TUPMELDER Surinaamse arbeider kwamen goed terech Hengelseizoen biedt hoopvol perspectief Kom er ACHT-er Visstand is schade van winter 1962 te boven Toeneming slechts 200 mannen per jaar VOLDOENDE WERK THUIS HOE WERKT HET? Zaterdag 11 juli 1964 Pagina GOED NIEUWS VOOR DE SPORTVISSERS Tegenvaller Maar dat viel tegen. De mooiste die we kregen was ternauwernood dertig centimeter en dat was voor dit water, waar we pas van grote voorn spreken wanneer ze boven de vijfendertig ligt geen grote vis. Het merendeel haalde trouwens de vijfentwintig centimeter niet. In de middag zijn we naar een an der water gegaan: een poldertje waarin mijn visvriend visrecht heeft. Een polder waarin een zgn. karperput is geprojecteerd en waar in het overigens best vissen is op baars. In de sloten van die pol der, bedoel ik. Bijna geen mooiere visserij in de zomer, dan het spinnen op baars. Spinnen op baars in ondiep en glas helder water. In water waarin men de spinner van begin tot eind ziet lopen, waarin men de baars vaak ziet toegrijpen of van onder een kroosdam ziet toeschieten. Een fel le vis, die met één klap de spinner pakt en nerveus en langdurig blijft vechten. De karpetput stelde teleur. Vier vissers hadden vyf karpertjes ge vangen. Edelkarpertjes; duur be taalde visjes die het vechten nim mer zullen Ieren. De polder zelf was uitgestorven. Af en toe een klein kringetje op het water, dat afkomstig was van de ruisvoorn. Van kleine voorn, zo bewees de vliegenhengel: niet gro ter dan twintig centimeter. Maar zo tegen een uur of acht in de avond begon er iets te veranderen. In nog geen kwartier tyd zagen we op vier plaatsen snoek jagen; met veel kabaal en breed uitdeinende golven. En op ontelbare plaatsen zagen wc de kleine vis waaiervor mig uit het water ritselen en deze activiteit komt zonder misvatting door de jagende baars. We besloten te gaan spinnen. We vingen baars. Soms drie stuks op nog geen vijf worpen. soms een kwartier lang niets, om dan plotseling weer twee of drie baarsjes achter elkaar te pakken. In het algemeen was het geen grote vis, maar heerlijk spontaan in het toeschieten en ruig in het vechten. De mooiste vis van die avond was een solitair van achtendertig centimeter; bijzonder licht van kleur, bijna citroengeel, met een prachtige zwarte iris in het even eens helgele, hooghartige oog. De enige baars, die de kracht had, met een stevig schot door de slip te gaan, die toch gevaarlijk strak op 18/100 mm. nylon was aangedraaid. We kregen ook nog een snoek vast. We hadden hem te kort aan de lijn om te kunnen zeggen in welk formaat hij lag. Met een korte, droge tik pakte hij de spinner en meteen nam hij een harde spurt. Dit was meteen het eind van het avontuur, want alsof hij uit het water werd geschoten, vloog de spinner de lucht in. Al weer heimwee Later, in het kleine lokaaltje van 'n botenverhuurder, hebben wij nog wat gewacht op de laatkomers; de mannen met roodverbrande kop pen, voor wie een visdag van vier uur 's morgens tot aan het donker, in feite veel te kon, is. Daar kwamen ze, met trage riemslag, laag over het water. Meestal brasem vissers.- Met lege en volle, droge en druipende netten. Vertegenwoordigers van het rus tigste en geduldigste gilde op aarde, dat onmogelijk kan uitsterven. En in ieder verhaal, dat werd verteld, in iedere oogopslag, viel een klein beetje heimwee te beluis teren. Omdat de dag nu al om was en het zes lange dagen zou duren, voor weer het water kon worden opgezocht. Dan weer heel vroeg in de ochtend, met haastige riemslag en met een hart boordevol hoop op buit. JAN SCHREINER. Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekening vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. Geen reden tot ongerustheid Daar stonden we dan de eerste juni, beste vrienden, In ons vertrouwde poldertje, op de kop van de bekende wetering, tegenover de oeroude knot wilg, die zyn voorjaarskostuum had aangetrokken van fris-groene blaad jes. 't Was heerlijk na zoveel maanden terug in de polder te zijn. Keurig In de boot, alsof het voor een tentoonstelling was, lagen de opgetuigde vlie genhengel, de lichte hengel met een pen en de hengel met een spinner ge reed om straks tot actie te worden gebracht. Hoewel wy myn vriend en ik ons hadden voorgenomen meer te kijken dan te vissen .Te kyken bü al die andere sportvissers, die al op en bij het water zouden zijn, bezig met hun favoriet-visserij. Want, zo in het begin van het seizoen, voelen wij ons verplicht verslag uit te brengen. Niet van eigen avonturen alleen maar in hoofdzaak van de vangsten in het algemeen. Goed Seizoen en pIas' kwamen wy de eerste bra semvisser al tegen. Hij had zich een plekje gezocht langs het riet en viste op nauwelijks twee meter wa ter. Op de vraag hoe het ging, trok hij een enorm leef net naar omhoog met vijf of zes grote brasems. Op grond van onze (geringe) er varingen die dag en aan de hand van tientallen gesprekken die wü na de eerste juni voerden, kunnen wij met vrij grote zekerheid ver tellen, dat het een zeer goed sei zoen kan worden. Er is goed, op vele plaatsen erg goed, gevangen en de diverse waar nemingen die wij uiteraard erg onwetenschappelijk verrichtten, wezen er wel op, dat de natuur op grote schaal bezig is zich te her stellen; te herstellen van de scha de die de winter 1962/63 aan ver schillende visbezettingen heeft toe gebracht. Het water wemelde van witvls- broed in zo'n onvoorstelbare hoe veelheid, dat men het gezien moet hebben om het te kunnen geloven. De jonge snoek snoek van dit jaar heeft reeds een zeer behoor lijke afmeting gekregen; de snoek baars paaide zoals dat slechts on der tie gunstigste omstandigheden mogelijk is en de karper en brasem hielden zich bepaald niet afzijdig van dit gebeuren. De schemering was nauwelijks verdwenen of wij roeiden langzaam de wetering uit naar het wijde water. En op de hoek van wetering Kom er ACHT-er 1. plas op tafeltje groter 2. voet van ober kleiner 3. raam huis links 4. ober heeft hand dieper in zak 5. broekspijpen gast langer 6. deurspijl breder 7. neus ober achter raam kleiner 8. vogels links in de lucht Jong gewendoud gedaan. Ik kon mijn pen nauwelijks zien, zo vertelde de visser, of het begon al. „Gaan ze mee naar huis?" vroe gen wij. Hij lacht, en antwordde ontkennend „Liever tong", zei hij. Een half uur later ontmoetten wij een snoekbaarsvisser op het wijd. Zijn witte pen wipte aantrek kelijk op en neer. Drie weglopers had hij gehad en een kleintje had hij gevangen. Maar goed, de eerste snoekbaars was toch binnen. Tien minuten later gingen we zelf wat vissen. In een ons bekende zeer ondiepe wetering, waarin we al menige zware voorn hadden ge vangen. We visten met 14/100 mm. nylon, een fraai gemodelleerd bal sa pennetje en met een grote vlok brood als aas. Dat we vingen hoef ik nauwelijks te zeggen, want het is bijna onmo gelijk, op deze wijze het vissen op voorn met de werphengel niets te vangen. Het gaat er bij de ze visserij slechts om, hoe groot is de vis. (Van onze Amsterdamse correspondent) ALLE SURINAMERS, die Nederland bezoeken om er te wer ken ,te studeren of er zomaar vakantie te houden, hebben reeds van hun regering een boekje ontvangen met 101 praktische tips. of ze zullen het spoedig ontvangen. Het zal onder meer gegevens bevat ten over de werkgelegenheid. Over de kosten van het dagelijks le vensonderhoud. Over tarieven van pensions, treinen en taxi's. En over de verhouding tussen Nederlandse hospita's en bij haar in wonende kamerverhuurders of kostgangers. De uitgave van het voorlichtingsboekje is een rechtstreeks gevolg van de teleurstellingen, die een aantal Surinaamse arbeiders eind vorig jaar ondervond toen zij vol verwachtingen naar hun „moeder land" waren gekomen. De tekst is samengesteld door de sociale af deling van het kabinet van de gevolmachtigd minister van Suriname in ons land. Van de circa 10.000 Surinamers, die in Nederland wonen, zijn er ruim 1500 werkzaam bij een aan tal grote bedrijven .Hun aantal stijgt, maar stijgt langzaam. Het is niet te verwachten, dat de groep Surinaamse arbeiders ooit de om vang krijgt van die der Zuideurope- se arbeiders in ons land. „Het ligt voor de hand, dat Ne derlandse werkgevers, die met een akbeiderstekort werken, aan Surina me hebben gedacht. De Surinamer immers, schept geen taalprobleem Als Klokken elkaar tegenspre ken, is de telefonische tijd- melder een uitkomst. Tegenwoordig gebruikt men meest sprekende tl jdmelders, I bijv. magnetofoons band- I recorders"!,met doorlopend? tekst besproken. De band heeft twee magnetische sporen met doorlopende tij den. T e middernacht keert de draaizin om en wordt de tweede kop ingeschakeld. De geluidsstroken zijn boven twee vensters in een draaiende trommel gespannen. De af taststelselsf lampen en fotocellen) verplaatsen zich telkens 2 stappen, zodat zij aan het eindpunt slechts van bewegingsrichting behoe ven te veranderen. en kan zich als rijksgenoot zonder faciliteiten in het moederland vesti gen. Aan de andere kant is het de droom van vele Surinamers om Ne derland te zien. Op school immers hebben zij alle steden en dorpjes en zelfs de onbelangrijkste kana len geleerd", Dat zegt W. E. Juglall, destijds leraar in Suriname, later minister van Onderwijs en Volksgezondheid in de regering van zijn land en sinds enige tijd hoofd van de in Amsterdam gevestigde afdelingen onderwijs en sociale za ken van het kabinet van de ge volmachtigd minister van Suri name in Nederland. „De Surinaamse regering heeft aanvankelijk met lede ogen toege zien, hoe enkele Nederlandse be drijven arbeiders gingen werven. Zy vond het niet prettig, dat men ging grasduinen onder de geschoolde ar beiders. Suriname is immers in op bouw en heeft zelf mensen ge noeg nodig. De werkloosheid is te verwaarlozen en werkloosheid on- der vaklieden is er helemaal niet. Daarbij komt, dat een vakman in Suriname ongeveer hetzelfde kan VVerdienen als in Nederland. Het avontuur en 't verlangen Nederland te zien zjjn dan ook vaak de be langrijkste oorzaken geweest, dat Surinamers op de aanbiedingen van Nederlandse werkgevers zijn ingegaan". Teleurstelling De eerste Surinaamse arbeiders in georganiseerd verband werden in oktober vorig jaar aangetrok ken door Verolme. Het was niet aanstonds een succes. Wat zij ook tijdens de aardrijkskunde les op school hadden geleerd, van het praktische leven in Nederland had den zij over het algemeen weinig begrip. Sommigen wisten niet eens of het loon waarvoor zij waren ge contracteerd Nederlandse of Suri naamse guldens (50 cent) gold. De 50 mannen, die als eerste groep door Verolme naar ons land wa ren gehaald, voelden zich mis schien het meest teleurgesteld door het weer. Zij gingen dan ook de winter tegemoet. De Surinaamse regering is Verolme achteraf zeer dankbaar voor het begrip, dat dit bedrijf heeft opgebracht voor de problemen, die zich mede als ge volg van door aan beide kanten gemaakte fouten, voordeden. Een verbetering in de positie van de Surinaamse werkkrachten was bij voorbeeld, dat zij niet in de gewone c.a.o. werden gevangen, doch de zelfde faciliteiten kregen als de bui tenlandse arbeiders, zoals toeslagen op kostgeld enz. Voor een aantal hunner- bleek de komst naar Ne derland een verkeerde beslissing te zijn geweest. Verolme. hoewel daar toe niet verplicht, betaalde de te rugreis. Een ander groot bedrijf, dat in dezelfde tijd Surinamers aantrok, was de Amsterdamse machine fabriek Du Croo en Brauns. Ook hier konden aanpassingsmoeilijk heden, al dan niet met hulp van de Surinaamse vertegenwoordiging in ons land, uit de weg worden ge ruimd. Het soepelst verliep de pro cedure bij de Billiton Maatschappij, die in Suriname, waar zy onder andere bij de bauxietwinning werk zaam is, personeel aantrok voor Ne derlandse dochtermaatschapijpen. Dit bedrijf steunde echter op de ervaring van de Surinaamse ves tiging en kon reeds voor de uitzen ding naar ons land een goede se lectie maken. Weinig klacht« Het Amsterdamse bureau i heer Juglall aldminlstreert zo dig het leven van de Surinan ons land en constateert daarl tevredenheid, dat zich bij vu vers en arbeiders weinig kir voordoen. Voor iedere werkn geldt echter, dat hij de tijcL hebben zich aan te passen, i andere wat betreft het werka dat hier belangrijk hoger li»,- in de tropen. Maar met nal Creolen beschikken over eef' gesproken technische aanlegt, door zij zich snel weten tel ken. 9 Het afgelopen jaar zijn h Surinaamse arbeiders naar oa gekomen. Sinds het bureau ir sterdam op volle toeren met de arbeidsbureaus en dry ven. De Surinaamse over)" echter duidelijk enthousiaste^ het feit, dat er jaarlijks mé) rinamers in Nederland komei deren of cursussen komen waarvan het resultaat althatf' bijdragen tot een verdere c? van het land. 0| Het menselijke leed, dat (j* te ontstaan toen omstreeij1 kerstdagen enige tientallen Si11 mers op goed geluk naar Nedl17 kwamen, kon tot een mi# worden beperkt. De meeste goed terechtgekomen. Voor et haling wordt, mede dankzij dfu lichting, niet gevreesd. Niet ideaalk Ideaal is de tewerkstelling Surinamers in ons land vol#" Surinaamse regering nog niet degenen, die zich niet kunnen passen, blijft het avontuur tok een onaangename ervaring soms veel geld kost. TussL verlof in de 2-jarige con periode, dat bijvoorbeeld dek aanse en Spaanse arbeiders e nen, is voor de Surinamers, L de grote afstand en de hogL kosten, niet weggelegd. L Voorts is het voor de Suri als rijksgenoot toch altijd ra ker in de Nederlandse gemeel te worden opgenomen, dan!' buitenlanders bijvoorbeeld uil7 Europa. Menigeen verhuurt jc geen kamer aan een Surinam 5 heer Juglall wil dat niet op iL discriminatie schuiven. „DeL namer houdt van gezellighö '1 zoeken elkaar graag op, paktf1 gitaar en maken plezier.j1 iedereen is van de luidruch» Z gediend". En wij noteren ditlg uitspraak van een man, die 12 Nederlandse rijksgenoten gee: sendiscriminatie zou durven derstellen. Uit de statistieks het bureau blijkt, dat „afg van de Surinaamse arbeidi wel niet voorkomt. Ter vei voor degenen, die het opgevi dat er van tyd tot tyd b< over vechtpartijen in de staan, waarbij „een Surini betrokken, diene, dat er 10.000 Surinamers in ons een wisselende groep van ci mannen in oud-AmsterdamI blijft. Meestal zijn het die hier korte of langere blijven, niet in het minst de bekoring, die zij voor de welyke bevolking van deze schijnen te bezitten. Maar groep van 150 is maar eei klein deel van de mannen, dis daar kan aantreffen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 8