Nieuwe mode eindelijk voor het voetlicht
Haute Couture '64-65
draagbaar voor iedere vrouw
voor het cocktail-uur bracht hij dit nieuwtje. Alleen waren
ze dan van fluweel. Castillo had 3/4 broeken in zijn col
lectie en zelfs Chanel, de vrouwelijkste ontwerpster van
Parijs, trok de vrouw de broek aan: een slobberende ma*
trozenbroek om gastvrouw in te spelen.
Courrèges, die in Parijs de grote man van de toekomst
wordt genoemd, bracht zomen tot drie centimeter boven
de knie. En Gérard Pipart bij Ricci, die deze keer heel goed
voor de dag kwam, liet ze tot onder de knie dalen. Klas
sieke nummers op het Parijse repertoire waren de tuniek,
de raglanmantel, en de redingote. Met de tailleurs kan men
alle kanten uit: er waren jasjes, heuplange en korte jasjes
met verhoogde of verlaagde taille. Al met al propageert
Parijs dus een vrouwelijke vrouw.
JONGSTE verovering van de couturiers is het been,
dat zij besloten hebben aan te kleden. In de afgelopen
tien jaar, heeft de haute couture haar domein steeds meer
uitgebreid ten koste en ten spijt van de hoeden-, schoenen
en juwelenontwerpers. Deze attributen worden nu door de
couturiers zelf ontworpen. Dit jaar is er nog één bij ge
komen: de kous. Gebreide kousen, jersey- en kantkousen.
Ze waren er allemaal in de collecties. Het nieuwste snufje
is een bedrukte jersey-blouse met bijbehorende kousen van
hetzelfde materiaal en dessin. Er worden voor die dessin9
vaak grillige vormen gekozen zoals reptiel of kashmir.
Meer nog dan de kousen, hebben de broeken dit jaar
opgang gemaakt. Ze hebben ook een nieuwe bestemming
gekregen. Tot nu toe werden ze vrijwel alleen gebruikt
voor de vrije tijd. Nu mogen ze de hele dag gedragen
worden. Iedere couturier had er wel een paar in zijn col
lectie. Jacques Heim kwam met tuniekbroeken: 7/8 jurkjes
met daaronder een jersey-kniebroek waarvan de omslag
met bont was afgezet. Niet alleen voor overdag, maar ook
^AT HEEFT de Parijse wintermode ons aan nieuws
gebracht? Goed beschouwd is er geen radicale veran
dering, waardoor de mode van het vorig jaar wordt ont
troond. De opmerkelijke vernieuwingen zitten meer in
de details dan in de grote lijn. Het weelderig gebruik van
bont en de aandacht voor het been zijn daar voorbeelden
van. Maar al zijn er dan weer tal van stokpaardjes bereden,
toch wordt er naar andere wegen gezocht. De mode wordt
met het jaar jonger en losser. Ze raakt steeds meer afge
stemd op draagbaarheid en steeds minder op excentriciteit.
De invloed van de confectie zal daar niet vreemd aan zijn.
De buitenlandse inkopers, die zeer grote afnemers zijn van
de Parijse haute couture, willen in de eerste plaats mo
dellen, die commercieel verantwoord zijn. En de couturiers
houden daar gezien hun collecties rekening mee. Een
enorme bewegingsvrijheid, (want is daar de Amerikaanse
vrouw niet bijzonder op gesteld?) is dan ook een van de
markante punten uit het winterprogram van de Parijse
couturiers. Vandaar: veel wijde of gérende rokken, al dan
niet geplooid. Marc Bohan van Dior deed er nog een schepje
bovenop met zijn klokkende boerinnerokken, die vanuit de
taille waren aangerimpeld. Er kwamen ook wel strakkere
rokken voor, maar ze werden toch nooit koker-nauw. De
taille is over het algemeen vrij goed aangegeven. Bij som
migen zat ze op de plaats, bij .anderen éven er boven (Ricci)
of er onder (Cardin). Ook de buste mag dit jaar uitkomen.
Er waren veel getailleerde jassen en aangesloten tailleur
jasjes. De roklengte bleef ongewijzigd. De zoom hangt heel
decent op de knie. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. André
JQE VERBETERDE Russische betrekkingen en de afge
lopen strenge winters heten de oorzaak te zijn van het
weelderig gebruik, dat er dit jaar van bont wordt gemaakt.
Die dure velletjes vinden we langs de zomen, de halzen,
de kragen. Soms verdwijnt men er in tot aan zijn neus.
En naast de klassieke bontjassen, zijn er ook wollen mantels
die van binnen zijn gevoerd met bont. Verborgen chic dus.
Bij al die bonten warmte wordt het hoofd koel gehouden.
De kapsels zijn uiterst kort deze winter en de hoedjes
uiterst klein en plat.
Wat de stoffen betreft: er werd heel veel tweed en mohair
gebruikt. Maar de platte stoffen hebben een offensief in
gezet. Daarom kwamen er naast ruige stoffen veel gabar
dine, flanel, wollen crêpe en jersey voor. Er i9 een ware
rage in jersey-truitjes, die heel meisjes-achtig in de rok
worden gedragen. De kleuren voor deze winter zijn lente
achtig vrolijk: zachtblauw, rose, tomaatrood. Maar ook
klassiek: zwart, bruin of wit.
Voor de cocktailkleding gaat zwart weer de toon aan
geven. Wapperende mousseline is dè avondstof van het
seizoen. Stola's van strelende struisveren zijn daarbij onaf
scheidelijk. Voor de avond kan het décolleté niet gewaagd
en de stof niet luxueus genoeg zijn.
DCARVEN: gemêleerde bronskleurige tweed werd ge
bruikt voor deze sportieve tailleur, bestaande uit een
driekwart jasje en een diep geplooide rokbroek.
0 PIERRE CARDIN: tweedelig avondtoilet bestaande
uit een mousseline blouse geborduurd met parelmoer-
glans-pailletjes en een rok, van groen rose au.
0LANVIN: een elegante rode gabardine mantel met. een
kraag van Japanse das. De symmetrische stiksels
laten een fraai lijnenspel zien.
MAGGY ROUFF: een enorme rolkraag van zwarte
mink en brede bontmanchetten tot aan de elleboog
geven deze getailleerde zwarte mantel een vorstelijke
allure.
0 MAGGY ROUFF: een diep vierkant decolleté, een af
staande kraag en de strik, over de buste vormen de
voornaamste details van deze cocktailjapon van
kruisbeskleurig geschoren fluweel.
0 MAGGY ROUFF: muskusrat vormt de garnering van
deze wollen ruiten tailleur.
H ROBERT CAPUCCI: een geraffineerde combinatie van
gele satijn met zwarte kant; de satijnen japon met
hooggeplaatste taille krijgt een Spaans accent door
de lange mantilla, die aan de rugzijde bewerkt is
met kleine steentjes.
YORN: dit exclusieve avondtoilet bestaat uit een
smalle rok en lijfje van kalfsvel.
0DIOR: acht knopen vormen de enige garnering van
deze stijlvolle blauw wollen tailleur met een dubbele
kraag, een wollen en een col van marterbont.
Dl JACQUES HEIM: een 7/8ste chemwier-japon met.
fluwelen strik, waaronder een jersey rokbroek wordt
gedragen, die is afgezet met nertz.
mYVES SAINT-LAURENT: het losse voorpand over de
rok geeft een tuniekachtige indruk aan dit groen
wollen trois-pièces, dat gecompleteerd wordt door een
kashmir-blouse.
m PIERRE BALMAIN: een origineel complet in wollen
**3 pied-de-poule, bestaande uit een eenvoudige japon
met brede beverbont-garnering. De mantel is van
dezelfde bontsoort.
je* LOUIS FERAUD: een bijzonder geslaagd huis-toilet
IEj van Schotse wollen ruitstof. Steekzakken en een
Brandenburg-sluiting completeren het lange jasje