Economie van de Bulgaren
Ivertoont talrijke hiaten
ZOEKLICHT
Eén van de „zwarte zes
Zaterdag 14 november 1964
Pagina 1
„De mensen zien er net zo uit als wij, maar als
jgt dan schort er iets"
moderne flatgebouwen en een
supermarkt bevindt zich een arme
lijke sector bewoond door zigeu
ners. In een andere hoek van de
stad zijn pas gebouwde flatgebou
wen al bewoond, terwijl de straat
nog moet worden gelegd en grote
rioleringsbuizen tussen de huizen
blokken in liggen. Op het platte
land zijn honderden onafgebouwde
twee - ver di epingsiworuingen te zien
de bakstenen buitenmuren zijn
ongeplamuurd, in de ramen ont
breken de kozijnen. Vaak is de bo-
vendieping niet meer dan een open
ruimte onder de dakbinten. Dat de
benedenétage dan al bewoond is,
leidt tot de gevolgtrekking, later
gesubstantieerd door een westerse
diplomaat, dat gebrek aan mate
riaal een woonbouw-stop tenge
volge had.
Vergelijking
(Van onze reisredacteur, mr. H. L. Leffelaar)
(IV)
De grote rode ster op de hefboom in het Bulgaarse grens-
satsje Kardam, 30 kilometer westelijk van de Zwarte Zee-kust,
M «ft het effect van een domper. Tien dagen Roemenië heeft met
ft dag een gevoel van lemen lijdelijkheid doen aanslibben en de
dachte doen postvatten dat grensoverschrijding een afdoend
dicijn zal zijn.
EIGEN
OPLOSSING
IZ iet deze Irrationele overwe-
heeft men zich nog een
te gril van de Roemeense
■oV -bureaucratie laten aan-
ieJ ien. Ondanks de verzekering
tl het staats-toeristenbureau
1 pati dat men aan de grens
overtollige Roemeense valu-
.ftn dollars zal kunnen omzet-
Wjkt de douane er een an
ten vermoedelijk eigen)
sing voor te hebben gevon-
Na eerst wehvillend te heb-
geinformeerd of men nog
151 op zak heeft, ivordt men uit-
tiigd een kleverig ivinkeltje
hs^jt de grenspost te betreden,
douanier loopt mee naar
en en maakt glimlachend
Sflelijk dat men zich hier van
overgebleven Roemeense
mag ontdoen. Te koop zijn
3D2it Me Roemeense sigaretten,
ïalfenirs waarvoor een figuur-
ide lagere scholier zich zou
riSmen' en drank. Een agres-
io!Roemeense zorgt ervoor
geen lei onbesteed blijft.
a) Boulevard Rouski in Sofia
Op de achtergrond een staats
gebouw met gevelportretten
van o.a. Lenin, Chroesjstjow
en de Bulgaarse premier Todor
Zjiwkow.
het aantal personen per kamer op
twee bepaalt, ongeacht de ver
wantschap van de betrokkenen en
zonder onderscheid te maken tus
sen woon-, slaap-, of studeerver
trek. Onder zulke omstandigheden
wordit uithuizigheid een noodzake
lijke compensatie.
Contrast
Sofia's bevolking (bijna 800.000)
heeft zich sinds 1938 verdubbeld.
In 1940 besloeg de stad niet meer
dan 48 vierkante kilometer, nu
ruim 200. De uitbreiding heeft cu
rieuze contrasten gecreëerd. Naast
een gloednieuwe wijk met hoge,
lelliet
'ff? grote rode ster op de Bul-
se hefboom dwingt tot een
i realiteit: men betreedt
6 i dat door dik en dun een »wt
uï kous trouwste satellieten is ge-
Aj? sn. De beleefde grensbeambten
i p® Lenin-speldjes in hun re
en in het grenshuisje hangen
i foto's van de Bulgaarse pre-
Todor Zjiwkow en premier
oesjtsjow, die in Roemenië
Ook in de dorpen (vaak
an elektriciteit toe, met
aantal pompen in plaats van
nend water) wordt Moskou
vergeten. In Tolbuhin wordt
■aangename met het leerzame
jfj tmbineerd: een park, daarin op
centraal punt een stellage met
Jches waarbij de kop van Lenin
ereplaats heeft. Boven de toe-
pevegen van een collectieve
ferij staat op een rood span-
mw k: „Es lebe de Bulgarisch-
1 iaehe Freudschaft" (een Freu-
tte vergissingwel Freude,
geen Freunde?). Langs' de
i ook hier, zoals in Roemenië
rden met produktie-leuzen
iisur- °°t affiches die de Russische
Ti ««vaart-prestaties prijzen, en
Roemenië niet heeft ge
nt.
men wil of niet, men wordt
rD8,ï
9,1 vergelijkingen tussen de twee
m gedwongen zü vallen
1 alle uit ten nadele van Roe-
De Bulgaren gaan beter ge
it zijn minder lijdelijk passief,
1 de winkels is meer te koop.
ofia rijden meer auto's dan in
,1 krest, maar het hoofstedelijke
is in beide zonder vertier,
■1 Sofia's straten overdag uit-
die
hoofdzakelijk doelloos voort-
4 *klarir
da.t
IK wil beginnen met alle be
jaarden hartelijk te felicite
ren nu in de Tweede Kamer
besloten is tot een forse verho
ging van de AOW. Ook voor we
duwen en wezen stijgen de be
dragen.
In mijn werk hoor ik telkens
nog verhalen over de barre ar
moede van de mensen, die niet
meer konden werken en in de
gezinnen, waar de man en kost
winner was overleden. Onvoor
stelbare toestanden, als een
■jongen op maandag alvast een
voorschot op het zaterdagse loon
moest vragen, dat f 1.50 bedroeg.
Of als 's maandags het zondagse
pak naar een bank van lening
wordt gebraoht, in de hoop dat
kan worden terug-
Tegen de achtergrond van dit
verleden, niet eens zó veel jaren
terugliggend, krijgt de geluk
wens hierboven diepere klank.
De toekomst van veel landgeno
ten wordt verlicht, nu zelfs bo
ven het bestaansminimum uit de
bedragen werden vastgesteld.
Voor mijn idee werd ik als
kind voor het eerst bij de toe
komst betrokken door de destijds
in Rotterdam en omgeving veel
vuldig geplaatste borden van een
verzekeringsmaatschappij, die
volwassen, ja ogenschijnlijk be
jaarde mensen, keurig aange
kleed onder een grote paraplu
afbeeldden. Maar de man wees
met zijn wandelstok naar boven.
Was de bui over en brak de zon
door? Of wees de meneer juist
de dreigende wolken aan, waar
tegen dekking gelukkig voor
handen was?
Mogelijk wordt van een pre
dikant verwacht, dat hij een pa
raplu en wandelstok, die voor
ieder zichtbaar naar boven wij
zen. nog anders duidt. Is hii er
niet voor om lijnen door te trek
ken naar God? Een wereldreizi
ger schreef eens. dat in de enor
me spraakverwarring over de
WOORD
VAN
BEZINNING
wereld van vandaag, waardoor
zelfs de eenvoudigste woorden en
begrippen misverstanden oproe
pen en blijkbaar verschillende
vulling hebben, slechts één
woord overal goed begrepen
wordt. Toen ik kortgeleden in
een groep jongeren vroeg of men
idee had, welk woord dit kon
zijn, wou men kennelijk de do
minee wat terwille zijn en op
perde: God. Ik bedankte vrien
delijk voor de goede bedoeling,
maar de reiziger had het over
coca-cola!
DE
TOEKOMST
Het is wél waar. dat we in
de kerk in deze weken met na
druk over de toekomst spreken,
terwijl dat woord dan gebruikt
wordt in een speciale betekenis.
Aan het eind van het kerkelijk
jaar op 29 november, de eer
ste adventszondag begint een
nieuw kerkelijk jaar wordt
veelal gesproken over de komen
de dingen van „Wereldeinde en
wereldgericht" om het met de
titel van een boek te zeggen.
Centraal staat daarbij de per
soon van de komende Heer Jezus
Christus. De toekomst is de Toe
komst des Heren.
Nu moet ik meteen het mis
verstand wegnemen, alsof de
Toekomst van Jezus Christus de
toekomst, de manier van leven
op aarde, lonen en prijzen, uit
keringsbedragen van sociale ver
zekeringen enzovoort in de hoek
der onbelangrijke zaken zou zet
ten. Na de blunders in dit op
zicht leerde de Kerk uit de
woorden van Jezus-zelf wel an
ders! Over Góds Toekomst
wordt niet meer gepreekt om het
aardse leven in armoede en zorg
te verbloemen en te verdoven.
Integendeel. Juist het geloof
ln de komende Heer maakt het
leven-hier belangrijk en zinvol.
De Toekomst is al begonnen en
beïnvloedt deze wereldtijd. Wat
Jezus Christus aan gerechtigheid
en liefde bedoelt, verwacht Hij
speciaal van Zijn Kerk. Het
„straks" beheerst het „nu".
Daarom kunnen we positief
waarderen wat in vele huizen
van bejaarden en weduwen deze
met blijdschap zal zijn verno
men. Het ,,leven-van-de-AOW"
is zélf opgetrokken. Een stukje
toekomst is werkelijkheid aan
het worden. Ik zie het als een
glimp van de doorwerking van
wat Jezus bedoelde toen Hij met
oog op Zijn Toekomst opriep tot
waken, wachten en werken.
Zo wijs ik toch naar Boven.
Van God zien we de zegeningen
komen. De Heer wil nog veel
meer geven! Het Evangelie van
Christus bedoelt de gehele mens.
Een verzekerde toekomst tekent
zich financieel en maatschappe
lijk af.
Dat is verheugend! Maar de
waarachtige verzekering komt in
het zicht: Ik ben verzekerd, dat
niets ons zal kunnen scheiden
van de liefde Gods in Jezus
Christus, onze Heer. U kunt dit
lezen in de bijbel: Brief van
Paulus aan de Romeinen, hoofd
stuk 8, het laatste stukje. Daar
vindt u ook wat met .niets" be
doeld wordt. Niets kan scheiden,
het verleden niet en de toekomst
ook niet. De Toekomst wil juist
wie gelooft mét de Heer doen
leven.
Joh. Poort
Herv. Predikant in
Leiden.
waarde van maanzaad-afval. Het
project duurde twee jaar voordat
een andere instantie tot de ont
dekking kwam, dat het afval van
alle maanzaadoliefabrieken in heel
Bulgarije nauwelijks genoeg was
om 10 hectare grond te bemesten.
Uit eigen ervaring kan men het
aantal dergelijke voorbeelden met
andere uitbreiden: in het twee jaar
oude hotel Slavia, aan de buiten
kant van Sofia, heeft men er wel
aan gedacht douches aan te bren
gen in de badkamers, maar men
heeft vergeten een adequate water
afvoer aan te leggen. Resultaat:
bü elk bad loopt de slaapkamer
onder. (Maar men is gehard. Daags
tevoren waadde men in een gloed
nieuw hotel in Lovetsj, op de eerste
verdieping, door een bijna enkel-
diepe plas naar zijn kamer
douchewater uit een aangrenzend
vertrek.)
„U kunt het vergelijken met
Rood-China", zegt de diplomaat.
,Daar had men het een paar jaar
geleden over „de grote sprong
vooruit". Dat was de periode toen
men dacht de staalproduktie op te
kunnen voeren door een smelterij
in elke achtertuin te zetten. Zo is
het in Bulgarije ook gegaan. De
regering heeft de woningbouw aan
gemoedigd, het zelfs mogelijk ge
maakt eigen huizen te bouwen.
Toen bleek dat er een materiaal-
tekort was."
De nationale economie blijkt ook
andere bokken te schieten. Twee
specialisten onderzochten op last
van de regering de bemestings-
b) Op het spandoek boven
de ingang van een Bulgaarse
collectieve boerderij staat: „Es
lebe die Bulgarisch-Deutsche
Freundschaft", Het doek is
rood en laat er geen twijfel aan
bestaan dat hier Oost-Duits-
land wordt bedoeld.
Paleis
Irritatie
EEN
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
OP DE BOEKENMARKT
Een panopticum en een partijtje schaak
Ook al is men in staat een oor
deel op te schorten, oppervlakkige
waarnemingen blijven zich opdrin
gen. Het nationale museum, tegen
over het Dimitrov mausoleum, is
gevestigd in wat vroeger een pa
leis geweest moet zijn. Daarin
hangen vijfde-rangs schilderijen
van epigonen die in 1950 aan het
Franse impressionisme toe zijn. De
prachtige met ebbehouten patro
nen versierde parketvloeren zyn
gerepareerd met stukken triplex.
De hoge en met kostbaar behang
beklede muren zijn overtrok
ken met Jute: een aantal grote ra
men met het beste uitzicht op de
brede Moskovska straat zijn dicht
getimmerd. In het Balkan hotel
(het beste in Sofia) dineert men
in een zaal als een hangar, met
uitzicht op een gezelschap goed ge
klede Bulgaren, die zich aan tafel
ontpoppen als roofdieren. Als men
om 11 uur vertrekt, wordt men
vergezeld door een oude portier die
het sleutelgat van de hoofdingang
niet kan vinden omdat er geen
licht is.
Na enkele dagen vraagt men zich
af of men, geïrriteerd door de on
zichtbare aanwezigheid van een
de vrlje-ademhaling-bemoe 11 ijkend
bureaucratisch systeem, geneigd is
alleen oog te hebben voor wat de
Irritatie bevestigt. Maar de erva
ringen zyn te talrijk en te fre
quent om als uitzonderingen te
kunnen gelden. Aan de koffiebar
van hotel Balkan zegt een oude
Amerikaan, die net voor de derde
keer tegenstrijdige reisinlichtingen
heeft gekregen: „Wat is er aan de
hand met deze mensen? Ze zien
er net zo uit als wij, maar als je
met hen te maken krijgt dan
schort er iets. Afspraken worden
niet nagekomen, inlichtingen klop
pen niet, de eenvoudigste kwesties
worden op de moeilijkste manier
opgelost. Bulgarije is een mooi
land en ik ben blij het gezien te
hebben, maar één keer is genoegd".
Op straat bekijkt men de gezich
ten van voorbijgangers. Zy hebben
eenzelfde uitdrukking alsof ook
de conformiteit van het staatsbe-
stek ieders trekken heeft bepaald.
In een frivool aandoend winkeltje
hangen vergeelde prentbriefkaart -
foto's uit 1950 van Gina Lollo-
brigida en Gerard Philippe naast
partybrochures. Zich omdraaiend
komt men weer de gezichten tegen
van Chroesjtsjow en Zjiwkow en
kameraad Lenin. Zij hangen als
glimlachende sinterklazen boven de
mensenmenigte op een gevel in de
schemer. Men spoedt zich naar ho
tel Slavia om een bad te nemen.
Handdoek tegen de kier onder de
deur. Anders loopt de kamer onder.
S. Vestdijk. „Het Gena
deschot". Nijgh en Van
Ditmar Den Haag.
Een Oostenrijkse buschauffeur
met name Ignaz Vorbrot, blijkt
een bewogen oorlogsverleden te
hebben, dat hem op zijn route
langs de bochtige weg door het dal
van de Riesel zeer bezighoudt. Af
gezien van het feit, dat chauffeurs
met zulk een diep zieleleven intens
gevaarlijk voor de passagiers moe
ten zyn, is daar niets tegenin te
brengen. Mogelijk zijn er zulke
chauffeurs. En mocht men al pro
beren er iets tegen in te brengen,
dan geeft Vestdijk hem geen spoor
van een kans, want alles klopt als
de bus zelf.
Vorbrot dan, tegen de zestig, met
een diepgegroefd gelaat (dat be
kijkt hy in het spiegeltje) heeft
tijdens de Duitse bezetting als
chauffeur gediend bij de Gruppen-
fuhrer Balavater. Deze Balavater,
in vrede nog lector in de geschie
denis, is „kriegsunfahig" geworden
vanwege een kwetsuur aan zyn
schouder, die hem op den duur pa
ralyseert. Hy heeft zich genesteld
in een merkwaardige bouwval, half
houtzagery, half kasteeltje waar
van overigens de geografie niet ge
heel duidelijk is m.i. Van hier uit
regeert hy zyn gebied met wille
keur en ambtenary. Vorbrot heeft
het by zyn baas lang niet best.
Hy wordt gehoond om zyn uiter-
lyk en krijgt bevel deel te nemen
aan een veemmoord op een echt
paar. De man sterft, doch de vrouw
wordt door Vorbrot lam geschoten.
„Door een vaag plichtsgevoel be
zield" gaat hy later zyn slachtof
fer opzoeken, daar waar zy onder
gedoken is. Hy gaat voor deze Ste-
fanie gevoelens koesteren, die men
desnoods liefde zou kunnen noe
men en doet een poging haar naar
veiliger oorden te brengen. Onder
weg worden zy aangehouden en hy
schiet haar eigenhandig dood; een
daad die hem al door Balavater
opgedragen was. Daarna schiet
Vorbrot Balavater dood. In de tus-
senhoofdstukken de hoofdstuk
ken spelen beurtelings in verleden
en heden; iets wat zeer voortref-
gelyk gedaan is treden de in
dividuen op door wie het uiteinde-
ïyke gesprek plaats vindt tussen
Vorbrot en de zoon van Stefanie,
die nu jachtopziener is; de kathar-
Dit is het geraamte van „Het
Genadeschot. Daaromheen onder
gebracht zyn talloze gebeurtenis
sen en tafrelen, zeer levendig,
maar niet altyd ter zake doende.
Daarom heeft leze roman van
Vestiyk voor my iets onbevredi
gends, iets van een panopticum.
Johan van der Woude. „De
Dag van Constant". Nygh
en Van Ditmar. Den Haag.
,,'t Kan ook anders", moet Jo
han van der Woude gedacht heb
ben na zyn publikatie van „De
Erfdochter" en hy schreef een on
deugend, doch niet lichtzinnig ver
haal. Want voor lichtzinnigheid
neemt iedereen het op de dag van
Constant toch weer te ernstig met
de liefde. En misschien is het ook
eigenlyk niet ondeugend te noe
men en alleen maar eerlyk. Dat is
het wat het boek een komisch ef
fect geeft, want gezien de figuren
zou men de schynheiligheid ver
wachten en niet deze floride ero
tiek.
Om het rustbed van Lucy Alting,
invalide (nou ja) na een auto-on-
luk, speelt het grootste deel van
de intrige zich af. Naar believen
kan zy dat rustbed hoger of lager
draaien en zich zodoende onttrek
ken aan gesprekken waar zy ver
der geen heil in ziet. By de aan
vang zit op het stoeltje-voor-bezoe
kers de kunsthandelaar Baalberg,
een verarmde patriciër, die leeft
van de resten van zyn vaders
kunstbezit. Lucy is prenten gaan
verzamelen om wat te doen te heb
ben. Om dezelfde reden leest zy los
en vast aan elkaar. Baalberg heeft
haar een ets van het Vechthuis ge
bracht, dat aan haar ouders heeft
toebehoord, maar Lucy vraagt om
een Laurencin waarmee deze ver
zamelaarster als zodanig voldoen
de getekend is. Via deze ets wordt
de tweede hoofdfiguur Constant,
werkelyk afdoende geïntroduceerd
met een jeugdherinnering. Het
huwelyk van Lucy met Charles Al
ting, 6amen met haar neef Con
stant Schout de directie van de
bank Schout-Neffens vormend, is
bepaald niet best en dat zit hem
niet zozeer in haar invaliditeit als
wel in Charles' polshorloge. Een
voorwerp waar vervolgens de zo
veel ondernemender figuur van
Lotte Diest, Lucy's vriendin, het
ook tegen af moet leggen. Wat nu
die Constant betreft, hy is voor
zyn omgeving een enigszins enig
matische figuur, wat Lucy zelf
trouwens ook is. Op de avond
waarop hy Lucy wekeiyks gezel
schap houdt, leert hy haar met
en behoudens enige andere zaken,
ook schaken. En dat is belangrijk,
want deze hele roman heeft veel
van een erotisch partytje schaak,
met het in het veld brengen van
de verschillende meer of minder
machtige stukken, met zet en
tegenzet. Het is heel kostelyk hoe
de novice zowel op het een als op
het andere terrein, Lucy, op den
duur iedereen mat zet.
In het begin krijgt men de in
druk dat de effen toon te gladge
streken is voor deze méchante his
torie. Maar al gauw komt men tot
de ontdekking, dat dit een raffine
ment is, dat niet gemist kan wor
den. Men windt zich toch immers
niet op by een partytje schaak?
CLARA EGGINK
ii
Direct de autosnelweg oprijden
zonder eerst voldoende snelheid te
hfbben gemaakt, kan aanleiding
geven tot gevaarlijke situaties, zelfs
tot ongelukken. De juiste wyze van
invoegen is eerst de snelheid aan
te passen aan die van het verkeer
op de snelweg. Die snelheid kan
men opvoeren op de invoegstrook.
Is de Invoegstrook te kort, dan kan
de manoeuvre op de vluchtberm
worden voortgezet. Pas wanneer u
uw snelheid zoveel mogelijk hebt
aangepast, en de weg vrij k. kunt
u de vluchtberm verlaten.
Als de invoegstrook kort is, en er
is geen vluchtberm, kan men het
best stoppen aan het begin van d<
invoegstrook. Zodra de weg vrij is
kan men deze oprijden, na enig.
snelheid op de invoegstrook te heb
ben gemaakt.
Onjuist invoegen is één van d<>
„zwarte zes" ernstige verkeers-
zonden.