Vroeg of iaat nppft de protestanrschristfiiiike vrouw de voorkeur aan ERIN SE S ChaDlins biografie beleeft enorme oplagen Jubilerend Residentie - met Pijper, Bar tok en Orkest Mozart kunst kaleiöoscoQp aiies GsOkan met EElaüil/Er VEEL mJsTËND SNÖBÏSME Nieuw' en ,oud' voor en na pauze EEN FEESTELIJKE TINT Toch slechts voor een deel boeiend Opgericht 1 maart 1860 Vrijdag 2 oktober 1964 Derde blad no. 31380 Advertentie Parijse successen in Kon. Schouwburg Met Edwige Feuillère, Yves Montand en Curd Jürgens In de Kon. Schouwburg te Den Haag zullen drie successtukken van het Parijse repertoire worden opge voerd met in de hoofdrollen Edwige Feuillère, Yves Montand en Curd Jürgens. De voorstellingen worden als „grant gala's exceptionnels" ge bracht door .„Les productions thea- trales George Herbert" uit Parijs in samenwerking met de N.V. In ter- natenale Theater Producties. Op maandag 9 november zal een voorstelling worden gegeven van „La Parisienne" van Henry Becque met in de titelrol Edwige Feuillère, op dinsdag 9 februari 1965 zal „Des clowns par milliers" van Herb Gard ner worden gespeeld met in de hoofdrol Yves Montand en tenslotte zal op dinsdag 23 maart 1965 „Le fil rouge" van Henry Denker worden opgevoerd met Curd Jürgens in de rol van prof. Siegmund Freud. Onderscheiding voor conservator Rembrandthuis Gistermiddag heeft de heer M. Muller, conservator van het museum „Het Rembrandthuis" in Amster dam, na een dienstijd van 36 jaar afscheid van het museum genomen. Bij dit afscheid ontving hg uit han den van mr. F. P. Th. Röhlirg van het ministerie van O.K. en W. de versierselen, behorende bij het rid derschap in de Orde van Oranje Nassau. Tijdens het beheer van de thans 70-jarige heer Muller is het aantal bezoekers van het Rembrandthuis, dat in 1927 5700 bedroeg opgelopen tot 57.815 in het jaar 1963. De heer Muller heeft de vriendenkring van ht Rembrandthuis opgericht en hij voert de redactie van het huisor gaan van deze vereniging. Voorts maakte hij door zijn vele geschrif ten, lezingen, klankbeelden e.d. het Rembrandthuis tot een algemeen be kend museum. Advertentie JL O Zestig jaren Residentie-Orkest: er zou een boekdeel te wijden tijh aan de ontwikkeling van dit befaamde ensemble, dat onder zovele dirigenten tot zovele hoogstaande prestaties kwamzelfs tot ver over de landsgrenzen. Vooral sedert Willem van Otterloo het heft in handen heeft. Een feestelijk tintje mocht in dit verband zeker niet ontbreken aan het eerste concert van deze nieuwe serie met een programma en een uitvoering, welke klonken als een klok: t.w. Willem Pijpers „Derde Symfonie", daterend van 1926 en nog altijd „modern" in de beste zin van het woord. Een sterk Nederlandse troefkaart, vooral ook door buitenlandse hand graag getrokken. Voorts Béla Bartöks „Muziek voor snaar instrumenten, slagwerk en celesta (deze uitzonderlijke bezetting typeert Bartöks scheppende geest) en na de pauze terugkeer naar de eenvoud en het oud-vertrouwde in Mozarts blij-gestemde „Krönungsmesse"in 1779 te Salzburg geschreven, vermoedelijk voor de herdenking van de kroning van het wonderdoend Maria beeld Maria am Plain bij Salzburg. Snelle Pijpei „Nieuw" en „oudi" dus in scherpe tegenstelling. Zo héél nieuw waren de werken voor de pauze echter nu ook al weer niet: Pijpers „Derde" is bij Van Ot terloo allang in bekwame hand, ook hoorden wij o.a. in '62 Rartóks waar lijk nog veel genialere compositie on der hem in een gespannen uitvoering. Bij Pijper is de strijd tussen cere- braliteit, intellect zo men wil en in spiratie en gevoel, steeds en vooral in zijn begintijd een hevige geweest. Ook in deze symfonie, waarin de kiemcel het vormgevend element is, komt dit duidelijk naar voren. Opmerkelijk is evenwel, hoe zeer deze symfonie, waar men aanvankelijk als tegen een berg opzag, o.a. in verband met de gelijktijdige toepassing van tonale centra, alweer „in de tijd" gegroeid is. Van Otterloo gaf er een bijzonder gave, stuwkraohtige en gepronceerd geanalyseerde reproduktie van, on danks het feit dat zij in zeer snelle tempi gehouden werd, zodat hij met 14 minuten een héél eind onder de voorgeschreven 1.7 bleef. Ondanks dit en ondanks de op zichzelf zware instrumentatie, bleef ook de doorzichtigheid opmerkelijk gehandhaafd. Geniale Bartók Bartóks „Muziek voor snaarinstru menten" (van 1936) bevestigde op nieuw diens meesterschap. Zo te ho ren is zij een der meest persoonlijke composities van de grote Hongaar Bartók plaatst hier naast de twee strijkersgroepenharp, klavier, trom, bekkens, tam-tam, pauken, xylofoon en celesta. Deze vereist een speciale opstelling op het podium. En de rijke effecten, welke hij ermee behaalt, zijn welhaast ongeloofwaar dig. Het idioom van deze uiterst gecom pliceerde partituur is veelal typisch Hongaars. Met een minimum aan ex pressiemiddelen roept Bartók een uitzonderlijke, dwingende macht over de klank op o.a. ook met ruisende barp. en paukenglissandi en weet daarbij tevens met behulp van celesta en xylofoon de meest verrassende resultaten te bereiken, vooral in het bruisende, als een apothose opklin kende moeilijke slot-Allegro, Van Otterloo wist alle geraffineer de en uiteenlopende finesses van deze van fascinerende geheimenissen doordrenkte partituur met uiterste precisie en in alle schoonheid te i liseren, waarbij de orkestleden hem welhaast feilloos volgden. „Weens leven" Na de pauze Mozarts „Krönungs- messe", waarvoor de hulp was inge roepen van de Wiener Sangerkna- ben". met solisten (sopraan en alt), het „Chorus Viennenisis" (bestaan de uit léden, die eertijds tot die „Wie ner Sangerknaben" behoorden) en de Weense solisten Werner Krenn (te nor) en Emmanuel Heiige (bas). Eigenlijk moet men zo'n mis horen in de „Wiener Hofburgkapelle": vele malen hebben wij zo'n mis daar ge hoord ""en naar onze ervaring is het daar pas ideaal. Het is tegenwoordig „grote mode" zich enigszins geringschattend uit te laten over de prestaties van deze jon gens, omdat er naar veler oordeel tijdens de tournées er zijn niet minder dan vier koren, die jaarlijks op reis gaan! teveel het show-ele ment aan te pas komt. Maar we geven 't U te doen om zó gedisciplineerd, homogeen, door en door muzikaal en klankschoon te zin gen als zij, met eeii kristalheldere sopraansolist op de voorgrond,, wie wij een enkele onzekerheid ge- zijn jeugd héél begrijpelijk graag vergeven. De blijde en toch ook devote stem ming in deze zang werd uitnemend getroffen, waarbij ook in het bijzon der de tenor Werner Krenn zich met zijn geschoolde en gemakkelijk a sprekende stem bepaald onderscheid- Het onzegbaar tedere bekende „Ag- tts Dei" liep uit op een bekroning m deze mis, waarin ontroering en jubel elkaar afwisselden Van deze stijlvolle en op hoog ni- ;au staande interpretatie, waarbij 't orkest zich soms van en te domine rende kant betoonde, door Van Otter- Conny Stuart in spel van Annie Schmidt Annie M. G. Schmidt heeft voor Conny Stuart een spel geschreven ge titeld „heerlijk, heerlijk duurt het langst". Aan het manuscript heeft zij twee jaar gewerkt. De próduktie is in handen van John J. de Crane en mr. P. A. Meer burg. De première van dit spel, waar in Conny Stuart de hoofrol vervult, kan in oktober 1965 in Amsterdam tegemoet worden gezien. De muziek werd geschreven door Harry Bannink. De totale bezetting koor en ballet inbegrepen, zal uit ongeveer 20 personen bestaan. Tournee „De plaatsbekleder" in V.S. afgelast Een tournee van een Amerikaans Toneelgezelschap met het omstreden toneelstuk „De plaatsbekleder" van Rolf Hochhuth door de Ver. Sta ten is geannuleerd, omdat diverse schouwburgen geweigerd hebben, het stuk in hun programma op te nemen. Het stuk loopt nog hi New York. loo met' de vereiste smaak en een w verwant Mozart-inzicht geleid, ging een speciale bekoring uit., waar bij de toehoorders aan geen „proble em" gelijk wellicht toch nog wel i Pijper en Bartók meer werden blootgesteld. Het was een verheffend stukje „Weens leven", dat hier geopen baard werd, waarvan men in de karakteristieke omgeving van de Weense Hofburgkapél op de.Zon dagmorgen zo dikwijls kan genie ten. >it nu ook eens in de Stadsge hoorzaal te mogen ondergaan, be tekende voor ons een intense vreugde. En we geloven zo, gehoord het grote applaus, ook voor de ge lukkig! véle andere luisteraars, Hierboven een opname van de Wiener Sangerknaben"het Chorus Viennensis, en de solis ten Werner Krenn (tenor) en Emmanuel Heiige (bas) tijdens de uitvoering van Mozarts „Krö- nungsmesse", in samenwerking met het Residentie-Orkest, het geheel onder directie van Wil lem van Otterloo. (Foto L.D./Holvast) Onderzoek naar muzikale behoefte in Rotterdam Met 4 stemmen tegen (de fractie zan de P.S.P. en de heer Van Dis (S.G.P.), heeft de gemeenteraad Rotterdam met voorstel van B, om de Stichting „Rotterdams Philharmonisch Orkest" een extra subsidie van f 39.050 te verstrekken het doen instellen van een on derzoek naar de muzikale belangstel ling in Rotterdam goedgekeurd. De P.S.P. stemde tegen het voor stel omdat een dergelijk onderzoek éénvoudiger zou kunnen gebeuren dan door het houden van een enquê te, bijv. door het invullen van ant woordkaarten door concertbezoekers, en dus goedkoper zou zijn. De heer Van Dis onthield het voorstel zijn stem omdat hij een dergelijk on derzoek in het geheel niet nodig vond. Het onderzoek zal worden verricht door de Ned. Stichting voor Statis tiek te 's-Gravenhage. Deze Stich ting hoopt in Rotterdam en om streken door middel van een enquête een inzicht te krijgen in de wensen die leven onder een groot deel van het muziekminnende publiek. Niet alleen wensen die uitgaan naar mu ziek zoals die wordt gebracht door het R.Ph.O., maar ook naar opera, operette en moderne ontspannings- muziek. Tevens zal aan de hand van dit onderzoek de programmering van het nieuwe Concertgebouw in Rot terdam kunnen worden aangepast, i de verlangens van het publieke. Ca. 250 Indiase vissers terecht Van de ruim 450 vissers uit Ka- kinada, die na een hevige storm in de Golf van Bengalen werden vermist, zijn er volgens in Hyderabad ontvangen berichten, ongeveqr 250 veilig in hun woonplaats terugge keerd. Ongeveer 120 van hen hadden zwemmende de kust weten te berei ken. Hoeveel vissers thans nog wor den vermist, is niet bekend. Buitenlandse expositie in Madurodam Het succes van de expositie van Zweedse kleinplastiek, die dit jaar in Madurodam is gehouden, is, naar de directeur van Madurodam, de heer G. G. Jungerius, heeft meegedeeld, aanleiding voor andere landen ge worden ook dergeljjke tentoonstellin gen te organiseren. Ter gelegenheid van de expositie was een fotowedstrijd uitgeschreven, De Zweedse ambassadeur in ons land maakte gisteren de uitslag ervan bekend. De hoofdprijs, een vliegreis naar Zweden met verblijf in Stock holm voor twee personen, werd ge- door de heer W. A. Goutier uit Den Haag. „Provinciaal Museumfonds" Ged. Staten stellen aan Prov. Sta ten van Zuid-Holland voor een „Pro vinciaal Museumfonds" in te stellen. Uit dit fonds kunnen aan in de pro vincie Zuid-Holland gevestigde open bare musea bijdragen worden ver leend ten behoeve van het aankopen van voorwerpen ter uitbreiding van hun verzamelingen, voor zover deze voorwerpen van bijzonder belang zijn voor de cultuurhistorie van de provincie of een cultureel aspect daarvan. (Van onze Brusselse correspondent) „Voor ik begon met dit manuscript voor de zesde maal over te schrijven zette ik Beethovens pianoconcert no 3 op, met Clara Has- kill aan de piano en Markevitch als dirigent Die paar zinnen, eigenlijk eerder bedoeld als een herinnering aan de grote pianisten, vormen de enige keer dat Chaplin spreekt over de moeilijkheden die het schrijven van zijn autobiografie hem heeft gekost. De eerste oktober zal deze in 9 landen tegelijk verschijnen. Volgens „Der Spiegel" is het de grootste ge meenschappelijke próduktie op de boekenmarkt sedert jaren. De 9 lan den zijn: Engeland, Denemarken, Finland, Frankrijk, Italië, Noorwegen, Zweden, de V.S. en Duitsland. België en Nederland ontbreken in de lijst. Ik geloof dat onze uitgevers, die 't boek niet hebben genomen, niet onver standig zijn geweest. Ook financieel moet de uitgave na de memoires van Churchill een van de grootste opera ties van de tegenwoordige jaren be tekenen. Chaplin's royalty voor de Engelse uitgave bedraagt 20 van de win kelprijs (2 xfz pond) een nog nooit ge zien maximum- Voor de wereldrech ten moest de uitgeverij „The Bod- ley head" 500.000 dollar voorschot aan de auteur betalen. Recht voorpublikatie van gedeelten uit het boek heeft Chaplin alleen aan de Londense „Sunday Times" willen geven. Een fotoreportage over het leven van de beroemde acteur en zijn vrouw en acht kinderen uit het jong ste huwelijk in een huis te Corsier aan het meer van Genève, gemaakt door Lord Snowden ging aan de pu- plikatie vooraf. De „Sunday Times" zegt dat men er 40.000 nieuwe lezers mee heeft gewonnen. M.L bewijst dat nog eens te meer hoe „Engels" Chaplin nog steeds in gebleven. De eerste En gelse druk bedraagt 50.000 exem plaren, de Duitse 25.000. In de V.S. en Italië zullen grote boekenclubs voor een massale oplage zorgen. Armoede, ellende Het zou ons niet verwonderen wanneer men Chaplin's biografie binnenkort in vele landen in de anti quariaten zou kunnen zien liggen. Wij hebben de 528 pagina's wel iswaar in één avond uitgelezen maar dat eerder uit journalistieke zorgvuldigheid dan omdat het boek ons niet losliet. Wanneer men zijn oordeel samenvat kan men zeggen dat alhier echt boeit de beschrij ving van Chaplin's jongen jaren die voor een deel beheerst worden door een armoede en eenzame ellende zo als men die bij Charles Dickens heeft gevonden. De rest bevat wel belangwekken de gedeelten zoals dat waarin hij het heeft over zijn eerste films in de V.S., later over zyn zorgen om nieuwe thema's voor nieuwe films te vinden, de episode waarin hjj het slachtoffer werd van Mac Carthy's „heksenjacht" en de vrij uitgebreide uittreksels uit zijn scenario voor Monsieur Verdou- film die geïnspi reerd is op het leven van Landru. Vele beroemdheden Verder moet de lezer dan kennis ?men van een enorme lijst van beroemdheden waar Chaplin thuis mocht komen of die hij ergens an ders ontmoette. Hij beschrijft de ge sprekken en gesprekjes welke hij met hen voerde maar die meestal weinig of niets om het lijf hebben: het ge heel is eigenlijk van een stuitend sno bisme. Over zijn liefdes-histories is hij uiterst discreet. Hij vermeldt wat avontuurtjes uit zijn jonge jaren en uitvoerig het proces over het vader schap van een baby van een vrouw met wie hij reeds twee jaar geen omgang meer had gehad. Zijn twee de huwelijk doet hij af met vijf re gels: tijdens de opnemingen van „Gold Rush" trouwde hij voor de tweede keer. „Omdat zij twee grote zonen heeft van wie ik veel houd za5 ik verder niet op details ingaan. Wij waren twee jaar getrouwd en we probeerden er iets van te ma ken. Maar het was hopeloos en het eindigde in veel bitterheid. Miljoenen dolars Aan de ene kant is zo'n korte no titie natuurlijk een voorbeeld van goede smaak en discretie, maar een autobiografie die zo over een belang rijke levensperiode heenloopt heeft weinig waarde als werkelijke levens geschiedenis. Wel krijgen we daar entegen van vrijwel iedere film te horen hoeveel miljoen dollar ze hem in het laad je heeft gebracht. Naar men zegt is Chaplin reeds in 1957 begonnen met het schrijven van dit boek. Zowel Graham Greene als Truman Capote zouden hem van advies hebben gediend en het ma nuscript hier en daar hebben gecor rigeerd. Tenslotte moet wel iemand van de uitgeverij er onbarmhartig in hebben gesnoeid. (Men zegt dat het op een derde van de oorspronkelijke lengte is teruggebracht en daarbij moet zeker een en ander verloren zijn gegaan). Hoe is het anders mogelijk dat over de film „A king in New York** helemaal niet wordt gesproken noch over de Stalin-prijs waarvan hij het bedrag later aan Abbé Pierre ter hand heeft gesteld? Compl ex Jean Cocteau die Chaplin voor het eerst ontmoette tussen Hongkong en Sjanghai (het loont de moeite beide beschrijvingen van die ontmoeting te vergelijken!) heeft van hem gezegd dat zijn minderwaardigheidscomplex „immens is", even groot als zijn ge rechtvaardigde trots en een systeem van reacties die zijn eenzaamheid (waaronder hg lijdt) moeten verber gen en die moeten zorgen dat nie mand zijn prerogatieven betreedt. Zelfs vriendschap vindt hy ver dacht. Welnu die Chaplin komt ons uit deze autobiografie ten voeten uit te voorschijn. Behalve de geschiede nis van zyn jeugd en van zyn werk is er echter verder weinig belang wekkends in te vinden. CHARLEY CHAPLIN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 5