INGVISSERIJ EEN ZEER ISSELVAL LIG BEROEP ZOEKLICHT OUDERS EN KINDEREN Vleetloggers boeken zeer matige vangsten 11 juli 1964 Pagina 1 Met de KW 121 op haringvangst Met de KW 121 „Britten burg" van Ouwehand's Rede rij en Visverwerking N.V. in Katwijk aan Zee, schipper Kees Dubbelaar, heeft onze visserijredacteur een tocht naar de haringgronden gemaakt. Zijn bevindingen zal hij in een drietal artike len weergeven. Tn dit eerste artikel geeft hy een alge mene beschouwing over de drijfnet- en d? treilvisserij. Daarna zal h" aandacht schenken aan het leven en werken van onze vissers op zee en tenslotte zal hU ?®ts vertellen over de belangrijke functie, die het hospitaal- kerkschip „De Hoop" in het belang van onze visserij ver- (Van onze visserij-redacteur) lij ET NET gaat aan stuurboordzijde over boord. „Op eeiP hoop van zegentyzeggen de vissers als dit zware 5J3mveitje is geklaard. Nu maar afwachten wat deze ■Ijek brengt. Anderhalf tot twee-en-een-half uur. Rus- \ajloos l°°Pt de schipper heen en weer op de brug. Nu In dan aanwijzingen gevend aan de roerganger en ieeds maar weer kijkend op de echometerwaarmee vje visscholen kunnen worden opgespoord. ïoolVaak schudt hij -een buitenstaander zou zeggen ontmoedigd in$- het hoofd. „Geen plukje haring te zien", zegt hij af en toe. na«aar eindelijk tekent zich op de bodem een zwart obstakel af. lenHaring, jongens", roept hij blij. En even later is het „halen". De 11e keer is het een goede trek, maar meermalen nog zitten er veel ijjiepers" kleine wijting in het net. Wisselvallig is het leven [djn een visser. Het kent blijde en minder blijde ogenblikken! '"|Dat het visserijbedrijf wissel val - is hebben we zslf kunnen erva- ■e# tijdens een reis van IJmuidcn "„jft van meer dan een week met de .-joderne motortreiler KW 121 êirittenburg", schipper Kees Dub ij Haar. De ene dag was het alles, de i codere niets. Niet alleen op dat anjhip, maar ook op de vele loggers ski treilers, die rond ons op het ^"mradeets, de Berwick Bank of de jjJaden visten. )ei Bijna van minuut tot minuut kan %en via de radio zend- en ontvang- es$stallatie de vissers de resultaten fcn de vangst horen uitwisselen. Ze nerPen elkaar op en vertellen hoe ;Jb het maken. Vaak gaat het in jeJxie, maar ook heel dikwijls win- ;eilen ze er geen doekjes om. 6%allo Dirkje KW 54, hallo Dirkje KW 54, je spreekt met Kees, kan ;Vej je me verstaan. Over is de Fkj eerste roep. En meestal volgt dan A direct antwoord. Jffier de Dirkje KW 54 met Koos. Ik kan je goed verstaan. Er staat jgj een stevige bries, de zee is woe- »fj lig. We hebben hier bij Berwick T(i Bank vandaag nog weinig haring ipej gezien. Een kantje of vier. ilL) Over bvJa, Koos goed ontvangen jongen. 40» Ook hier op de Fladen, dus veel ;o* noordelijker, is het mis. Die ha- 1 ring zwemt veel te hoog. Ik heb ut er acht. Maar hopen op beter. Goede vangst en de groeten aan gasten. Over en sluiten", deze trant ongeveer worden gesprekken gevoerd aan boord vissersschepen op de Tientallen malen per dag. ochtend tot de late staan ze met elkaar tact. Dank zij de moderne inicatiemiddelen. tijden de haringteelt 1964. Er zijn reders, die moeilijke tijden doormaken. Vooral zij die betrokken zijn bü de dryfnetvisserij. Steeds meer hektreilers wor den er gebouwd. Op deze sche- pen is het werken voor de be manning veel aangenamer, want de vis kan benedendeks worden gekaakt en gestript. Dit is de KW 15 Rijnmond l" van Rederij N Parlevliet Jr. Met de vleet Het vissen met drijfnetten met de vleet is een zeer oude me thode en dateert waarschijnlijk uit de 12de eeuw. Men begint in mei op het noordelijke deel van de Noordzee, zakt dan langzaam af naar het zuiden en half september, begin oktober stoomt men naar de Engelse wal, waar zich dan veel haring bevindt. Op de visgronden aangekomen. Treilvisserij Met de treilvisserij is het anders gesteld. Voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog beschikte ons visserijbedrijf slechts over negen motortreilers, maar daarna kwamen er steeds meer. Deze schepen zijn veel moderner ingericht dan de leggers. De be manning heeft de beschikking over gerieflijke verblijven, er is koud en warm stromend water aan boord, er zijn douches en ze zijn uitgerust met de meest moderne navigatie - en vis-opsporingsapparaten. Ook beschikken vele van deze schepen over radar. Een voordeel is, dat de treilvis serij het gehele jaar kan worden uitgeoefend. Er wordt gevist met een zakvormig net, dat aan stuur boordzijde wordt uitgezet en aan lange stalen kabels over de zee bodem wordt gesleept. Dat net werd oorspronkelijk open gehouden door een boom, die echter later werd vervangen door twee visborden, slipway hebben, maar er zijn er ook, die uitgerust zijn met een hy draulische of vaste hekgalg, waar mee het net wordt scheep gehaald. Het voordeel van deze schepen is. dat de vis benedendeks kan werden verwerkt, zodat de vissers niet meer bloot worden gesteld aan die soms barre weersomstandigheden cp zee. Met deze schepen wordt ook de verre visserij uitgeoefend in ae wa teren rond IJsland. De heer D. Ouwehand, een be kend Katwyks reder, heeft enige dagen geleden by de tewaterlating van de KW 123 „Holland" nadruk kelijk gesteld, dat voor de beman ning de overgang van motortreiler naar hektreiler minstens even groot zal zijn als in het verleden die van motorlogger naar motortreiler. Deze vismethode zal het zware werk van de matrozen echter aan zienlijk verlichten. Het transport van de vis, die vanuit het net op lopende band valt, waarop werkt zeer arbeidsbesparend. Het i op een hektreiler mogelijk een effi ciëntere arbeidsindeling te make: dan op een zijtreiler. Maatregelen De vangsten zijn gering een bezorgd hart vraagt men z;cn af of men volgend jaar nog wel be manningen voor deze schepen kan aanmonsteren.. Vangsten van één tot vijf kantjes per dag behoren niet tot de uitzonderingen. Daar door is de gage van de bemanning zeer gering. Is het een wonder, dat de laatste jaren heel wat mensen van de vleet visserij overgegaan zijn naar de treilers en kotters? Meestal warep dat de vissers, die het vak door en door kennen. Zij zagen er geen brood meer in en bovendien is het nadeel, dat het vissen met de vleet eigenlijk een seizoenbedrijf is, dat in het laatst van mei begint en kort voor de kerstdagen eindigt. Door de treilers en kotters worden meestal veel korte reizen gemaakt en lig gen de besommingen aanzienlijk hoger. In de Ifmuidense vissersha ven liggen de loggers te wach ten om weer naar zee te gaan. Op de voorgrond de redding boot. den naar boven. De vleet is een vertikaal in het water hangend gordijn van zeer grote lengte, soms 5 km, bestaande uit een aaneenschakeling van aan elkaar verbonden netten, die op gehangen zyn aan drijvers. Zy be staat gewoonlijk uit 100 netten. Vele loggers zyn de laatste jaren min of meer geschikt gemaakt voor de treilvisserij, waarbij het net over de zeebodem voortgetrokken wordt. Ei* werden zwaardere mo toren ingebouwd en voorzieningen aan de accomodatie voor de be manningen aangebracht. Maar het bleven oude schepen welke zo zijn gemonteerd, dat zij uiteen scheren en de beide vleugels van het net uiteenrukken. De groot te van het net hangt geheel af van de sterkte van de motoren. Men heeft momenteel treilers met een motorvermogen van 1000 tot 1150 pk. Hektreilers De laatste jaren is er aan onze vissersvloot een nieuw type schip toegevoegd: de hektreiler. Aan boord van deze schepen wordt het vistuig niet over de zy uitgezet en gehaald, maar over het achter schip. Er zijn schepen, die evenals een walvisvaarder een zogenaamde Ouwehand niet optimistisch ge stemd. Hij stelde nadrukkelijk, dat de discriminerende maatregelen in de overige E.E.G.-landen zullen moeten verdwijnen. Wanneer dat niet gebeurt, zal onze regering in overleg met het bedrijfsleven maat regelen dienen te nemen om een redelijke opbrengst van de aanvoer te garanderen. Spoed is hierbij vereist, zei hij. Nederland is in de E.E.G. met een export van 62.000 ton in 1962 ter waarde van 66 miljoen gulden de grootst exporteur van visproduk- ten. De buitenlandse maatregelen mogen niet tot gevolg hebben, dat wij onze gunstige exportpositie, die wij tot nu toe steeds zonder rege ringssteun hebben bereikt, zouden verliezen. De heer Ouwehand merkte verder op, dat de aanvoer van kwaliteits- produkten in de eerste plaats nood zakelijk is, maar dan moet daar naast een bodem in de markt ko men, die hiervoor een redelijke be loning garandeert. Hy stelde nadrukkelyk, dat het rapport-Diepenhorst verschillende nuttige adviezen aan de regering geeft. Het rapport heeft echter het nadeel, dat de samenstelling veel te lang heeft geduurd en dat het daar door enigszins achter de feiten aan loopt. Zo is, merkte hy op, de vernieuwing van de kotter- en treilervloot regelmatig doorgegaan zonder dat de sanering van de paar dagen zit ik met een huwelijksadver tentie voor me. Niet, dat ik me afvraag of ik er op schrijven zal. Ik ben gelukkig getrouwd, dat kan ik met twee klemtonen zeggen. Trouwens, ik ben voor de adverteerder heel niet in tel, het gaat om een jongedame of weduwe Huwelijksadvertenties zijn door gaans moeilijk te lezen. In som mige dag- of weekbladen staan hele rijen ervan, met o.a. tel kens terugkerende of wel nieuw- bedachte afkortingen. Je hebt vindingrijkheid nodig om ze te bedenken èn om ze op te los sen! „Mijn" advertentie valt in dit opzicht mee. De „chr. beg." zyn duidelijk of juist niet? En wat o.e.r. in verband met WOORD VAN BEZINNING Dat moet je je voorstellen: vader <of moeder, dat kan zelfs ook, in een tweede huwelijk) worden, afgaande op de foto. Een kleurenfoto is overigens sprekender: een filmpje geeft meer houvast; een geluidsband je van de stem, de lach, het ge huil is zinvol. Waarom niet meteen een intelligentietest en -quotiënt erbij gevraagd? Het gaat me allang niet meer met zijn adver- omgang moeilijk maakt en wat u verder ook maar bedenken wilt, heft de verhouding ouders- kind niet op. „Kinderen zijn een erfdeel des Heren'. Ik zeg dit heel bewust, juist in deze we ken, van overgangen, toela- tings- en eindexamens. Maar het heeft veel wijder strekking. Anders dan bij een huwelijk, is in het gezin geen sprake van kiezen en gekozen worden. We worden aan elkaar gegeven. Wat gegeven wordt, is daarom nog niet gemakkelijk te ont vangen, te leiden en op te voe den. En we mogen leren dat geldt allereerst voor de ouders ons kind lief te hebben, zoals het is en niet zoals wij het ons wensen. Anders doen we ons kind onrecht. „gaarne foto" betekent, kan ik wel doorzien. Tussen haakjes, over huwe lijksadvertenties zeg ik geen kwaad woord. Er zijn serieuze kennismakingen op gevolgd en degelijke huwelijken door tot stand gekomen. Ook tussen mensen van „chr. beg.". Wat dat betreft, ik wens de jonge man succes, liever nog (want dat is heel iets anders!) zegen. Waarover ik nadacht de laat ste dagen, is het feit dat niet alleen van de op de advertentie ingaande dame om een foto wordt gevraagd, o.e.r., maar ook van de één of twee kinde ren van de weduwe, waartegen geen bezwaar bestaat bij de huwelijksgrage meneer. Die kin derfoto's komen zeker ook o.e.v.? tentie. Hij bracht me op de ver houding ouders-kind eren. Ouders kunnen hun kinderen niet kiezen, evenmin (wat, dacht ik, vaker betreurd werd) de kinderen hun ouders. Ze worden aan elkaar geschonken voor goede en kwade dagen. Met opzet haal ik die laatste woorden aan uit de vragen, waarop in de trouwdienst in de kerk bruidegom en bruid met „ja" antwoorden. Een huwelijk kan niet afstui ten omdat de foto van een kind tegenvalt. Een vader mag zijn zoon niet o.e.r. zenden omdat zijn zoon wat karakter, intelli gentie of beroepskeuze betreft, niet aan de verwachtingen vol doet. Een gezicht dat ons niet aanstaat, een humeur dat de In de bijbel worden de din gen van huwelijk en gezin tel kens gevaarlijk dicht bij God, Jezus en de gemeente geplaatst. Dat kan ons, in vreze en beven, de weg wijzen. Ouders en kinderen, apart en samen, hebben in de God van de Heer Jezus Christus Iemand, die nooit af- of terugwijst. Om welke reden ook, dat is er niet bij. En we beantwoorden echt niet aan het ideaal. We worden aangenomen en vastgehouden, zoals we zijn. Eén voorbeeld: de verloren zoon gaat niet op zijn foto of in persoon o.e.r. Hoe hij ook thuiskomt, het Feest begint! JOH. POORT, Herv. pred. te Leiden. oudere schepen voldoende snel plaats vond. Om onze concurrentiepositie in E.E.G.-verband, die als gevolg van de laatste loonronden zeer verzwakt is, in stand te houden, zal het gewenst zyn, dat de re gering. evenals in het buitenland reeds lang geschiedt, zo snel mo- gelyk een slooppremie toestaat cm hiermee te bevorderen, dat het oudste gedeelte van de vloot spoe dig wordt afgevoerd. Hierdoor zal het arbeidsprobleem worden verlicht en zal het kwali teitspeil van de aangevoerde vis worden verhoogd, meent deze Kat- wykse reder. De huidige treilervloot is groot genoeg om voldoende ge zouten haring aan de markt te brengen. Uitbreiding van deze vloot, evenals die van de kottervloot, acht hij op dit moment niet gewenst. Piet Kalis „Daling van Tempe ratuur". Bakker/Daamen Den Haag. Haag. Deze nieuwe essayistische ster op het terrein van de poëzie-beschou- wing ontbreekt het niet aan inzicht in de structuur en het doel van het vers in het algemeen. Hy kan in derdaad verzen lezen en is ver trouwd met die onderdelen, die het vers maken tot wat het is. De kor te beschouwingen, die Kalis in de ze bundel verzameld heeft en die oorspronkelijk in het tydschrift „Maatstaf" zijn verschenen, zyn over het algemeen intelligent en lucide. Het is eigenlijk jammer, dat Kalis dit alles heeft opgeschreven om iets te bewijzen, met een ten dens. Want de keren, dat hij scheef gaat, vinden hierin hun oorsprong. Waar de schrijver het, kortge- zegd, over hebben wil is het ver schil, dat er is tussen het vers van vóór zestig en dat van daarna en het verschil tussen de wijze van lezen van iemand van toen en van nu. Dat er mutatie is in de wijze van verzen schrijven en mogelijk ook in de wijze van lezen hoe moet iemand dat weten?. Niemand weet toch hoe een ander leest? is wel aan te nemen. Dat het ro mantische clement zoal niet uit de poëzie verdwijnt dan toch sterk verandert, is eveneens te aanvaar den. De vraag blyft evenwel be staan wat men onder romantiek verstaan wil. Een gevoelskwestie? Een tijdsperiode? Of de wanbeteke- nis, die het woord heeft gekregen in de hedendaagse journalistiek? Aanvechtbaarder is de stelling, dat men een gedicht vroeger be schouwd zou hebben als een resul taat, terwyl de rol van de lezer bijkomstig bleef. Weer vraag ik, hoe weet u dat? Een huis-tot-huis enquete over het lezen van poëzie is by myn weten nog nooit ge houden. „Dichtersworden langza merhand anoniem, terwyl van de lezers creatieve inspanning wordt verwacht." Dit lykt my een enor me enormiteit. Ik zou zeggen dat er van de lezer van verzen altyd en overal „creatieve inspanning" is gevraagd. Zonder die valt er aan een vers niets te beleven. Of de gemiddelde lezer die creatieve in spanning ook geeft, is een tweede. By hoge zeldzaamheid zou ik zeg gen met de heer Kalis, die zich een leek noemt, als hoge uitzondering. Men zou uit dit verzoek aan de le zer om creatieve inspanning nog een andere conclusie kunnen trek ken, als men kwaad wilde. Aange zien Kalis zegt dat dit een nood- zakelykheid is „speciaal voor het lezen van de hedendaagse poëzie, zou men uit die aansporing de conclusie kunnen trekken, dat de hedendaagse dichter zyn lezer niet anders verschaft dan gegevens om een vers van te maken. En daar lykt het wel eens op ook. En die anonimiteit de heer Kalis be doelt toch niet, dat zy op elkaar lyken als de befaamde druppels water? Anoniem waren alleen de volksdichters in de tyd toen men elkaar de verzen nog voorzei of zong. Als de hedendaagse dichter anoniem is. dan doet hij toch wel zyn best om die anonimiteit zo snel mogelyk op te heffen door luid aan de weg te timmeren. Tot nu toe is de KW. 121 ..Brittenburg"een treiler met een motorvermogen van 850 pk het vlaggeschip van Ouwe hand's rederij. Over enige maanden zal de hektreiler KW 123 ..Holland" deze plaats in- De heer Ouwehand is wel van mening, dat door de nog steeds grote invoer van vis filets de bouw van een beperkt aantal diepvrieshektreilers in deze behoefte zou kunnen Tegenover die moderne anonie- men dan stelt Kalis de dichters van vroeger, die zich als profeet en ziener aankondigden. Toe nou! Wat een afgezaagde malligheid. Als voorbeeld van een dergelyke vorm van zelfverheffing komt Kalis aan met die eveneens afgezaagde regel met Kloos: „Ik ben een god in het diepst van myng edachten". Ik moet zeggen dat ik qua houding weinig verschil zie tussen deze re gel en „Ik ben een witte onsterfely- ke wortel in de aarde". Omhoog of omlaag, de gedachte van de eigen onsterfelykheid zit er toch maar. Beide schryvers lopen in hun re gel met de borst vooruit vanwege de onsterfelykheidswaan. Denkt u niet dat ik dat erg vind. Totaal niet. Bescheidenheit ist eine Zier, doch weiter kommt man ohne ihr. Kalis heeft dankbaar gebruik ge maakt van de erfenis van Menno ter Braak. Het woord „roestoe stand" heeft hy fluks overgenomen. Hy weet ook niet dat Ter Braaks tydgenoten reeds hun uiterste best hebben gedaan om deze van die malle opvatting van het verzen schrijven te genezen. Zy hebben al nadrukkelyk gepleit, dat een vers schrijven een van de nuchter ste bezigheden van de wereld is en met roezen niets van doen heeft. Maar zie, Kalis neemt Ter Braaks gevallen steek met liefde op. Dat het gevoelsleven van de mens essentiële wyzigingen heeft on dergaan en dientengevolge ook de daarmee zo nauw verbonden poë zie, is een aanvaardbaar principe. Maar in zyn adstructie is Kalis simplistisch, om niet te zeggen kin- derlyk. Men kan tegenwoordig zyn eigen klimaat kiezen, zegt hy, en zich in een auto van het weer niets aantrekken. Best, maar heeft dat iets met verzen te maken?. Stein Steuveis Lalis voorbeeld zou als hy nu een roman schreef misschien de oogst laten mislukken door een defect aan de vorkjes schudder of een uierziekte laten uitbreken door het mechanisch melken. „Van gebondenheid aan 'n bepaalde maatschappelyke stand of functie is op het ogenblik nauwe- lyks nog sprake", zegt de brave. Laat ik die auto, die volgens Ka lis „honderdmaal democratischer is dan de koets" en waarin men zich van het weer niets aan hoeft te trekken, er even bynemen en Piet Kalis dan vragen of hy ooit het smoelwerk gezien heeft van de Mer cedes, die opgehouden wordt door een lelyk eendje? Allemaal een kwestie van verschuiving. De opmerking dat de mensen op het ogenblik over meer vrye tyd be schikken dan ooit eerder in de ge schiedenis, is ook niet juist gefor muleerd. Er is gelukkig een grote groep, die over meer vrye tyd be schikt. Maar er is een kleine groep die over meer vrye tyd BESCHIK TE. Men kan dat afkeuren, bon maar het valt niet te ontkennen en weg te moffelen. En waren daar wel eens niet de lezers onder? Die voorstelling van de vrye tydsbe- schikking in de trant van, met een boekje in een hoekje creatief ver- zenlezen, is aandoenlyk. Zo zyn er meer onaanvaardbare zaken in dit boekje, dat toch aardig is, mits men het met discriminatie leest. CLARA EGGINK EEN iiiiiiiiiiiiniiniiiiliniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiin OP DE BOEKENMARKT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 7