<1
HET LEVEN
'ietr A!
PANDA EN DE PETTENJACHT
HET VREEMDE EI
LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1964
Dagelijks vervolgverhaal
Oorspronkelijke Nederlandse roman door
KLAAS VAN DER GEEST
m heb je?" vroeg ze met een
bii'die haarzelf vreemd
in Ha Aran Hnnlr
in de oren klonk. Ze keerde
im en werd doosbleek; haar
i knikten.
heb me nat gemaakt," zei de
„Ik riep je, maar je deed als-
me niet hoorde.Je had
loeten helpen, want ik kon met
tramme vingers de broekskno-
Tbmers niet los krijgen."
itond daar en strekte een hand
laar uit, alsof hij steun zocht.
Meelte vingers met de vuile, ge-
lie en afgebroken nagels waren
|^d. Maar hij keek haar niet
y keek alleen, verwijtend,
Dek, die droop. Haar hart bons-
i. begon ze. Maar het
odig te vragen, hoe dat
innen gebeuren. Het was
t niet waar, dat hij de kno-
iet los had kunnen krijgen,
zich altijd zelf nog kunnen
En toen schoot ze in d'
,,Hoe kon je dat nu doen?
item klonk weer gewoon, kalm
IJ beetje verwijtend als tegen
in kind, dat nu eenmaal niet
vi
atie> helemaal zeker van zichzelf
1 vai nog niet. Het kon zijn.
't di vaker geklaagd over kramp
vingers. Daarom zei ze, dat
ir binnen moest gaan.
Eiom meteen. Hij liep slecht,
lm, alsof hij bang was te zul-
liikelen. Ze moest hem in zijn
elpen en begon zijn kleren uit
s vf en.
tenci hemd zeker ook?" vroeg hij.
hemd ook.alles", zei ze.
anden beefden niet. Ze knikte
Iphem terwijl ze hem verder
Hde en daarna
■in droge kleren voor hem te
en ze daarmee kwam, prut-
iij tegen. Hij wilde geen
goed aan hebben,
ig me zo maar in bed
'lgr€el
tem
mairkelyl
r zegevierend aankeek,
iunt met dit weer niet in bed
zei ze overredend. Hij hield
ns jVol:
dat kan bestEindelijk
moest toe-
vastgestampt leem
Ze begon zich
te maken, omdat
toch iets mankeerde,
L~Tik zijn
Jvalt hf.
ze hem echter in de bedstee
I n'110 "iao.1 cciou lig
DUlik zijn karnemelk warm ir
lva.lt hij misschien in slaap
kolonie had
haar eens bij zich geroepen
een hoop stro aan de kant
grote dorsschuur. Ze was die
-net derde meisje, dat hij daar
i riep. Het was een zonnige
ag in de zomer. De bossen
en hoog opgestapeld tegen de
;eteerde houten wand van de
ene kant stonden
uiken, was
log niet rijp waren.
os jaren later dacht ze altijd
i langs een vlierstruik liep nog
an die opzichter. HU had
in slok brandewUn willen ge
it een flesje met een blauwe
vatt hU uit zijn binnenzak haal-
Léljtoen ze het weigerde, had hU
ïetgepakt om haar achterover
stro te duwen. Ze wist, wat
"**n haar verlangde. De grotere
in de kolonie spraken er
I R over, niet alleen onder el-
I ^aar met de jongens van hun
^eftyd. En bang was ze niet
met een verlopen uiteriyk. Even was
hy verbluft geweest. Waarschynlyk
was het de eerste keer dat een van
de meisjes zich tegen hem en zyn
kornuiten verzette. Het leek alsof hy
meteen weer aan het werk. Later
riep hy haar nooit meer bU zich
en ook de andere opzichters, even
eens oude Oostgangers, lieten haar
met rust. De jongens en de meisjes,
die er achter kwamen, plaagden
haar. Een paar, die het goed met
haar meenden, vonden dat ze nogal
stom was geweest. Dat hinderde
haar niet. Als ze haar vroegen,
waarom ze niet toegeven had, haalde
ze slechts de schouders op.
„Ik wil niet!" Ze kon het zelf niet
verklaren. En als ze dat gekund
had, zouden de anderen het waar
schynlyk toch niet begrepen heb
ben. Vanaf die tyd was ze echter
steeds op haar hoede geweest als een
man of een jongen te dicht by haar
kwam. Ze was in het holst van de
nacht, by regen en wind, sneeuw en
ys weggelopen uit een schuur of
stal, als ze wist, dat een boer of een
zyn zoons haar daar konden
overvallen.
Daarmee had ze voor zichzelf het
leven niet gemakkelyker gemaakt.
Toch schonk het haar een diepe vol
doening. Het was geen angst voor
de gevolgen van de omgang met
hoewel ze daarmee al vroeg
op de hoogte was. Wat haar weer
hield was alleen een gevoel van men-
selyke waardigheid, dat aangeboren
moest zUn, een erfdeel misschien
van haar voorouders, die evengoed
paleis als in een krot kon
den hebben gewoond en evengoed
edele mensen als. schavuiten of al
lebei konden zyn geweest. Ze was er
heimelyk trots op zonder zich er
juist op te verheffen, dat ze zich
daarin tenminste niet had laten
schenden. En het mag een schamel
beetje zyn geweest om trots op te
zyn, maar in elk geval was het ge
noeg om haar blauwe ogen onder
het hoge voorhoofd te doen stralen
haar het zelfvertrouwen te schen
ken, zodat ze samen met de jonge
Gosse Tadema de toekomst fier tè-
gemoet kon gaan. Genoeg ook om
zich niet door de oude vergroeide
vader van Gosse te laten overrom
pelen. Na de eerste schrik zag ze de
man met zyn ruige, warrige gryze
haren, zUn naakte, smalle
gen rug, zyn in de knieën wat door
gezakte benen en zUn te grote blote
voeten met eeltknobbels slechts als
het wrak van een mens. Ze kon zelfs
afkeer voor hem koesteren
had slechts medeiyden met
hem, al wist ze dat te verbergen
wel de baas kon
biyven, zei ze, dat hy moest uit
scheiden en meteen duwde ze zyn
hand weg.
En toen vergiste de oude zich. Hy
bleef staan.
„Uitscheiden. Wat doe ik dan?"
vroeg hU met schrille stem.
„Dat weet je wel. kom, schiet nu
op, want ik wil je in bed helpen en
dan moet ik weer aan myn werk."
(Wordt vervolgd)
Overeenstemming
omroep-C.A.O.
De omroepleiding en de drie
bonden van personeelsleden van
radio en t.v. hebben overeenstem
ming bereikt over de C.A.O. 1964
voor omroepmedewerkers. Een com
promisoplossing is bereikt ten aan-
zien van twee geschilpunten, t.w.
de toeslagregeling voor arbeid des
avonds, 's nachts,
de vakantieduur, aldus
een communiqué van de algemene
bond „Mercurius", de A.C.I. (de
rooms-katholieke organisatie voor
beambten in de industrie) en de
N.C.B.B. (de Nederlands Christe-
iyke beambten bond).
Behoudens goedkeuring door de
omroepinstellingen en in tweede in
stantie door de Stichting van de
Arbeid, zal de toeslagregeling voor
overuren met terugwerkende kracht
per 1 juli 1964 ingaan.
Amerikaanse invasie op
het Rode Plein
vyfenzeventig Amerikanen, die
reis om de wereld maken met vieren
dertig glanzende aluminium cara
vans. De Amerikanen, wier gemid
delde leeftyd 64 is, zyn vorig jaar
september per boot uit Los Angeles
naar Singapore vertrokken. Sinds
dien hebben ze 40.000 km afgelegd
door 14 verschillende landen. Zy
kregen speciale toestemming om hun
caravans het Rode Plein op te ryden,
zodat zy zich konden laten fotogra
feren met hèt Kremlin op de achter
grond. De kosten van het „reisje" in
totaal? Tussen de 10.000 en 18.000
dollar.
Franse maatregel voor
wegvervoer
Met ingang
by passage
de
Franse grens voor elke in Neder
land geregistreerde aanhangwagen
en oplegger opnieuw een carnet de
passage of triptique vereist. Dit
grensdocument is in het grootste
deel van Europa al jaren afge
schaft.
De Franse douane zal strenge
controle op het bezit van dit docu
ment uitoefenen.
Het ministerie van Verkeer en
Waterstaat onderneemt via de
ambassade in Pairys nog steeds
stappen om de Franse
ongedaan te maken.
22580. Joris wierp een blik op de zwarte ruïne en wreef
zich peinzend de kin. Het was duidelijk, dat hij een zware twee
strijd voerde.
Hier sta ik nu", prevelde hij. Met een inbraak-vergunning en
een vervoermiddel, dat mij dadelijk naar een winstgevend ar
beidsterrein kan brengen. Maar wat doe ik? Neem ik mijn kans
waar? Helaas neen! Ik wacht, ik treuzelEn ik maak me zorgen
over een eigenwijs manneke, dat zich in een ongunstige bouwvau
waagtHm die ruïne bevalt me toch echt niet
„Wat een akelige ruïne, hè?" fluisterde Panda, die met de ge
leerde door de oude gangen sloop. „Zo stil en uitgestorven! Er
schijnt hier niemand te wonen en toch wat zou hier met uw
apparaatjes gebeurd zijn?"
„Mijn apparaatjes?" herhaalde professor Kalker vaag. „O juist
ja, daar kwamen we voor. Ik begon me juist af te vragen, wat ik
hier eigenlijk deed!"
„Stil, niet zo luid, professor"zei Panda angstig rondkijkend.
„Je kunt niet weten
„Wat kan ik niet weten?" vroeg de geleerde bevreemd.
„Ik weet niet", antwoordde Panda. „Maar ik eh ik
vind het niet prettig hier. Net alsof alsof er iets loert!"
Werkelijkvroeg professor Kalker verwonderd. „Wat dan?
Waar?" Hij wierp een verbaasde blik in het rond. maar hij zag
niet, dat achter hem langzaam een gordijn vaneenweek
Vervolgverhaal voor de kleintjes
78—79. Eindelijk bereikte Quimbo de stad. In die tijd
waren de steden beschermd door wallen en torens, en daar
omheen liep een gracht. Men kon alleen de stad binnenkomen
door de stadspoort, die door soldaten bewaakt werd.
Quimbo, met Tippie steeds rustig achter hem aan. liep
langs de grachtverderop zou hij wel de poort vinden, waar
door hij binnen kon komen.
Maar zo gemakkelijk als hij dacht, zou het niet gaan. Hij
vergat, dat Tippie nu niet zo'n gewoon huisdiertje was en dat
de mensen weieens erg konden schrikken, als ze hem zagen.
Net als de soldaat, die boven op de stadswal stond en op
eens de draak in het oog kreeg