële rechterhand,
„wel eens het verwijt van administra
tief avonturisme voor de voeten ge
worpen. Ik geloof dat we die be
schuldiging dan maar op de koop
toe moeten nemen. De berekeningen
waren aanvankelijk gericht op de
terugkeer van hooguit driehonderd
duizend zwartvoeten. Hun aantal
heeft zich bijna verviervoudigd".
„We hebben moeten roeien met
de riemen die er waren. We heb
ben de operatie voor een ruim deel
geimproviseerd. En de resultaten
van die improvisatie kunt u nu
zelf waarnemen. En ze worden bo
vendien geboekstaafd door de tien
duizenden brieven die we van voor
malige zwartvoeten ontvangen heb
ben, om de minister hun onbegren-
se dank te betuigen".
Niet schriel
Toegegeven, de Franse regering
heeft zich tegenover de verloren zo
nen niet schriel gedragen. Men schat
dat de repatriatie-operatie de schat
kist nu al zo'n slordige zes miljard
nieuwe franken (ruim vier miljard
gulden) heeft gekost, terwijl de fi
nanciële hypotheek van de Algerijnse
dekolonisatie nog vele jaren lood
zwaar op de belasting-betalers zal
bljjven drukken.
Iedere repatriant werd met zijn
gezin niet alleen gratis naar Frank
rijk overgebracht, maar bovendien
werd hij gedurende minstons een
jaar op kosten van de regering in
kampen of hotels onderhouden. Voor
verloren onroerend goed, huizen
boerderijen, grond dat door Algerije
was genationaliseerd, werden zij voor
een aanzienlijk deel schadeloos ge
steld. Hoge leningen tegen lage ren
tevoet (2 of 3%) werden beschikbaar
gesteld om in Frankrijk nieuwe on
dernemingen te stichten of te kopen.
Op staatskosten werden reclasse-
rings-cursussen georganiseerd om
vooral de honderdduizenden kleine
boeren en handelaars een ander vak
te leren.
Het is geen uitzondering geweest,
dat met al die verschillende pre
mies een zwartvoet van de staat
enkele tienduizenden franken kreeg
om zich een nieuwe toekomst in
het vaderland op te kunnen
bouwen.
Natuurlijk zijn heel wat Fransen
die in Algerije een ruim en zelfs
welvarend leven leidden, niettemin
een vlot stuk achteruitgeboerd. Maar
de reclassering is globaal gezien voor
negentig procent geslaagd, en in een
verder wijder perspectief geplaatst
kan zelfs worden gezegd, dat de
Franse economie die eerder aan een
gebrek dan aan een teveel aan ar
beidskrachten leed, bij deze repatria-
Franse irrigatiewerken: het
dynamisme der colons ontplooit
zich vandaag op Corsica.
Overal in Frankrijk komt men
vandaag zwartvoeten tegen die hun
pioniersmentaliteit nog niet verloren
hebben, en die, met optimisme en
inoed, de armen uit de mouwen ste
ken om zich een nieuw bestaan te
verzekeren. Een nieuw bestaan dat
vaak óók in nationaal verband een
verrijking blijkt op te leveren. Be
slist indrukwekkend is zo te zien,
hoe
deel
Corsica dat
hun komst een onherbergzaam, dor
en woest gebied was, door toedoen
van voormalige „colons" nu in rijke
sinaasappel- en druivengaarden
wordt herschapen.
Gramschap
Wanneer in het algemeen de
zwartvoeten hun beste beentje dus
hebben voorgezet om hun landgeno
ten te tonen wat hun aangeboren
dynamisme en hun ondernemings
lust vermogen, dan heeft een min
derheid haar over kropt gemoed van
„verraden rasgenoten" nog altijd niet
geheel weten te „sublimeren". Vooral
de jongeren en speciaal de stu
denten, die zich in een eigen orga
nisatie die af ruim vijfduizend leden
telt, hebben verenigd kunnen de
„glorieuze dagen van weleer" toen ze
onder het commando van hun be
baarde „leider" Pierre Lagaillarde
(die zich nog altijd in Spanje ver
schuilt) op de barricaden van Algiers
het hele Franse leger „in bewang'
wisten te houden nog steeds moei
lijk vergeten.
In Aix kan men hen in hun café's,
die door de afbeelding van een
zwarte voet op de ruiten herkenbaar
zijn, hun gramschap zien herkau
wen en luidruchtige komplots horen
smeden, die soms zelfs nog wel eens
lukken ook. Zo zijn zij er enkele
maanden geleden in geslaagd via
chantage op de universiteits-rector
en de burgemeester en indirect op
Parijs, te voorkomen dat Algerijnse
studenten een stage aan ,hun' instel
ling zouden doorlopen. Er worden
door hen ook wel weer miniatuur-
Afscheid van een „vaderland"
Zwartvoeten boeken in Algiers
passage voor terugkeer naar
Frankrijk.
razziaatjes ondernomen, en een Ara
bier is 't zeker niet aangeraden zich
al 'te dicht in de buurt van die
zwartvoet-bars te begeven.
Het inheemse rechtse extremisme,
onder leiding van de Franse Gold-
water en kandidaat voor het presi
dentschap mr. Texier-Vignancour,
geeft zich uiteraard veel moeite het
vuurtje van dat racisme aan te
wakkeren. Maar 't blijft tot dusver
toch 'n vrij machteloos gesmeul. En
de vlammen van een burgeroorlog
hoeft men vandaag, als gevolg van
de repatriatie-operatie, toch nauwe
lijks meer te duchten. De zwartvoe
ten zijn, ongeveer als de nazi's uit
het Hitlerbewind, him vele wanda
den al lang weer „vergeten", en met
de OAS hebben ze natuurlijk ook
nooit ook maar iets van doen gehad.
Op morele gronden kan men die
vergeetachtigheid misprijzen. Maar
voor Frankrijk, om van de rest der
vrije wereld maar niet eens te spre
ken, is 't toch maar beter zo.
Een haard van fascistische en ra
cistische besmetting hebben de
zwartvoeten in Frankrijk niet ge
schapen, terwijl ze, economisch ge
sproken nu eerder een aanwinst voor
het land blijken te
Nieuwe uitgaven
Heerser zonder kroon, door E. Maass
Huis in de stad, door N. Lofts.
Angelique in opstand, door A. en S.
Golon
Caroline, door M. Söderhol/i.
Grazige weiden van Wyoming, door
M. O'hara.
Francois Villon, rover, dichter en
charmeur, door F. Habeck.
De maagd op de munt, door M.
Campbell Barnes.
De parvenu prinsessen, Caroline,
Elisa en Pauline Bonaparte, door M.
Weiner.
Op leven en dood, door W. Graham.
Erfenis der vaderen, door G. Bristow
Als de leeuw zijn prooi slaat... ,door
W. A. Smith.
Wanden van glas, door J. Packer.
Alameln, door C. E. Lucas Philips.
Amor en de erfgenaam, door G.
Heyer.
De wereld wacht een wonder, door
Bhabani Bhattacharya.
Mijn familie in Moskou, door H. Ko-
larz.
Keizerlijke venus, door E. Maass.
Een huis vol pony's, door L. Gast.
Urian, een beer uit de Karawanken,
door D. Holesch. Uitg.; Zuid-Hol -
landsche Uitgevers Mij, Den Haag.
Serpentines en serafijnen, door ds. A.
G. Barkey Wolf.
Laurie Caroll, door dr. A. J. Cronin.
Uitg.: A. W. Sljthof, Leiden.
De knagende worm, door I. Faro.
Inplaats van moord, door M. S. Na-
thusius.
Gastenboek van Singel 262. Nieu
we verhalen en gedichten van veer
tig Nederlandse auteurs. Uitg.: Em.
Querido, Amsterdam.
Daar loopt een hond, door W. Har-
tog.
Neem er eentje van mij, door R. Fer-
dinandusse.
De bende van Jan de Lichte, door
L. Paul Boon. Uitg.: De Arbeiders
pers. Amsterdam.
De eenzaamheid van de lange-
afstandloper, door Alan Silitoe.
Amare, door Victor Spoor.
De chronische onschuld, door Klaus
Rifbjerg.
De dolle trams, door Jean A. Scha-
lekamp.
Verhaal van een braaf vrouwtje,
door Chr. Rochefort. Uitg.: Contact,
Amsterdam.
Geboren te Betlehem, door dr. H. W.
van der Vaart Smit. Uitg.: J. J. Ro
men, Roermond.
Wat is dat? Encyclopedie voor jonge
mensen. Samengesteld onder redactie
van D. A. Cramer-Schaap. Deel 1 en
2. Uitg.: Hollandia, Baarn..
100 paarderassen, door J. Nissen en
W. Slob. Gem. Uitg.: Kosmos N.V.
Amsterdam.
Confrontaties, door R. F. Lissens.
Een kringloop, door P. de Vree.
Kerstmis te Saloniki, door A. De-
medts.
Een keurkorf luisterliedjes, door J.
Anthierens.
T.V.-memoires, door P. van de Velde.
Angelique, door D. Inghelram.
Iran in pyjama, door J. Dewaele.
Vergeten moord, door M. de Lanno
en B. Henry.
De leeuw in zijn hemd, door Jan
Geysen.
De ronde, door J. Ghysen en P.
Theys.
De lachende tekenpen. Kartoen, door
G. Durnez. Vlaamse pockets. Uitg.:
Heideland, Hasselt.
Twee zomers twee liefdes, door T.
Renaud.
Bezeten, door E. de Bom.
De overweg. Gedichten van C. Ch.
Nygh
DitmB'
Hubertusjacht, door Pim Hofdorp
Uitg.: W. van Hoeve, Den Haag.
Het stof van de voeten, door
Bassing.
Kus de meisjes, door J. Hale. Uit».
A. W. Sijthoff, Leiden.
Televisie bij onderwijs en opleiding
door D. A. de Korte. Uitg.Agon 8
zevier, Amsterdam.
Wentelend rad, door Jaap Stigte
Uitg.: Andries Blitz, Laren.
De boekaniers, door Dick Dreint
Wat niet kon en andere verhale;
door Herman Heijermans, Bijeen^
bracht door S. Carmiggelt.
Kwartaalzaad en 37 andere verhi
len, verzameld en ingeleid door Gri
ham Greene.
Mijnheer Seidman en de geisla
door E. Moll.
De luistervink, door M. Beheim-
Schwarzbach.
Op gelijke voet met het gras, <Jöi
H. de Jong.
Rook in het hoofd, door K. Stee
pels, Uitg.: De Arbeiderspers, Amste
dam.
Jip en Janneke vierde boek, dot
Annie M. G. Schmidt.
Vingertje lak, door Annie M.
Schmidt.
Mijnheer Carlos op avontuur, do
Henr. van Eyk. ABC-pockets voor
jeugd. Uitg.: De Arbeiderspers, Ac
sterdam.
De kaars, door W. Brandt.
De ooggetuige, door E. Weiss. Uitg
De tijdstroom. Lochem.
De opvolger/De Antichrist, door
Raffalt en W. Solowjov. Uitg.: Lec
niscaat, Rotterdam.
(Van c
i correspondent In Wenen)
Het gebied rond Wenen is een wijnstreek en al gaan Weense zaken
mensen nog graag naar een Heurigen-lokaal buiten de stad om er
hun zorgen weg té drinken, toch blijft de consumptie lager dan de
produktie. De wijndrinkers zijn voorzichtiger geworden, omdat zij
meestal met hun eigen wagen komen en bang zijn voor de politie
in Grinzing en andere wijndorpen, die nauwkeurig toeziet of iemand
slagzij vertoont. Niet iedere autobezitter neemt zijn eigen vrouw mee
die weinig of niets drinkt en dan na afloop als chauffeuse kan op
treden. Er wordt dus voorzichtiger wijn gedronken en ondanks alle
reclame van de wijnhandelaars die hun merken met de mooiste
namen aanprijzen: Edelknaap, Kattensprong, Vlooienpootje of Kwa
jongen, loopt de consumptie niet op.
De wijnboeren zitten diep in de
zorg, want de wijnoogst is evenals
die van het vorige jaar buitenge
woon goed. Ze komen vaten te kort
om hun overvloed op te slaan voor
komende slechtere Jaren. Er zit dus
niets anders op dan kwaliteltswijn
te produceren die men kan uitvoe
ren. Om die kwaliteit te bereiken,
laat men de druiven wel wat dro
ger, maar het vocht is meer ge
concentreerd, zoeter en stropiger en
van een fijner bouquet. Doch ook
deze maatregelen kunnen niet voor
komen dat de kelders vol blijven,
want de wijnboeren denken er niet
aan om de prijs te verlagen, want
dan komt er de klad in en raakt
de wijn buiten de algemene prijs
structuur.
Snobisme
Terwijl de comsuptie van wijn ze
ker niet stijgt, neemt het gebruik
van borrels, „drinks" en van alle
mogelijke likeuren steeds meer toe.
De afnemers vindt men niet, zoals
vroeger, in de zogenaamde lagere
klassen, maar juist in de kringen
van de beter gesitueerden en intel
lectuelen. Wie het bewijs wil leve
ren dat hij het hedendaagse wel
vaartspeil heeft bereikt, rijdt niet
alleen in een dure slee, maar heeft
in zijn bungalow naast het open
haardvuur ook een goed voorziene
huisbar, die danig wordt aangespro
ken.
Het behoort tot de goede toon om
in kringen van industrie, kunst en
wetenschap met een zeker zelfbeklag
te verklaren dat men „aan de drank"
is. Er is zodoende een huis-alcoho-
lisme ontstaan dat gedeeltelijk sno
bistisch moet worden genoemd, maar
gedeeltelijk ook zijn verklaring vindt
in het manager-klimaat, waarin in
dustriëlen, hypernerveuze kuntse-
naars en intellectuelen verkeren. Dit
alcoholisme is geen privilege meer
van de heren, maar heeft ook de
dames aangetast.
EEN BELANGWEKKENDE PVBLIKATIE
Wanneer de top
Nu de Spelen van Tokio in de
Olympische archieven zijn bijgezet
en het gerinkel van de medailles is
verstomd, is de tijd gekomen aan
dacht te besteden aan het door de
bekende Australische zwemcoach
Forbes Carlile geschreven (Engelse)
boek, waarvan onlangs een Neder
landse uitgave (Forum Boekerij»
f 10,90) op de markt is verschenen.
Het boek is getiteld „Over zwem
men". Voor de vertaling tekent drs.
J. P. v.d. Reyden, voorzitter van de
Leidsche Zwemclub en van de Leidse
Sportstichting.
„Over zwemmen" (beter zou zijn
geweest „Over wedstrijdzwemmen")
is geen boek dat zich als een roman
laat lezen. Voor het eerst is in het
Nederlands taalgebied een werk ver
schenen dat zich geheel richt op de
wetenschappelijke begeleiding van de
topsport, in dit geval de zwemsport.
Het is in de eerste plaats geschreven
voor hen, die belangstelling hebben
voor sport en zijn technische ach
tergronden, voor hen die wat meer
willen weten van sport en weten
schap, uiteraard voor zwem trainers
(voor wie het als handleiding on
misbaar is) en voor al die zwemsters
en zwemmers die niet tevreden zijn
met een kringtitel in een nietszeggen
de tijd.
Carlile, oud-lector in de fysiologie
aan de Universiteit van Sydney, be
handelt in dit boek ongeveer alles
wat voor een (top)zwemmer van be
lang is: van training en dieet tot de
technieken op alle zwemslagen, van
het bereiken van de topvorm en
„tapering-off" (programma van ver
minderde training tot elektro-car-
diagrammen. Wie de zwemsport het
afgelopen Olympische seizoen heeft
gevolgd en niet altijd het hoe en
waarom begreep, vindt hier allerlei
zaken nauwkeurig belicht en toege
licht.
Met de vaak duizelingwekkende
records van Tokio voor ogen is men
geneigd te denken dat de wetenschap
in de sportontwikkeling een hoge
graad van perfectie heeft bereikt. Als
men dat beweert, slaat men de plank
stevig mis. Carlile zegt het onom-
womden: Wij staan nog maar aan
het begin. Wjj weten eigenlijk nog
niet veel". De wetenschappelijke in
vloed in de zwemsport is pas in de
jaren 1952-1956 door de Australiërs
op gang gekomen en de laatste jaren
voornamelijk door de Amerikanen
uitgebreid.
Carlile wil heel de training ver
binden aan de vragen: op welke wed
strijden en wanneer moet de zwem
mer z|jn topprestatie leveren. Zij
vormen de uitgangspunten van elk
schema. Volgens Carlile kan een top
zwemmer slechts twee toppen per
jaar jebben (winter- en zomerkamp).
Men mag deze stelling intussen wel
als achterhaald beschouwen sinds de
fenomenale Amerikaanse zwemploeg
dit jaar in nog geen vijf weken
drie toppen haalde (Am. kamp., se
lecties, Spelen). Juist omdat men op
dit gebied nog niet met alle ver
schijnselen bekend is, doet het wat
vreemd aan dat Carlile zich in zijn
boek een enkele keer onvoorzichtig
uitlaat. Zo zegt hij o.a, „Een zwem
mer, die van mening is dat hij zeer
hard moet blijven trainen tot vlak
voor een wedstrijd, heeft kinderlijke
opvattingen. „Maar in Tokio trokken
de Amerikanen zich niets van „tape
ring-off" aan en trainden hard tot
op de laatste dag!
Men kan misschien wat huiverig
zijn, waar Carlile zwemmers het ge
bruik van vitamine E aanbeveelt,
terwijl hij daar toch zelf van zegt
dat het „een nog niet geheel begre
pen functie in de stofwisseling heeft
en een speciaal effect schijnt te heb
ben op de spierfislologie (hartspier
inbegrepen)" en men kan het rond
uit teleurstellend vinden wat hij over
mentale training e.d. te zeggen (of
beter: te zwijgen) heeft.
Feit blijft echter onomstotelijk, dat
„Over zwemmen" voor de wat dieper
gravenden in de wereld van de sport
een voortreffelijk boek en een grote
aanwinst is. De vertaling van Van
der Reyden is van een rustige, sobere
eenvoud. De vertaler heeft de vele
Engelse begrippen, voor zover zij niet
in het Nederlands te brengen waren,
in voetnoten verduidelijkt.
Directeuren van grote conci
hebben in een apart vak
schrijftafel de cognac- of whi
fles klaar staan om vooral 's
in vorm te blijven en hun sc
resses krijgen ook op tijd een
borrel aangeboden, wanneer zij
uren moeten maken. En dat
nogal eens voor, want hoewel
werkweek van 40 uur is ingevi
worden er steeds hogere eisen
steld aan de opvoering van
citeit van het bedrijf en moeten
kopstukken in vijf dagen n
teren dan vroegen in 48 uuj
Vele vrouwen drinken geregeld
glas sterke drank, totdat zij
verslaafd raken. Terwijl in de
chiatrische kliniek in Wenen in
van de 200 vrouwelijke patiënl
slechts één aan alcoholisme leed,
nu hun aantal gestegen tot tien p
cent.
Het alarmerende is dat vrouwi
doordat hun schaamtegevoel groter
hun zwakte voor sterke drank
meer verbergen dan mannen,
gevolg dat zij zich niet aan eer
handeling onderwerpen. Mann
kunnen daartoe veel gemakkeliJI
worden overgehaald.
Triest recoi
Oostenrijk is een van de land
met de meeste alcoholisten,
vindt er meer dan 80.000 mense
het slachtoffer zijn van een of
der alcoholvergiftiging. Daarnuï1,
gaan van de nog geen zeven miljo
inwoners zeker een miljoen zich
buiten aan overdreven drankgebrt
Ze zijn daaraan zo verslaafd i
wijn voor hen niet
merking komt.
Het beangstigende van deze tc
stand bestaat daarin dat het draij
misbruik toeneemt volgens het 1
dige parool: „bij stijgende
vaart neemt ook het aantal drai| f
zuchtigen toe". Oostenrijk heeft
iswaar het record nog niet bere: de
want op de eerste plaats staan
Verenigde Staten en Zweden,
landen met de hoogste levenssts 1
daard. Dan volgen Duitslfl 1
Frankrijk en Italië. Maar Oost* 1
rijk neemt in Europa toch al
zesde plaats in, dan komen de h
gerlijke en fatsoenlijke Zwitsers.
Vooral de jeugd wordt
dit euvel aangegrepen, omdat i
de drank troost en vergetelheid axj o;
het „zinloze" leven, i
nerlijke leegte, het onbehagen en
onzekerheid.
Van de duizend drankzuchtigen
de stad Salzburg alleen behoren 1
tot de hulparbeiders, 302 tot de!
kwalificeerde arbeidskrachten,
tot de kring van de betere emploif
en 140 tot de zelfstandigen, o»
wie de meeste intellectuelen.
De Oostenrijkse regering heeft
de afgelopen week een campal c
geopend tegen het drankmisbruik:
enerzijds de volksgezondheid te t
schermen en van de andere b v
verkeersongelukken te voorkom
Het alcoholmisbruik dreigt ook
Oostenrijk een besmettelijke zid j*
te worden en niet ten onrechte
Robert Kenndy, Amerikaanse mie
Justitie: „Onze herstellij
oorden voor drankzuchtigen
armenhuizen in deze wereld va
vaart".
doi
Va
De bewoner van een zomert
aan de Sohafferstraat in Noord*
trachtte zijn huisje droog te hout
met een elektrische kachel. E
kortsluiting ontstond een begin
brand in een matras en enkele
kens.
De brandweer werd gealarm#
Bewoners van de Schafferstfl
slaagden erin het vuur te blussen