GELEERDEN DE ALARMKLOK Meesterwerken tijdelijk te zien in Lansanne ZOEKLICHT Zoals de kippen drinken Het C.N.R.S. waarschuwt tegen bezuinigingsplan van regering UNIEKE ZWITERSE VERZAMELING Voor astronomisch bedrag verzekerd iterdag 4 juli 1964 ^taterdi Pagina 1 (Van onze Parijse correspondent) M Het wetenschappelijk onderzoek is de laatste kwarteeuw steeds duidelijker een factor geworden, waarvoor regeringen en ^jrote (incustriële) ondernemingen zich voortdurend sterker in- ev»eresseren: zowel om economische als om militaire redenen, amfcen cn^c 9rote mogendheid kan onverschillig staan tegen- de ortwikkeling der wetenschap en men weet hoe speciaal Ingeland en de Sowjet-Unie elkander de geleerden werelcformaat met financiële of andere verlokkingen pro- huiberen „af t vangen''. In die strijd is Frankrijk (zomin als West- ^Duitsland)ooit een volwaardige partij geweest, terwijl Enge- mojand jerekend het percentage (2.9) der nationale inkom sten dat vor deze post gereserveerd wordt, zijn achterstand 944tnigszins bgint in te lopen. Met Frankrijk is dat echter niet het adgeval cn dt heeft in wetenschappelijke kringen grote ontstem gewet. A Reactor G. 2 in Marcoue, watde Fransen hun atomen splitsen. Per hoofd der bevolking geven Frankrijk en West-Duitsland per jaar ruim vijftien dollars uit voor het wetenschappelijk onderzoek, Engeland bijna het dubbele (26), de Sowjet-Unie ruim 36 en Ame rika niet minder dan 78. Ondanks de hoge borst, die de generaal in zijn redevoeringen opzet, neemt Marianne dus maar een beschei den plaats in. Wat erger is: terwijl het zuiver-wetenschappeljjk onder zoek zich toch al zesmaal trager ontwikkelt dan de „research" in de niet-universitaire sectoren, heeft de regering voor het volgend jaar bij voorbaat elke aanwas al afge sneden. En dat Is een bezuiniging, die lijndrecht indruist tegen de mo derniseringsplannen. Bovendien kan Frankrijk zich deze ontkrach ting des te minder permitteren, omdat het toch al tot de achtste plaats op de internationale lijst van uitvindingen is afgezakt. Deze bezwaren tegen de politiek der regering zijn haar onder het oog gebracht door het Nationale Centrum voor Wetenschappelijk onderzoek (Centre National pour recherche scientifique, kortweg C.N.R.S.)Dit is een lichaam, waarin geleerden van diverse plui mage en uit alle sectoren zich aan wetenschappelijk onderzoek kun nen wijden zonder onmiddellijke of tastbare resultaten te leveren. Deze instelling, die dus de zuivere we tenschap beoefent, werd in 1945 opgericht, toen Charles de Gaulle de Fransen opwekte samen met hem de republiek op een grondslag van redelijkheid en vernieuwing du neuf et du raisonnable te reconstrueren. Het CNRS beant woordde zonder twijfel aan die beide eisen. En nu is het een van de tragische spelingen van de geschiedenis, dat dezelfde generaal De Gaulle, die twintig jaar geleden de stoot gaf tot de oprichting van dit centrum voor zuiverweten- schappelijk onderzoek, nu het mik punt is geworden van een eensge zind offensief, dat de ongeveer veertigduizend leden van het CNRS tegen zijn huidige politiek hebben geopend. Dezer dagen heb ben ze (ln het Parijse Palais de la Mutualité waar ook de grote poli tieke partijen meetings beleggen) de leden van de parlementaire op positie en die van de regerings meerderheid uitgenodigd te pro testeren tegen de bezuinigings maatregelen van de president, maatregelen waarvan zij voorspel len, dat ze het CNRS binnen vijf jaar om hals zullen hebben ge bracht. Levensbelang Voor de Franse fysici en andere wetenschappelijke onderzoekers is hier niet alleen een levensbelang van nationale orde in het geding, maar staat ook hun internationale aanzien op het spel. Sedert 1935 heeft Frankrijk geen enkele Nobel prijs meer gewonnen. Daarentegen werden wel drie Franse mathema tici met de vergelijkbare Fields Medal onderscheiden. Een bewijs ,dat het aan intellect niet schort, maar dat de regering te kortschiet in haar plicht de mate riële voorwaarden te scheppen, die de moderne beoefening der weten schap stelt. Een uitzondering kan alleen worden gemaakt voor de atoomsplitsing, waarvan de mili taire toepassing dan ook een der grondpijlers is van Frankryks hui dige buitenlandse politiek. Voor de rest is, ten aanzien van het weten schappelijke onderzoek, het vierde modernisatieplan maar voor 66% verwezenlijkt, terwijl de toekomst nog duisterder is. België heeft, kortgeleden, voor het eerst in de geschiedenis een dokterssta/kdng beleefd. De Franse geleerden van het CNRS hebben dat voorbeeld, als zijnde nutteloos, niet gevolgd. Zij maken hun be rekeningen, analyses en observa ties in het perspectief van een toekomst van drie, vijf, tien, twintig of meer jaren, en hoe zouden ze met een staking dus op dit moment de openbare mening kunen alar meren? Daarom hebben ze hun alarmbel voorlopig eerst voor de kleinere kring der parlementariërs willen luiden, in de hoop langs die weg in tweede instantie óok de aandacht van de regering zelf te kunnen vestigen op hun waar schuwing dat Frankrijk, trots alle ronkende fraseologie uit officiële mond. nu hard bezig is zijn toch al gedevalueerde rang in de we reld te verspelen. EEN 'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii OP DE BOEKENMARKT IK F|n flighi J. Bernleönder de Bomen". Querido, sterdam. Ik heb het, pf ik, al eens eer- >r gezegd: bÈ jonge generatie m prozaschrrs is de penvaar- gheid van tij>t tijd omgekeerd '1' evenredig aan.t zij te vertellen hebben. Bij het lezean „De Overwin ning, het vers van een neder- van deze J. Bemlef heb ik verfit ook gedaclmaar met deze knundel korte ïalen onder ogen tte&al ik het niet a* zeggen. Bernlefs smgezichtsveld hezich uitgebreid en wetegelijkertijd isi blik veel scher- Leper geworden, ziet meer. Wat hij velfeiet .is wat de:e schrijvers altijd vagezien hebbene mens. Treffend eevariëerd zijeze verhalen, on- Jlanks hun genschappelijke on- 6nergrond. Helleenzijn van de ?tnens vormt diidergrond. Twaalf waaier een paar lange 0in in ieder getreedt een werke- a jlijk mens naEDren. De mannen seint „Een huis niet in te wonen", nt\de „ik" en de ter uit „De drie övrienden", de nwasser uit „Bas- je-fcetballschoenehet kantoorman- ikdietje uit „En zei ik" of de jon- rijver heeft inder- J^daad een scheog voor het nood- zakelijke en tis voor alles, wat kan blij vals zijnde slechts T- Wanneer ik ga zeggen, dat el-deze verhalered, maar nog niet #genoêg dan zal men be- n, dat ite-r niet anders mee 1 dan deze schrijver nog moet nen. In het ver fhaal „Regen" is er niet voldoen- frde onderscheussen de mannen lva nde benzfrpslagplaats. Men merkt dat. on men zich afvraagt „wie is dat odweer" als men een éeknaam tegenk. Dat is een bewijs de preseie van de personen friog niet fel pg is. Ik zou echter de moeite nieen deze opmerking Mte ma ken. aemlef niet ook het ■verhaal „Strad Water" geschre ven had, da'-zonderlijk gaaf en j (Welhaast me'lijk is. 1 Eén ding .mmer, maar daar 'Ijheeft de au( waarschijnlijk niet mee te makDe flaptekst ken- merkt Bernhet termen, die wel zeer naar de^rieën van Heming- Uway rieken. Jacquejmelink „Het Plant- urI aardig ind". Polak en Van Gennepisterdam. De stelliniarmee ik dit artikel K begonnen b»ver penvaardigheid t.-rt en inhoud, ?wel op voor Jacques Hamelink: felink kan uitstekend ■schrijven mvat hij voor den dag brengt is o. Het is kinderlijk werk en bejl ook niet oorspron kelijk. Een verhaal als „Opkomend Onweer" is de soort geschiedenis die iedere beginneling weieens bedenkt. Het moeras en zijn sinistere atmos feer kan iemand, die veel leest, her haaldelijk tegenkomen o.a. in de Engelse romanliteratuur en boven dien is een verhaal van Bordewijk daarop helemaal gebaseerd. Als ik mij niet vergis, heet dat „Vrouwe polder". „Brandoffer op zondag" is gemakkelijk thuis te brengen. Wil liams Golding's „Lord of the Flies" Ls hier bepaald niet vreemd aan. „Het wandelende Woud" doet mij denken aan een vreemsoortig boek van een jaar of tien geleden „The Tiflits", waarin Engeland overwoe kerd wordt door een griezelige spookplant, zodat alleen het eiland Wight nog veilig is. De twee fantasieën „Door een Vlies van Slaap en Tranen" en „An den Knaben Elis" zijn de beste uit de bundel, hoewel ook die herinne ringen oproepen o.a. aan Maurice Gilliams. Het bovenstaande klinkt allemaal heel erg misschien, maar het is het toch niet. Ik heb al gezegd dat Jacques Hamelink een goede pen heeft. Ik wil er alleen mee zeggen dat tè vroeg publiceren nadeel op brengt., ook al schieten de verhalen als paddestoelen uit de grond. CLARA EGGINK (Speciale medewerking) ZWITSERLAND heeft ter gelegenheid van de Expo '64 te Lausanne uit eigen middelen een grote kunsttentoonstelling willen houden om te laten zien wat Zwitserse verzamelaars aan kunst van de laatste honderd jaar hebben bijeengebracht. Het resultaat is een fenomenaal tijdelijk museum van meesterwerken „Van Manet tot Picasso". In het palais De Beaulieu, een complex van Jaarbeursgebouwen in de bovenstad heeft men twee grote vleugels ingericht tot museum. 350 meesterwerken zijn er geëxpo seerd. Dat wil zeggen: 350 schilderijen, tekeningen en beeld houwwerken .waarvan men er gerust 90 tot 95% tot de meester werken kan rekenen en dan doet men nog goed zich af te vragen of men zich bij het beoordelen van de overige niet door persoon lijke voorkeur tot een niet helemaal juichend oordeel laat leiden. Waar elders? Ik geloof dat zelfs het museum van het impressionisme in de Pa rijse Tuillerieën geen 18 sculpturen van Degas bezit zoals men thans te Lausanne vindt verenigd. Waar zal men 13 schilderijen van Renoir vin den, waar 25 Picasso's van zo'n be langrijkheid als die, welke uit de Zwitserse verzamelingen zijn sa mengebracht? En dat zijn dan nog maar drie namen van een reeks, die alle grote impressionisten, Lieber- mann incluis èn de pointillisten, de Fauves, de expressionisten, de school van Parijs, de kubisten en de horloges, van textielmachlnes en van spoorwegmaterieel schatten verdienden. Later, tussen twee we reldoorlogen kwam er veel vlucht- kapitaal en uit Duitsland kwamen ook nog emigranten, die erin slaag den hun kunstcollecties mee te brengen. Goede belegging Zwitserland heeft beroemde verzamelaars zoals Thyssen te Lugano, Reinhart te Winterthur, de Hahnloser's, de Bührle's, de Hoffmann's en nog zovelen meer. Zij hebben uit zeer ruime beurs kunnen kopen maar zij hebben het daarbij toch wel met overleg gedaan. Musea en zoge heten „Kunstvereine" (zoals die te Bazel en Bern) brachten reeds vóór de eerste wereldoor log schilderijen en beelden van VAN het Bijbelboek Spreu ken is eens gezegd, dat men het lezen moet ge lijk de kippen drinken. Ik weet niet of dat beeld meteen ophel dering geeft. Ik kan vanuit mijn raam een flink aantal stadstuinen overzien, maar kip pen zie ik nergens. Vergeleken bij de lage prijzen, die de pluim veehouders voor de eieren krij gen, is de moeite voor de ama teur-kippenhouder veel te groot, vandaar dat we in de stad zelfs geen kip tegenkomen! In de vakantie moet u uw ogen 's de kost geven en erop letten hoe de kippen drinken: na een slok wordt de kop omhooggeheven en als in bezinning staat het dier daar. Ten aanzien van de krant geldt hetzelfde: wie te veel ach ter elkaar leest, verslikt zich WOORD VAN BEZINNING met kleinere ook nog een kopje „verzoening" staat afgedrukt. Of treft ons, Nederlanders, niet het bericht dat het eerste Indonesische vliegtuig op Schiphol is geland? Ontelbare malen zijn andersom Neder landse vliegtuigen in Indonesië, ja, hier moet ik wel schrijven Indië, geland. Dat heeft ge sproken tot onze verbeelding. Na de jaren van onbegrip en verwijdering, met groot zéér aan beide kanten, is ook dit iets van „verzoening". landen en nog meerheeft het deze zuster onmogelijk ge maakt in het land, waarover haar broer regeert, te blijven. Het is ronduit verdrietig als in families de moeilijkheden zo groot zijn, dat tussen broers en zusters bijvoorbeeld een breuk ontstaat. Wanneer Fidel Cas tro's zuster inderdaad de din gen, zoals ze beschreven zijn, heeft waargenomen, vind ik, dat ze groot gelijk heeft door open lijk uitdrukking te geven aan haar afkeuring en veroordeling. Maar daarom hebben alle ru zies en twisten, veten en ver wijderingen nog geen recht. Fidel Castro's zuster heeft ge lijk! En in dit geval gaat het over grote zaken va.n recht en menselijkheid! Als ik me hi er op bezin, dringt zich toch ook erin. Het is goed om telkens onder het lezen door het hoofd bedachtzaam op te heffen en het gelezene te wegen en te overwegen. Immers: de krant kan me nog veel meer vertel lenEn wat belangrijker is opgeheven hoofden zien mogelijk ook iets van andere werkelijkheid. Op de avond, waarop dit „Woord van Bezinning" ge schreven moet worden, roept de krant tot het lezen van kleine stukjes en tot nadenken daar over. Dat zal elke dag wel zo zijn, maar het valt ditmaal erg op. Ik lees dat de destijds als balling vertrokken Tsjombe mogelijk premier of president wordt van Kongo en de krant- zelf brengt tot bezinning door met grote letters over de verlo ren zoon te schrijven, terwijl Het derde stuk van de voor pagina, dat mij op de wijze van een drinkende kip het hoofd omhoog doet heffen, is het nieuws over de zuster van Fidel Castro, die met haar broers en hun regime gebroken heeft. Het schijnt het tegendeel van een verzoening te zijn, maar zonder het verschijnsel Castro op Cuba te willen beoordelen (hoe zou ik dat kunnen?) verblijdt het me, dat deze vrouw, na vanzelf sprekend een periode doorge maakt te hebben van alleen maar bewondering voor haar broer en zijn succes, de ogen opengegaan zijn en zij nu de duidelijke keerzijde ook ont dekte. De wrede behandeling van politieke gevangenen, het begin van de aantasting der godsdienstvrijheid, de opleiding van stokebranden ter uitzen ding naar Zuidamerikaanse naar voren de gedachte aan veel familietwisten, gezinsruzies omniets! Ja, soms bij de dood komt er iets in orde. Ja, soms blijven we zelfs dan nog op onze punten staan. Wie in bezinning het hoofd omhoog heft, OMHOOG, ziet „verzoening" staan. Zalig zijn de vredestichters, omdat ze in de voetstappen treden van Jezus Christus, die vrede maakte, ver zoening bewerkte en ons daarin aan het werk wil hebben. De daad van Castro's zuster getuigt van moed. In uw en mijn situatie is het bijna altijd moedig om niet van de ander wèg te gaan, maar juist de weg tót de ander. Castro's zuster heeft gelijk. Maar U heet anders! JOH. POORT, hervormd predicant te Leiden. grote figuren van de huidige stro mingen omvat. Het is een geweldige collectie geworden, die keuze uit tientallen collecties, door Zwitsers in de loop van de laatste 70 jaren bijeengebracht. Hoewel er ook in de vorige eeuwen" kunstverzamelaars in het land zijn geweest zoals bijv. Amerbach, vriend van Holbein en Erasmus wiens collectie het funda ment is geweest voor de verstede- Üjke musea van Bazel begint het eigenlijke collectionneren toch pas rond 1900. Toen ontstonden ook de grote fortuinen van een aantal in dustriëlen, die met de produktie van de rust van de grote zalen, welke men in de Jaarbeurshallen met heel veel smaak en distinctie heeft ingericht, te bekijken. Ze begint met een gezicht op Venetië van Boudin en ze eindigt met enige schilderijen van Nicolas de Stael en aquarellen van Otto Wols. Waart)ij de kunstliefhebber terzijde kan opmerken dat het museum Boymans-Van Beuningen, dat te laat is gekomen, toch wel voor veel geld een van de lelijkste doeken van De Stael heeft gekocht, die er be staan. Schitterende stukken bijeen Maar waarom kritiek nu men hier zo veel goeds kan zien en ge nieten? Naar kwaliteit hebben de Zwitserse verzamelaars het is opmerkelijk hoeveel echtparen er bij hen zijn blijkbaar steeds ge zocht en zij hebben het gevonden, hebben het kunnen vinden met hun harde Zwitserse franken. Waar mag men ooit zo'n schitterend naakt als de Elvire van Modigliani, waar de Utrillo's uit diens beste tijd, zo voor de vorige wereldoorlog, waar land schappen van Derain uit de twinti ger jaren, waar aquarellen van Cé- zanne als die uit de verzameling van Erich Maria Remarque en zijn vrouw Paulette Goddard? Men kan zo doorgaan. Ook wie niet van ex posities als zo'n Expo '64 van Lau sanne zou houden, zou toch naar de stad moeten gaan om er dit feno menale helaas tijdelijke museum van moderne Europese kunst te zien! de grote Fransen naar het land en van die exposities is veel bij de particuliere verzamelaars te recht gekomen. Nu achteraf blijkt dat ook zij die wellicht voor een deel als belegging heb ben gekocht, formidabele zaken hebben gedaan. De 350 werken zijn voor een astronomisch be drag. tiaar men fluistert voor een slordige 50 miljoen Zwitser- se franken verzekerd. Het zijn bijzaken voor wie ervan T - houdt, deze „einmalige" collectie in Lausanne nooit is geëxposeerd. MAX LIEBERMANN Tennis in Noordwijk" een schilderij uit 1911, dat voor de tentoonstelling te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1964 | | pagina 7