EUGENE DELACROIX Brutaal" bod Kom er ACHT-er Voorspellingen van Roozenburg - systeem óók als inleiding Vrij van anderen en van zichzelf Zaterdag 17 oktober 1964 Naar fgeluk' en verveling' (Van onze correspondent) De schilder Eugene Delacroix, geboren in 1798 begon in 1822 een dagboek bij te houden. Twee jaar later stopte hij ermee. In 1847 hervatte hij de gewoonte aantekeningen temaken. Hij heeft het volgehouden tot vijf weken voor zijn dood in 1863. Het is niet zeker dat hij tussen 1824 en 1847 niets heeft opge tekendDe tuinman van Delacroix' buitenhuis te Champrosay had na diens dood de taak het te onderhouden. Hij dacht er goed aan te doen de zolder op te ruimen en hij verbrandde stapels schetsen en papieren, welke hij daar vond. Acht dagen was hij ermee bezig. Het is bijna zeker dat daarbij ook aantekeningen voor het „Journal" zijn geweest. Wat er overbleef vult nog ,drie grote octavodelen evenals de eveneens uitgegeven correspon dentie van de schilder. Men mag niet zeggen dat er aan Delacroix een schrijver verloren is gegaan want btJ is er, zoals blijkt uit die nage laten schrifturen, een geweest. In de pocketserie 1018 (Pion, Parijs) is een keuze uit de dagboeken verschenen. Het is een dubbel deel en het be vat veel belangrijks al mist men na tuurlijk ook één en ander dat men graag had gelezen zoals b.v. Dela croix oordeel over de fotografie. lacroix was toen te Dieppe: „Van middag zou er een groot schip, dat men clipper noemt te water worden gelaten. Nog weer zo'n Amerikaanse uitvinding om vlugger te gaan, steeds vlugger. Wanneer men reizigers zal hebben kunnen onderbrengen in een kanon, zodanig dat zo'n kanon hen zo snel als kogels naar alle richtin gen, waarheen zij maar willen rei zen, zal kunnen sturen, zal de be schaving zonder twijfel een grote stap vooruit hebben gedaan. Wij zjjn onderweg naar die geluk kige tjjd, die afstand en ruimte zal opheffen maar die de verveling niet zal kunnen opheffen, d.w.z. de steeds groeiende noodzakelijkheid de uren, die heengingen met komen en gaan althans voor een deel te vul len". Dat schreef Delacroix dus in 1854, QQY JlllsS V6YJ16 10011 de 25"iari^e Jules Verne nog secretaris was van het Parijse Thea tre Lyrique, een operette-schouw burg en meer dan een eeuw voor Cape Canaveral. Delacroix naar een Daguerreotype uit 1842 Twee pagina's hebben me bijzon- dor getroffen. De eerste is een aan tekening van 27 augustus 1854. De- Onze damrubriek In onze vorige rubriek ein digden wij met de Roozenburg- speelwijzf m de opening en we zen Op de meerslag-finesse welke ontstaat na de twee-om- twee ruil. Men stuurt het hier tegen woordig steeds meer op aan om een goede aanvalstelling te ver krijgen. Natuurlijk kan men ook langs andere wegen soortgelijke po sities verwerven, maar hier wordt het Roozenburg-systeem als inleiding daartoe gebruikt. Onbekendheid met deze meer- slagfinesse kan goede kansen ongebruikt laten. Alvorens hierop nader in te gaan, willen wü eerst eens bekend ma ken met de Stahlberg- verdediging tegen het Rozenburg-systeem, waar in we dan zien dat de aanvaller met het afdwingen van de twee-om- twee nog zo maar niet klaar is. Hier 1. 33-29, 19-23; 2. 35-30, 20-25; 3. 40-35, 14-19; 4. 44-40, 10-14 5. 50-44, 17-22; 6. 31-27, 22 x 31; 7. 36 x 27, 11-17; 8. 38-33, 6-11; 9. 30-24, 19 x 30; 10. 35 x 24, 14-20; 11. 41-36, zie diagram. Van der Sluis SU üf B 5 het eerste diagram. Op 11-16 volgt 35-30 en 26-21. Op 9-13 of 10-15 komt 37-32, 11-16; 32 x 21, 16x27; 26-21 en 38-32 met dam op veld 1. We zouden geneigd zijn te zeggen dat de witspeler bekend is met de Stahlberg-verdedlging, maar 't ver volg leert ons anders. Zoals we al eerder zagen kan zwart nu het beste 8-13 spelen en dat mochten we hier van hem als Roozenburg- sy steemspeler toch verwachten. Maar hij vervolgde met: 11. -, 18- 23; 12. 37-32, 11-16; 13. 32 x 21, 16 x 27; 14. 48-42, 23 x 32; 15. 46-41? En hiermee bewijst wit o.i. niet al leen het vervolg met direct 33-29 niet te kennen, maar dat ook de meerslag-finesse hem onbekend is. Het is dit tempoverlies dat zwart in staat stelt zich hiermee te ver dedigen. Op direct 15. 33-29, 24 x 33; 16. 39 x 37, hebben we zo als we' nu weten, een winnende aanval tegen schijf 27. Witis natuurlijk wel iets van plan, maar komt nu te laat. 15. -, 7-11; 16. 33-29,, 24 x 33; 17. 39 x 37, 9-13; 18. 37-32, 11-16; 19. 32 x 21, 16 x 27; 20. 41-37, 13-18! en wit zal verbaasd gekeken hebben dat hij zijn aanval plotseling gestopt zag! In het verdere verloop kreeg wit dan ook geen kans meer en kon zwart een sterk centrum opbouwen. F. Gordijn. Onopgemerkte meesterwerken De andere is een notitie van 21 fe bruari 1856: „Zeer briljante mannen hebben nooit meesterwerken voortge bracht. Zij hebben bijna altijd werk gemaakt, dat voor een meesterwerk is doorgegaan op het ogenblik van zijn ontstaan, als gevolg van de mode, of omdat het net zo in een of andere kraam te pas kwam. Tezelfdertijd bleven de werkelijke meesterwerken van de geest onopgemerkt temidden van de veelheid of ze werden op scherpe wijze veroordeeld vanwege hun ogenschijnlijke vreemdheid en hun verwijdering van de ideeën van het ogenblik. Later verschenen zjj dan weer en werden zij geprezen en naar waarde geschat terwijl de conventionele vor men, die de kortstondige werken in de mode hadden gebracht, waren vergeten. Het komt maar zelden voor dat dit recht niet vroeg of laat wordt gedaan aan de grote voortbrengse len van de menselijke geest Het is verleidelijk daarbij het com mentaar te plaatsen van de vraag of vele moderne critici zoiets niet eens in hun oren moesten knopen. Hoe wel een criticus, die alles met maat- De Amsterdamse speler Stahlberg kwam in deze stand met het sterke: 11. -, 9r14; en wit moet nu even heel goed oppassen. Op 40-35 volgt 16-21 en 25-30 met schijfwinst. Op 42-38 volgt: 14-19, 40-35; 19 x 30, 35 x 24; 25-30! 34 x 14; 23 x 34, 39 x 30; 13-19, 24 x 22; 17 x 50. Wel kan wit de dam door 32-28 afnemen, maar schijf 14 blijft in verloren po sitie. Vervolgt wit met het ons nu bekende 33-28 voor de twee-om- twee dan volgt: 12. 33-28, 14-19; 13. 40-35, 19 x 30; 14. 35 x 24, 3-9; 15. 28 x 19. 18-22; 16. 27 x 18, 12 x 14; en hoe moet wit zich nu tegen de aanval op schijf 27 te weer stel len? Door het ontbreken van een schijf op 38 kan hij zich niet ver dedigen met de meerslagfinesse door 38-33. Hij forceerde de twee om twee zonder deze mogelijkheid en dat kan funest zijn. Gedwongen is nu: 17. 45-40, 14-19; 18. 40-35, 19 x 30; 19. 35 x 24, 9-14; 20. 44-40, 14-19; 21. 40-35, 19 x 30; 22. 35 x 24, 13-18! dreigt 18-23. Op 24-19 zal zwart door 4-9 en 9-13 vrij zeker winnen, dus 23. 32-28, 17-22! 24. 28 x 6, 18-23; 25. 29 x 18, 20 x 40; en zwart wint na 26. 39-34, 40 x 29; het stuk op 18. Het beste voor wit is dus te spe len: 12. 43-38, maar na 14-19; 13. 40-35, 19 x 30; 14. 35 x 24, 17-21; moet'wit toch een3 komen met 33- 28 en na de twee om twee geeft dit zwart weer goede kansen tegen de voorpost 27. i^„heen-en-weer-trek- ken afgelopen. De rust daarbuiten keerde terug, er zijn na al het aangenaam verpozen nauwelijks meer schillen en dozen te zien. De herfstzon speelt door de bomen van het verlaten bos. De mensen zoeken hun vertier elders Op het voetbalveld bijvoorbeeld. (Foto Leldsch Dagblad) De natuur wist alle zorgen uit. Het is alleeen jammer, dat er nog maar zo weinig échte natuur over is, om iedereeen van zijn nervositeit te verlossen en dat er elk jaar weer een stukje natuur minder beschikbaar is. Rousseau's „terug naar de natuur" zal misschien binnenkort een totale onmogelijkheid zijn Praktijk Nu gaan we eens in de praktlijk kijken en hebben dan een mooi voorbeeld aan de party tussen P. Bergsma uit Roordahuizen met wit en de Amsterdammer W. v. <L Sluis, gespeeld in het kampioenschap van Nederland 1964. 1 32-28. 16-21; 2. 31-26, 18-22; 3. 37-32, 11-16; 4. 41-37, 7-11; 5. 34-29, 20-24; 6. 29 X 20, 15 x 24; 7. 40-34, 13-18; 8. 46-40, 21-27 9. 32 x 21, 16 £N tóch: juist in het najaar kan 't vér van de stad - fas cinerend mooi zijn. De stilte, waaraan wij allen op z'n tijd dringend behoefte heb ben, kunt ge er vinden, maar slechts weinigen zoeken haar op. Is men daartoe niet meer in staat door de duizelingwekkende vaart, waarin het moderne leven zich voltrekt j LS tegenwicht voor alle rusteloosheid is een kort toeven A- onder het laatste bladerdak een probaat geneesmiddel, beter dan alle kunstmatige, die bij bosjes op de markt verschijnen. T~ï AAROM: zo lang 't kan, zie, dat ge op een zonnige herfstdag de stad verlaat en profiteert van de laatste resten, die de wereld overliet aan een door rumoer geplaagde mensheid. Het zullen er - wij wéten 't - slechts enkelen zijn. Want de meesten hebben 't veel te druk met anderen en 4 mét zichzelf. Tot ze ontdekken, dat alleen de stilte hen werkelijk „vrij" kan maken, d.w.z. vrij van die anderen en van zichzelf. FANTASIO staven van de eeuwigheid zou meten, toch ook een vervelend sujet zou zijn. Losse velletjes De brocheertechniek van pocket boeken als het onderhavige is voor een raadselachtige. Iedere pagina die men omslaat, slaat los zodat men aan het slot van zijn lectuur 190 losse velletjes in een verfomfaaid omslagje overhoudt. Dat brengt overigens de anekdote in herinne ring, die de schilder-criticus Kasper Niehaus eens van Jozef Israels heeft medegedeeld. Israels woonde 's zo mers in een villa te Scheveningen. Iedere dag reisden hij met de stoom tram naar zijn atelier in Den Haag en hij keerde er aan het einde van de middag weer mee terug. Om de tijd van het reisje te korten las hij Franse romans, bij voorkeur Zola. Iedere keer, wanneer hij twee pagi na's had gelezen scheurde hij die uit het boek en liet het velletje uit het coupéraampje waaien. Zo had hij steeds minder mee te dragen en kon hij het boek gemakkelijk in de zak van zjjn geklede jas steken. Met zo'n pocket als die van het Journal van Delacroix had hjj niet eens behoeven te scheuren. Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. Onze bridgerubriek onfortuinlijks P Bridgevraag van deze week: Oost gever, NZ kwetsbaar, parenwedisbrijd. Zuid heeft: Sch. A, 7, 5, 4, 3; Ha. 6, 5, 2; Ru. B, 10, 2; Kla. oost past - zuid past - west één harten - noord doublet - oost twee harten - zuid twee schoppen - west past - noord vier rui- ten - oost past - wat moet zuid doen?? Antwoord elders op deze pagina. U speelt als NZ in een vier- tallentoernooi tegen twee niet alleen sterke, doch ook als zeer aggressieve bieders bekend staande tegenstanders. West ls gever, allen kwetsbaar - en als Zuid hebt u: Sch. V, 10, 7, 6; Ha. H, 5, 3; Ru. A, B, 4; Kla. H, V, 2. West en noord passen - oost opent in de derde hand met drie ruiten. Indien NZ een „doublet" in deze situatie niet als strafdou- blet spelen, wat moet zuid dan thans bieden?? De situatie kwam voor tijdens het toernooi van de Gooise Bridge Club dat begin september werd gehouden. OW in dit spel was het paar Kreyns-Rijke, dat samen met Kokkes-Van Heusden in de hoogste afdeling de eerste prijs won. De zuidspeler die voor dit lastige probleem werd geplaatst, doubleerde (informatief) waar na west paste en noord vier harten bood. Dit eindcontract werd ge doubleerd door west en het ging twee down: begrijpelijk, als men de gehele speluitleg ziet. Sch. A, B, 3 Ha. V, 6, 4, 2 Ru. 5, 3, 2 Kla. A, 9, 4 Ha. A, B, 10, 8, 7 Ru. 9, 8 Kla. 10 Ru. H, V, 10, 7, 6 Kla. B, 8, 7, den van een wel s samenloop van Ten dele is hier zeker wel van pech sprake, want oost trof voor f zijn bod een klimaat, dat hij zich F niet beter had kunnen wensen. f Toch gaan NZ niet geheel vrijuit I Noords bod van vier harten is twij- v felaohtig - zeker heeft hij teveel :ti aan hoge kaarten om slechts drie i harten te bieden, maar zijn troef- Ie kleur is zó schamel dat vier harten je te gewaagd lijkt. Vooral ook, om-f. dat na oosts openingsbod een gun-1 stige verdeling in de andere Weu-i ren dan ruiten, hoogst onwaar schijnlijk lijkt. Noord had er beter i van de nood een deugd te makn en te passen. Hoewel hij niet v«l in ruiten heeft, is zijn spel zeter sterk genoeg om het downspeen van het contract te verwachten. Maar zelfs è.ls noord dat gedaan zou hebben, hebben NZ het belooïla land nog niet bereikt. Slechts ill zuid met schoppen klein zou uitto- men, noord neemt en in sla* 2 ruiten na (die zuid dan het béte kan laten lopen ais oost de her speelt)geeft de maximale sp. brengst aan 6trafpunten. Bij anter tegenspel, bijv. uitkomst met ka- verheer, zullen NZ moeten zwoejtn om oost alsnog dOwn te krijgjn. Bovendien weegt één of twee dors 0200 of 500) niet op tegen de miste manche. De vraag blijft da, I of het ideale tegenspel gevond« had kunnen worden en op zju minst mag men dat, met dich< kaarten, hoogst twijfelachtig hoé- Keren wij tenslotte terug naai zuids probeem Wat te doen r ruiten? Als zuid toch van plan li in de bieding te komen, lijkt het beter dat hy drie Sansatout zeft Het is waarschijnlijk, dat Noord enige kracht heeft - bovendien ii er geen biedruimte meer over on nog onder het niveau van drie SA, subtiele inlichtingen met de part ner te gaan uitwisselen. Gedwon- gen door de omstandigheden, moei zuid het risico maar nemen. Wisse len wij de west- en noordspellei om, dan kunnen NZ vier schoppe» bereiken (zuid 3 SA-noord 4 rui ten - zuid 4 schoppen) en makes als zuid goed speelt! Het Kla. H, V, 2 brutale openingsbod (drie ruiten) van oost, pisch voorbeeld van „het verkeerde bod op het juiste ogenblik"! Oost taxeerde goed, dat NZ vermoede- lük een manchebod konden maken. Het risico dat hy nam werd rijke lijk beloond, doordat NZ dus in de verkeerde manche (vier harten), inplaats van in het onverliesbare eindcontract van drie SA kwamen - dat aan de andere tafel werd geboden. Pech Kom er ACHT-er 1. boor langer 2. bordje stilte a.u.b. aan muur 3. rasterwerk lamp anders 4. vestjeszak met pijp van tandarts 5. gebit op de gi-ond 6. mond verpleegster anders 7. lampje boven de deur 8. voet aan grote lamp W. H. FILARSXI ïjiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin H Antwoord op bridgevraag: EE Noord heeft kennelijk een bijzonder sterk spel - zo H sterk, dat 't bijna een twee- EE openingsbod waard was. Zon- der twijfel heeft noord ook r het een en ander In klaver, f Ifl zodiat zuid hem in die kleur ook goed helpen kan. De H troefsteun die zuid heeft te EE voor een zó sterk geboden j| kleur meer dan voldoende; EE daarnaast vervult schoppen- aas een belangrijke rol. Bo- EE vendien kan noord onmoge- lijk veel te verliezen in har- EE ten hebben. Zuid moest zes ruiten bieden - noord had-: f Sch. H, 2; Ha. 4; Ru. A, H, s V, 9, 8, 5; Kla. A, B, 7, 2. EEE Zoals zovaak gebeurt, had west in de den-de hand op EE een slap spel met enige hartenkracht geopend, Niet- temin behoren NZ daarna EE hun slembod te bereiken. iTiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii f"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 10