~\L V Een woord jOudenrijn wordt even groot als helft van Utrechtse binnenstad ZOEKLICHT PLAN VOOR KLAVERBLAD- Zaterdag 15 augustus 1964 Pagina 1 Sommige automobilisten zien tegen het berijden van boven staand kruispunt op. Het in de Duitse „Autobahn" ingebouwde Frankfurter Kreuz" geniet zelfs enige beruchtheid. In werkelijk heid is het echter helemaal niet zo moeilijkmits de aanwijzingen door de verkeersborden prima in orde zijn. Want het rijden moet geheel gericht zijn op het volgen van borden en pijlen. Wie straks in 1968 het kruispunt Oudenrijn nadert (we nemen als uitgangspunt links onder in de tekening) zal merken, dat de autoweg van twee rijstroken zich verbreedt tot vier rijstroken. Al het verkeer dat links of rechts moet af slaan moet op de twee rechter rijstroken gaan rijden. Deze splitsen zich op een gegeven punt van de rechtdoor gaande hoofdbaan af en vormen dus een aparte parallelweg. Van deze parallelweg takt zich nu eerst de ietwat rond lopende zijweg af, voor het rechtsaf-slaande verkeer. De linksaf slaande auto's rijden evenwél door en passeren samen met de hoofd baan het viaduct. Daarachter vinden zij de aftakking van het Klaverblad, dat hen via een grote boog op de andere, kruisende weg brengt, al is het dan voorshands ook op een parallelweg. Op- nieuw wordt het viaduct gepasseerd en nu wordt rechtuit gereden, tot de parallelweg zich weer samenvoegt met de hoofdbaan. EEN lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll! OP DE BOEKENMARKT James Pattinson. Konvooi der Verdoemden; Arbeiderspers, Amsterdam. Het komt niet dikwijls voor dat i de s ik dan bedoel een roman die zich daadwerkelijk op zee afspeelt en niet een die is gesitueerd in de omgeving van een zeevarende, aan de wal dus, gerekend kan worden tot de werkelijk grote romans. Deze overweging geldt min of meer voor alle romans waarin het richting DEM BOSCH,BREDA en «JSSELSTElN Tijdelijke oplos sing voor 't ver keer tijdens de aanleg van 't tikuwe verkeers plein Qudonrjjn Klaverblad'). ZWARTE LVNEMS het nieuwe tra ject. GEBLOKTE ÜjMEU: de eerst 9e- reedUomende gedeelten van het nieuwe pw- 'ect.dietüdens $J/.rj#D*Lor de bouw in gebruik zuilen zjjn voor't tij delijk cir cuit. GESTIPPEL DE LVNEMi mer BLUViNDE extra ge deelten voor het t'jcielijke circuit til den^ de verbauwjVj. vertellen van cw 6^- de zee zijn, behalve de onvolpre zen Joseph Conrad met o.a. The Shadowline, The Secret Sharer, The Apse Family om nu eens niet aan te komen dragen met het steeds weer genoemde The Nigger of the Narcissus William McFee en zeker niet te vergeten Richard Hughes met zijn prachtige roman, In Hazard. Tot de grote scheeps- verhalen behoort ook A Single Pebble von John Hersey, het ver haal van een tocht met een Chinese jonk. Tr-w (Van onze Utrechtse correspondent) X/ EZE herfst begint het grote werk van de ombouw van het verkeers plein Oudenrijn bij Utrecht tot een vrije kruising van de autowegen. Dan zullen de 50.000 automobilisten, die dagelijks het verkeersplein passeren, met eigen ogen kunnen zien dat er gewerkt wordt aan Neder lands verkeersknooppunt nummer 1. De plannen voor een kruising door middel van een viaduct en ronde verbindingswegen voor het afslaande verkeer door hun vorm aangeduid als een „klaverblad" dateren al van enige jaren geleden. „Maar tot nu toe", zo zeggen de weggebruikers, hebben wij van een komende verbetering niets gemerkt". Dat is echter niet juist, want de voorbereidingen tot de verbouwing van bet plein zijn nu bijna gereed. Die voorbereidingen hebben bestaan uit waterkundige werken. Het nieuwe klaver blad immers wordt vele malen groter dan het verkeersplein nu is. Het gaat een oppervlak te beslaan van ruwweg de helft van de Utrechtse binnen stad. Daartoe was het nood zakelijk de waterbeheersing van de verschillende polders, letterlijk te kanaliseren. Dat kanaal is nu op korte afstand ten zuiden van het verkeers plein te zien. Het mondt uit in het AmsterdamRijnkanaal waar een nieuw gemaal is ver rezen dat nu wordt afge bouwd. PROBLEEM Zodra dit klaar is, hebben de waterstaat-deskundigen het peil van de polders In één hand en kan worden begonnen aan het eigen lijke werk. Het grote probleem, waarmee de ingenieurs van Verkeer en Water staat worstelen is, dat het viaduct, de afslaande wegen en de klaver bladwegen moeten worden ge- Zij kunnen him wegen bo uwmachi- nes, leidingen, materialen en wat er nog meer bij de aanleg komt, niet daar neerzetten waar zfj dat willen. Steeds moeten zij bedenken; per dag moeten er 50.000 auto's door en op topdagen wel 70.000. Voor dit vraagstuk is als oplos sing gevonden, dat eerst de vier aftakkende licht gebogen wegen worden aangelegd, die tijdelijk on derling verbonden worden tot één enorme, cirkelvormige weg. Het thans bestaande verkeersplein wordt daarmee als het ware enige malen vergroot en het verkeer zal op die reusachtige rotonde op de zelfde manier geleid worden (ook door middel van stoplichten) als nu gebeurt. Wanneer dit gereed is, begint het werk in het midden van deze grote cirkel: het maken van het viaduct en de klaverbladwegen. Zijn deze klaar, dan kan de krui sing met één klap aangesloten worden op de autowegen. 15 MILJOEN Dit zal nog wel even duren. De schatting is dat het hele werk in 1968 klaar al komen. De kosten zijn formidabel: dit stukje weg gaat ten minste vijftien miljoen gulden kosten. Op Oudenrijn is het de bedoeling dat Rijksweg 12 (Den HaagArn hem) gelijkvloers blijft en Rijks weg 2 (AmsterdamDen Bosch) met een viaduct er over heen gaat. Dit is zo beslist om de drukste weg het minst te hinderen. Tussen Utrecht en Gouda passeren vol gens verkeerstellingen dagelijks zo'n 25.000 auto's. Dit aantal zit al dicht tegen de maximum capaciteit van een twee- strooks autoweg aan. Neemt het toe, dan kunnen bepaalde maat regelen zoals een snelheidbeperking niet achterwege blijven. Dit wijst het weggedeelte UtrechtDe Bilt uit waar de tel lingen ruim 40.000 auto's per dag registreren. Het verkeersplein Oudenrijn, zo menen de verkeersexperts, heeft het tot nu toe aangekund. Dank zij de verkeerslichten. De grootste verkeersopstoppingen op zeer druk ke dagen veroorzaken de opritten op Rijksweg 12, ten oosten van het verkeersplein door het verkeer ko mend van richting Amersfoort of via Jutphaas. Er zijn plannen uit gewerkt om dit deel van Rijksweg 12 tot aan het verkeersplein met een rijstrook uit te breiden. ONZE ZON WOORDEN zjjn snel uit gesproken. En er wordt door ons mensen zoveel gezegd! We rijgen de woorden aaneen: een zin ontstaat en we praten maar door. Snel ook vergeten we, wat een woord eigenlijk inhoudt. Ach, er wordt ook zelden naar gevraagd. Als je maar meepraat. Over een zo'n woord zou ik graag een ogenblik met U wil len nadenken. Dat is het woord „God". Natuurlijk is dat een woord, dat u ook gebruikt. Hebt u bij u zelf wel eens gemerkt, hoe gemakkelijk u dit woord uitspreekt? En wat be-tekent dit dan voor u? Ziet u iets ach ter dit woord of is het allang een dood woord geworden? Het kan ook nog een heel bruikbaar stopwoord zijn! WOORD VAN BEZINNING meditatie. Toen kwam er een bombar dement en honger: een gods beeld stortte in. De nieuwe wereld noopte tot een haast en een tempo, waardoor de mens' zo bezet is, dat hij er bezeten moet het zijn: je gelooft er zo weinig van? De jood kan na tuurlijk zeggen, dat Gods zorg blijkt uit 't feit, dat hij t volk verlost uit Egypte. Maar je moet dan natuurlijk wel ge loven, dat God dat een vijfdui zend jaar tevoren beloofd had. Je kunt natuurlijk wel zeggen, dat Jezus dé wereld overwon nen heeft, maar je moet dan natuurlijk wel geloven, wie Jezus is. Als u blijft zeggen, dat u zo weinig achter dat woord ziet, als u blijft volhouden, dat er in een moderne wereld zo weinig is, dat ons iets heeft te zeggen, wil ik tot slot uw aandacht vragen voor het volgende ver haal. „God" het woord, dat nu een maal hoort bij alles wat zich beweegt rondom geloof en kerk. Dan is er ook nauwelijks een probleem..Je spreekt het woord uit als de naam van je grote broer. Er zijn mensen, die niet ge loven. Tenminste, dat zeggen ze. Je kunt je zelf zoveel wijs maken. Ook dan is het woord „God" zonder problemen. Als het nodig is gebruik je het. Wonderlijk, dat er zijn, die dit woord niet gebrui ken, Het zijn de joden. Achter de naam zien zij de betekenis: de almachtige, voor wie geen ontzag te groot is. Misschien is het voor ons wel erg moeilijk. Er is zoveel ge beurd in korte tijd. De jongeren onder ons spreken al over de ouderen als een generatie vol valse romantiek. Zij bedoelen dan de „ouderwetse" mensen, die zonder problemen God kon den vinden. In een heerlijke bloem, die bloeide in het veld. In de kunst, bij de diepe ont- Het woord „God" is niet een raadsel, dat we moeten trach ten op te lossen. Dat zou ons nog verder van huis brengen: de kous zou af zijn, onze be langstelling zou verder over bodig zijn. Laten we nog eens even den ken aan dat merkwaardige volk der joden. Het woord blijft on uitgesproken als naam. Er ge beurde veel. Maar langzaam ontstaat daar een beeld: het woord „God" móet be-tekenen, dat hij de almachtige is, de schepper van hemel en aarde. Want hij wil te maken hebben met zijn volk. Hij zorgt, hij leidt, hij verlost zelfs. Hij is onbereikbaar en toch vlakbij. Vreemd idee, dat achter dit woord een macht, een persoon gedacht moet worden, die met de mens te maken wil hebben. Je zegt, dat je er zo weinig van ziet. Maar als je denkt aan Jezus, dan gaat er toch iets duidelijk worden: God komt tot zijn mens; dood wordt leven; ondergang wordt verlossing een straf wordt vergeving. Je ziet er zo weinig van. Of alles In het leven iets te zeg gen heeft. Simon, de jonge student, die ook niet veel ziet in de moderne, koude wereld, probeert de oude meester schaakmat te zetten. Hij zegt: „Wat heeft de trein ons dan te zeggen"? De wijze leraar hoeft niet te peinzen. Hij ant woordt: „Eén seconde te laat en je kans is verkeken". Simon houdt vol en zegt: „En de tele foon dan"? Nu denkt de rabbi wel even na voor hij antwoordt: „Wel vriend, leer hiervan dit: wat hier gezegd wordt kan men ginds horen". De student heeft nog één pijl op zijn boog: „Wat heeft de telegrafie ons te zeg gen"? Nu moet de wijze zelfs grijpen in zijn baard. Het ant woord is: „Leer daarvan dit, dat elk woord van ons geteld wordt". Ja, als je zp ziet, ontdek Je veel. Dat ene woord kan dan misschien een levend woord worden: God. Pastoor J. BERGERS, Oud-Katholieke Parochie Leiden. Gewoonlijk is het zo dat de schrij ver wiet verder komt dan in beste geval het vertellen van een goed, boeiend,, dramatisch of geestig verhaal. Deze schrijvers houden zich aan de feiten, aan dat wat op een keer gebeurd is en zij kunnen dat meer of minder sterk op de lezer overbrengen naar gelang hun talent en vooial him eigen geestelijke rijkdom. Het spreekt vanzelf dat ik de ontelbare streek romans waar het valse sentiment van afdruipt, buiten beschouwing laat. Om terug te keren tot de romans van de zee voorbeelden van auteurs die inderdaad meer ge presteerd hebben dan alleen het Datgene wat zulke schrijvers onderscheidt van de vertellers van min of meer interessante gebeur tenissen en van de goede karakter- tekenaars, is het feit dat zij meer geven dan deze beide zaken. Ten eerste is er al dit. Zij durven heb aan om de karakters die zij in de belangstelling en soms zelfs in het hart van de lezer aanbevelen, te laten sterven of op een andere manier ten ondergaan. Dit is geert noodzaak om een goed boek te schrijven, dat zeg ik met de groot ste nadruk. Het is dan ook bepaald niet altijd zo dat goede boeken een ongelukkige afloop moeten hebben. Maar gedachtig de opmerking dat gelukkige mensen geen geschiede nis hebben en het lot de mens over het algemeen meer parten speelt dan wij wel zouden wensen, komt dat natuurlijk nogal eens voor. De auteur die zijn verhaal vertelt met het oog op zijn publiek, zorgt ge woonlijk in de eerste plaats dat hij zijn lezer geen verdriet doet. Deze goedhartigheid zou nog tot daar aan boe zijn. Maar dat opzettelijke streven naar een goede afloop, brengt met zich dat de schrijver al heel vroeg moet beginnen karak ters en gebeurtenissen in een be paalde richting te dwingen. En het is deze vraag die een op een der gelijke wijze geschreven roman die smaak geeft van onechtheid1, van divertissement. De karakters en de gebeurtenis sen in een goede roman moeten meer representeren dan hun min of meer toevallige bestaan. Zij moeten representatief zijn voor bepaalde menselijke verhoudingen. Zij moeten menselijke gevoelens vertegenwoordigen zoals vriend schap, haat, liefde, lafheid, dap perheid in hun abstracte betekenis. Zo moet het ook zijn met de ge beurtenissen en met de details waarmee de auteur werkt. Behalve hun waarde in de loop van het verhaal, moeten zij een overwaarde maken aan symboliek. Het lijdt geen twijfel of de figuren en evenementen in „Kon vooi der Verdoemden", On despe rate Seas in het Engels hebben deze overwaarde. Ik zou bijna zeg gen, ondanks de aanbevelende op merking op de flaptekst dat James Patterson „de avonturen waarover hij schrijft ook werkelijk heeft be leefd". Gezien het bovenstaande begrijpt u wel dat dit mij geen klap interesseert. Indien Pattinson niet beschikte over het grote talent dat hij heeft, dan zou hij een onderhoudend verhaal hebben ge schreven over een schip dat in konvooi vaart tijdens de tweede wereldoorlog van Philadelphia naar Moermansk. Iedereen zou het hard te verduren hebben, het zou er vele malen naar uitzien alsof het laatste uur voor helden en niks- nutten beiden geslagen was en ten slotte zouden althans de helden op het nippertje gered worden en daarmee was dan de kous afge weest. Wij zouden gerust van kitsch hebben mogen spreken. Daar echter Pattinson een schrijver van formaat is, gaat het niet zo in zijn roman. Reeds met de eerste zin, waarin toch niet anders wordt aangegeven dan de tijd van handeling en de weersge steldheid, voelt men het noodlotti ge van de atmosfeer. De „Rose Dartle" gaat haar ondergang tegemoet, men weet het al. Toch leeft in het schip, een tanker vol alcohol, een wereld, een mannen wereld van goed en kwaad. Daar leeft het verraad, daar leeft de lafheid, daar is de vriendschap, de rancune, de misdaad, de kracht en de trouw, de vraatzucht en het fatsoen. Daar staat de plichtsbe trachting van mensen die hun be vrediging in hun werk vinden tegenover de kankeraar die er de kantjes afloopt. De natuurlijke organisator tegenover de verwar den. Het zelfbedwang tegenover de willoze. Kortom, hier leven men sen hun leven verder onder de wiekslag van de dood. Natuurlijk kan men een boek als dit alleen om het verhaal lezen. Waarom niet? Maar zelfs zij die dat doen, zullen niet ontkomen aan de blijvende indruk van deze gemeenschap en zijn lot noch ook aan het stempel van authenticiteit van dit oorlogsbeeld van dood en ellende in de Poolzee. Zij zullen mogelijk gevoelen dat dit het lot van de mens in oorlog is en dat zich de essentie van dit beeld tot in het oneindige zal herhalen zo lang er een oorlog is. CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 7