H.B.S. VIERT EEUWFEEST LEIDSE HEDEN v. Kinschot van Leiden Burgemeester nam afscheid wensen: een Voornaamste h.a.v.o.-afdeling en nieuw schoolgebouw Ook toenj Mr. C. J. Woudstra in raad: strikte onpartijdigheid Zaterdag 31 oktober 1964 Tweede blad no. 31404 Redevoeringen voor reünisten Uit alle delen van ons land kwamen vanochtend vroeg vele honderden oud leerlingen van de Leidse h.b.s., het tegenwoordige Rembrandt-Lyceum, in de Sleutelstad aan. De oudsten onder hen deden nog voor de eeuwwisseling eindexamen, de jongsten dit jaar. Als reünisten verkeerden zij zonder uit zondering in een opgewekte stemming. Gezamenlijk zouden zij deze zater dag het eeuwfeest van „hun" h.b.s. vieren. Na de officiële herdenkingsbij eenkomst, die vanmorgen in de propvolle Stadsgehoorzaal plaats had, met een tocht langs het oude schoolgebouw aan de Pieterskerkgracht, 'n vrolijk weerzien in de huidige school aan de Burggravenlaan, waar ook receptie is, een goed verzorgd diner in de Stadsgehoorzaal, een kleurrijke musical avond in de Schouwburg en een nachtelijk bal in eerder genoemde zaal. 17 L [te klein en het ls bovendien verou- ILerVOlie Slclcil - m m HIM 1 Natuurlijk ben ik bijzonder verheugd met de zes noodlokalen op de vroegere binnenplaats, maar het blijft een noodoplossing, aldus de bilerende school voor de bekwame wijze, waarop zij de leerlingen op voeden en onderrichten. Op de re sultaten van de eindexamens kun- re met gepaste trots terugzien n de 73 kandidaten slaagden, de heer Blom. De rector ging voorts in op de klachten, die men wel hoort over „de jeugd van te genwoordig". Deze klachten waren er volgens de heer Blom vijftig jaar ge leden ook. Het spreekt vanzelf, dat er onder de leerlingen lastige, verve lende, luie en domme exemplaren" zijn. Maar die zijn er altijd geweest! Evenzeer waren die er vroeger en zijn prettige, intelligente en hard werkende leerlingen. Naar de vaste overtuiging van de heer Blom nu in niet mindere mate dan vroeger. En de geest van verbondenheid met de school laat bovendien niets te ïr, aldus de rector. Hij in dit verband op het grote aandeel, dat de leerlingen hebben ge had in de organisatie van de jubi leumfestiviteiten. (Het feest duurt voort). van dienst Behalve de reünisten waren op de herdenkingsbijeenkomst aanwezig mej. drs. H. van der Vliet, inspec- trice van het V.H.M.O., tevens afge vaardigde van de minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen, wethouder S. Sannes, die op deze feestelijke dag de burgemeester ver tegenwoordigde, mevrouw J. W. Vo gelenzang-Smit, namens de Commis sie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs, de rector van de jubile rende school, dr. J. W. Blom, de oud rector, dr. J. D. A., Boks, hoofden van scholen voor v.h.m.o., hoofden van scholen voor l.o. en voortgezet onderwijs, vele leraren en oud-lera ren van het Rembrandt-lyceum, het bestuur van de schoolvereniging M.T.G.S. en de redactie van het Uiltje, de schoolkrant. Historie Nadat allen met moeite hun plaats hadden gevonden, trad als eerste feestredenaar wethouder Sannes naar voren. Hij beperkte zich in zjjn toespraak in hoofdzaak tot het re leveren van enkele historische bij zonderheden. Nadat de wet op het middelbaar onderwijs in 1963 was aangenomen, besloot de Leidse gemeenteraad op voorstel van B. en W. op 28 juni 1964 het stedelijk gymnasium (met zesja rige cursus) op te heffen en hier voor in de plaats op te richten een gymnasium (zonder B-afdeling) en een hogere burgerschool, beide met vijfjarige cursus. Tot directeur van de hogere burgerschool werd enkele weken later dr. D. de Loos benoemd, terwijl ook tien anderé leraren wer den aangesteld. Op 27 en 28 septem ber 1864 werden de toelatings-exa- mens afgenomen, waarna op 4 okto ber in het gebouw aan de Pieters kerkgracht de lessen een aanvang namen. Het aantal leerlingen steeg in honderd jaar van zesentwintig tot bijna zeshonderd. De eerste kwart eeuw werd de school uitsluitend door jongens bezocht, in 1889 deden drie meisjes hun intrede, twee in de eer ste en één in de derde klas. Wat de huisvesting betreft, in september 1915 namen de leerlingen het huidige schoolgebouw aan de Burggraven- laan in gebruik. Van een vooruitziende blik getuig de volgens de wethouder de heer B. M. Noach, leraar sinds 1914 en nog steeds in Leiden woonachtig, in een artikel in het Leidsche Dagblad van 13 september 1924, toen hjj voorzag, dat het nieuwe gebouw in een „af zienbare toekomst", ondanks zjjn ruimte voor vijftien klassen, te klein zou worden. Hjj heeft, zo vervolgde de wethouder gelijk gekregen, want twee jaar geleden werden als depen dance vijf lokalen van de lagere school aan de Bjjnsburgersingel be trokken. Voor leraren en leerlingen was dit een bijzonder onaangename toestand. Vandaar de bouw dit jaar nog van zes noodlokalen achter de school aan de Hoge Rijndijk. Niet alleen -de aantallen leerlin gen en leraren zijn toegenomen: er is een grotere keuze-mogenjkheiü dan aanvankelijk het geval was. Op 14 juli 1924 namelijk besloot de ge meenteraad tot oprichting van „eene literair-economische alüeehng", een afdeling H.B.6.-A na de aerae klas. Dat deze maatregel in een behoefte voldeed bleek hieruit, dat by de aan vang van de nieuwe cursus 11924- '25) tweeentwintig leerlingen daar van gebruik maaaten. Een volgende uitbreiding onderging het programma door de oprichting van een gymna siale afdeling in 1957, waarmee de school een lyceum werd. De eeuw overziende meende de wethouder dat de school kan terugzien op een „eer volle staat van dienst". Ontwikkeling De ontwikkeling gaat echter voort en een verdere uitbouw van de on derwijsmogelijkheden staat op het programma, aldus de wethouder. Het is te hopen, dat bij het Rijk nog eens financiële medewerking zal kun nen worden gegeven voor de opge- Klachten Dr. W. BLOM prikkelende artikelen richte gymnasium-afdeling. Verder zal er binnen het kader van de Mammoet-wet mettertijd een h.a.v.o.-afdeling moeten komen. Ook al zjjn wat betreft de huisvesting door de plaatsing van de noodlo kalen de ernstigste moeilijkhedet op dit moment verdwenen, het neemt niet weg, dat het huidige gebouw niet meer aan de behoeften voldoet. Er zal dan ook binnen afzienbare tijd in de bouw van een nieuwe school moeten worden voorzien, zo eindigde de wethouder zijn toespraak. Toekomst De rector van het Rembrandt- lyceum, dr. J. W. Blom, ging in zjjn beschouwing over de school nu en in de toekomst nader in op de wen sen, die de wethouder van onder wijs aan het slot van zijn rede uit sprak. Bovenaan het verlanglijstje, staat aldus de rector de subsidiëring van de gymnasiale afd. door het Rijk. Deze afdeling heeft zich op zeer redelijke wijze ontwikkeld: bij het eerste eind examen in 1963 waren er acht kan didaten, van wie er zeven slaagden, bij het eindexamen van dit jaar slaagden elle elf kandidaten, in de eindexamenklas van de aan de gang zijnde cursus zitten vijftien leer lingen, in de op één na hoogste klas achttien leerlingen. Wat de tweede wens, de totstand koming van een h.a.v.o.-afdeling, be treft, deelde de heer Blom mee, dat het gemeentebestuur reeds een vcTzock bij H.M. de Koningin heeft ingediend om een dergelijke afdeling te mogen oprichten. Naar mijn per soonlijke overtuiging zal de h.a.v.o. in een maatschappelijke behoefte voorzien en kan deze nieuwe school soort een aanwinst in ons onderwijs bestel worden, aldus de rector. De heer Blom vroeg vervolgens aandacht voor de huisvesting van de school, die op het ogenblik te wen sen overlaat. Hij twijfelde er niet aan of het nieuwe schoolgebouw zal er komen. Het huidige gebouw is Dat de commissie van toe- i zicht op het middelbaar onder- i wijs ook een eeuw geleden i nauwlettend waakte over de hogere burgerschool blijkt wel I zeer duidelijk uit haar brief i de directeur over „vernon klachten inzake aard en hoe- veelheid van het huiswerk der leerlingen". Deze brief is geda- teerd 4 november 1864, precies een maand nadat de school met t zesentwintig leerlingen was be- gonnen. Men kan zich afvragen tot welke opmerkingen de com- missie gekomen zou zijn. Indien zij de hedendaagse eisen had gekend! De heer Blom bracht vervolgens hulde aan alle docenten van de ju- Hij wijdde hierna enkele woorden aan de klachten, die van verschil lende kanten over het v.h.m.o. den geuit. In een aantal uiterst prik kelende artikelen, die kort geleden over het Nederlandse v.h.m.o. zijn verschenen, verwijt men ons op mid deleeuwse wijze te werken, zei de heer Blom. Waarom wordt het on derwijs geen research toegepast, als bij de landbouw, de veeteelt, de industrie, luidt hier en daar de vraag. De heer Blom citeerde in dit verband een artikel in A.V.M.O.- weekblad, waarin wordt gezegd, dat men niet moet denken, dat er ooit een onfeilbare methode van lesg zal worden uitgevonden. Als men vier soorten varkensvoer heeft en gaat die toedienen aan vier groepen van elk honderd varkens dan is het mogelijk na een bepaalde tijd vast te stellen welk voer het meest effi ciënt is, en dan kan men dit aar alle varkens voorzetten. Maar dit kan men niet bij leerstof en kinderen. BU het ene kind krijgt men het ei deze manier het beste in en bij het andere kind op die manier. De heer Blom wilde echter toegeven, dat ons land tot nu toe zeer weinig i dacht is besteed aan de pedagoglsch- didactische opleiding van de lera ren. Maar alle zaligheid is daar zeker niet van te verwachten. De rector moest ook toegeven, dat men op het ogenblik nog steeds kampt met tekort aan bevoegde docenten. Daar stelde hij echter onmiddellijk tegen over, dat er zich onder de onbevoeg den zeer velen bevinden die zich op zeer bekwame wijze van hun taak kwijten. Wij moeten deze docenten dankbaar zijn voor de kans, die zij ons geven het onderwijs gaande te houden, wat meestal gebeurt ten koste van het succes bij hun eigen studie, aldus de rector. Die wordt soms jaren door verlengd en moet onder grote druk worden volbracht. Hulde NIET ZONDER NOODZAAK Mannenwerk blijft mannenwerk „Mannenwerk", wij schreven daar deze week over in verband met het plaatsen van vuilnisemmers langs de openbare weg. kan „mannenwerk" blijven. Uit het ons verstrekte c muniqué en de huis-aan-huis-be- zorgde brochure zijn n.l. de woorden „zonder noodzaak" weggevallen. In de Politie-verordening, welke deze materie regelt, is in artikel 9. lid C, wel degelijk opgenomen, dat het verboden is zonder noodraak tussen 6.00 uur 's morgens en 19.00 uur des avonds vuilnisemmers op de weg te plaatsen of geplaatst te heb ben voordat een luidklinkende bel de komst van de Reinigingsdienst heeft aangekondigd. Artikel 9, lid d. bepaalt, dat het verboden is zonder noodzaak vuilnis emmers op de weg te laten staan nadat ze geledigd zijn. De woorden „zonder noodzaak' zijn in de tekst van de verordening opgenomen om tegemoet te komen aan hen die door overmacht niet in staat zijn aan de genoemde bepalin gen te voldoen. Kort samengevat kan men de al dus weergeven: 1. Geen vuilnisbak ken buiten zetten vóór de vuilnis wagen komt, tenzij men door macht gedwongen is de bakken der buiten te zetten; 2. Vuilnisbak ken direct na het ledigen weer bin nen halen tenzij men door overmacht gedwongen is dit later te doen. Mannenwerk kan dus mannenwerk blijven! Concert Alma Materkoor Dinsdag a.s. zal bovengenoemd koor in de Stadsgehoorzaal hun jaarlijkse concert geven. Aan dit concert werken mee An nette de La Bije, sopraan, een leer linge van Ravelli en mevrouw Dres- Op het eerste Internationale Vocalisten-concours in Den Bosch, in 1954, behaalde zij een eerste prijs. Op het concert brengt zij „Exultate Jubilate" van Mozart ten gehore. Ook de bekende bas-bariton Max m Egmond verleent aan dit concert zijn medewerking. Hij behaalde op het internationale muziekconcours te München de hoogste onderscheiding in de afdeling concertzang. De begeleiding wordt verzorgd door het Residentie Kamer Orkest, het geheel onder leiding van Wim Wakelkamp. Officiële publikatie VERORDENING OP DE STRAATPOLITIE. De aandacht van het publiek wordt erop gevestigd, dat het Ingevolge het bepaalde ln artikel 55 van de verorde ning op de Straatpolltle dezer ge meente ln het algemeen ls verboden zich ln de parken bulten de wegen en paden te bevinden. Van deze bepaling waren reeds lang uitgezonderd de tot speelweide be stemde en als zodanig aangeduide grasvlakten j- Thans is e ook vastgesteld Zeesleepvaart: fascinerend werk De Nederlandse sleep vaartbedrij ven L. Smit en Co en Wijsmuller slepen 70 a 80 procent van alle gro te objecten over de wereldzeeën. Veertig venijnige Nederlandse sleep boten weten ondanks concurrentie landen als Duitsland, Italië, Ja pan en Amerika het leeuwedeel van deze grote sleepkarweien in handen te houden. Dat deze Nederlandse schepen en hun bemanningen hun taak voor 100 procent aan kunnen werd bezoekers van een lezing, die K. en O gister avond in de foyer van de Leidse Stadsgehoorzaal organiseerde, duide lijk. Onder de titel „Slepen en ber gen over de gehele wereld" zou de heer Wüke J. Neehus een beeld ge ven van dit brok nationale trots, maar hij was verhinderd en zijn taak werd overgenomen door de heer Van der Merwe van Weismuller uit LJmuiden. Na een korte inleiding, waarin de heer Van der Merwe een beknopt historisch overzicht van het ontstaan van de zeesleepvaart gaf, liet hij een aantal dia's zien. die de vele facetten van het bedrijf toon den. Veel facetten, want naast sleepwerkzaamheden aan alle moge lijke en onmogelijke drijvende zaken verricht de firma Weismuller assistentie aan schepen die in nood verkeren, aan grote zeeschepen, die moeilijk op eigen kracht havens en sluizen kunnen passeren en nog vele taken meer. De heer Van der Mer we voorzag zijn dia's van een kundig commentaar. Vervolgens werd een filmisch sleepreisje over de wereld zeeën gemaakt. Na de pauze werd een füm vertoond die het werk van Weismuller bi) bergingen en het hulp verlenen aan schepen in beeld bracht. De avond werd besloten met een kleurenfilm over een sleepreis met een gigantisch eiland. De films dia's zijn door het personeel aan boord van de schepen gemaakt. Ama teurs dus, maar de kwaliteit van hun werkstukken was voortreffelijk. Nagedachtenis dokter R. J. Th. P. Niemer Op 25 sept. 1964 verscheen ir. *t blad een oproep van een comité, sa mengesteld uit collegae en oud-pa tiënten van wijlen dokter R. Niemer. De bedoeling hiervan was te komen tot plaatsing van een gedenkteken op zijn laatste rustplaats en tevens tot het aanbrengen van een aan denken in het St.-Elisabeth-Zie- kenhuis te dezer stede. Van vele zijden mocnt het comité reeds bewijzen van instemming ont vangen. Voor hen, die alsnog willen bijdra gen, bestaat hiertoe nog gedurende korte tijd gelegenheid op gironum mer 9013 van de Twentsche Bank N.V. in Leiden onder vermelding „Gedenkteken dokter R .Niemer". Het comité: A Schlatmann Oegstgeest, H. Cborus-Borgers Oegstgeest, G. van Praag, gynaecoloog Leiden, G. van Don gen-te Nijenhuis Leiden, A. To- lenaar-Roebroek Leiden, A. Nijssen- Van den Berg Voorhout. D. Veen- huijzenWardenier Alphen aan den Rijn. A van Woerden-Walenkamp Oegstgeest. Grote belangstelling in Burgerzaal Groot was de belangstelling en hartelijk de sfeer bij het afscheid dat gisteren van Leidens burgemeester Jhr. mr. F. H. van Kinschot genomen werd. Na de buitengewone raadzitting, waarin de loco- burgemeester, wethouder S. Menken, de scheidende burgemeester de zilveren ere-penning van de stad aanbood, hebben tientallen vertegenwoordigers van het Leidse industriële, maatschappelijke en universitaire leven tijdens een geanimeerde receptie in de Burger zaal van het Stadhuis afscheid van het echtpaar Van Kinschot ge nomen. Vooraf deed dit mr. C. J. Woudstra namens de Leidse raad. In zijn toe spraak wees mr. Woudstra er o.m. op, dat de burgemeester er in zijn Leidse achttien jaren in is geslaagd een strikte onpartijdigheid aan de dag te leggen. Als voorzitter van de raad hebt U, aldus spreker, een ieder steeds het volle pond gegeven. T.a.v. de spreektijd hebt U ons nimmer ge rantsoeneerd. bij de debatten ook al konden die lang worden was steeds uw vraag: hoe lang denkt U Zoekt U een gouden armband of collier nog te spreken? In uw leiderschap toonde U een grote mate van sou plesse, waarbij het ons opviel, dat U steeds op de bres stond voor de een heid van het College van B en W. Daarnaast, aldus mr. Woudstra, hebt U steeds gestreefd voor een prettige sfeer in de raadszaal, hetgeen U mede lukte door uw groot gevoel voor hu mor. Tenslotte schonk spreker aan dacht aan de persoonlijke interesse van de burgemeester en diens echt genote in blijde en droeve dagen. Van uw beider sympathie waren wij, en geheel Leiden, in die ogenblikken overtuigd. Namens de raad bood spre ker het echtpaar Van Kinschot een fraaie salontafel aan. Bij de hierna volgende receptie, welke werd bijgewoond door tal van vertegenwoordigers van het Leidse maatschappelijke, culturele, kerke lijke en universitaire leven bood om. de burgemeester van Oegstgeest, de heer H. L. du Boeuff, namens de col lega's van de scheidende burgemees ter een geschenk aan. Op onze foto zijn dit v.Lnj. de burgemeesters van Oegstgeest, Voorschoten, Leiderdorp, Valkenburg en Katwijk. Geschenk van Leiden Voor al deze belangstelling toonden zich de heer en mevrouw Van Kin schot oprecht dankbaar. Eerst tegen half zes viel „het doek" over deze hartelijke afscheidsreceptie, welke vaqdaag nog een voortzetting vond. Het was mr. Ph. J. de Ruyter de Wildt, die hedenochtend in de Bur gerzaal van het Stadhuis het echt- Wethouder S. Menken biedt de burgemeester de zilveren ere penning van Leiden aan. (Foto L.D./Holvast) Burgemeesters van omliggende gemeenten nemen afscheid van hun Leidse collega. Van links naar rechts de burgemeester Du Boeuff van Oegstgeest. De Kool van Voorschoten. Gallas van Leiderdorp, Van der Have van Valkenburg. Duiker van Katwijk en burgemeester Van Kinschot en echtgenote. (Foto L.D./Holvaet)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 3