Corry van den Broek
Olympisch Dorp: waar jeugd de sfeer bepaalt
In opleiding voor
restauratrice: een
„oneerlijk" beroep
Beatles
bedolven onder
enthousiasme en dollars
Zaterdag 26 september 1964
Wassen is een precies
karivei in het Rijksmuseum a
voor Volkenkunde
9 Van bibliotheek naar
ivaslokaal en van was
lokaal naar naaimachine
i( IJK, DIT IS EEN IK AT-WEEFSEL" zegt Corry van den Broek. We dalen de trappen van
het Rijksmuseum voor Volkenkunde af tot we belanden in een klein betegeld keldertje. Deze doek
is afkomstig van Borneo" vervolgt Corry, „en de eigenaresse - een oude dame, die een schenking
aan ons museum heeft gedaan - durft hem niet te wassen. Daarom doen wij dat voor haar". Een
grote rode plastic bak loopt vol met warm water. ..Ik heb in de bilbiotheek opgezocht welke kleur
stoffen er in dit weefsel zitten. Dat doe ik vaak. Zodra ik een voorwerp onder handen krijg duik
ik in de bibliotheek om er iets meer over te weten te komen". Corry en haar oom. de heer Ruiten
beek pakken de doek voorzichtig op en spreiden deze uit in de bak met warm water. De bak. die
ongeveer 1.20 meter boven de vloer staatis beweegbaar en als een kindje in de wieg wordt de ikat-
doek in het warme water geschommeld. Dat water is at spoedig bruin van het vuil. „De kleurstoffen
in deze doek zijn plantaardig"vertelt Corry, „daarom gebruiken we geen wasmiddel of zoiets. Ik
heb al eens eerder zoiets gehad, een doek van Timor, dus ik weet wel ongeveer dat dit weefsel
tegen warm water kan". Als ze dat niet zou hebben geweten, was de zaak moeilijker geworden.
Dan had Corry met kleine stukjes weefsel moeten experimenteren tot zij een geschikte manier van
wassen gevonden had. Na tien minuten schommelen wordt de bak weer gevuld met schoon water
en daarna wordt de doek te drogen gehangen over een lange plastic-buis. „Als hij droog is ga ik
er een steunweefsel achter naaien, want de doek is erg dun" zegt Corry.
Reportage:
Marius van Rijn
Foto's
HOLVAST
Maar dat museum had alleen maar
bijzondere honden, met twee kop
pen of zo. Een doodgewone huis-
tuin-en-keuken-hond was niet te
krijgen. Nou, dan maken we er
zelf een". Samen met een Chi-
neese conservator van het mu
seum werd een geraamte van kip
pegaas gemaakt. Daarover heen
kwamen lappen en wollen draadjes
en het resultaat van deze noeste
arbeid staat nu dreigend op post
voor een grote Indiaanse wigwam.
Eerlijk?
Corry bezig met het
van een gedeelte van de collectie
Oosterse weefsels van Cruys Voor-
bergh.
Het meisje, dat blijkens bovenstaande beschrijving haar werk
terrein beurtelings verlegt van bibliotheek naar waslokaal en
van waslokaal naar naaimachine is Corry van den Broek. Acht
tien jaar, één meter vijftig Jang" en sedert september van het
vorig jaar werkzaam in het Rijksmuseum voor Volkenkunde in
Leiden. Functie: restauratrice. Of althans in opleiding daarvoor,
want zoals de heer T. Brasser, wetenschappelijk medewerker
aan het museum ons vertelt: „Er komt heel wat voor kijken
voor iemand restaurateur of restauratrice is. Corry ontvangt
hier een soort praktijkopleiding. Het museum ontvangt geregeld
nieuwe aanwinsten uit alle delen van de wereld. Vaak blijkt het
nodig deze voorwerpen te herstellen of schoon te maken voor
dat we ze kunnen tentoonstellen". Dat is dan het werk van de
restaurateur of restauratrice. Dat klinkt vrij simpel: schoonma
ken en herstellen van voorwerpen. Maar anders wordt het als
deze voorwerpen óf tweeduizend jaar oud zijn, óf op het punt
staan in duizend stukken uiteen te vallen, óf niet tegen water
kunnen, óf bestaan uit een hoopje scherven. Aan de hand van
de meestal schaarse publikaties begint dan de restaurateur zijn
taak. In het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden is dat
het werk van de heer Ruitenbeek en sedert september vorig
jaar - in bescheiden mate van zijn nichtje Corry van den Broek.
Batik
„Ik wist eigenlijk helemaal niet
wat dit voor werk was" vertelt
Corry, als we haar vragen hoe ze
in dit werk verzeild is geraakt.
„Van mijn oom hoorde ik wel eens
wat en verder had ik wel belang
stelling voor het museum in het
algemeen. Maar toen ik na mijn
Mulo-examen een baan wilde gaan
zoeken, dacht ik echt nog niet aan
het museum. Totdat ik van mijn
oom hoorde, dat er een plaatsje
vrii was. Nou, toen ben ik maar
gaan solliciteren". Corry heeft ver
der een analistenopleiding gevolgd
en die komt haar goed van pas.
Een conservator aan het museum
heeft een heel receptenboek samen
gesteld met wasmiddelen voor ver
schillende weefsels en verschillende
kleurstoffen. Aan de hand van dat
receptenboek moet Corry vaak
vloeistoffen samenstellen om een
bepaald weersel te kunnen wassen
zonder gevaar voor beschadiging
of verkleuring. De wetenschappe
lijke begeleiding bij de werkzaam
heden van de restaurateur is trou
wens een belangrijke zaak.
Textiel
„Er bestaat in Nederland een
vereniging van restaurateurs" ver
telt de heer Ruitenbeek. „Eens per
jaar komen we in Amsterdam bij
elkaar en mede daardoor blijven
we op de hoogte van de recente
ontwikkelingen in ons vak." Ver
der bestaat erin Delft een labora
torium dat zich bezighoudt met on
derzoekingen op dit gebied. Corry
is van plan aan dit laboratorium
een cursus te gaan volgen. „Maar
op t ogenblik kun je daar niet in
geschreven worden" zegt ze. „want
ze zijn er bezig met een verbouwing
of zoiets. Maar volgend jaar ben
ik wel van plan om dat te
gaan doen". Waarschijnlijk wordt
dat dan een textielcursus aan het
Laboratorium voor Onderzoek van
Kunst en Wetenschappen in Delft.
Want Corry's werkzaamheden lig
gen voornamelijk op het terrein
van de textielbewerking in al haar
vormen. De werkzaamheden van
haar oom bewegen zich meer in de
richting van de houtbewerking, het
maken van gipsafgietsels en het
restaureren van porselein. De meer
vrouwelijke werkzaamheden zijn
toevertrouwd aan Corry.
lenschortje van Nieuw-Guinea"
Corry haalt een felgekleurd kun
stig geregen voorwerp te voor
schijn „Een conservator wil er
twee oogjes aangenaaid hebben om
het te kunnen ophangen, maar dat
kan niet; het schortje is te zwaar
en kan niet opgehangen worden
aan twee oogjes". Waaruit blijkt,
dat er zelfs voor een „duizendpoot"
als een restauratrice-in-spé gren
zen zijn.
Jammer
Hond
Kralen
Want naast deze textielzaken
houdt zij zich bezig met het restau
reren van bijv. kraal werken. Ook
daarvoor staan haar weer verschil
lende publikaties op dat gebied
ter beschikking. Sommige daarvan
zijn in het museum zelf ontworpen,
door de conservatoren of weten
schappelijke medewerkers. Van de
ze conservatoren ontvangt Corry
ook voornamelijk haar opdrachten.
Bijvoorbeeld: „Kijk, dit is een kra-
Veel werk heeft Corry gehad aan
de tentoonstelling ,3izonjager en
bleekgezichten", die op het ogenblik
in het museum wordt gehouden.
Aan de hand van de originele Ame
rikaanse beschrijvingen heeft zij
hoofdtooien van veren gemaakt, die
op de tentoonstelling te zien zijn.
Ook een Indianenkostuum werd
speciaal voor deze gelegenheid ver
vaardigd. „We moesten een hond
hebben voor een van de wig-wams"
vertelt Corry „dus belden we het
voor Natuurlijke Historie
een opgezette hond.
Over gebrek aan werd hoeft Corrie
zich voorlopig geen zorgen te ma
ken. Vooral aan de weefsels uit In
donesië, China en Japan is veel te
doen, Vaak zijn deze erg stoffig of
vuil, omdat ze gedragen zijn. De
weefsels zijn ook vaak beschadigd.
„Eigenlijk restaureren we liever
niet", vertelt de heer Ruitenbeek.
Dac klinkt wat vreemd uit de
mond van een restaurateur. „Res
taureren is namelijk niet helemaal
eerlijk. Er gaat iets van de waar
de van het kunstvoorwerp verlo
ren, het is niet helemaal echt meer.
Ik zie liever een mooie oude doek
met een groot gat er in, dan een
doek, die helemaal gaaf is maar
die op geraffineerde wijze geres
taureerd is. Als we dan ook res
taureren doen we het meestal zo,
dat te zien is wat origineel is en
wat later bijgemaakt is". Corry en
haar oom zijn er dan ook niet hele
maal „happy" mee, dat de ikat-
doek van Borneo na de wasbeurt
gestopt en op een steunweefsel ge
naaid zal worden. Maar deze doek
moet weer gebruikt worden door de
eigenaresse. „Als beddesprei" zegt
Corry een beetje teleurgesteld.
Een zijsprongetje in Corry's
werkzaamheden vormen de roiid-
leidingen die zij van tijd tot tijd
moet verzorgen. Er worden wel
„batik"-rondleidingen gehouden
voor scholieren en daarbij treedt zij
op als instructie. De jongens en
meisjes krijgen dan allemaal een
hcuten raampje, waarover een
stukje linnen gespannen is. Deze
doek wordt aan twee kanten inge
smeerd met kalk en dan mogen
de jongelui naar eigen idee een
voorstelling in het kalk krassen. De
doek wordt dan ondergedompeld
in een verfbad, de kalk verwijderd
en de decoratie blijft op het doek
achter in wit. „Wel leuk" vindt
Corry. Trouwens, haar belangstel
ling is ook op andere punten enigs
zins Oosters gericht. Een van haar
liefhebberijen is namelijk „gume-
lanmuziek".
Corry's domein bevindt zich op
een van de zolders van het gewel
dige gebouw waarin het Rijksmu
seum voor Volkenkunde gevestigd
is. Op die zolder staan lange rek
ken en vitrines vol met de meest
bizarre voorwerpen uit alle landen
van de wereld. Daar tussen in staat
ergens een schrijfbureau en daar
achter zit Corry. Op het bureau
liggen een paar stukken „tappa".
Dat is geklopte boombast, beschil
derd met simpele motieven in ver
schillende kleuren. Ze zijn afkom
stig van Nieuw-Guinea. Corry moet
deze stukken boombast voorzien
van nummertjes. Ook dat is een
onderdeel van haar werkzaamhe
den: het vormen van collecties en
het documenteren daarvan. Op een
andere tafel ligt een stapel fel-ge
De Beatlefans in Europa kun
nen gerust zijn en hoeven geen
nachten wakker te liggen, wor
stelend met de onzekerheid of
hun ongeknipte idolen in Ca
nada en de Verenigde Staten
wel de hun toekomende belang
stelling, bewondering, liefde en
verering hebben geoogst. Tijdens
hun dertig dagen durende tour
nee door Noord-Amerika, die af
gelopen zondag werd beëindigd,
werden de Beatles bedolven on
der golven van enthousiasme
endollars.
De Amerikaanse tieners lieten
zich van hun vlotste kant zien
en telden zonder blikken of blo
zen vijf tot tien dollars neer om
aanwezig te kunnen zijn bij de
massale bejubeling van de Brit
se zangers, die een recordpu-
bliek trokken en de immense
congreshallen van Atlantic City
en San Francisco beter tot in
alle uithoeken vulden met jui
chende en van aandoening we
nende aanhangers, dan dit kort
geleden de democratische en re
publikeinse partijen gelukte.
Een record werd bereikt in de
autostad Detroit, waar 30.000
tieners tegelijk hun emoties de
vrije loop lieten. De hele tournee
werd verder een financieel re
cord, want de Beatles verdien
den gedurende de afgelopen
maand naar schatting een klei
ne miljoen dollar, rond 3,5 mil
joen gulden.
kleurde exotische gewade en
doeken. ,Dit is een onderdeel van
de collectie van Cruys Voorbergh,
de toneelspeler. Hij heeft zijn
prachtige verzameling geschonken
aan een museum in Zwitserland
en voor wij de collectie versturen
moet eerst orde op zaken worden
gesteld". Dat is dan weer het werk
van Corry. Alle stukken moeten
moeten voorzien worden van een
nummertje dat correspondeert
met een omschrijving in een enve
loppe. ,,'t Is jammer dat deze col
lectie naar het buitenland gaat",
zegt Corry. „Sommige doeken zijn
heel oud en bijzonder mooi".
Corry's beroep is een afwisse
lend beroep. „Je weet de ene dag
niet wat je morgen onder han
den zult krijgen" zegt ze er zelf
van. Dat is ook de mening van
oom Ruitenbeek „leder geval is
weer nieuw: hoe moet je het
aanpakken?" Improvisatiever
mogen is dan ook een belang
rijke eigenschap in dit handige
duo, dat er voor zorgt, dat wij
in het museum werkelijk „scho
ne" voorwerpen bewonderen
in de letterlijke betekenis van
het woord.
Uitverkoren gras
Waar zij kwamen ontstonden
opstoppingen en liepen de jeug
dige gemoederen roodgloeiend.
In de Texaanse stad Dallas
stortten talloze meisjes zich
zelfs languit op een grasveld
waarop het aanbeden viertal
zich had vertreden en ze deden
zich tegoed aan het uitverkoren
gras. In Seattle opende een ho
telhouder een onmiddellijk op
gang komende verkoopcampag
ne van kleine stukjes van de
acht lakens waartussen het
viertal heerlijk had geslapen.
Van overal in de Verenigd
Staten brachten gecharterde
bussen Beatlefans naar de veer
tig plaatsen waar werd opgetre
den. Daar waren overigens
steeds enige bekende gezichten
te vinden van meisjes, die de
hele tournee dwars door het
enorme contingent meemaakten
en wier grootste triomf uiter
aard een persoonlijke ontmoe
ting met Paul, George, John en
Ringo was. Het viertal was niet
terughoudend. Niet alleen ble
ken de jongens, met Ringo voor
op, een voortreffelijke neus te
hebben voor nachtelijke feest
jes die werden gegeven in de
plaatsen waar zij optraden
maar ook hielden zij persconfe
renties, waar gretige, groten
deels jeugdige journalisten uit
voerig te woord werden gestaan.
Daarbij werden vragen gesteld
als: „Wat vinden jullie van de
tieners die jullie imiteren met
Beatlepruiken?" Antiooord: ,jZij
imiteren ons niet, want wij dra
gen geen Beatlepruiken".
President
De grootste populairiteit ge
noot drummer Ringo, wiens
naam zelfs verscheen op poli
tieke bijeenkomsten, zoals in
New York, waar een meisje de
monstreerde met het bord
Jlingo for president, Bobby for
senator", waarbij het de vraag
is of alle tieners even goed wis
ten wie Bobby (Kennedy) was
als de aanbeden Ringo. In de
tienerrubrieken in de Ameri
kaanse kranten verschijnt een
permanente stroom brieven van
Beatlefans, die zichzelf als
Beatlemaniakken beschrijven.
Het is wel duidelijk dat de
Amerikaanse tiener geesten tot
het hoogste niveau vervuld zijn
van de Beatle-problematiek,
welke inspannende toestand
slechts af en toe wordt verzacht
door het mijmerend of histe-
risch gillend luisteren naar de
klanken van één der 80 miljoen
Beatleplaten die tot nu toe ver
kocht zijn.
Nog een tweetal weken en dan zullen weer duizenden tot in
elke spierbundel getrainde jonge mensen het grote stadion van
Tokio binnen marcheren om over te gaan tot viering van de acht
tiende Olympiade. Vijftien dagen lang zal de strijd om de gouden
zilveren en bronzen medailles vrijwel al het andere nieuws in de
schaduw stellen. De generaals in de Vlakte der Kruiken, de po
litici en de heer Verolme moeten in die periode wel heel hard met
de vuist op tafel slaan om nog enige aandacht voor hun zaak in
stand te houden.
Veel onbegrip
Over de Olympische Spelen be
staat veel onbegrip. Er zijn talloze
lieden die zich hogelijk ongerust
maken over de recordjagerij, de po
litieke propaganda en het schijn-
amateurisme. welke tijdens de Spe
len hoogtij zouden vieren. Men
wijst met een misprijzende vinger
naar de Russische en Amerikaanse
sportjeugd en tenslotte met een
ironische glimlach naar de Olym
pische eed. Niet zelden verbindt
men aan zijn bevindingen de con
clusie dat het maar beter zou zijn
om dit, in hun ogen huichelachtige,
Olympische spel te staken. Door de
jaren heen hebben al velen die af
schaffing aanbevolen: van de do
minee die zijn protest uitte in een
loodzwaar geschrift, tot aan de as-
man, die desgevraagd ons eens mee
deelde „dat er voor Nederland te
gen die Russen niks te verdienen
was en lat het allemaal maar een
heel vuile zaak was".
Maar slechts zelden komt dit ad
vies van de hoofdfiguur: de jonge
sportman, die in de Olympische
arena ervaring heeft opgedaan.
Huiskamer
Niemand zal willen beweren
dat de Spelen een gebeurtenis
zijn waarop niets kan worden
aangemerkt. Verre van dat, er
valt heel wat Olympisch onkruid
te wieden. Maar de kritiek komt
te vaak van huiskamer atleten,
wier enige binding met de sport
hieruit bestaat dat zij 's avonds
een rondje met de hond om
gaan. Het zijn de nauwelijks van
sport verstand hebbende puris
ten, die willen dat de amateur-
anno-1964 precies zo is en han
delt als zijn collega in de Griek
se tijd. Zij zijn niet blind voor
het feit, dat sindsdien op elk
terrein grote veranderingen
hebben plaats gehad, maar de
sport moet dan toch maar ver
gezeld gaan van de denkbeelden,
die voor Christus' geboorte op
gang deden.
Het amateurisme-uit-de oude
doos is niet meer te bereiken voor
de jonge sportman of sportvrouw,
die vaak zo lang moeten studeren.
Zij hebben steun nodig om een
sportcarrière op te bouwen, eenvou
dig omdat zij zelf niet over geld be
schikken. De sport en zijn leiders
behoeven niet als huichelachtig te
worden beschouwd als dat geld dan
op tafel komt. Het is een kwestie
van ruim denken en met de tijd
meegaan.
Stimulans
Wie de Spelen zelf eens heeft bij
gewoond, ham sfeer aangevoeld, zal
aan al die zwartgallige bezwaren
met een licht schouderophalen
voorbijgaan. Hij zal al gauw bemer
ken dat het niet van zoveel impor
tantie is of firma A dan wel rege
ring B aan Piet, Jack of Igor wat
meer tijd geeft om te trainen dan
te werken. Het winnen van een
Olympische medaille is uiterst be
langrijk, want de crack die dat ge
daan heeft is een stimulans voor
vele duizenden om ook aan (die)
sport te gaan doen. Minstens ook zo
belangrijk is dat duizenden Jonge
mensen in het gewone leven over
de gehele wereldkaart verspreid
de gelegenheid krijgen een paar
weken bijeen te zijn. Niet zo maar
her en der verspreid in een stad,
maar in een speciaal voor hen ge
bouwd Olympisch Dorp. Om elkaar,
dwars door alle poütieke, godsdien-
van hom wederzijdse prestaties op-
tekend. En daar, in het Olympisch
Dorp, bemerken zij dat achter een
voor hen nauwelijks uit te spreken
naam veelal een allergezelligst
meisje of een allerhartelijkste
knaap schuil gaat.
Eigen sfeer
Zo'n Olympisch Dorp is een
plaats, waar natuurlijk voor negen
tiende jonge mensen verblijven en
dat schept zo zijn eigen sfeer. Het
Olympisch Dorp is niet zo maar een
naam voor een aantal bijeen staan
de flatgebouwen, het is ook werke
lijk een dorp met een medisch cen
trum. restaurants, kappers, tand
artsen. een postkantoor, een bank,
een schoenmaker, speciale keukens
voor elk land en voorts met „werk
nemers" wier bezigheden variëren
van eten klaar maken tot lakens
verwisselen. Het is voor een leek
vaak heel moeilijk het dorp binnen
te komen. Terecht, want men heeft
het instituut in het leven geroepen
opdat de sportman zich in alle rust
op de wedstrijden kan voorbereiden.
Wie in Rome in de gelegenheid ii
geweest in het Dorp door te drin
gen, kan getuigen hoe plezierig het
daar was.
De sfeer tussen de jeugd van
Amerika en Rusland laten
wij maar eens de controverse
oost-west in de sport slepen
men doet in deze wereld nu een
maal niet anders was bui
tengewoon goed. Niet met een
vervelende overdrevenheid, maar
juist met een beheerste harte
lijkheid, die prettig aandeed. De
rivaliteit was, dat spreekt van
zelf, zeer groot, want men kwam
tenslotte niet alleen kennis met
elkaar maken maar ook wel de
gelijk om medailles mee naar
huis te nemen.
de B.VD. te zijn
Lawaai
Sober
De discipline en de concentratie
was in Rome in het Russische kamp
beslist groter dan bij de Amerika
nen. Toen de Russische tienkamper
Kuznetsow ons het „paviljoen" van
zijn land binnenloodste was het
eerste, dat opviel de rust en de so
berheid. Men bereidde zich met
grote zorg op de wedstrijden voor.
Kapsones was iets dat hen volko
men vreemd was. Het kostte je
geen enkele moeite om handen te
schudden met beroemdheden als
Brumel, Bolotnikow, Iwanow en de
enorme gewichtheffer Wlasow. Men
deed daar al het mogelijke om aan
je verzoeken te voldoen en Je vra
gen te beantwoorden. Het waren
zeer aardige, jonge mensen. Een
Rus bood ons een teug uit een fles
wodka aan toen zijn ploegleider
kwam, stopte hij hem snel onder
het matras. Een der officials over
handigde ons bij het vertrek eer.
speldje van net zoveelste partijcon
gres— wij hopen er niet door op de
Bij de Amerikanen was het
vooral 's avonds na het eten een
enorm lawaai, voortgebracht
door jazz- en rock and roll pla
ten. Het was op de zondag (rust
dag) dat wij er waren een heer
lijke rommel op hun kamers. De
gouden, zilveren en bronzen me
dailles zwierden op de grond te
midden van pakken crackers en
cornflakes. Het was een bont
gezelschap van allerlei nationa
liteiten dat zich geschaard had
rond een Amerikaans zwemster-
tje, dat de boogiewoogie leerde
aan een Ghanese bokser.
Iedereen klapte en lachte zich een
aap om de sprongen van de man
uit Ghana, die zich kostelijk ver
maakte. Af en toe kwam er iemand
de kamer binnen lopen luid brul
lend: .Waar is mitjn gouden plak,
wie heeft mijn medaille". Dat was
de bokser Cassius Clay (toen nog
amateur), die zich later in de adel
stand zou verheffen door de titel
van „koning van de wereld" aan te
nemen. Elke vijf minuten was hij
zijn medaille kwijt, maar dat zal
>ok wel show zijn geweest. De
sbreep, die nu zo grandioos door
hem heenloopt, was in Rome echter
nog niet zo duidelijk zichtbaar.
Op de stoep hebben wij een Ja
panner met Olympisch geduld een
atleet uit de Arabische republiek de
fijne kneepjes van de gymnastiek
zien uitleggen. Zo waren er meer.
De quarulanten ontbraken uiter
aard evenmin. De Duitse sprinter
Armin Hary had een soort lijfwacht
rond zich heen verzameld, maar hij
werd dan ook niet voor niets de
„Maria Callas" van het Olympisch
Dorp genoemd.
Gelijkheid
In het grote restaurant kwamen
wij aan één tafel te zitten met een
vertegenwoordiger van Somaliland,
een rustige 23-jarige atleet, die zijn
spaghetti at alsof hij regenwormen
inslikte.
Hij zei: ,Als ik al lang verge
ten zal zijn, wat ik hier op
sportgebied het gepresteerd dan
nog zal ik mij herinneren hoe
fijn het hier was om met zoveel
mensen van je eigen leeftijd dit
evenement te hebben beleefd. Ik
heb geen medaille gewonnen,
maar ik geloof toch dat het een
ervaring is geweest, waar ik nog
heel lang op zal kunnen teren".
Terwijl hij op zijn bijna zwarte
huid wees, zei hij: „De Spelen
kunnen de vrede niet afdwin
gen. Natuurlijk niet. Maar zij
kunnen wel een goed voorbeeld
geven. Hier wordt niet gekeken
naar huidskleur en geloof me, ik
heb dat zo vaak anders meege
maakt".
Want dit hoort ook tot de
Olympische sfeer, naast de re
cords en de medailles: g el ijk»
held.