FRIVOLITEITEN NEMEN WE NOU DE AUTOBAHN OF NIET? Niet iedereen is enthousiast over de toch wel economische monokini Melk koel bewaren terdag 8 augustus 1964 Pagina 3 Christine Eustratiades is 14 jaar en haute couture man nequin in Parijs. Ze dit seizoen de modellen van Castillo presenteren. Chris tine is geboren in Parijs, hoewel haar ouders van Griekse afkomst zijn. Haar peet Meg, medewerkster van de bekende mannequin Lucky, heeft haar opgeleid. Christine is nog op school, maar in haar vrije tijd is ze een volleerde mannequin, zoals u rechts kunt zien. Het kan zijn dat u uit zuinigheidsoverwegingen een voorstandster bent van de monokini, maar daar staat tegenover dat u hem in ons land zeker niet in het openbaar zult mogen dragen, dus achteraf is 't misschien toch niet zo praktisch. Zelfs in Frankrijk maakt men bezwaren. De Pa- rijse ontwerper Michel Tellin is zeer anti. Hij achtte het daarom zijn plicht een degelijk badkostuum te ontwerpen, dat het gehele lichaam inclusief armen en benen kuis bedekt. Maar zonnebaden is er dan niet meer bij. De jongeman die (links bovenaan) zo trots met zijn prestaties komt aandragen, is niet het belangrijkste van dit plaatje. Het gaat namelijk alleen maar om zijn kamerjasje, dat blauw en wit geruit is. Het is gemaakt van crylor en het komt ook al uit Parijs. Rechtsboven een huis-ensemble" van Coco Chanel voor de komende winter. Van boven allerliefst, maar de pantalon doel wel een beetje vreemd aan na al die nauwe pijpjes. Chanel zocht voor dit model inspi ratie in de strandpyjama's die in 1930 zeer en vogue waren. Pantalon en bolero zijn gemaakt van satin matelasse in goud en wit. Op een Amsterdamse brug werd deze creatie gefotografeerd (rechts). Het is een oer-Hollands ontwerp van Jos Leeger, die er kersvers uit het atelier in de Amsterdamse binnenstad mee ging flaneren. Het is een kam- garen kostuum van marineblauw met dunne witte streep. Het overkleed heeft een los voor- en achterpand. Kort nadat de foto van Jos werd ge maakt kwam de tekening er naast uit Parijs. Het is de nieuwe lijn in de collectie van Jacques Heim, die merkwaardig veel overeenkomst ver toont met het Amsterdamse ontwerp. Misschien heeft ook Heim Jos op de brug zien zitten? Als alle Nederlanders gelo ven wij, dat liet geluk in het zuiden groeit. Dus wenden we, zodra de vakantie aanbreekt, de voorwielen in zuidelijke richtingen en beginnen aan een dagenlange trip naar het geluk zalige oord „ergens beneden Basel" waar het precies zo ge meen kan regenen als hier, waar de grond onvoorstelbaar hard is, waar de levensmidde len duur zijn en waar je meer Nederlanders en Duitsers ont moet dan waar ook ter wereld, Nederland en Duitsland inbe- grepen. Niettemin houden we hardnekkig vast aan het idee, dat we onze vakantie in het zuiden dienen door te brengen en spijt hebben we er nooit van Er zijn twee manieren om dat legendarische Zuidland te bereiken. Je kunt de Autobahn nemen of je kunt de binnenwegen kiezen. Op de binnenwegen schiet je niet op: ze zijn opgebroken (vorstschade een zonderling begrip in hoogzo- nrer) of verstopt met tractors, hooi wagens en militaire colonnes; ze zijn bezaaid met spoorovergangen, die zich altijd sluiten wanneer wij er aan komen; ze zijn smal en verkeren dikwijls in erbarmelijke toestand. Bovendien kronkelen ze om twaalfhonderd heuvels en vier honderd bossen heen. Een kilome ter binnenweg is driemaal zo lang Op de Autobahnen schiet je niet op. Die zijn opgebroken, of verstopt met tienduizenden vakantiegan gers, caravans en vrachtauto's, ze leiden recht toe, recht aan van het ene autowrak naar het volgende (geen opwekkend gezicht wanneer je met vakantie gaat), zij zijn een gigantische liniaal vol uitlaatgas sen, lawaai en gebrul van motoren. Dus wil ik het liefst de binnen wegen nemen. „Ik voel er niets voor om dagen lang onderweg te zijn en almaar het stuur rond te draaien", klaagt vader. „Het moge zijn dat die bin nenwegen wat natuurschoon be treft interessanter zijn dan de Autobahn, maar ze betekenen hon derden kilometers omrijden en van dat natuurschoon zie ik toch niets; ik heb het veel te druk met steeds maar vóór de volgende bocht terug te schakelen. Ik wil opschieten. Zo lang duurt onze vakantie niet. dat we ons kunnen veroorloven vijf da gen over de heenweg te doen". Dus nemen we dan de Auto bahn om op te schieten. Twee uur lang gaat het goed en vader constateert tevreden dat we, als we zo doorgaan met een gemid delde van negentig, 's avonds al minstens halverwege zullen zijn. Maar het gaat zo niet door, want eer hij is uitgesproken be ginnen de rode achterlichtjes te gloeien, de topsnelheid vermin derd tot negen kilometer in het uur, daarna tot anderhalf. We steken onze hoofden uit het schuif dak en trachten de file te overzien. Tot aan de horizon zien we glanzende autodaken, hier en daar onderbroken door de wolkenkrabbers van het in ternationale vrachtvervoer. Drie uur lang ademen we koolmono- xyde in, vervloeken alle Auto bahnen en de Duitse in het bij zonder en kruipen intussen en kele honderden meters voor waarts. De kinderen worden las tig, klagen over dorst, honger en hitte. Het zuiden lijkt alleen nog te voet bereikbaar. Eindelijk mogen we, voorzichtig aan in het begin, weer doorrijden. Het obstakel wat het ook ge weest moge zijn schijnt opge ruimd. We komen politie- enz ieken- wagens tegen met loeiende sirenes en huiveren. Vader bijt op de lip, werpt een blik op de wegwijzer en duikt de eerste de beste Abzweig èn Moederlijke de binnenwegen in waar je ook niet opschiet maar tenminste het gevoel krijgt dat je reist. Kinderen en ik slaken een zucht van verlichting. Voor déze trip is vader genezen van zijn liefde voor de Autobahn. Pas een dag of veertien later, wanneer we helemaal verreisd, ge bruind als zigeuners, met geen schoon draadje meer in de koffer en een danig geslonken reiskas de terugreis aanvaarden, begint het oude spel van voren af aan. „Auto bahn", beslist vader. „Ik wil op schieten". Het zuiden heeft zijn beloften van zon en geluk ingelost en dus zijn we er langer blijven plakken dan verantwoord was; we hebben nu haast om vóór de termijn van ambtsaanvaarding thuis te komen. „Binnenwegen", loeien wij, die niet behoeven te sturen. Vader stoort zich niet eens aan ons protest, maar ditmaal slaat vijand Autobahn binnen een half uur toe en bezorgt ons zo veel oponthoud dat de tijdnood nijpend dreigt te worden. Zodat de rest van de dikke duizend kilometers naar huis gekronkeld wordt over smalle, wondermooie en van achtenveertighonderd bochten voorziene secundaire we gen, die vader kramp in de ar men en pedaalvoet bezorgen, maar zijn passagiers met verruk king vervullen. Ach, het is een loterij, zo'n Auto bahn. Je kunt boffen en in één ruk negenhonderd kilometers ver morzelen onder vier geduldige ban den. Maar meestal trek je een niet. Toch is het Juist die éne kans op de honderd die vader elk jaar ver- t maar weer eens te THJEA BECKMAN (W)ETE NS WAARD Bij extra hoge temperaturen in de zomer maanden tobben we met het probleem van het bewaren van melk en melkprodukten. Losse melk dient onmiddellijk na ontvangst te worden gekookt. Na een snelle afkoeling (bijvoorbeeld door de melkkoker in een bak met stromend koud water te plaatsen) de melk op een koele, donkere plaats bewaren. Datzelfde geldt voor flessemelk en melkprodukten. Gevulde tomatenmandjes Een koelkast is natuurlijk ideaal, maar zolang men hier over niet beschikt, kunnen de flessen worden geplaatst in een emmer met koud water of in een ,,melk-bewaarbox", een handige met schuimplastic ge voerde box, waarin vier liter flessen koel kunnen worden be waard. Uw melkboer weet er ongetwijfeld meer van. 150 gram belegen kaas, 1 grote appel, 1 augurk, 100 gram ham, bieslook, mayonaise, zout, paprika poeder, mosterd. Snijd van grote tomaten toma tenmandjes en hol ze voorzichtig uit. Snijd alle ingrediënten klein en maak hiervan een smakelijke kaassalade. Vul hiermee de mand jes. Kaasbouillon Klop in een soepterrien 4 eieren met ltt d room, 75 gram geraspte kaas en wat gehakte peterselie goed los. Giet onder goed kloppen 3/4 1 bouillon hierbij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 9